Een collega vroeg ik met de post van gisteren (1) niet bezig was het licht van de zon te ontkennen. Iedereen kan zien dat er zwarte mensen zijn, en blanke mensen, en dat die kenmerken erfelijk zijn, kortom, er bestaan verschillen in groepen mensen, waarom noemen we ze geen rassen? En waarom zou het niet mogelijk zijn dat sommige rassen minder intelligent zijn dan andere?
Nu ken ik niemand die beweert dat dat niet mogelijk zou zijn. Maar de vraag was ook "welke redenen er zijn om dat aan te nemen". Want "er zijn geen redenen om aan te nemen dat het niet zo zou zijn" is (nogal vanzelfsprekend) niet goed genoeg. Zoals Watson zelf intussen al heeft opgemerkt, een beetje zoals ik verwachtte had hij dat niet echt beweerd.
Wel, een eerste "reden om dat aan te nemen" (dat Afrikanen minder intelligent zijn) waren de verschillen in prestaties als het aankwam op het creëren van beschavingen. Zoals ik al eerder schreef zijn er echter grote bezwaren bij die reden.
Een tweede reden zijn de verschillen in de testresultaten. Maar zoals ik ook al schreef zijn er ook daarbij grote bezwaren. En dus wordt de vraag naar "redenen om dat aan te nemen" behoorlijk prangend - tenzij je er niet teveel problemen mee hebt om dat dan maar niet aan te nemen.
En het zou niet de eerste keer zijn dat de mensen die het hardst de anderen beschuldigen van "politiek correct denken" het dringendst zichzelf moeten controleren...
Maar laten we de vergelijking doortrekken met die kenmerken zoals huidskleur: het is zeker mogelijk dat er verschillen in rassen ontstaan. Maar daarmee is nog niet bewezen dat ze zullen ontstaan: en gezien ons gebrek aan redenen om het zomaar aan te nemen... je voelt de nattigheid. Terwijl we bij huidskleur die reden puur theoretisch wel kunnen bedenken. Het is een bewezen feit dat een lichte huid gemakkelijker zonnestralen omzet in vitamines - wat maakt dat een lichte huid een voordeel is in een klimaat met weinig zon. En het is een bewezen feit dat een donkere huidskleur beschermt tegen huidkanker door zonnestralen, zodat een donkere huid een voordeel is in een klimaat met veel zon.
En de rest is doodeenvoudig aanpassing door "natuurlijke selectie" (2). Je kan rechtstreeks afleiden dat "evolutie" een kwestie is van aanpassingen aan een omgeving. Kenmerken die voor een gegeven omgeving een gunstig effect hebben op de kans op nakomelingschap EN die erfelijk zijn, zullen met het verloop van de generaties meer gaan voorkomen in de populatie: probeer er maar eens een speld tussen te krijgen. Dus als we kunnen vertellen (a) wat voor omgeving (b) om wat voor reden zich vertaalde in een voordeel voor intelligentie, en (c) dan nog in de zin die wij daar aan geven en (d) gedurende een voldoende lange looptijd om enig effect te hebben, terwijl er (e) niet teveel vermening mag opgetreden zijn...
... dan is het helemaal niet uitgesloten om in verschillende intelligenties voor verschillende rassen een heel redelijke hypothese te zien.
Maar om maar één voorbeeld te noemen zou ik echt niet weten op basis waarvan intelligentere mensen meer kinderen zouden krijgen, en dit voldoende generaties lang. Wat we wel weten is dat de laatste millennia de Westerling (en de meeste Euraziaten) een heel sterke selectiedruk heeft ondergaan op resistentie tegen ziektes. Euraziaten leefden immers vaak in opeengepakte condities in steden en pest en cholera en de rest waren al die tijd schering en inslag. In de mate dat Euraziaten daar meer last van hadden dan Amerikanen (van 500 jaar en meer geleden) kunnen we zeker aannemen dat Europeërs (na lange generaties) resistenter werden. Maar intelligentie? Zouden intelligente mensen werkelijk generatie per generatie, en doorheen alle epidemieën, meer kinderen hebben?
Ik twijfel er geen moment aan dat je op dit punt met massa's plausibele verhalen kan afkomen waaruit blijkt dat het misschien toch zo is. Net zoals je met verhalen kan aankomen waarin het dan weer niet zo is. En ik betwijfel niet dat je mensen kan vinden die met dikke boeken hebben beweerd dat het toch zo is. Zoals je andere grote geleerden kan vinden die met even dikke boeken beweerden dat het niet zo is.
Waarmee we weer op het punt van het begin uitkomen. Waarom zou je aannemen dat er verschillen zijn in intelligentie tussen de rassen? Het kan, ongetwijfeld, maar welke aanwijzing hebben we? Verschillen in historische prestaties, testresultaten en theoretische beschouwingen kunnen alleen die mensen overtuigen die willen overtuigd worden. Terwijl mensen die geen reden zien om dat zomaar aan te nemen liever niet zo snel heelder groepen naasten als "dommer dan wij" afschilderen.
----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/10/james-watson-nobelprijswinnaar.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/nogmaals-natuurlijke-selectie.html
4 opmerkingen:
Eigenlijk laat de uitlating van Watson zich in een paar zinnen ontkrachten. Zelf heb ik vaak de bijnaam 'De Noorman' toegedicht gekregen, om maar te zeggen dat ik zelf niet zwart ben. Ik ken nogal wat zwarten die onmiskenbaar een stuk intelligenter zijn dan ik, hoe je intelligentie ook definieert. Bij het lezen van berichten in de usenetgroepen heb ik gemerkt dat er ook nogal wat niet-zwarten rondlopen die een stuk minder intelligent zijn dan ikzelf, hoe je intelligentie ook definieert. Vermits daaruit ondubbelzinnig volgt dat groepen dus niet homogeen zijn voor een kenmerk, heeft het weinig zin om groepsgemiddelden tegenover elkaar uit te zetten. Zeker als in dat gemiddelde meteen ook alle oorzakelijkheid verdwijnt. Op basis van dergelijke groepsgemiddelden dan ook nog voorspellingen gaan doen, verraad bij Watson een grote mate van darwinitis (waarbij darwinitis zich laat definiëren als het proberen beargumenteren van vooroordelen door een of ander goed klinkend maar onbewezen natuurlijke-selectie-verhaaltje).
Was Rosalind Franklin maar niet zo jong gestorven.
Karlos: Ondanks mijn nogal verschillende politieke achtergrond ben ik geneigd jouw opinie hierin te volgen. Alleen biecht ik op dat ik je redenering niet begrijp. Als ik dat toelicht is dat in de hoop te weten te komen wat ik niet begrijp, en niet omdat ik andere conclusies heb.
Ik vergelijk met gemiddelde lengte. Er zijn twee groepen: mannen en vrouwen. Mannen zijn gemiddeld langer dan vrouwen. Ik ken evenwel vrouwen die langer zijn dan ik. Dat lijkt mij een precies analoge situatie. Toch denk ik niet dat het zinloos is "groepsgemiddelden tegen elkaar uit te zetten".
Hoe dan ook, mijn eigen opinie over het resultaat is dezelfde. Mijn eigen redenen concentreren zich bij de definitieproblemen en de causaliteitsproblemen die jij ook vermeldt.
Tenslotte zijn er nog de excuses van Watson sindsdien. Ik hoor veel mensen die denken dat dat komt omdat hij plooit voor de kritiek. Maar waarom zouden we niet de simpeler hypothese aannemen dat hij het in werkelijkheid niet gezegd heeft en dat zijn woorden verkeerd zijn weergegeven? Minstens een deel ervan (schreef ik in de vorige post) woog zo licht dat ik meteen dacht "dat bestaat niet, dat hij dat gezegd heeft".
Dat Watson dat ook werkelijk gezegd heeft, daar twijfel ik niet echt aan. Het zou niet zijn eerste uitschuiver zijn en de journalisten beweren dat de uitspraken ook letterlijk op hun bandopname staan.
Ik zou ook nooit het licht van de zon ontkennen. Je kan best een groep dusdanig kiezen dat gemiddelden voor een bepaald kenmerk ernstig uiteen komen te liggen. Dat zal dus ook wel voor intelligentie, wat dat ook mag zijn, waar zijn (Laat ik maar meteen zeggen dat ik het zeer onwaarschijnlijk vind dat dit een correlatie met huidskleur zou vertonen die op erfelijkheid terug gaat). Vermits intelligentie een erfelijke component heeft zal een deel van die groepsverschillen dus ook wel op erfelijkheid zijn terug te voeren. Maar wat is de waarde van gemiddelden van een groep voor de individuele prestaties? Mijn schamele intelligentie plukt de vruchten van individuele reuzen als Einstein, Newton of Darwin, aan wiens capaciteiten we zelf geen enkele verdienste hebben. Een groepsgemiddelde heeft geen intrinsieke waarde, die waarde komt de individuen toe.
