dinsdag 8 mei 2012

David Graeber over het ontstaan van "geld en markten"

Als David Graeber in Debt probeert te zeggen dat "Staat" en "Markt" alleen maar twee schijnbaar tegenovergestelden zijn, terwijl ze in werkelijkheid twee kanten van één medaille zijn, dan heeft hij daarmee een Bedoeling. En aangezien ikzelf om totaal andere redenen en in totaal andere contexten tot dezelfde conclusie ben gekomen (1) moet ik die Bedoeling minstens eens serieus bekijken.

Wat Graeber wil doen is een bepaalde liberale theorie bekritiseren. Die theorie, zoals hij haar zelf omschrijft (belangrijke nuance, natuurlijk), en die hij linkt aan Adam Smith, gaat als volgt. In den beginne waren er alleen nogal geïsoleerde individuen en kleine gemeenschappen, die grotendeels zelfbedruipend waren. Geleidelijk ontdekten ze dat ze als groep veel efficiënter waren als ze zich zoveel mogelijk specialiseerden zodat iedereen overschotten van zijn specialiteit produceerde, en die inruilde tegen de overschotten van de anderen. Als gemeenschap produceerden ze op die manier veel meer graan, kleren, wijn (etc) dan wanneer iedereen zelf al die producten moest maken.

Maar dat betekende ook dat er eerst nauwkeurige mechanismen voor ruil en handel moesten komen en zo ontstonden dingen als "geld" en "markten" en de rest. Natuurlijk probeerden sommige mensen zich vervolgens zoveel mogelijk meester te maken van de toenemende welvaart, en dat is waar de staat haar opwachting maakte. Achter dunne schaamlapjes als "in naam van God" of "het algemeen belang" wil de staat oogsten wat de markt zaait - tot je op de duur niet verbaasd moet zijn dat de markt niet veel zin meer heeft om veel te werken en weinig te krijgen, en iedereen terug naar af.

Het klinkt me aan de ene kant als navertelling van onze liberale ideeën nogal plausibel in de oren, en erg veel belang hecht ik er tegelijk zelf niet aan, dus: waarom niet? Laten we het even aannemen.

Nu is Graeber een "linkse anarchist" dus, zoals een lezer hier in een andere context eens uitdrukte, natuurlijk moet hij zowel tegen "markten" als tegen "overheden" zijn: anders was hij niet (respectievelijk) "links" en "anarchist".

Leuk als het bedoeld is om alles af te wimpelen, maar het neemt niet weg dat je ook eens naar Graebers argumenten mag kijken. Die beginnen ermee dat anthropologen ongeveer nooit, nergens, de "primitieve" "ruil" samenlevingen aantreffen die je volgens het model moet verwachten. Het model verzint in feite een beginwereld van allemaal dorpswinkeliertjes, helemaal zoals in de achttiende eeuwse dagen van Smith, maar dan zonder geld. Natuurlijk is dat moeilijk, en natuurlijk vinden die vervolgens geld uit om de wereld van Adam Smith weer compleet te maken. Maar de beginwerelden zoals die werkelijk waren, waren ofwel in ruime mate zelfbedruipend, of ze hadden integendeel geavanceerde ruilsystemen die alleen maar een onderdeel waren van veel complexere religieuze of seksuele gebruiken, zodat ze helemaal geen "uitvinding van het geld" nodig hadden.

Nu presenteert Graeber dat allemaal als een spectaculair inzicht, met veel "de klassieke theorie beweert, maar wil je nu eens wat weten?", maar in feite is dat allemaal nogal een standaardprobleem. Bijvoorbeeld, niemand ontkent dat de intelligentie van de mens in vergelijking met andere dieren vandaag verklaart waarom de mens vandaag de planeet domineert, maar dat verklaart niet waarom helemaal in het begin sommige apen zoveel kostbare bronnen konden investeren in almaar groeiende hersencapaciteit. Of ook zijn we heel erg gewoon dat de mens een rechtoplopende aap is, maar dat verklaart niet waarom "helemaal in het begin" normale apen de moeite zouden doen (hun rug zouden belasten, de evenwichtsproblemen zouden aanvaarden,...) om af en toe, of een beetje, of zoiets, rechtop te gaan lopen. En toch, we mogen het allemaal een beetje opgeblazen vinden als manier van voorstellen, maar we moeten wel erkennen dat hij zich terecht afvraagt hoe heel die ontwikkeling van "geld en markten" heeft kunnen plaatsvinden.

Beeld je dan wel degelijk een bestaande "primitieve" samenleving in, waar plotseling een Europese grootmacht arriveert en met een paar honderd man heel het continent inpakt. En beeld je nu in dat die staat zegt dat iedereen vanaf nu belasting verschuldigd is aan de staat, bijvoorbeeld, tien zilverstukken per jaar. Vervolgens betaalt de staat haar bezettende soldaten in zilverstukken. Zie je het gebeuren? Een "heel continent" lokale boeren en ambachtslieden heeft er nu belang bij overschotten te produceren en in te ruilen tegen de zilverstukken van de soldaten, om vervolgens de staat te betalen, die ze vervolgens weer als soldij aan haar soldaten uitkeert...

... en dankzij dat overheidsoptreden is de markt geboren!

Weliswaar pas nadat "een heel continent" eerst militair is bezet, dan in de schulden is gedompeld, en dan het geldsysteem door de strot gewrongen heeft gekregen.

Wel, ik zit er wel een beetje op te kijken. Toch valt me op dat de Europese grootmacht die binnenvalt dat geldsysteem blijkbaar kant en klaar heeft meegebracht: dus Graeber heeft (op dit punt in het boek) alleen nog maar het probleem verschoven: waar haalt die Europese grootmacht dan dat systeem vandaan? En daarnaast, 200 jaar of zo geleden was er in heel de wereld niet één land waar de levensverwachting bij geboorte meer dan 40 jaar bedroeg. En 200 jaar en plunderende Europeanen later is er niet één land ter wereld waar de levensverwachting bij geboorte minder dan 40 jaar bedraagt. Iets zegt me dat het niet in het boek van Graeber is dat we dat laatste zullen vernemen.

Maar ik blijf het allemaal wel erg intrigerend vinden.

--------------------------------------
(1) http://www.speelsmaarserieus.blogspot.com/2012/05/graeber-debt-first-5000-years-over.html

1 opmerking:

Felix zei

We hebben het geschrift te danken aan belastingen.

http://www.mesopotamia.co.uk/writing/home_set.html

The earliest writing was based on pictograms. Pictograms were used to communicate basic information about crops and taxes.

Ik verdien mijn brood met schrijven over belastingen. De cirkel is rond :-)