zondag 27 januari 2013

De baby zit op de linkerarm

Bladerend in Frans De Waal, Good Natured, The Origins of Right and Wrong in Humans and Other Animals (1996), stuit ik op een passage waar ik destijds niet lang zal bij stilgestaan hebben. Terzijde, de Waal is een grote uitzondering omdat hij ooit, vanuit het niets, een boek schreef waarmee hij wereldberoemd werd (Chimpanzee Politics), en tussen de uitzonderingen is hij dan nog eens een uitzondering omdat hij daarna nog een serie boeken schreef (op zich niet uitzonderlijk, natuurlijk, bij schrijvers van bestsellers) waarvan er verschillende zo mogelijk nog beter waren (!). Maar dit terzijde.

Good Natured is één van die "zo mogelijk nog betere boeken" dan Chimpanzee Politics. De passage gaat over hoe gemakkelijk het is allerlei gedragingen te rationaliseren, hoewel ze in feite aan heel andere drijfveren liggen. Het heel onschuldige voorbeeld gaat over hoe moeders hun baby's haast altijd op de linkerarm dragen. Rechtshandige moeders verklaren dat ze daarmee hun beste arm vrij houden voor andere dingen, maar linkshandige moeders vinden het nogal evident dat ze hun beste arm reserveren om hun kostbaarste bezit te dragen.

Zelf had ik nog geen kinderen toen ik het boek las. En dus herinner ik me nu vaag dat De Waal er op wijst dat soortgelijk gedrag terug te vinden is bij een hele reeks andere primaten, en dus wel niet erg te wijten zal zijn aan overwegingen als "de beste arm". Maar wat ik helemaal vergeten was dat het gedrag alleen bij vrouwen voorkomt: "men do not show the bias" (hoofdstuk 2, sectie 7). Want ik had nog geen kinderen, dus dat zal mij worst geweest zijn, dus ik was het al lang weer vergeten.

Maar intussen heb ik wel kinderen: drie, vijf en zeven zijn ze nu. En raad eens? Al heel vaak was me iets heel vreemds opgevallen. Al die vele jaren - want je moet weten dat dochtertjes van zeven jaar ook nog heel vaak op de arm moeten zitten - was me opgevallen dat ik de kindjes altijd op dezelfde arm droeg. En wel op de linkerarm! Ik vond dat erg gek. Ik deed toch immers ongeveer alles met mijn rechterarm? Maar als ik eens probeerde (bijvoorbeeld omdat ik na lang dragen begon moe te worden) van arm te wisselen, dan voelde (en voelt) dat altijd heel erg ongemakkelijk aan.

Wel, ik heb het nooit proberen te rationaliseren; het was gewoon iets dat ik vreemd vond. En nu is het in feite nog vreemder geworden. Hoewel ik natuurlijk wel trots ben op mijn nadrukkelijk vrouwelijke en moederlijke kant. Wie zou ooit gedacht hebben dat ik mezelf als "evenwichtig" karakter kon presenteren?

Geen opmerkingen: