zondag 3 juni 2012

Mijmeringen van watjes

Schrijvend over veldslagen als Stalingrad (1) of de Thermopylen (2) krijg ik wel eens reacties in de zin van "wat zijn wij in onze tijd toch eigenlijk watjes!". En daar kan ik me iets bij voorstellen. De Spartanen, heb ik me laten vertellen, hadden uitspraken als "de Griekse steden produceren monumenten; Sparta produceert mannen". Die absoluut lijkende onverschilligheid voor hardheid, voor lijden, zowel van henzelf als van anderen... Of terugdenkend aan heel dat thema "Oostfront"; wat die mensen hebben moeten doormaken... En dan zijn er natuurlijk nog de verhalen over de Mongolen die hier af en toe passeren, of de heel, heel vele andere verhalen die hier nooit passeren. En wij maken eens een winterke met enkele graden onder nul mee, en we zitten allemaal thuis wegens "ziek". Hatsjie.

Zelf heb ik het er altijd moeilijk mee vanuit het standpunt dat de wereld veel te interessant is om er zomaar uit te stappen, in één of ander gevecht ter meerdere eer en glorie van iemand anders. "Toen ik klein was waren er nog geen auto's" hoor ik mijn vader nog altijd in mijn oren zeggen; en hoe kleuter Koen daar met grote oogjes op stond te luisteren. "Toen ik klein was waren er nog geen computers" zegt papa Koen wel eens, en je moet die grote oogjes eens zien. Er gebeurt zoveel, er verandert zoveel, wie weet waarvan het klein gepruts binnen een generatie zal zeggen dat het vandaag nog niet bestaat?

Maar zouden we daarmee niet een deel van het antwoord op het spoor zijn? In de wereld van al die voorbije beschavingen veranderde er immers helemaal niet zoveel? Oorlog, zullen de Spartanen bij zichzelf gedacht hebben, is een sport waarbij twee phalanxen op mekaar knallen en op het einde wint Sparta. Iets dergelijks. En elke dag kwam de zon op in het oosten en ging ze onder in het westen, en om de vier jaar waren er Olympische Spelen, en jaarlijks wisselden de seizoenen mekaar af... Maar of je nu twintig jaar werd of tachtig, aan het einde van je leven zag de wereld er nog altijd precies hetzelfde uit.

Nu waren er wel ziektes, en ook oorlogs- en andere verwondingen, maar er was nog geen verdoving. Het leven moet pijn gedaan hebben, als je er zo eens bij stilstaat. Terwijl er behalve eeuwige roem voor volk en vaderland niet zo ongelofelijk veel te rapen zal geweest zijn. En dus vochten ze voor dat volk en dat vaderland, en de vraag of ze nog heel veel langer zouden te leven hebben was veel minder belangrijk dan de vraag welke indruk ze tijdens dat leven maakten.

Zou dat niet kunnen? Ik weet het natuurlijk niet. Ik ben zelf ook maar een watje uit die veel latere tijd, die zich doodgewoon niets kan voorstellen bij hoe dat soort leven er moet uitgezien hebben, en dus ook niet bij hoe die mensen dat allemaal aanpakten.

--------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2010/06/aan-de-oevers-van-de-volga-lag-een.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/search/label/Vreemdeling%20ga%20de%20Spartanen%20vertellen...

Geen opmerkingen: