woensdag 27 april 2011

Brian Greene, The Hidden Reality

Op vakantie probeer ik naast een "speels" boek ook altijd een "serieus" boek te lezen, en dat was deze keer The Hidden Reality (2011) van Brian Greene. Zoals Frans De Waal is Greene één van die auteurs die wereldberoemd wordt met het schrijven van een bestseller, en vervolgens een aantal nieuwe boeken neerzet die zo mogelijk nog beter zijn dan het eerste.

Het onderwerp is kosmologie; zo van "waar komt het universum vandaan, en hoe, en waarom, en wanneer?". Probeer maar eens mee hoe fascinerend dat kan zijn: waarom is het universum niet een half uur vroeger begonnen, of tien uur vroeger, of tien miljard jaar?

See?

Laat ik een beetje kaderen met de post van kort geleden, over hoe wonderlijk fijn het heelal lijkt afgesteld om leven mogelijk te maken (1). Dat is een thema dat een hele waaier van reacties oproept, van religieuze orgasmes over schouderophalende onverschilligheid tot een woedend ontkennen dat het punt zelfs maar bestaat. Maar als ik zo even rondsnuister doorheen de popularizerende wetenschap heb ik toch het gevoel dat serieuze fysici het een serieus onderwerp vinden. En in dat geval blijft de vraag: hoe zou iets dat zo onwaarschijnlijk toevallig lijkt zomaar "vanzelf" kunnen ontstaan?

De serieuze fysici staan daar zeker niet bij stil omdat ze op zoek zijn naar hogere machten, maar wel omdat blijkt dat je daar iets zinnigs over kan zeggen. Bijvoorbeeld, Smolin (die hier de nummer één positie bezet op de lijst "beste non-fiction die ik ooit gelezen heb") kwam op het idee dat we al één theorie kennen die ook helemaal zonder hogere machten een "onwaarschijnlijke" fijn afgesteldheid kon verklaren, en dat is "natuurlijke selectie" (2). Dus vroeg hij zich af of een soortgelijke logica iets dergelijks zou kunnen op het niveau van het universum, en het antwoord was "ja". Dat is zeker niet hetzelfde als "Smolin heeft getoond dat het heelal een gevolg van "natuurlijke selectie is". Maar het is één voorbeeld van hoe je soms, zelfs in aanwezigheid van heel onwaarschijnlijk lijkende verschijnselen, geen nood hebt aan meer dan eenvoudige natuurwetten en simpele logica.

In The Hidden Reality toont Greene dat er nog heel andere manieren zijn om hetzelfde onderwerp aan te pakken: en steeds zonder dat er vormen van mythologie en mystiek in het spel zijn. Hij vertrekt met de vergelijking met onze eigen Aarde. Die bevindt zich op een waarlijk mirakuleus gunstige afstand van de zon, als het de bedoeling was om leven mogelijk te maken. Alleen, we weten dat er alleen al rond de zon negen of tien planeten zijn ("het hangt af van hoe je "is" definiëert...") en dat er honderden miljarden andere sterren in (alleen al) onze Melkweg zijn - dus het zou al een mirakel zijn als er géén planeten op precies de juiste afstand zaten. En eenmaal je dat weet is het niet moeilijk te begrijpen dat het leven dat daarover kan nadenken ook op juist (één van) die plaats(en) is ontstaan.

Nu zijn de hedendaagse fysici echt wel in staat om de voor de hand liggende tegenwerping ook te zien. Van de zon en de Aarde weten we dat ze maar één tussen heel vele voorbeelden zijn, allemaal met licht verschillende kenmerken, omdat we dat kunnen zien. Maar van een universum, met zijn zwaartekracht die precies niet te sterk en niet te zwak is; en zijn protonen en electronen die nauwkeurig niet te licht en niet te zwaar zijn (en vele andere) weten we dat niet. Dus lijkt het niet meer dan science fiction als we inroepen dat er "oneindig" vele universa bestaan, allemaal licht verschillend van elkaar, zodat ons probleem er inderdaad mee opgelost was. De miljarden sterren kunnen we zien, de miljarden parallelle universa kunnen we alleen maar verzinnen.

Maar dat zijn nu precies de "hidden realities" uit de titel. Greene laat zien hoe uit een brede waaier van verschillende natuurkundige theorieën - met wat goede wil vanaf Newton, over Relativiteits-, Quantum-, String- tot Plopkoektheorie - volgt dat een multiversum wel degelijk in de kaarten zit. En als je uit al die uiteenlopende theorieën telkens weer op dat ene punt uitkomt, en als dat ene punt iets zou oplossen dat anders een bijzonder groot raadsel lijkt, dan is stilaan misschien het moment gekomen om minstens het idee een beetje serieus te nemen?

Wat Greene zou fabuleus goed maakt is dat hij de mathematisch ongeletterde lezer een beeld kan geven van waar al die esotherische theorieën ongeveer mee bezig zijn. Ik heb een opinie dat evolutietheorie veel gemakkelijker uit te leggen is dan kosmologie, maar toen de kosmologen zagen dat de Dawkinsen van deze wereld daarvan steenrijk en wereldberoemd werden deden ze nog beter hun best. Mensen als Greene of Smolin zijn daarvan het resultaat; zodat mensen als Koen duizelend van superclusters en parallelle universa op hun stoel zitten te bedenken dat er toch wel heel interessante boeken bestaan.

Een stevige vier op de schaal van kwotering (3), net als zijn The Elegant Universe. En zijn The Fabric of the Cosmos; die komt voor mij zelfs in aanmerking voor een volle vijfster.

-------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2011/04/lee-smolin-en-leonard-susskind.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/nogmaals-natuurlijke-selectie.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/kwotering.html

Geen opmerkingen: