zaterdag 7 december 2013

Genesis en Evolutie

Lees het eerste hoofdstuk van het boek Genesis en je krijgt een historisch verhaal. Het verloopt in diverse stadia: eerst schept God de wereld, dan de planten, dan de dieren, en op het einde verschijnt ook nog de mens, als kroon op het werk. Dat komt zo goed overeen met hedendaagse inzichten dat het tenminste sommige creationisten verzoent met de evolutietheorie. Niets nieuws onder de zon, zeggen ze dan, Darwin heeft niets gezegd dat niet al in de Bijbel staat.

Dat is natuurlijk niet waar, want de zon is heus wel ontstaan voor, en niet na, er groene planten ontstonden (cfr Gen, I, 11 - 12 met Gen, I, 14 - 18). En Gen, I, 20 - 25 zegt wel dat God eerst vogels en vissen maakte, en daarna landdieren, maar de juiste volgorde is dat er eerst vissen kwamen, en daaruit reptielen zoals dinosaurussen, terwijl de vogels pas daarvan de afstammelingen zijn.

Maar alles bijeen is het een heel ander verhaal dat dat van hoofdstuk II van Genesis, dat praktisch zonder overgang een quasi tijdloze versie geeft. Geen historisch, maar wel een hiërarchisch verhaal, deze keer, met God aan het hoofd, die vervolgens mensen maakt, en toen pas allerlei dieren, "als hulp voor de mens" (Gen, I, 18 - 20). Overigens waren ze uiteindelijk allemaal niet goed genoeg en daarom schiep God ook nog de vrouw, en die voldeed wel. Dat alleen suggereert dat het eerste verhaal stukken beter was dan het tweede... maar laat nog passeren.

Alles bij elkaar getuigt het eerste verhaal, ondanks de (naar huidige maatstaven) enorme fouten, van een buitengewoon diep inzicht. Uiteindelijk heeft het idee dat het universum een historisch proces, en geen statisch object is pas in de twintigste eeuw de Westerse wetenschap veroverd. Dat de mens niet van bij het begin hoog in de hiërarchie stond maar de allerlaatste opflakkering was temidden van een brede waaier aan heel andere verschijnselen; dat komt uit de negentiende eeuwse evolutietheorie, maar werd pas in de twintigste eeuw goed onder ogen gezien. Tenslotte illustreert het contrast tussen de twee verhalen nog het probleem van de status van de mens. In feite, zegt dat contrast, doet het er voor die status niet toe of je van bij het begin de bedoeling was, dan wel een heel late opflakkering: je kan jezelf in beide varianten als de kroon op het werk beschouwen. Dat laatste is de reden waarom sommige mensen het moeilijk met de evolutietheorie hebben. Je ziet, Genesis zelf zou daar alvast niet over struikelen.

Geen opmerkingen: