En zo zijn we weer op die dag waarop je even achterom kijkt en denkt, weer een jaartje geblogd. Dus hoe is het deze keer zoal gegaan?
Niet zo best, eigenlijk. Om te beginnen zie ik tot mijn schrik dat de "rampjaren" 2009 (zwangerschap en geboorte van een derde baby) en 2011 ("terug meer tijd voor de filosofie", schreef ik vorig jaar) nog ruim 20 posts meer opleverden dan 2012. Ja, die "echte" filosofie... Ik kan hoogstens zeggen dat ik behoorlijk tevreden ben over wat ik daar in 2012 aan heb gedaan. Natuurlijk zijn dat alleen maar de klassieke dreigingen met het Groot Meesterwerk dat Helaas door Niemand Ooit Zal Begrepen Kunnen Worden, maar het punt is, waardeloos of niet, het doet wel af aan het bloggen. Daarnaast is er ook de aanschaf van de Kindle geweest. Thuiskomen van het werk met een bonzend hoofd, en de kindjes eindelijk in bed... Wel, op dat moment lijkt zelfs een post op het blog een enorme geestelijke inspanning in vergelijking met een boekje in een zetel, en met Kindle heb ik ineens wel erg veel boekjes.
OK, genoeg uitvluchten, resultaten zijn het enige wat telt, en die resultaten zijn pover. Nog vragen?
Bij het terugblikken op zoek naar patronen zie ik er van in januari al meteen twee. Het eerste is de ontdekking van het boek van Pressfield - en een nieuwe serie over "De Spartanen" was een feit. Daar heb ik dan toch alvast positieve herinneringen bij. Daarnaast waren er (natuurlijk) de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Als die er niet geweest waren - ik huiver te bedenken hoe het er dan op dit blog had uitgezien. Om eerlijk te zijn, naar ik vrees: een beetje zoals het er in 2013 zal uitzien.
Maar weet je wat? Ik blijf er best wel plezier in hebben! En dat is waarom ik denk (en vurig hoop) dat dat standaard symptoom van een uitdovend blog, de voortdurende daling van het aantal posts, in mijn geval niet het naderende einde aankondigt. Altijd met twee woorden spreken, natuurlijk, als ik pakweg morgen door de bliksem getroffen wordt is het ook gedaan. Natuurlijk vind ik het jammer dat het me niet gelukt is om - al was het maar een beetje - een onderdeel van een internet-conversatie over - al was het maar een beetje - serieuze onderwerpen te worden, maar dat is niet waarom ik er aan begonnen ben. Ik ben er aan begonnen, en ik hoop er mee voort te doen, omdat ik er plezier aan beleef. En heel misschien, als het wat meezit, speelt het ooit een rol voor mensen die zich een beeld proberen te vormen van hoe het leven er uitzag daar aan dat begin van de twintigste eeuw. Voor de achterkleinkinderen, bijvoorbeeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten