Ooit heb ik met een vriend, die ik om meerdere reden dan jij kan weten "X" zal noemen, heel veel tijd besteed met het spelen van bordspelen: wargames. Het kon op de computer, maar ook met papier en karton: kaarten met steden en rivieren en vlaktes en terrein, of ook zeeën en oceanen met eilanden, en daarover bewoog jij dan kaartjes die militaire eenheden voorstelden, alles min of meer gebaseerd op wat echte eenheden in gelijksoortige omstandigheden ook konden.
Op een dag speelden we "Pacific War"; de oorlog tussen Japan en Amerika, zoals die begon in december 1943. Nu waren we een soort "perfecte match". Dat soort spelen is haast altijd gebaseerd op één partij die begint met een grote overmacht en een verrassingseffect, en een andere partij die begint in moeilijke omstandigheden, maar dan geleidelijk meer versterkingen krijgt. Karakteriëel was X iemand om er stevig op los te gaan, terwijl K altijd meer van de grote overzichten hield, lange termijn denken, rustig bekijken, desnoods even ploeteren met bescheiden middelen en intussen rustig opbouwen. En dus speelde X de Japanners, en K speelde de Amerikanen en de slag kon beginnen.
Nu kreeg K een idee. "Ik mag doodvallen als ik al die slagschepen in de haven van Pearl Harbour laat zinken", dacht K, en hij zag op de kaart dat Johnston Island een heel redelijk alternatief leek. Toen kreeg X echter ook een idee. "We mogen aannemen dat K weet wat er in Pearl Harbour kan misgaan", redeneerde X. "Verder heeft K echt wel gezien dat Johnston Island een uitstekend alternatief lijkt. En tenslotte weet iedereen dat K nooit op het idee zal komen dat iemand anders dan hijzelf daar ook aan kan denken". En dus stuurde X de aanvalsvloot die Yamamoto destijds naar Pearl Harbour had gestuurd naar Johnston Island, en daar lag de vloot van K te wachten alsof een saboteur het zo in elkaar had gezet en er volgde een slachting om K te doen terugverlangen naar Pearl Harbour zelf.
Het enige dat mijn ego een beetje heeft kunnen redden is dat niet veel later, in een naspelen van de Slag om Kiev - maar ik begin te lang uit te weiden.
Nu kan ik me inbeelden dat er twee verschillende bezwaren tegen dat soort spelen en dat soort anekdotes zijn. "Veel blabla" zegt de ene reactie wrevelig, "wanneer kunnen we verder spelen?". Een tikje oppervlakkig, vind ik, maar niet verschillend van wat ik zelf doe wanneer ik iets aan het spelen ben. Dus: fair enough. Aan de andere kant heb je de kritiek die zegt dat het bijna zielig is om op die manier om te gaan met de nagedachtenis van mensen die het toch maar allemaal hebben moeten doormaken. Nu, er is iets van, maar ook hier lijkt het me een beetje kort door de bocht. Ik weet echt niet of ik in mijn leven nog veel meer boeken over nog veel andere onderwerpen had kunnen lezen. En dus is het spelen van die games iets dat me zowel over de geschiedenis, als over de geografie van de oorlog (en de Pacific, alsook het gebied van Bratislawa tot Stalingrad is een aardig stukje geografie) veel meer heeft bijgeleerd dan ik er anders ooit was over te weten gekomen.
En het zet je enorm aan het denken, je ziet het in feite gewoon voor je ogen gebeuren, over hoe "anders" de geschiedenis heel gemakkelijk had kunnen zijn. Wat als de Duitsers nu eens hun Zesde Leger bij Stalingrad hadden gered? Gewoon ingraven achter een rivier meer naar het Westen, en een paar korpsen naar de kusten van Normandië: begin maar, gealliëerden! Good luck! En ook, dus, heb ik er bij geleerd wat een wanhopige, hopeloze onderneming heel die Tweede Wereldoorlog voor de Japanners is geweest. Zeker, uit de "Slag bij Johnston Island" had ik het nooit kunnen afleiden, maar enkele maanden wekelijks "Pacific War" of "Russian Front" spelen en ik verzeker je dat de grootste nerd iets over WOII te weten komt dat je anders pas na veel studeerwerk zal gaan inzien.
En dus kom je op het einde zelfs bij allerlei filosofische vragen terecht. Kleine oorzaken, grote gevolgen! De contingentie van de geschiedenis! Wat is dat toch voor een onderneming, die geschiedenis, die zo achteloos levens vernietigt, echt gruwelijk stukslaat, met miljoenen tegelijk, en van zulke kleine details laat afhangen dat andere levens, met nog meer miljoenen tegelijk toch kunnen opbloeien en er, wie weet, nog iets van kunnen maken ook.
Allemaal "Grote Vragen" omdat ik ergens bij het bladeren mijn ogen over de naam "Johnston Island" voelde glijden en allerlei herinneringen bij me wakker werden...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten