Scholier Sarah was dit weekend op kamp geweest. Zomaar, twee nachten weg van huis, slapen in een slaapzak en een tent en meehelpen een potje koken en natuurlijk veel kwebbelen met scholier Lena! Niet dat het avontuurlijk ver weg was: gewoon op het terrein van de jeugdbeweging hier, maar toch... Kleuter Thomas had de voorbereidselen met grote oogjes meegevolgd, maar toen we vroegen of hij zelf ook al graag mee op kamp was gegaan verklaarde hij toch dat het hem "een beetje bang" maakte. Niet erg, kleuter Thomas, jouw tijd komt ook nog wel.
Dus scholier Sarah onder grote ambiance met de hele familie afgezet ("daar! de tent"!) en slaapzak en slaapgerief uitgepakt temidden van de bedrijvige andere scholieren van het eerste leerjaar, en veldbed opgezet en nog wat uitleg gegeven en gevraagd aan de leidsters, en toen zette de rest van de familie zich in beweging en scholier Sarah bleef achter. Bij het verlaten van het terrein zagen we haar nog juist met grote sprongen samen met de rest het enorme, gevaarlijke bos naast het terrein inrennen. Omgekeken? Nee, ze heeft niet omgekeken.
En toen was het geen schitterend weer en 's nachts regende het en dus zaten papa en mama zich wel eens af te vragen of dat wel allemaal gegaan was zoals het moest.
Maar zondag op het terrein troffen we een uitgelaten scholier Sarah op het terrein aan. Ze hadden spaghetti gemaakt en een kampvuur en liedjes gezongen en spelletjes gespeeld en een tocht gemaakt (en..., en... en...!), en een vermoeid uitziende leidster zei dat heel de bende om 05.30 uur was wakker geworden en niet meer in slaap in te krijgen was (wacht, meiske, als je zelf kinderen zal hebben zal je dat vanzelf weten) en er waren ook nog koekjes bij het ontbijt geweest.
Maar toen het grootste deel van de meute de terreinen had verlaten vond ik ineens scholier Sarah in haar eentje achter de tent terug, waar ze nog eens met een verdrietig gezichtje met haar handje langs het zeil streek en tegen het touw leunde. Ze hield zich nog goed, maar toen ik haar vroeg "ben je verdrietig, Saartje", toen kwamen met het langgerekte "jààààààh" ineens de traantjes. En ik herken dat zo goed! Ik heb dat ook gehad, dat gevoel van weg van huis en verbondenheid met de kornuiten en de tijd die om vliegt en zomaar opeens is dat voorbij en zijn de vriendinnetjes weg en strijk je nog eens met je hand langs de tent waar je zo hebt huisgehouden en dan is het tijd om weer gewoon te doen.
Zo uit de grond van mijn hart kwam mijn "ach, ik herken dat zo goed, ik heb dat ook altijd gehad" dat ik scholier Sarah niet hoefde te overtuigen. Ze zat op mijn arm en ze was wel heel verdrietig, maar ze was tegelijk toch ook alweer een beetje getroost. En dat hoort bij de mooiste momenten van het vaderschap, wanneer je dochtertje met al haar zes jaar al zo groot is, maar toch ook nog zo klein, en dus op je arm moet getroost worden, en even later alweer genereus aan kleuter Thomas belooft dat hij nu ook eens in de slaapzak mag slapen. Ik zal maar hopen dat ze er zich later ook nog iets van zal herinneren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten