zondag 14 september 2008

Eerste herinneringen?

Iets waar een mens waarschijnlijk véél te weinig stil bij staat: nu de kleuter drie jaar is beleeft ze mogelijk de eerste momenten van haar leven waaraan ze later herinneringen zal overhouden. Dat was tenminste bij mij zo: ik zie nu nog beelden uit het appartement waar mijn ouders uit verhuisd zijn toen ik drie was, alsook beelden van de eerste kleuterklas waar ik toen zat: onder andere een speeltuintje.

Het schiet me zomaar te binnen omdat één van de grootvaders, mijmerend, weemoedig, zich luidop afvroeg: zo’n kind, zou dat zich nog iets herinneren van deze periode? Een bejaarde grootouder die zich uitgerekend die vraag stelt... Je voelt dat daar ook alweer heel veel stof voor mijmeringen achter zit, en wie me al een beetje kent weet: ik pink alweer een traan weg.

Maar misschien zit er een beetje troost in de gedachte dat het goed mogelijk is dat tenminste kleuter Sarah zich nog iets van de toestand van vandaag zal herinneren. En dat is belangrijk, omdat de herinnering aan een goede kindertijd een mens heel veel stabiliteit voor de rest van het leven kan bezorgen.

Bijvoorbeeld, het bezoek aan Plopsaland in De Panne. Voor papa was het iets waar hij in het pré-Sarah tijdperk alleen maar met afgrijzen aan gedacht zou hebben. Maar we worden allemaal een heel stuk heropgevoed door onze kinderen, en kijk, het is best een mooi park waar het heel gezellig wandelen is. En goede verkopers dat het zijn! Bij het binnenkomen staan Boemba en de Kabouters Plop en Klus je op te wachten, en het volstaat dat kleuter Sarah er met open mond op staat te kijken, en er verschijnt een fotograaf en voor je het weet staat de hele familie lachend arm in arm met al die figuren op de foto...

... en bij het buitengaan worden ze je voor 6 (!) euro per stuk aangeboden, zooo schattig, en zooo snoezig, en zoooo voort, en met minder dan één van die toch wel goed gemaakte foto’s raak je niet weg, nietwaar?

Zo hebben wij nu dus ook een foto van ons hele gezin in gezelschap van niemand minder dan Kabouter Plop, belangrijk bewijsmateriaal. Wat ik overigens te laat heb gemerkt is dat uitgerekend die sessies voor kleuters (“bijna-peuters”) de belangrijkste zijn. Nadat wij dus al een hoop tijd hadden gespendeerd aan Boemba en allerlei kabouters sprak de kleuter “nu wil ik ook nog bij Kabouter Klus”. Maar nee, zei papa, die komen wij hier heus nog wel genoeg tegen, veel belangrijker attracties wachten ons! En dat was ook zo, maar het noodlot wilde dat wij nergens meer Kabouter Klus tegen het lijf zijn gebotst... En zo was de dag toch één van zijn grote teleurstellingen rijker... Bijgeleerd: voor kleuters van net drie jaar is het bezoek aan Kabouter Plop en zijn vriendjes in belang goed vergelijkbaar met het bezoek aan Sinterklaas.

Of misschien herinnert kleuter Sarah zich gedurende de rest van haar leven wel haar eerste heel prille bezoekjes aan de zee? “Papa wij gaan voetjes maken hé!” komt ze op het strand heel enthousiast roepend naar mij toegestormd. Papa fronst de wenkbrauwen. Hij is vertrouwd met de uitspraken en statements van de metafysica (“dat deel van de filosofie dat de filosofen een slechte naam bezorgt”, zoals een vriend van me het ooit uitdrukte), en hij kan redelijk wijs uit het staccato dat de deelnemers aan de financiële markten elkaar geregeld toeratelen, maar “we gaan voetjes maken”???

Kleuter Sarah legt het geval uit. Ze wijst op de voetafdrukken die onze voeten achterlaten in het zand: we zijn voetjes aan het maken! De pret stijgt ten top wanneer we een halve kolonie meeuwen passeren: de meeuwen hebben ook voetjes gemaakt: van die rare, drietenige voetjes, maar evengoed: voetjes. Ze kennen hun wereld, die meeuwen.

Of misschien zal het bezoek aan de Zoo van Antwerpen in haar geheugen blijven hangen? Ze wist alvast te vertellen dat bepaalde vissen een pyama aanhebben. We probeerden na het bezoek haar herinnering wat op de proef te stellen.

Papa: “Saartje, heb je vandaag olifanten gezien?”
Kleuter: “Jààààààà...”
Papa: “En zijn dat kleine beestjes, olifanten?
Kleuter: “nééééééééé...”
Papa: “Wat voor beesten zijn dat dan, olifanten?”
Kleuter: “Hééééél! Groooooot!”
Papa: “Goed zo! En giraffen?
Kleuter: “Ook groot!”
Papa: “En leeuwen?”
“Kleuter: “Ook groot!”
Papa: “En waren er ook kleine beestjes in de Zoo?”
Kleuter: “Jààààààà...”
Papa: “Welke kleine beestjes waren er dan in de Zoo?
Kleuter (op ietwat bedremmelde toon): “Saartje en Thomas”.

Geen opmerkingen: