zondag 20 november 2011

Fractioneel bankieren en de vrije markt

Blogger/lezer Ivan Janssens kreeg hier enkele dagen geleden van lezer Krist de vraag voorgelegd hoe hij denkt dat een echte vrije markt zou maken dat fractioneel bankieren zou doen verdwijnen (1). Immers, als je gelooft dat een bank die al het ontvangen geld ook werkelijk in een kluis bewaart het in die vrije markt zoveel beter zou doen dan banken die het geld zelf weer herbeleggen, dan moet je kunnen uitleggen waarom de klanten massaal zouden kiezen voor banken met "volle" (en niet "fractionele") reserves. Gegeven dat de "fractionele" banken op hun beleggingen geld verdienen zodat ze hun spaarders kunnen vergoeden, terwijl de "volle" banken alleen maar personeels- en veiligheidskosten hebben, en dus hun inleggers kosten zullen moeten aanrekenen, lijkt dat geen simpele opgave.

Een paar dagen later (litanie: "full time job"... "drie kleine kindjes"...) zie ik dat Ivan daar op zijn blog een paar dingen over zegt (2). Zijn eerste antwoord (op de vraag waarom mensen liever kosten zouden betalen dan opbrengsten krijgen op hun deposito's) is dat ze meer vertrouwen zouden hebben. Immers, zodra in een "fractionele" bank iedereen tegelijk zijn geld opvraagt gaat ze overkop, terwijl de "volle" bank dan gewoon alles uit haar kluis haalt.

En dat is allemaal waar. Alleen weten we daarmee niet of de fractionele banken zomaar ineens helemaal geen klanten meer zouden hebben. Misschien zouden ze wel evenveel klanten hebben, omdat een beetje ervaring in een bank nu eenmaal leert dat deponenten helemaal niet blij zijn als ze kosten moeten betalen. (Kijk gewoon in een krant hoe hard ze nu al klagen als hun inleg wordt aangetast door inflatie!) Of misschien zouden ze een beetje minder klanten hebben, of zelfs veel minder - maar je weet niet of en in welke mate dat waar is, laat staan dat ze helemaal geen klanten meer zouden hebben. Het is iedereen toegestaan te beweren dat je het wel weet, maar dat lijkt me alleen maar het verhaal "van het grootste kindje dat probeert af te leiden dat ze nog een koekje krijgt, en dus de assumptie voor waar verklaart dat evenveel tijd het criterium is, en niet evenveel gewicht"(3).

Kortom, als het er om gaat verhalen te vertellen waarin uitgerekend mijn assumpties gelijk krijgen, dan kan ik evengoed een verhaal vertellen waarin de mensen toch maar kiezen voor een vergoeding op hun spaarboekje, en klaar is Kees. Vervolgens moet je die verhalen vergelijken met wat je weet over normaal menselijk gedrag (en niet met één of andere op voorhand vastgelegde "conclusie") en ik denk in alle oprechtheid dat de mensen zullen gaan voor de vergoeding.

Interessant is dat volgens lezer Krist sommige mensen die zichzelf "libertariër" noemen dat ook denken. Maar vanzelfsprekend geldt voor die laatsten evengoed als voor mij dat we dat niet weten, en dat we dus gewoon proberen te raden. Ivan probeert zijn keuze voor zijn verhaal nog te onderbouwen - laat "dom libertarisch" dààr een voorbeeld aan nemen - met een citaat van Rothbard. Die laat zich overigens meteen betrappen op "newspeak": hij noemt het "ontvangstbewijs" van een "fractionele" bank "vervalst" en hij lijkt te hopen dat niemand in de gaten heeft dat zijn woordgebruik al aangepast is aan de "conclusie" die hij nog moet bewijzen. Maar een ontvangstbewijs dat oprecht betekent dat de bank vast van plan is dat geld op verzoek terug te betalen, is evenmin vervalst als het ontvangstbewijs van de "volle" bank die ook niet weet of, bijvoorbeeld, de kluizen niet zullen leeggeroofd worden. Altijd een slecht teken, vind ik, als er "newspeak" nodig is om een punt te maken.

