Eén van de interessantste discussies op usenet die ik me kan herinneren ging over de mogelijkheid dat intelligent leven ook op andere plaatsen dan de Aarde is ontstaan. Dat is een onderwerp waar we zo weinig over weten dat ik er veel begrip voor heb als mensen zich daar niet mee bezig willen houden. Zelfs dan blijft het een onderwerp waarover je, als je bereid bent om wat speculatie mee te nemen, nog verrassend interessante dingen kan vernemen.
De Vergelijking zelf, zoals ik toen al zei, is me te moeilijk. Sommige elementen die je in de echte formule kan vinden komen me zo betekenisloos over dat ik ze maar wegsimplifiëer (1). Voor wat ik er over wil zeggen is het voldoende dat de “Drake Equation” ongeveer de volgende vorm heeft. Zeg dat de melkweg 100 miljard sterren heeft. Zeg dat één percent daarvan planeten heeft; dat zijn er dan 1 miljard. Zeg dat één percent daarvan parameters (massa; afstand van de lokale ster,...) heeft die maken dat er leven mogelijk is: dat zijn er dan 10 miljoen. Zeg dat op één percent daarvan ook werkelijk leven ontstaat: dat zijn dan 100,000 sterren waar zich leven rond bevindt. Zeg dat één percent daarvan ook complex wordt: dan zijn er duizend sterren in de melkweg waar complex leven zit. En als één percent daarvan tot intelligent leven ontwikkelt, dan zijn wij één wereld tussen negen andere waar levensvormen naar de sterrenhemel staren en zich afvragen: waar komt het allemaal vandaan?
En waar halen we al die “één percenten”? Simpel: uit de natte vinger! Het gaat er namelijk helemaal niet om die tien gevallen met ook maar enige sérieux te prezenteren. Het gaat er om de aandacht te trekken op hoe je met bescheiden lijkende cijfers nog altijd tot de conclusie komt dat er nog wel intelligent leven kan zijn.
Maar het werd interessant toen andere posters probeerden te argumenteren waarom zij dat erg onwaarschijnlijk vonden. Neem gewoon aan dat je één of ander stuk kennis hebt dat je vertelt dat één van die parameters helemaal niet in de orde van grootte van één percent zit, maar pas heel, heel veel nullen na de komma een ander cijfer laat zien. Leven (om maar dat voorbeeld te noemen), zo vertelt je inzicht je, dat is eigenlijk helemaal niet mogelijk, en het feit dat het er toch van gekomen is, is alleen maar een zo onwaarschijnlijke gebeurtenis dat het niet redelijk is aan te nemen dat het meer zal voorgevallen zijn. Natuurlijk, daar kan je evengoed een heel andere mening over hebben (2). Hier gaat het er me alleen om één voorbeeld te geven van hoe je in een vermenigvuldiging (in dit geval: van al die probabiliteiten dat er X planeten zijn waarvan er Y levensvatbaar zijn, zodat het Z keer tot stand komt) maar één element op nul hoeft te zetten, en je uitkomst is ook nul.
Hetzelfde geldt bijgevolg voor al je andere “percenten” uit die natte vinger. Als ik me goed herinner was het vooral het tot stand komen van intelligentie die in vraag werd gesteld. Toch is dat precies hoe je over een bijna belachelijk speculatief onderwerp interessante onderwerpen kan aansnijden. Het forceert je je ratio’s in vraag te stellen. Wat weten we over het ontstaan van planeten? Wat weten we over het ontstaan van leven, en van complex leven, en van intelligentie? We denken te weten dat een grootte-orde van 100 miljard sterren in de melkweg er niet ver naast zal zijn – en we kunnen tegenwoordig al zien dat er nog sterren met planeten zijn. En dat soort operaties moet je proberen voor elk van de andere factoren.
Dus, één van die factoren die volgens sommige posters “eigenlijk” nul was, was de kans dat intelligentie ontstond. Maar dat brengt je meteen in problemen met het feit dat wijzelf nu eenmaal bestaan – en dus is intelligent, complex leven minstens één keer ontstaan, en dus zijn alle parameters groter dan nul: het is niet “onmogelijk”. En over de moeilijkheden waarin je kan terechtkomen wanneer je van probabiliteiten groter dan nul gaat beweren dat ze “eigenlijk” gelijk zijn aan nul hebben we het al eerder gehad (3). Let wel, ik ontken daarmee niet dat ze geen punt kunnen hebben; dat het feit dat het gebeurd is wel degelijk een zodanige “fluke” was dat je er niet opnieuw op mag rekenen. Ik denk alleen dat ze evenmin kunnen ontkennen dat het ook meer kan geweest zijn dan alleen maar een “fluke”: we weten het niet.
Dus concludeerden allerlei serieuze mensen iets als “onze bestaande kennis suggereert dat het ontstaan van intelligentie een probabiliteit heeft met heel veel meer nullen na de komma dan er sterren zijn in het heelal”. Ergo, vergeet het. Maar ik vind andere mensen even serieus, als ze iets zeggen als “we weten niet hoeveel sterren er in het heelal zijn, en we weten niet werkelijk hoe groot de probabiliteit is dat leven ontstaat is, en idem voor intelligentie (enzovoort), terwijl we wel weten dat de probabiliteit niet gelijk is aan nul, want als dat wel zo was, dan zaten wij hier niet”.
Zo krijg je believers (“natuurlijk is er nog intelligent leven in het heelal”), en non-believers (“vertel toch geen onzin, man”), en daartussenin heb je de agnosten (“met de beste wil van de wereld valt er niets zinnig over te zeggen”). En hoewel misschien niet iedereen het wilde toegeven leek me er toch een soort eensgezindheid te ontstaan dat de enige rationele positie die van de agnosten was. Dat nam niet weg dat je iets anders mocht geloven, maar “geloven” en “weten” zijn nu eenmaal totaal verschillende dingen.
Uiteindelijk was ik met dat resultaat tevreden. Het komt nog voor dat ik me het best voel wanneer ik agnostische stellingen kan verdedigen. Had ik al verteld over mijn opinie over financiële voorspellingen (4)? Bovendien laat het me toe een “believer” te zijn, want dat is nu precies waar fantasie voor dient. Het is ontspannend, en onschuldig zo lang je de juiste verhouding met de realiteit maar niet vergeet. En dus ben ik een believer om een veel betere reden dan al die mislukkende pogingen tot rationalisme. Voor mij is de reden om een believer te zijn dat al die dagdromen over science fiction veel spannender zijn wanneer er “Aliens” (5) in kunnen voorkomen.
---------------------------------------------------
(1) Wel degelijk een “simplificatie”, en geen “vereenvoudiging”, ik geef het toe. Zie:
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/entropie-tussen-vereenvoudiging-en.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/hoe-onwaarschijnlijk-is-leven.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/04/nul-is-niet-gelijk-aan-nul.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/financile-voorspellingen.html
(5) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/een-bruikbaar-nederlands-woord-voor.html
3 opmerkingen:
Zoals jij ben ik eveneens een believer. Niet zozeer vanuit wetenschappelijk of romantisch standpunt (sci-fi's).
Veeleer vanuit het standpunt dat het gewoon pretentieus is om te denken dat enkel wij aan de voorwaarden voldoen om inteligent te zijn. Wij bepalen onze norm van inteligentie, wie zegt dat de natuur of de kosmos onze norm volgt?
Benny.
Ahhh... Maar dààr kan je in duizelingwekkende problemen mee komen!
Immers, als er buiten onszelf niets zou bestaan dat wij "intelligent" (dus naar *onze*, "arrogante" maatstaf) zouden noemen...
... en er zou (per hypothese) toch iets bestaan dat naar een niet-arrogante maatstaf wel "intelligent" was...
Waar zou dan die "niet-arrogante" maatstaf vandaan komen???
:-)
Koen
Daar moet in tot dezelfde conclusie komen als jij Koen: dat zullen we en kunnen we niet weten!
Benny
Een reactie posten