donderdag 9 januari 2014

Over dat vooruitgangsgeloof...

Sinds een tijdje staan de kranten - en het internet natuurlijk - vol varianten op het thema "we leven in een prachtige tijd". Debatten zijn goed! Al was het maar omdat je ziet dat niet iedereen het altijd me jou moet eens zijn! En dus ging het van "ja, er is vooruitgang" en "nee, er is helemààl geen vooruitgang", en het jongste salvo in het verhaal stond in een artikel in de morgen:

http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1770350/2014/01/08/De-valse-noot-van-de-vooruitgangsoptimisten.dhtml

En omdat er in mijn wereld - waarin ik me niet langer hoef zorgen te maken over hoe normaal het vroeger was geweest als ik nu al één van mijn drie kinderen had verloren - zeer zeker vooruitgang is, zat ik al snel mee te doen: volgens welke criteria, met welke cijfers? Je kent dat.

Wel, één van de dingen waarop ik me baseer zijn de cijfers voor inkomen per hoofd, uit de "Historical Statistics" van Angus Maddison, nogal onderaan de site van voetnoot (1).Ik heb er ook een boekvorm versie van (2), en daaruit heb ik eens het volgende tabelletje met inkomen per hoofd voor verschillende continenten bij mekaar geprutst:



(Alle cijfers in 1990 PPP dollars).

Wat we zien is dat alle continenten op een stijgen de lijn terecht komen, alleen niet op hetzelfde moment. En ja, met die cijfers denk ik te zien dat er veel vooruitgang is, en dat die vooruitgang algemeen is. Maar je mag me corrigeren, hoor...


----------------------------------------------
(1) http://www.ggdc.net/MADDISON/oriindex.htm
(2) Maddison, The World Economy, Historical Statistics,

2 opmerkingen:

Wouter zei

Koen,

Even voorbijgaand aan de te optimistische schattingen van Maddison (je moet eens kijken naar de publicaties en databanken die gepubliceerd zijn door de groep in Groningen die ter ere van hem werd opgericht), wordt mijn centrale punt geillustreerd door het volgende:

http://i43.servimg.com/u/f43/11/13/88/44/image_11.png
en
http://i43.servimg.com/u/f43/11/13/88/44/image_12.png

Dit zijn de reële lonen in de rijkste economiën van de vroegmoderne wereld: de Republiek, Engeland (en in mindere mate de Zuidelijke Nederlanden). Elders in Europa gaan de reële lonen er nog veel sneller op achteruit (dat is wat Robert Allen (Oxford) de 'little divergence' noemt), en buiten Europa nog sterker (al is er discussie of dit voor of na 1800 gebeurt, zie K. Pomeranz, The Great Divergence).

Koppel dat aan een massaal stijgende proletarisering (loonafhankelijkheid) doorheen Europa (zie daarover het werk van oa. Charles Tilly), en je krijgt een 'dalende levensstandaard voor grote delen van de bevolking'. Net als, overigens, een sterk stijgende arbeidsintensiteit, arbeidsduur en arbeidsparticipatie van vrouwen en kinderen (zie het overvloedige werk van De Vries, H-J Voth, J. Humphries, etc).

Hoe valt dat nu te rijmen met een (erg langzaam) stijgend GDP/capita? Wel, door een sterk stijgende ongelijkheid. Het is precies hetzelfde fenomeen dat we vandaag ook zien, en zoals het geanalyseerd wordt in het laatste boek van Thomas Piketty (Le Capital au XXIe siècle; verschijnt in Maart in het Engels. Eergisteren nog artikel over in FT): namelijk een stijgende factor share (& price) van kapitaal, tegenover een dalende factor share & price van arbeid.

Over hoe die evolutie zit buiten Europa bestaat er nog veel meer literatuur, en daar is het nog veel duidelijker natuurlijk. Zie bijvoorbeeld Parthasarathi's recente boek (How the west grew rich), Pomeranz of Roy Bin Wong, Giergio Riello, zelfs Vivek Chibber.

Dit alles is hoofdzakelijk het werk van economen en economisch historici, niet van schimmige postmodernisten. :)

Groeten,
Wouter

Koen Robeys zei

Wel, ik heb er maar een post apart aan gewijd; één dag later...