We zaten in de auto, en we probeerden peuter Thomas woordjes te leren. Hij maakt merkbare vorderingen, tegenwoordig, en dat komt deels door de zware inspanningen geleverd door kleuter Sarah. De hele tijd probeert ze van "Thomasje, zeg eens boom" en "Thomasje, zeg eens auto", en het mag gezegd dat peuter Thomas daar verbazingwekkend goed op reageert. Zo kwam ter sprake dat we stilaan met moeilijker woorden konden proberen, en dus probeerde papa het met "parallellepipedum".
Waarop kleuter Sarah, in augustus vier jaar geworden, de onsterfelijke zin uitspreekt: "zeg papa, parallellepipedum is wel geen moeilijk woord, hé."
Jaja! Ze heeft dat letterlijk zo gezegd, en ze is over geen enkele lettergreep gestruikeld.
OK, er zit natuurlijk een voorgeschiedenis aan vast. Het begon allemaal met de papa van kleuter Sarahs' beste vriendin. Die werd een hele tijd geleden slachtoffer van een gewoonte van kleuter Sarah toen ze pas drie was geworden, om alles na te zeggen wat jij net gezegd hebt. Het is verbazend hoe irritant dat al snel wordt, en denk vooral niet dat je dat spelletje wel eventjes zal winnen, zo'n kleuter van drie jaar is daar véél beter in dan jij.
Maar de papa van de beste vriendin had dus zelf ook zo'n kleuter van drie jaar, en alleen al het vrome gezicht waarmee hij - toen hij meteen doorhad waar de wind vandaan kwam - tegen kleuter Sarah "parallellepipedum" zei was iets om nooit te vergeten. Kleuter Sarah had voor één keer niets te zeggen en dat was het einde van een spannende match.
Maar daar bleef het niet bij. Kleuter Sarah had al snel begrepen dat "pipi doen" (iets waar de kleutertjes in school nu eenmaal veel ritueel van maken) gemakkelijk in de mond lag. Dus het volstond om dat aan het relatief eenvoudige "parallelle" te plakken - en niemand zal ooit het verschil merken. En zo kregen wij het met volle overtuiging uitgesproken "papa, parallelle pipi doen is wel geen moeilijk woord, hé", en geef maar gerust toe dat u ook dacht dat ze "Parallellepipedum" had gezegd.
En ja, peuter Thomas maakt dus de vorderingen die hij gerust enkele maanden eerder had mogen maken - maar zolang er vorderingen zijn is er hoop. Tegenwoordig antwoordt hij op alle vragen met "ja" ofwel "ikke". Dat gaat goed als je gewoon vraagt "en wie is Thomasje?". En het gaat best ook wel goed als de vorm van de conversatie is:
Papa: "En wie gaat er een dubbele whiskey drinken?"
Peuter Thomas (met het vingertje in de lucht gestoken): "Ikke!"
Ik weet het, mea culpa, het is geen eer peuters verbaal in de val te lokken. Maar het kan toch onweerstaanbaar grappig zijn.
En tenslotte, ook bij baby Simon zijn er vorderingen (ook al heeft het manneke nu juist koorts). Dat wil niet zeggen dat onze nachten zijn zoals ze moeten zijn, maar dat wil wel zeggen dat we toch een beetje in leven zijn. En dat we in de juiste richting zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten