maandag 25 april 2011

Peter Hamilton (The Void Trilogy)

Wanneer ik met vakantie ben probeer ik altijd een "serieus", maar ook een "speels" boek mee te nemen, en dat laatste was The Evolutionary Void van Peter Hamilton. Het is het derde deel van de "Void" trilogie, en ik was er een beetje met angst aan begonnen. Een goedlezend boek is voor mij een deel van een geslaagde vakantie, en Hamiltons derde deel van zijn "nightdawn" trilogie bezorgt me nog altijd woedende oprispingen als ik er aan terugdenk. Eerst een soort universum creëren van de soort dat deze aanhanger van het "Space Opera" (1) genre bijna perfect vindt en het dan zo vermoorden met bladzijden en bladzijden, met tientallen, nee, honderden tegelijk, over de meest oninteressante nevenfiguren, om te eindigen met een Deus ex Machina die een kleuter zou doorzien: "Sorry, lezer, maar nu heb ik mezelf zo in de shit geschreven dat er nu een kosmische godheid alles moet komen rechtzetten". Ko - maan - zeg.

Maar ik dwaal af. Al na enkele tientallen bladzijden vond ik dat het heel erg meeviel. Het verhaal pikte de lijnen van de vorige boeken meteen weer op, en misschien heeft Hamilton er zelf ook wat van geleerd, maar in ieder geval was er (vond ik) geen spoor meer van die bladzijden lange uitweidingen over de losers van de geschiedenis. Een spannend verhaal, dus, in een omgeving die je doet dromen over wat er kan gebeuren indien de mensheid ooit naar de sterren kan reiken, en een hoop filosofische vragen erbij. Bijvoorbeeld, indien je leeft in een wereld waarin je jezelf kan "saven" zoals je een blogpost bewaart - en je valt dood (bijvoorbeeld een week nadat je gesaved hebt), zodat je molecuul per molecuul weer in elkaar gezet kan worden, compleet met de persoonlijkheid en de herinneringen die je had - tot en met de laatste keer dat je gesaved hebt, maar niet met wat je daarna nog hebt gedaan en beleefd. Bij jij dat dan nog? Vind je dat je nu zo goed als onsterfelijk bent - zodat je bijna glimlachend jezelf kan opofferen om iets groots te bereiken, enkel tegengehouden door een atavistische levensdrift, vermits je "weet" dat je toch weer zal "herrijzen"? Ik weet het nog zo niet, maar de personages in de wereld van Hamilton vinden blijkbaar van wel - misschien omdat er ook niet altijd echt te kiezen is.

En wanneer is iets een "Deus Ex Machina"? Dit is tenslotte Science Fiction; als er iets scheef gaat stappen ze allemaal in hun ruimteschip en reizen "sneller dan licht" naar Noemmaarop. Geleerd door de vorige keer had ik me erg schrap gezet, en er dus nogal over nagedacht, en het komt er op neer dat in dit genre ongeveer alles een "Deus Ex machina" is. Dus als je echt wil: het loopt goed af omdat iemand er een andere intelligente levenssoort van overtuigt een bepaald project op een andere manier aan te pakken - het punt is: het voelt niet aan als "nu ik het zelf niet meer weet roep ik maar een hogere macht ine. Het voelt wel aan, het voelt zelfs heel erg aan, als een einde dat van bij het begin in de kaarten zat. Het voelt aan alsof Hamilton drie boeken lang (vijf eigenlijk, als je de "duologie" uit hetzelfde universum, maar dan duizend jaar eerder meerekent) heel goed wist wat het probleem was, wie de vijand was, wie de helden zouden worden die het gingen oplossen, en hoe, en wanneer... kortom, het voelde goed aan, en wel omdat de auteur (de indruk wekte dat hij) wist wat hij deed. Een goed punt.

Een ander belangrijk punt is dat de verhaallijnen samenkomen. Als het eerste boek begint met een raadselachtige "Aaron" die een nog enigmatischer onbekende vrouw tegen het lijf loopt en voelt dat er iets niet klopt, dan wil je te weten komen, desnoods drieduizend bladzijden later, wie ze allebei waren en wat ze op die plaats liepen te doen. En je wil voelen, zoals ik al zei, dat wat ze deden wel degelijk, drieduizend bladzijden later, een deel van het verhaal was. Nu, in feite was dat voor (SPOILER-ALERT! SPOILER-ALERT!) Cat niet echt zo - het is tenslotte geen Cryptonomicon - maar de wedervaren van Aaron maken het ruimschoots goed.

Nog een belangrijk ingrediënt, behalve "goed doordacht" en "samenkomende verhaallijnen" (en waaraan ik vroeger nooit zou gedacht hebben), zal ik hier "echo's" noemen. Als een deel van het complot er in bestaat het Zonnestelsel van de Aarde op te sluiten in een technologie die, in die boeken van duizend jaar eerder, al eens gebruikt was door een zeer geavanceerde galactische beschaving, om een heel andere zeer gevaarlijke bedreiging te isoleren, dan bezorgt me dat een gevoel van herkenning. Als een figuur als "Oscar" duizend jaar eerder (alweer beschreven in die duologie) een unieke daad van zelfopoffering heeft gesteld en door een hoop spelingen van het lot duizend jaar later op dezelfde plaats een groep quasi-religieuze aanbidders van zijn daad ontdekt, die nauwelijks kunnen geloven dat de passerende toerist eigenlijk niemand minder dan Oscar zelf was, dat geeft een extra dimensie waarvan ik me vroeger nooit bewust was.

Uiteindelijk is het natuurlijk allemaal om het "spannend verhaal" te doen. Politieke intriges, ruimteslagen, manoeuvrerende vloten, conflicten of allianties met niet-menselijke beschavingen en op het einde winnen de goeden van de slechten: dat is waar we het in de eerste benadering voor doen. Er lijkt zich zelfs weer iets van "op het einde krijgt de held de heldin" voor te doen, erg aarzelend en vluchtig nog, en de politieke correctheid komt nog ruim aan haar trekken als je ziet dat zowel de grootste schurken (Ilanthe, Catherine...) als de grootste helden (Justine, Araminta, Paula...) vrouwen zijn, maar toch. Er waren tijden, tien jaar geleden of zo, dat heldinnen haast verplicht helden moesten redden uit de klauwen van het monster, maar zo op 't eerste zicht is de mensheid er intussen achter gekomen dat de psychologie zo niet werkt. Ik weet het niet, het is maar een indruk.

Dus als je van Science Fiction gruwend wegloopt zoals ik van (pakweg) Horror, wel, je zal er niets aan missen als je het zo laat. Maar als je zelfs maar een occasionele liefhebber bent, of misschien zoals ik iemand die Peter Hamilton al eerder beloftevolle dingen had zien vermoorden, dan zou ik zijn Void Trilogie toch een dikke drie op mijn schaal van kwotering (1) geven: misschien, ik durf het haast niet te denken, zelfs een vier, een echte aanrader al.

---------------------------------
(1) in tegenstelling tot andere genres van de Science Fiction, zoals "invaders from space" of "tijdreizen" of "de gekke professor" of "Fantasy" dat een heel eigen sector geworden is, en vele, vele andere. "Space Opera", dat is de verkenning van werelden, van sterren en planeten, van de ontwikkeling van de mensheid over veel grotere volumes dan alleen het zonnestelsel, met bijhorende wetenschappelijke vorderingen, politieke verwikkelingen, militaire operaties, etc etc etc. Ik ben door Jack Vance (De Duivelsprinsen en Tschai) bekeerd tot het genre, en het is nooit meer goedgekomen...
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/kwotering.html

Geen opmerkingen: