zaterdag 31 juli 2010

Tactiek

Soms kan je niet beter dan proberen je verbeelding aan het werk te zetten. Eerst en vooral, een verbeten verdedigde stad innemen; het is niet gemakkelijk. Een goede tactiek is, je omsingelt de belangrijkste bolwerken van de tegenstander, je stuurt hem een beschieting om u tegen te zeggen op zijn dak, en vervolgens val je frontaal het gebouw aan, je weet wel, de scènes van de commando’s die de deur intrappen, schietend een soort halve draai naar binnen maken zodat de volgende er in in kan enzovoort, en dan is het kamer per kamer veroveren.

Beeld je in, je hebt de middelen. Je hebt de beste infanterie van de wereld, en je hebt er heel veel van. Je hebt tanks, praktisch zoveel je wil. Je hebt artillerie, je hebt een luchtmacht, je hebt zelfs de controle over de lucht (toegegeven, enkel overdag). OK? Je ziet het zitten? We gaan ervoor? Dan voel je je nu zoals generaal Paulus zich voelde bij Stalingrad in het begin van september 1,942. Om de boel een beetje overzichtelijk te houden (een luxe die er destijds in Stalingrad niet bij was) nemen we aan dat er één gebouw is, het ligt aan een mooie brede boulevard, en het vormt ook nog eens de hoek met een andere grote straat. Go! De tanks rukken op, zij (zo beeld ik me in) zullen de omliggende straten schoonvegen en achter hen zit de infanterie al te wachten.

Klein detail. De stad is de voorgaande weken gebombardeerd, en wel met een bombardement dat de vergelijking met “Dresden” kan doorstaan (1). Dus de grote zijstraat is huis per huis geblokkeerd door enorme brokken puin, al dan niet op hun beurt verder in kleinere fragmenten geschoten. En de brede boulevard is op de beste plaatsen een “maanlandschap”. Dat wil zeggen, het ligt er ook vol met enorme brokken puin (al dan niet op hun beurt etc), dus blokken steen en beton, enorme stalen kaders, stuk geschoten voertuigen en uitgebrande tanks, je ziet het voor je. Maar de boulevard zelf is breed, dus je kan er wel eens omheen, als je je niet te druk moet maken over de vele kraters waar je door moet.

Nog een klein detail. De verdedigers van de stad zijn naar jouw maatstaven eerder “fanatiek”. Dus als je met je tank wordt vertraagd door al die stukken puin en al die kraters, dan duikt er van uit de rookwolken, de putten en onder de puinhopen wel eens een schimmig figuur op die een brandbom in je tank smijt en het gewoon niet erg lijkt te vinden dat de vuurbol die uit de tank opschiet het laatste is dat hij in zijn leven te zien krijgt. Tenminste, de één na de ander haalt varianten op hetzelfde thema uit: met bazouka’s of molotov cocktails en als ze manieren vinden ook nog met hun blote handen, en op het einde is het gebouw niet omsingeld, maar de grote boulevard is wel bezaaid met je eigen uitgebrande tanks. En nu valt de nacht…

De tanks – ik weet het niet, ze gaan achteruit of ze verschansen zich; en de infanterie graaft zich in, plaatst wachtposten, negeert de temperaturen beneden het vriespunt (klein detail) en probeert te slapen. En nog een klein detail: je negeert het spookachtig flakkerende licht van de stad die overal om je heen in brand staat. Het geritsel van de vele ratten die de lijken komen opknagen is maar een klein detail, dus dat negeer je ook. Bovendien is de kans reëel dat je er niet veel van hoort omdat de artilleriebeschietingen nu eenmaal dag en nacht doorgaan: maar als je moe genoeg bent negeer je dat klein detail ook. De geur van gebraden mensenvlees zal misschien niet meevallen, maar neem aan dat je het gewoon raakt: negeren, omdat het maar een klein detail in veel meer wordt. En het metalige geklang waarmee vallende staalplaten in verkruimelende gebouwen op brokken puin vallen, of waarmee brokken vallend puin op stalen kaders of wrakken vallen… is ook maar een klein detail dat we negeren? We probeerden immers te slapen, weet je nog?

Game over! Ga terug naar het begin! Je bent net gedood door een Russische infanterist, want het metalig geklang was niet het slaan van een plaat metaal tegen een wrak, maar wel het deksel van een rioolput dat openviel op de straatstenen, waarna de infanterist er uitkroop en jouw nek uitkoos om er met een aangescherpte schop een klap tegen te geven, zodat hij geruisloos weer kan verdwijnen om het ergens anders nog eens opnieuw te proberen.

Maar het zou natuurlijk ook kunnen dat je wel degelijk alert was. In dat geval schrik je op bij elk metalig geluid (om de twintig seconden) en spits je je oren voor al het geritsel van de ratten, hoewel je het vaak in het gebrul van de kanonnen niet kan horen, omdat het nu eenmaal het geritsel, niet van een rat maar wel van een sluipende Russische infanterist met een aangescherpte schop kon zijn. Dus, zeer goed, je overleeft de nacht, en nu ga je de volgende dag van het gevecht in… En hoeveel slapeloze nachten (klein detail) precies draag je nu al met je mee?

Natuurlijk staat er niet één van dit soort gebouwen in Stalingrad, maar heelder reeksen ervan. Natuurlijk raken ze soms wel omsingeld, of half omsingeld, en natuurlijk val je er wel eens frontaal binnen, en dan begint het pas echt, met gevechten om stukken kelder, een halve gang en enkele treden van een trap. Maar even natuurlijk veranderen al die half of helemaal omsingelde gebouwen een frontale aanval in een zéér lange, zéér kronkelende frontlijn, waarin op alle plaatsen door puinhopen, riolen en gecamoufleerde holen Russische infanteristen kunnen opdagen en je geïmmobiliseerde posities met schoppen, of handgranaten te lijf gaan. De Duitsers noemden het "Rattenkrieg".

En natuurlijk word je ook nog geconfronteerd met communiqués uit Berlijn die je vragen waarom Stalingrad nog altijd niet ingenomen is. Ik stel voor dat we er nog een paar extra divisies tegenaan gooien…?

----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/06/stalingrad-het-eerste-bombardement.html

1 opmerking:

Tommy Vandepitte zei

Ik stel voor dat de generaal Sun Tze leest : http://www.youtube.com/watch?v=L5jLYgc4nBs