zaterdag 7 maart 2009

Mijmeringen in een menigte

Ik zit in het bedrijfsrestaurant, rond het middaguur wanneer veel mensen hetzelfde doen. Zoals me af en toe overkomt overvalt me een moment van afwezigheid, en blik op oneindig begin ik ineens te luisteren naar het gekabbel van de conversatie van honderden mensen.

Het eerste dat me opvalt is dat het geluid van dat gekabbel massaal, overweldigend aanwezig is - dat je enige moeite moet doen om er bovenuit te komen - maar dat je er eigenlijk nooit naar luistert. Het is iets dat we zo vanzelfsprekend vinden dat we het negeren terwijl het van alle kanten in onze oren toetert.

Dus ik begin te luisteren. Het volgende dat me opvalt is de toonhoogte - of de klank; ik weet niet precies hoe ik het moet noemen. Ik veronderstel dat je kan proberen er een gemiddelde klank, of zoiets, uit te distilleren, en dat zou dan een sol zijn, of een si, heel precies te situeren ergens op de notenbalk - en wat me opvalt is dat dat dan een eerder hoge noot zou zijn. Natuurlijk beweer ik niet dat dat de enige klank is die je er hoort, maar ik heb wel de indruk dat die gemiddelde klank het meest nadrukkelijk aanwezig is. En verder heb ik de indruk dat vrouwenstemmen het meest bijdragen aan die gemiddelde toon. Het is maar een indruk, maar zo klonk het bij mij toen ik er eenmaal begon op te letten.

Dat soort associaties gebeurt vrij snel, en ongeveer tegelijk begon ik aan het stromen van een rivier te denken. Dat gaat niet over het feit dat een rivier op dezelfde manier klinkt - want dat is niet zo - maar misschien meer over het ritme? Of is het gewoon zo dat een voortdurend stromen van iets, om het even wat, in dit geval net niet constant geluid, in ons hoofd zo verweven is met het voorbeeld van de rivier dat we daar spontaan beginnen aan te denken? In ieder geval ben ik lang niet de enige die op dat idee is gekomen. Ik kan het punt niet beter illustreren dan Smetana heeft gedaan, zoals je kan horen als je gewoon even de eerste minuten van het onderstaande stukje meeneemt (en zelfs de grootste hater van klassiek zal waarschijnlijk de melodie van na die eerste minuten herkennen):

http://www.youtube.com/watch?v=LlLPLO90fSk

Zeg nu zelf: als je het geluid van de conversaties van honderden mensen op muziek had moeten zetten had je het niet beter kunnen doen, zeker? En toch heb je waarschijnlijk wel het stuk "De Moldau" herkend; de rivier die stroomt door Praag...


1 opmerking:

Anoniem zei

Wat je hoort is voornamelijk galm en de frequenties worden bepaald door oa. de dimensies van de ruimte.
Om het cru te stellen: de ruimte (in casu het restaurant) filtert haar favoriete frequenties uit het geroezemoes. Een interessante, zij het enigzins experimentele, muzikale interpretatie van dit fenomeen is "I'm sitting in a room" van Alvin Lucier.

Er is naar dit soort achtergrondgeluiden behoorlijk wat onderzoek gepleegd in het kader van de psychoaccoustiek. Hoewel de hersenen deze klanken (die meestal ook subtieler aanwezig zijn dan in bedrijfrestaurants: wind in bladeren, insecten, lawaai van eigen zenuwen & bloedcirculatie) meestal wegdenken (of misschien eerder negeren) is er toch steeds een minimum van processing aanwezig. Denk maar aan het zogenaamde cocktaileffect (valt in het geroezemoes je naam, dan is de kans groot dat je het opmerkt) en het feit dat heel veel mensen zich licht oncomfortabel voelen in een andere (onbewuste) geluidsomgeving.

De regisseur David Lynch buit dit uit in het sounddesign van zijn films. Door de band met referentiegeluid (een opname van de lege studio om de continuiteit tussen takes te waarborgen) achterwaards af te spelen. Dit creëert een onbewust bevreemdend effect.