Verder piekerend over het soort stoten dat in de post van gisteren mijn aandacht trok, dacht ik terug aan een oude krant die enkele dagen geleden rondslingerde op een luchthaven. Het artikel waaraan ik terugdenk was iets in de stijl van “winst en welvaart kunnen dus toch samengaan”, uitroepteken. Het ging over een project in Afrika dat expliciet bedoeld was om de lokale bevolking uit de armoede te halen, en dat toch (!) ook wou winstgevend te zijn.
Dat is interessant omdat het illustreert hoe gemakkelijk je propaganda – in dit geval een volle tien op de schaal van Goebbels – ongemerkt in een heel gewoon discours kan binnensmokkelen. Tenminste, ik neem aan dat de meeste lezers niets bijzonders hebben opgemerkt, ja, ik neem zelfs aan dat ook deze keer de journalist zelf niets bijzonders heeft opgemerkt.
Het punt is, door zoiets te lezen, en/of te schrijven, en het zonder bedenking te laten passeren, heb je alweer meegewerkt aan het succes van een propagandastunt. Namelijk is er, ongemerkt, ongehinderd, binnengeslopen dat er een tegenstelling verborgen ligt in stijgende welvaart en winstgevende ondernemingen. De oude Marxiaanse slogan: het kapitalisme maximalizeert de winst, winst is het verschil tussen verkopen (“opbrengsten”) en kosten, ergo, winst maximalizeren is kosten minimalizeren, lonen zijn onderdeel van de kosten, conclusie, kapitalisme verspreidt ellende door de mensen een hongerloon te betalen.
En in 1,859 (publicatiejaar van Das Kapital) zal het mogelijk geweest zijn om je heen te kijken, kapitalisme te zien en armoede te zien, dus de theorie was consistent, de feiten klopten en de proletariërs begonnen zich te verenigen.
Maar lang voor het 2,007 werd was het mogelijk nog eens opnieuw rond te kijken en vast te stellen dat de feiten in werkelijkheid niet klopten, en dat op zo’n elementair niveau dat het volstaat dat ze er om beginnen te schelden, opdat ik ze “dom links” zou noemen.
Immers, neem nu eens aan dat ons Afrikaans project – of welke onderneming ook – géén winst zou maken. Maar tegelijk zal het de materiële welvaart van de bevolking verbeteren. Dus: er zullen middelen vloeien van ergens naar de Afrikaanse deelnemers. De vraag is waar die middelen zullen vandaan komen. Daarop zijn er enkele mogelijke antwoorden.
(a) Het project genereert die middelen zelf. Maar per assumptie is dat juist niet zo: het maakt immers geen winst, dus per simpele wiskunde zijn de kosten groter dan de opbrengsten – maak even abstractie van de zéér kleine kans dat ze even groot zijn. In dat geval, als de deelnemers mensen meer verbruiken aan eten, of onderdak, enzovoort, dan het project genereert, dan komen die middelen van ergens anders dan uit het project. Dus...
(b) Iemand anders genereert een constante stroom van middelen naar de deelnemers aan het project. Maar in dat geval moet die laatste best zelf een overschot hebben van opbrengsten over kosten, met andere woorden, dan heeft die “iemand anders” “winst”. En of het project nu zelf winst oplevert, dan wel de winst van iemand anders afleidt, in beide gevallen hangt het verbeteren van de welvaart van de deelnemers af van winst: iets heel anders dan "daarmee in tegenspraak zijn".
(c) Er is weliswaar iemand die een stroom van middelen naar het project genereert, maar zonder dat dat op basis van enige winst gebeurt. Maar dan zijn er per definitie kosten die groter zijn dan opbrengsten, met andere woorden, ergens is er verlies. En aangezien er nergens een oneindige voorraad middelen bestaat, zal “verlies” maken dat de bron met de tijd zal opdrogen, en zodra de persoon die de stroom middelen naar het project genereert niets meer over heeft is de koek op. De deelnemers aan het project hebben niet langer een inkomen, hun project kan niet langer onderhouden worden, en iedereen leeft weer op het subsistentieniveau – inclusief de filantroop onder letter (c).
Kortom, de fysische realiteit is dat stijgende welvaart, in lijnrecht tegendeel tot wat het artikel binnensmokkelde, niet in tegenspraak is met winst, en er ook niet in het beste geval een zeldzame uitzondering op is, maar op geen enkele andere manier kan dan via ondernemingen die opbrengsten genereren, groter dan hun kosten.
En dat moet ook maar eens gezegd kunnen worden.