Maar stel dat je een groep kiest waarvan de gemiddelde intelligentie (gedefinieerd als wat je meet met een IQ-test) een 10-tal punten lager is dan van een andere groep. Beide curven zullen elkaar dus voor het grootste deel overlappen. Dan valt nog aan te tonen welke gevolgen dit heeft voor bv het vermogen tot zelforganisatie van die groep, of het vermogen om het economisch te beredderen of ...Watson veronderstelt hier zomaar een negatieve correlatie waarvoor hij geen argumenten aan haalt buiten zijn eigen vooroordelen. Er moet ergens een ideale mozaïek van kenmerken zijn in een groep om die optimaal te laten presteren als groep en je kan toch niet zomaar aannemen dat het gezamenlijk bovengemiddeld pieken voor IQ-testen het bepalend criterium voor succes is.
En dan is er de keuze van de groep. 'Afrikanen' is geen homogene groep, maar zo ongeveer de gevarieerdste groep die je kan kiezen. Door de geografische ligging van Afrika delen alle Afrikanen wel 2 opvallende kenmerk: grote melaninekorrels in hun huid en een ovale doorsnede van de hoofdharen waardoor de haren gaan kroezen. Beide kenmerken zijn de mensen die Afrika verlieten kwijt geraakt: de melaninekorrels moesten wel kleiner worden wilde men aan genoeg vitamine D3 geraken en althans de hoofdharen werden rond ipv ovaal waardoor ze dus recht bleven, allicht een gevolg van genetic drift (een kleine groep emmigranten - dus weinig allelen voor ieder kenmerk - die dan nog herhaaldelijk werd gedecimeerd). Beide kenmerken zijn onbenullige allele-variaties maar echter zo opvallend dat ze haast dwingen tot groepsdenken voor wie op zijn zo verraderlijke 'gezond verstand' blijft af gaan. Mensen in je omgeving vormen volgens je aanvoelen altijd een zeer gevarieerde groep terwijl je daarbuiten vooral veel gelijkvormigheid meent te zien. Ik vroeg het laatst nog aan een Tibetaanse vriend: hij kon die Europeanen aanvankelijk maar niet uit elkaar houden.
Mijn conclussie is dat Watson dus ook geen groep heeft gedefineerd, maar zowat de gevarieerdste verzameling mensen als groep heeft aangeduid op basis van een opvallend maar 'skindeep' kenmerk.
Een laatste punt is dan de variatie in intelligentie in onze soort. Ik ben net een boek van de Spaanse paleontoloog Juan Luis Arsuaga aan het lezen met als ondertitel: Op zoek naar de eerste denkers. Wij denken vaak dat ons menselijk intellect een gestage groei laat zien over de hele curve van ons verleden. We hebben aan dat idee zelfs vaak de interpretatie van de zeer onvolledige fossiele schedels aangepast. Volgens Arsuaga is er van zo'n gestage opgang geen sprake en zitten we ook met Homo erectus nog ver onder de 1000cc. Pas zo'n 300.000 jaar terug zien we zowel in Europa (Neanderthalers) als Afrika (vroege Homo sapiens) schedelinhouden van rond de 1400cc ontstaan. Vermits de Neanderthaler is uitgestorven gaan alle huidige mensen terug op die Afrikaanse tak. Intelligentie is geen kenmerk dat aan gestage contante selectie bloot staat maar lijkt punctuated te zijn ontstaan. Een artikel in Nature deze week laat ook nog zien dat we onze intelligentie zoals die is af te lezen uit culturele uitingen reeds aanwezig was 1640.000 jaar terug (vondsten in grot Zuid-Afrika).
Uit die Afrikaanse populatie heeft pas enkele 10.000 jaren terug een kleine migratie de rest van de wereld bevolkt. Er zijn geen argumenten voor een evolutiesprong die met deze emigratie uit Afrika zou gepaard zijn gegaan. Wat wel zou kunnen is een verschuiving van het gemiddelde door genetic drift zoals je ziet wanneer een gevarieerde populatie gedecimeerd tot slechts een fractie van de oorspronkelijke variatie. Zo'n decimering/genetic drift kan echter onmogelijk tot een algehele optimalisatie van alle kenmerken hebben geleid. Dat zou dan wel de omgekeerde kant van de medaille moeten zijn. Je kan de loterij winnen maar je kan niet alle loterijen tegelijk winnen.
1640.000 jaar moet natuurlijk 164.000 jaar zijn.
Een reactie posten