vrijdag 4 november 2011

Conn Iggulden: Empire of Silver

Empire of Silver is Conn Igguldens vierde aflevering van zijn serie (1) over het wereldrijk dat Djenghis Khan heeft gesticht, zo rond het einde van de twaalfde eeuw (AD). Ik houd me maar aan mijn kwotering op die "eigen" schaal van me (2), een driester, waarmee ik een behoorlijk goed boek wil uitdrukken, zonder dat ik meteen aan Nobelprijzen begin te denken.

En het is weer een "enthousiaste" driester, eerder dan de "twijfelende" driester van het derde boek. Ik denk werkelijk dat het bij dat laatste om een focusprobleem ging, want de vaart zat er even goed in als in de andere. Maar dat boek moest de dood van Djenghis Khan voorbereiden, en de personages vermenigvuldigden zich als de konijnen, en af en toe... Ik weet het niet precies... een focusprobleem, denk ik.

Maar in Empire of Silver lost hij dat probleem heel goed op. De nadruk ligt nu op de "prinsen", en dus de politieke, eerder dan de militaire kant van de zaak. Wat niet belet dat de charges over de grond daveren en de pijlen door de lucht vliegen om ook de meest krijgshaftige lezer tevreden te stellen. Maar er zijn dus drie broers van Djenghis in leven, en drie zonen, en een hele serie opgroeiende kleinzonen, jonge mannen die in een positie van generaal hun potentiële, kleinere of grotere, troonaanspraken kunnen warm houden.

Op last van Djenghis zelf is Ogedei, de middelste van de drie overblijvende zonen, de Grote Khan geworden. Daarmee zijn de broers uitgeschakeld als pretendent, en ze spelen verder hun rol als bewakers van het establishment; de bewakers van de erfenis van Djenghis. Maar tussen Tsjagatai, de oudste broer en Ogedei zit het er bovenarms op, en als dat op de spits gedreven wordt hebben we stof voor tientallen bladzijden intrigerende literatuur.

Intussen zijn de belangrijkste kleinzonen van Djenghis mee met Tsubodai, één van zijn grootste generaals - die zelf geen familielid was - op veldtocht richting Europa. Nu worden de wedervaren van de "prinsen" (next generation) pas echt interessant! Van elke zoon van Djenghis, van de in ongenade gevallen Jochi tot de intussen Khan geworden Ogedei, is er één kleinzoon aanwezig! Allemaal potentiële troonpretendenten, allemaal jonge mannen in de bloei van hun leven, in de prachtige positie generaal te zijn in het machtigste leger van de wereld, druk bezig het volledige grootste continent van de wereld te veroveren.

Als je zoals ik vroeger al iets over de geschiedenis van Mongolen hebt gelezen, dan voel je iets extra trillen wanneer je daar namen als "Möngke" of "Khubilai" leest. Een beetje alsof je in volle geschiedenis over Augustus versus Marcus Antonius leest hoe "Tiberius" en "Claudius" samen een avondwandeling gaan maken, en jij toch al de echo's van de geschiedenis hoort weergalmen. Maar het verloopt allemaal heel mooi: de neven Djenghis vinden het allemaal veel te opwindend om de vriendschap tussen jonge, succesvolle generaals te vergallen, en de oppergeneraal Tsubodai heeft er de handen vol aan om de jonge meute baas te blijven. Dat lukt overigens wel degelijk, en zo is Tsubodai de legende ingegaan als de generaal waartegen heel Europa er machteloos en weerloos bij lag.

Er zijn overigens, terzijde (en voor zover mij bekend), twee theorieën over de vraag waarom de Mongolen daar, net voor ze het laatste stuk van Eurazië hadden ingepalmd, plots rechtsomkeer maakten. De eerste zegt dat het Mongoolse leger een leger van paarden was, en zoals een modern leger niet verder kan zonder benzine, zo kon een Mongolenleger niet zonder gras. Welnu, precies aan het einde van de Poolse steppen en de Hongaarse toendra's hielden ze halt: wat, oh wat zou toch de reden kunnen zijn?

Maar Iggulden kiest resoluut (en verhaaltechnisch heel mooi, vind ik) voor de andere theorie. Als na een sneltrein rit doorheen heel dat uitgestrekte stuk tussen Mongolië en Europa een speciale keizerlijke gezant het hoofdkwartier van het leger bereikt en de Zeer Geheime Boodschap afgeeft dat de Grote Khan (Ogedei, dus) is gestorven, dan is Möngke (wéér dat trillen van een verre echo) de eerste om Ogedei's zoon, Guyuk, de eed van trouw te zweren. En nu halen de "prinsen" toch nog de bovenhand op de ijzeren vuist van hun oude generaal. Want waar Guyuk de wettelijke troonopvolger was, was er ook nog altijd de broer van Ogedei, Tsjagatai. Die als Khan van het "Rijk van de Gouden Horde" wel ondergeschikt was aan de Grote Khan, maar zou nu toch zijn kans schoon zien. En dus was het niet langer een militaire, maar wel een politieke beslissing wat het leger nu zou gaan doen.

Zo laat de "politieke theorie" toe de verklaring van de plotse ommekeer van de Mongolen te vertellen in termen van die dramatische beslissing, Tsubodai tegen de prinsen, en deze keer halen de prinsen de bovenhand. Terug naar de hoofdstad, om de handschoen tegen Tsjagatai op te nemen. Een heel fraaie rode draad met een heel fraaie plot, doorheen dat verhaal van veroveringen, vallende steden, razendsnelle omtrekkende bewegingen en listen en lagen. Alweer een razend knappe prestatie van meesterverteller Iggulden, dus, en als je een beetje geïnterresseerd bent in historische verhalen: een absolute aanrader. Hier is de url van Amazon:

http://www.amazon.co.uk/Empire-Silver-Conn-Iggulden/dp/0007201818/ref=sr_1_1?s=books&ie=UTF8&qid=1320349043&sr=1-1

--------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/12/boek-wolf-of-plains.html
EN
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/07/lords-of-bow.html
EN
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/01/bones-of-hills-djenghis-khan-deel-3.html
(2)
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/kwotering.html

Geen opmerkingen: