Mijn eerste reactie bij het nieuws van Volkswagen Vorst is bedrukt. Mensen verliezen hun job. Natuurlijk, vanuit je rustige avondzetel, net terug van de job die je zelf wel nog hebt is het gemakkelijker bedrukt te zijn dan wanneer het je zelf overkomt. Wanneer je je zelf moet afvragen hoe het nu met de kinderen moet, of het huis, of whatever, de toekomst.
Maar wat kan je doen - een minuut stilte houden? Een kaars branden? Het gevoel van machteloosheid is adembenemend. Want het probleem zit diep, natuurlijk. Het probleem is dat er meer auto’s worden geproduceerd dan er aan kostprijs worden verkocht. En dus maken autofabriekanten verlies. Bij het woord “verlies” moet je je iets concreets voorstellen. Je moet eerst materiaal, staal, en rubber, en glas aankopen: dat kost geld. Je moet installaties hebben: dat kost geld. En je moet je arbeiders maandelijks betalen: dat kost geld. Typisch kan je de resultaten daarvan pas een tijd later verkopen. Je weet dus niet of je minstens al dat geld zal recupereren: “risico”.
En als je het niet recupereert, dan betaal je meer dan je binnenkrijgt. Zoals iedere lezer aan zijn eigen psychologie kan vaststellen is dat iets dat niemand wil doen. Erger is dat niemand het *kan* doen, niet op de langere duur. Want als je lang genoeg meer betaalt dan je binnenkrijgt, dan is op een bepaald moment je geld op, en dan moet je er wel mee ophouden.
Oh, en zeker is er nog de complicatie dat de proletariërs aller landen zich duidelijk hebben verenigd om de zwartepiet naar de proletariërs van andere landen door te schuiven. Dat zou overigens alleen maar grappig zijn als het niet zo hartverscheurend was. En bovendien is het nog altijd zo dat er alleen maar een zwarte piet is omdat er teveel auto’s worden geproduceerd.
En dan is er al snel de roep om protectionisme. Je schermt je markt af van de goedkope buitenlandse producenten. Dat betekent dat je je bevolking verplicht om meer te betalen voor de producten die ze willen, en dat je dat “meer” doorschuift naar de mensen die de producten lokaal maken. Dat is hetzelfde als een belasting heffen en de inkomsten daarvan doorschuiven naar, in dit geval, de arbeiders in de autosector.
Het klinkt goed, maar je moet je iets afvragen. Waarom zouden we niet ook een belasting heffen om daarmee de makers van middeleeuwse kanonskogels werkgelegenheid te bieden? De turfstekers? De wevers? De volders en de spinners? De glasblazers? Je voelt dat zoiets uiteindelijk een recept voor immobilisme is, de Waalse Parti Socialiste is er een ware meester in. Al die voorbeelden vertonen het kenmerk dat ze meer kosten dan ze opbrengen, en de enige manier om ze in stand te houden is ergens een geldstroom af te pakken en naar die activiteiten om te leiden.
En de belastingbetaler die daar niet veel zin in heeft en zijn geld dan maar elders parkeert tot fraudeur uitroepen.
Een tijdje geleden vroeg ik me, “speels, niet zo serieus” af wat we dan moeten doen (1). Het is altijd weer dezelfde uitdaging voor een samenleving. Wat produceer je dat je in ruil kan leveren voor dingen die andere mensen produceren? Auto’s zijn daar al net zo min een antwoord meer op, als middeleeuwse kanonskogels dat zijn. Of we auto’s kunnen vervangen door het rondleiden van Japanners weet ik niet. Maar het is toch een voorbeeld van iets dat we “in principe” kunnen doen, en dat niemand kan copiëren. Alleen Europa heeft Europese middeleeuwse steden...
------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/de-toekomst-van-europa-speels-niet-zo_29.html
1 opmerking:
Veel moeten we niet doen. Globalizering werkt. In Oosteuropa en China kan men zich nu eindelijk de producten verloorloven die wij ons al ettelijk decennia kunnen verloorloven, en waarvoor bedrijven als Ford en Volkswagen massaal in onze contreien kwamen investeren. Toen waren we zo immens gelukkig. Waarom zouden we dat geluk nu aan de opkomende landen ontzeggen? Moet Volkswagen nu persé hier blijven, zelfs al zitten de consumenten ergens anders? Misschien kunnen we ons beter concentreren op het aantrekken van investeringen in die producten en diensten waar hier nog wel vraag naar is: op vlak van gezondheidszorg bijvoorbeeld, of onderwijs, of post, of telecom.... Maar in tegenstelling dat wat we met de autoindustrie hebben gedaan, weigeren we nu onze markt voor die nieuwe sectoren open te gooien. Ja dan moet je niet jammeren dat er op termijn niets meer overblijft.
Een reactie posten