Maar soit. Het argument zegt dat het "ontvangstbewijs" dat een "fractionele" bank aan haar klant geeft de ronde zal doen. En dat kan, maar het kan ook zijn dat de houder het bijhoudt, al was het maar een paar dagen. En dus weten we al meteen waar fractioneel bankieren haar mogelijkheden vandaan haalt: omdat niet alle biljetten onmiddellijk weer worden omgezet in metaal kan de bank minstens een deel van haar metaal uitlenen, "al was het maar een paar dagen". En zelfs als de houder zijn biljet al heel snel weer uitgeeft zal een deel van de nieuwe houders het veel praktischer vinden om het zelf ook weer te gebruiken als biljet, zodat daar ook weer een zekere tijd overgaat... En niet al het geld wordt onmiddellijk opgevraagd, en dus kan een bank een fractie - vaak een erg grote fractie - voor eigen rekening gebruiken, en ziedaar.

Maar van al die dingen die - niet toevallig - nu juist de essentie van de vondst van het fractioneel bankieren uitmaakt, rept het citaat van Ivan met geen woord. Het citaat zegt alleen dat het biljet bij een andere bank zal terechtkomen, en lijkt te hopen dat wij allemaal denken dat dat onmiddellijk zal gebeuren. Bovendien lijkt het citaat te hopen dat die andere bank wel een "volle" bank zal zijn, zodat die inderdaad het biljet in metaal zal omwisselen. En door op die manier alle andere scenario's weg te moffelen - die, nogmaals, nu juist de grondslag van de vondst van het fractioneel bankieren uitmaken - vertelt ook het citaat alleen maar een verhaal waarin alle biljetten werkelijk (quasi) direct in metaal worden omgezet, en dus fractioneel bankieren onmogelijk maken. QED, indien je tenminste bereid bent dat verhaal aan te nemen, en bereid bent alle andere verhalen, waarin dat metaal niet onmiddellijk wordt opgevraagd, te negeren.

Voor mij heeft dat allemaal iets heel triests. Als je me even de assumptie gunt dat Ivan niet bewezen heeft dat het fractioneel bankieren zou verdrongen worden door het volledig reserve bankieren, dan betreur ik dat best wel interessante filosofieën zich nogal laten betrappen op "newspeak" en het spannen van de conclusies voor (en niet na) de argumenten. En dat is jammer, want als ze niet met "alle middelen" (hey, we zitten echt wel ver boven het niveau van "dom links of rechts", hoor) probeerden fractioneel bankieren als "fraude" (en dat soort dingen) af te schilderen, konden ze ons best een paar interessante dingen vertellen.

Bijvoorbeeld zal nu iedereen wel gezien hebben dat als iets een "risico" inhoudt, het ook af en toe flink mis gaat: anders was het immers geen "risico". En wat de verhalen van Ivan wel degelijk illustreren is dat een meer vrije markt, waarin overheden niet tussenkomen om het fractioneel bankieren te ondersteunen, best wel eens tot meer reserves - en dus "minder leverage" (4) - zou kunnen leiden. Immers, het lijkt me wel redelijk dat "fractionele banken" minstens onder druk zouden gezet worden door voorzichtiger klanten of door "volle" banken; voor zover die laatste tenminste zouden kunnen overleven.

Kortom, het kan iedereen eens flink aan het denken zetten over "moral hazard", en de zelfcorrigerende werking van de markt (die immers "vanzelf" voor minder - maar niet nul - fractioneel bankieren zou zorgen), en ongetwijfeld een hoop andere dingen. Terwijl de manier waarop ze in "denial" gaan rond de mogelijkheden van fractioneel bankieren, of de mogelijkheid dat een overheid misschien ook wel eens iets goeds zou kunnen doen, ze alleen maar geloofwaardigheid kost.

------------------------------------
(1) Zie de commentaren bij:
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2011/11/waarom-ik-geen-libertarier-ben.html
(2) http://www.ivanjanssens.be/dutch/blogartikel.asp?link=268
(3)
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2011/11/assumpties-uit-het-leven-gegrepen.html
Ik zei toch dat elke overeenkomst met reëel bestaande discussies helemaal niet toevallig was?
(4)
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/01/liquiditeit-solvabiliteit-rendabiliteit.html

Geen opmerkingen: