Het begint stilaan een patroon te worden. Peuter Sarah ontwikkelt zich, fysisch gesproken eerder traag, tot het punt dat je je nog niet ongerust maakt, maar je toch afvraagt of dat stilaan niet nodig is. Toen ze één jaar was kwam er vaag een eerste tand door. Pas een week voor haar verjaardag begon ze te kruipen. En stappen... Ze is bijna twintig maanden, en nu kan ze alsnog stappen.
En nu ze het kan, nu is het net zoals het was met het kruipen. Er kan niet genoeg gestapt worden. Wij zijn in de wereld om te stappen! Wij kijken in één van die grote winkels met brede lanen tussen de verschillende rekken twee seconden naar pantoffeltjes, en peuter Sarah is nergens te bekennen: ik doe stappestap!
Papa haast zich tussen de verschillende rekken door: het was echt maar heel even dat we haar niet in het oog hadden, zo ver kan ze gewoon nog niet zijn.
Wel, wij zaten tussen de pantoffels en de schoenen, en peuter Sarah zat tussen het speelgoed, een respectabel eind verder. Ze stond nog steeds op haar voetjes, en ze stond niet zomaar om het even waar. Niet bij de soldaatjes, niet bij de electrobrol, en niet bij de legpuzzels van 1,500 stukjes. Peuter Sarah stond tussen de knuffels, te twijfelen tussen een grote blauwe zebra en een fraaie wollige olifant.
Dat is één van de redenen waarom ik me nooit echt ongerust heb gemaakt. Van bij het begin, van toen ze nul (0) dagen was, keek peuter Sarah de wereld in met grote heldere oogjes dat de verpleegsters in het moederhuis zeiden: "dat is een alertje, hoor, daar zullen jullie veel plezier aan hebben".
En zo was het ook. Ze kan nu verschillende woordjes zeggen, maar ze kan al heel veel langer heel goed duidelijk maken wat ze wil. Wij zitten hier in een verbouwing - nog steeds voorbereidende fase maar ons huis staat letterlijk half overhoop. Dat betekent dat een hoop potten en potjes staan op plaatsen waar ze normaal niet zouden staan. Bijvoorbeeld op hoogtes waar peuters van twintig maanden aankunnen. Peuter Sarah komt naar beneden van haar middagslaapje, wordt op haar voetjes gezet, en beweegt zich onmiddellijk naar de kast. De deur gaat open, peuter Sarah haalt er één potje uit, en de deur gaat terug toe! En kijk toch eens aan, het is juist het potje waarin ze haar namiddageten krijgt! En peuter Sarah beweegt zich twee schappen verder - en wil je geloven dat ze uit een stapel koffielepeltjes juist het lepeltje peutert waarmee ze haar potjes leeg eet?
Pas wanneer ze zich goed gewapend voelt gaat ze de confrontatie met de wereld aan. Ze wendt zich tot mama en papa met haar eetgerei, en begint er driftig mee te zwaaien. Etenstijd!
En als je dat ziet, dan weet je dat er niets mis is met de ontwikkeling van peuter Sarah. Ze weet veel te goed wat ze wil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten