vrijdag 6 april 2007

De "Resolutie" van de Geschiedenis

Bankholiday en mooi weer... en ik zit dus in de hof mijn boekje van Gould (1) te lezen. Daar stuit ik op de uitdrukking "de resolutie van de geschiedenis". Meteen valt me op hoe belangrijk het soms is om boeken te herlezen. Gould zal ik een tiental jaar geleden voor het eerst gelezen hebben. Een beetje theoretische evolutiekennis achter de kiezen, eerst ook een hoop Dawkins die me filosofisch en qua politieke achtergrond nu eenmaal meer ligt dan de Marxiaanse Gould, en dan Gould zelf. Je weet wel, we moeten nu eenmaal ook van "de andere kant" kennis nemen, en het mag gezegd dat Gould enkele zéér interessante ideeën had.

De resolutie van de geschiedenis, dus. "Resolutie" is een uitdrukking die ik ken uit een heel ander boek, over de geschiedenis van de kosmologie (2). Telkens weer, zegt dat boek, kijken de astronomen met de best beschikbare technologie van hun tijd naar de hemel, en telkens weer zien ze, net voorbij de grens van het duidelijke, dingen die er ongelofelijk fascinerend uitzien. Met het blote oog zagen ze sterren, maar ook vlekjes - en de vraag was: wat was dat voor iets?

Toen richtte Galileï de eerste kijkers op de hemel, en sommige vlekjes bleken nog veel meer sterren te zijn. Maar er bleken met de kijkeres nog steeds andere en nieuwe vlekjes te zijn, en met het verbeteren van die kijkers kregen we sterrenbollen, en melkwegstelsels, en clusters, enzovoort, te zien. Laat me dat, al was het maar ter vereenvoudiging, "resolutie" noemen; het oplossen van de nevel en de mist in je waarneming, zodat je geen vage vlekjes meer krijgt, maar scherpe beelden. Of toch minstens beelden die scherper zijn dan wat je daarvoor had.

Wat Gould dus doet met zijn "resolutie van de geschiedenis", is een interessante analogie maken. We kijken terug naar de geschiedenis, en wat we te zien krijgen is een hoop nevel en mist. We weten niet waarom Caesar de Rubicon overstak, maar we kunnen er de consequenties vrij goed van zien. We weten niet precies wat er zich afspeelde bij de slag van Plataea, maar we weten dat de Perzen op één of andere manier op een Spartaanse phalanx stootten, en het eerstvolgende duidelijke beeld is dat de Perzen halsoverkop Griekenland buitenstuiven (3).

Voor Gould, de paleontoloog, zijn historische wetenschappen evengoed wetenschappen als de zogenaamde "harde" wetenschappen, alleen zijn hun methoden anders. Evolutietheorie is een historische wetenschap, en zeer weinig wetenschappers betwisten dat dat een "harde wetenschap" is. En kosmologie is een historische wetenschap, en geologie en paleontologie.

De zeer interessante analogie van Gould roept de vraag op of, en hoe, geschiedenis in het algemeen op een "wetenschappelijke" manier benaderd kan worden. Dat is een vraag die ook Jared Diamond zich stelt, en die filosofen als Karl Popper zich al hadden gesteld, en die dus een zeer valabele kwestie is voor wat wij, filosofen (hobbyfilosofen als ikzelf (4) incluis) "epistemologie" noemen: de vraag naar de aard en het statuut van onze kennis. Ja, wie weet, zijn er wel analogieën tussen de problemen, en de oplossingen, van de astronomie te bedenken, met die van de geschiedenis. Het was maar een klein zinnetje van Gould, maar het geeft stof tot nadenken voor vele lange wandelingen.

En al die stof tot nadenken zou verloren zijn gegaan, als ik iets dacht als "dat boek heb ik al gelezen", zodat ik er nu, met intussen wat boekjes over kosmologie achter de kiezen, nooit meer naar had omgekeken. Goede boeken... daar moet je toch altijd met heel veel respect mee omspringen...

---------------------------------------------
(1) Stephen Gould's Wonderful Life, The Burgess shale and the Nature of History, 1989 (1991)
(2) Kolb, Blind Watchers of the Sky, 1996 (1999)
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-beslissende-slag-plataea.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/een-theorie-van-de-geschiedenis.html

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Over resolutie kan ik een woordje meepraten. Toen ik bij Philips onderzoek deed naar structuren in piëzo-electrische keramische materialen, botste ik voortdurend op de grenzen van de mogelijkheden van mijn microscoop. Ik zocht zo intensief naar bepaalde patronen, dat ik allerlei vlekjes (in mijn verbeelding) aan mekaar koppelde tot het gewenste patroon. Eigenlijk, en dat weet ik nu achteraf, dien je dit te laten bekijken door iemand die niet weet wat hij/zij moet zoeken. De wens is maar al te dikwijls de vader van de gedachte.

Koen Robeys zei

Dat is vooral interessant wegens het *verschil* met mijn onderwerp. Immers, in de geschiedenis, zoals in de astronomie, zijn er *werkelijk* vlekjes (of historische gebeurtenissen) en de uitdaging is te proberen ze zo goed mogelijk te zien, zoals ze *zijn*.

Maar bij het vinden van patronen waar er geen zijn ben je alleen maar slachtoffer van een (overigens welbekend, alleen niet bij mij) psychologisch mechanisme in je brein.

Het is op de grens van beide dat je opmerking tot nadenken stemt: Hoe zit het met Nostradamus - achtigen, die proberen in reële gebeurtenissen niet bestaande patronen te vinden? Ik heb hier ergens een tekst van een Nederlandse dominee slingeren, die uit de geschiedenis afleidde dat de antichrist (uitgerekend in zijn tijd, natuurlijk) naar de Aarde zou komen.

In het algemeen lijkt het me veel gemakkelijker patronen te "vinden" als er geen zijn, dan als de werkelijkheid heel anders is dan wat je er graag had in willen aantreffen.

Je weet misschien wel, ik denk vanzelfsprekend terug aan het verhaal van enkele dagen geleden hier, waarbij iemand zijn patronen eerst verdedigt met de beschuldiging dat ik een auteur fout citeer, en binnen één post moet komen zeggen dat de auteur eigenlijk dingen verzint.

En het is in die zin, denk ik, dat Gould het heeft over een "wetenschap van de geschiedenis". Je kan een tijdje proberen een hoop mist de wereld in te spuiten, maar als je tussen serieuze mensen zit, dan is op een gegeven moment de koek op.