woensdag 20 augustus 2008

Mijmeringen bij "Rijk en Arm"

In de Tijd van vandaag staat één van die foto’s die bedoeld zijn om ons betere ik wakker te schudden. Op een breed strand liggen twee jonge vrouwen te zonnen. Je weet wel, lange benen, brede heupen, weinig textiel, alles wat er al miljoenen jaren in slaagt te passeren door de selectiezeef die het mannetjesoog is.

Vlakbij passeert een andere vrouw, van top tot teen gekleed in ruw textiel, met in de ene hand een primitief aandoende rieten mand en in de andere een takkenbos. Je voelt haar bijna denken: hier loop ik te zwoegen, dag in dag uit zonder hoop op beterschap aan de marge van de subsistentie, en die twee liggen daar in de zon te luieren tot het tijd is voor hun rijkgevulde tafelen.

Als je niet vanzelf van dat soort contrasten foto’s kon maken, dan zou je ze moeten truceren. Want dat soort foto’s heeft een Bedoeling. Ze moeten maken dat je in plaats van de twee zonnekloppers zou willen rechtspringen om met één knip van je rijkgevulde Westerse portefeuille alle armoede van de wereld weg te werken. En wanneer we dat niet doen, dan helpen deze foto’s om ons schuldgevoel af te wentelen op de zonnende dames: zij zien immers de hun berooide naaste voor hun neus passeren terwijl wij tenminste veilig thuis of op kantoor zitten weggeborgen.

Maar laten we even doen alsof we over het probleem ook nog werkelijk gaan nadenken! Je springt dus op van je badhanddoek en… en… En… Ja, en wàt?

Geef je de derde mevrouw op de foto een fooi? Dan kan ze bijvoorbeeld voor één dag een extra vis voor haar kinderen kopen, en - er is helemaal niets veranderd: een gewetensusser. Bezigheidstherapie. Of geven we zomaar ineens ons hele bezit weg – dat is tenslotte letterlijk wat door Jezus wordt aanbevolen (1), en we weten allemaal, nietwaar, dat veel mensen zich erop beroepen de leer van Jezus te volgen?

Maar daarom doen ze het nog niet, natuurlijk! Misschien hebben ze wel goede redenen om het beter te weten dan Jezus. Misschien beseffen ze wel dat heel ons bezit verdeeld over “de armen” een hele groep zal toestaan één extra vis voor hun kinderen te kopen, en daarna is er niets veranderd: nog meer bezigheidstherapie.

Maar wat als we er nu eens een gigantisch fortuin neerzetten – zeg een miljard dollar of zoiets? Terzijde, aangezien de zonnende dames wel geen miljard dollar over zullen hebben kunnen ze al even goed op hun handdoek blijven liggen, maar zoals ik al zei: terzijde. Bij het idee van dat gigantisch fortuin denk ik ineens terug aan mijn vakantie in Marokko van enkele jaren geleden. Overal massa’s jonge mannen op straat, in het beste geval in politie- of militair uniform, of vaak gewoon langs de straat, als “parkeerwachter”: “dirham, monsieur”.

Wat gebeurt er wanneer je in een land van 34 miljoen inwoners waar de jonge mensen al dan niet in uniform langs de straat flaneren – en dus géén auto’s maken, géén textiel, géén zeep, géén machines, géén productiviteitsverhogende diensten produceren, enzovoort enzovoort – een miljard dollar uitdeelt? Kortom, waar ze gewoon zouden leven van dat miljard dollar? Wel, ze zouden allemaal iets van een 29.- dollar per persoon ontvangen, en nadat ze daar twee weken lang een extra vis voor hun kinderen mee konden kopen zou de koek op zijn.

Je voelt het een beetje aankomen. Veel belangrijker dan de vraag waarom wij, toeristen van het leven, niet “iets doen” is de vraag waarom al die jonge mannen langs de straten van de armere delen van de wereld niet “iets doen”. Let wel, ik denk niet dat het hun schuld is – maar totaal los van mijn opinie blijft dat hoe dan ook de grote vraag. Dus de reden waarom de zonnende dames niet opspringen van hun handdoek, noch wij uit onze luie zetel, is dat dat zo goed als niets zou opleveren: een druppel op een gloeiende plaat lijkt er een oceaan bij. En ik vind het niet slecht wanneer foto’s als deze bepaalde vragen stellen. Ik hoop alleen dat die vragen ons doen nadenken, en beseffen dat we nog lang niet aan de antwoorden toe zijn.

-------------------------------------------
(1) Mattheüs, 19, 21.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Tja, waarom DOEN ze toch niks.
Even op een rijtje :
1. onze lokale hangjongeren en Walen doen niets omdat ze het sowieso cadeau krijgen door de werkers en onze sociale zekerheid.
2. de jongeren in Marokko doen niks, niet omdat ze het cadeau krijgen, maar omdat ze kunnen stelen, profiteren (en dat zit in hun genen)
3. de mensen in Afrika doen niets omdat ... ze liever doodgaan dan iets te doen.

Ergens klopt iets niet, we moeten iets over het hoofd zien.

Opnieuw :
1. er zijn er zeker een aantal die aan de voorwaarden van bovenstaande puntje voldoen (alhoewel waarschijnlijk weining voor puntje 3), maar als algemene regel... Dus ergens mankeren er omgevingsfactoren om de mensen aan te zetten om iets te doen.
Wat zijn die factoren :
- persoonlijke capaciteiten en mentaliteit
- economische omgeving
En laat ons daar dan eens aan werken.
De zonnende dames zitten waarschijnlijk in een hotel, en dat hotel creert werk etc..
Een of andere slimme heeft het idee bijen te gaan kweken in Afrika. Een klein startkapitaaltje, en we zijn vertrokken (hoeft geen miljard te zijn).
Heel misschien mag je primaire activiteit dan zelfs ondersteunen en subsidieren, zodat hetrendabel wordt voor onze starters...
En dat miljard kan je dan misschien toch, ipv uit te delen aan iedereen, investeren in opleidingen... (ofwel in een virje of in een geleide economie :=))

En dan zal je mischien een merendeel van de jongeren krijgen die
1. iets willen doen
2. iets kunnen doen

Maar ja, laat ons verder van Utopia dromen....

Koen Robeys zei

Wij, neo-liberalen, hebben de neiging uit dat lijstje van tonny de factor "(sociaal)-economische omgeving" te halen als reden waarom mensen "niets doen".

Want in werkelijkheid (schreef Hernando De Soto in "The Mystery of Capital") zijn er daar een hoop die juist heel hard werken: ze doen hun uiterste best om je een taxiritje te verkopen, of je schoenen te poetsen.

Alleen is al dat werk zo weinig productief dat veel mensen het (zeer begrijpelijk) niet meer de moeite vinden.

Wij, neoliberalen, denken dan al snel iets van "als de staat met alles gaat lopen is het niet moeilijk dat mensen het niet de moeite vinden": juist!

We begrijpen ook varianten zoals "als Mugabe alles in stukken komt slaan... (etcetera)". Ook juist.

En waarom zouden mensen hard werken om iets te produceren, als er toch geen wegen zijn om het product naar de markt te brengen? Of als er niet eens een markt is?

kortom, als ik zeg "ze doen niets" is dat ook alleen maar een manier van spreken. En als ik denk dat het "niet hun eigens chuld is", dan is dat omdat ik denk dat de omgeving vaak nog "middeleeuws" is, in een vrij letterlijke zin, namelijk dat veel mensen vandaag nog leven in economische omstandigheden die er bij ons ook waren, zeg duizend jaar geleden.