4 opmerkingen:
Maak je niet ergens een denkfout ?
Een bedrijf kan 'winst' maken, maar deze 'winst' rechtstreeks herinvesteren in het bedrijf, en aldus de productie e.d. opdrijven.
Dit noem ik 'goede' winst. A propos, deze winst wordt ook gegenereerd door de afnemer van de producten, die op zijn beurt dan weer ergens de middelen vandaan moet halen.
'Slechte' winst daarentegen, en dat zag Marx waarschijnlijk rond zich, is de berijfsleider die de winsten NIET herinzet in het bedrijf, maar opconsumeert in whatever (eigen huispersoneel, feestjes, ballonnekes voor mijn part). En om dit te kunnen blijven doen, en als de sociale omstandigheden het toelaten, kan er misbruik van de werknemer ontstaan. En helaas is Afrika nu niet het meest 'sociale' en 'gereglementeerde' continent, zodat dit soort misbruiken wel eens zouden kunnen ontstaan (bv. geen investeringen in veiligheid in mijnen, in de goede oude tijd slaven (en nu nog), kinderarbeid) zijn excessen van het trachten streven naar wat ik 'slechte' winst noem....
Als je pas kan aflezen of iets "goed" of "slecht" is nadat het al op een bepaalde manier is gebruikt, kan je niet meer volhouden dat die "goed en slecht" met dat "iets" samenhangen. Hoe zou je je voelen als ik beweerde dat er "goede" en "slechte" aardappelmesjes bestaan? Ze zijn goed als je er aardappelen mee schilt, maar slecht als je er je naaste mee keelt...
Winst is uiteindelijk alleen maar een cijfer, een verschil tussen opbrengsten en kosten. Zoals je gemakkelijk kan laten zien *moet* dat verschil positief zijn, want "waar afgaat en niet bijkomt, daar raakt op" (als ik me niet vergis komt dit uit Koning van Kathoren van Jan Terlouw: jeugdherinneringen...). Een ander woord voor de afloop dààrvan is "faillissement".
Kortom, ik houd me toch maar aan mijn opinie: als je de levensomstandigheden van een bevolking wil "verbeteren", dan zal dat *ergens* vandaan moeten komen. Met grote voorsprong de beste bron is dat hun economische activiteit daar voor zorgt: ze maken *zelf* winst. Natuurlijk ben ik altijd aanspreekbaar over de mogelijke nood ze te laten leven van uitkeringen: we zijn neo-liberaal, maar niet fanatiek. Maar dat betekent dat die uitkeringen *ergens* vandaan komen: ergens maakt iemand winst.
Hoop ik, tenminste, want als iemand géén winst maakt, en toch uitkeringen betaalt, dan is het op een kwade dag voorbij.
Hoewel ik je voor een stuk kan volgen, wil ik toch nog even de advocaat van de duivel spelen.
Je analogie van de aardappelmesjes loopt daar fout, waar iemand zegt dat een kalsnikov ook pas een 'slecht' handwapen is nadat er iemand onschuldigs mee vermoord is. Maar zo komen we in de discussie over de wapenwet, en dat is misschien een onderwerp voor een andere keer. (En dan preek in nog niet eens over het medicinale gebruik van marihuana :=)).
Mijn stelling was dat ongebreideld 'kapitalisme', zoals helaas meestal aangewend in Afrika, meestal niet gebruikt wordt om de patatjes te schillen, maar om iemand te kelen. En dus begrijp ik dat iemand toejuicht dat er daar een initiatief wel gebruikt wordt om de patatjes te schillen, en daar zijn/haar verwondering over uitspreekt. En leg me absoluut niet de woorden in de mond dat ik per definitie vind dat ze moeten leven van uitkeringen. Ik volg volledig je stelling dat economie voor welvaart kan en moet zorgen, maar ik hou toch wel een beetje aan een beetje 'gereglementeerdheid'....
Laat me je geruststellen dat ik je tekst niet had gelezen alsof iedereen van uitkeringen moet leven. Het was gewoon een extreem voorbeeld: *zelfs* als iemand dat zou vinden, moet die nog altijd kunnen zeggen waar die uitkeringen vandaan zullen komen.
Want als dat niet kan, en als er alleen maar fortuinen zullen herverdeeld worden, dan zegt simpele wiskunde dat de fortuinen op een dag op zijn. En dus *moet* er ergens winst gemaakt worden, en is het een valse tegenstelling wanneer het artikel suggereert dat het uitzonderlijk is dat "winst" en de toestand van de bevolking verbeteren tegengestelden zijn.
Een reactie posten