Het is ongelofelijk hoe snel je dat weer gewoon bent: het gebouw van de bank, de trappen, de gangen, het bedrijfsrestaurant. Het verkeer en de straten van Brussel, je bureau en je computer... Over collega's zeg ik natuurlijk niets: de snoodaards kunnen lezen, en ze zouden durven ook. Maar ik kan toch enigszins gnuivend melden dat ik mijn eerste werkdag (geheel naar karakter) begon door op een verkeerde knop te duwen, en heel de werkpost van één van die collega's plooide dicht.
Maar goed.
Het contrast met de verschillende dagen schitterend weer van en voor het week-end was erg groot. Temeer daar er nogal geïmprovizeerd eerst werd gebarbecued, waarna er met de nichtjes - even oud als kleuter Sarah - werd afgesproken naar de Efteling te gaan. Buitengewoon drukke dagen, dus, en dat is de reden waarom het hier even stil was. Alweer zoveel later zie ik intussen nog altijd het beeld van drie kleuters voor me, die over en tussen de attracties van een klassieke paardenmolen klauterden, met papa/nonkel koen er puffend achteraan, afwachtend tot de dames besloten hebben op welk paard ze willen gaan zitten. Charmant allemaal, maar het haalt het allemaal niet, zoals vanzelf spreekt, bij het bankgebouw en het bedrijfsrestaurant.
Sommige mensen zeggen wel eens ironisch dat ze terug naar het werk gaan om uit te rusten van hun vakantie. En als ze ook een baby - zelfs al is het de braafste baby van de wereld - een peuter en een kleuter hadden, dan zouden ze weten dat het nog niet eens zodanig absurd is.
Maar we hebben groot nieuws! De verbale ontwikkeling van peuter Thomas lijkt nogal plots een nieuw stadium te hebben bereikt (de kenners zullen nu denken aan de term "punctuated equilibrium"...). Ineens wijst hij allerlei voorwerpen aan en vraagt "dat?". "Dat?" "Dat?"
En wij moeten zeggen welk woordje past bij dat voorwerp. En toen ik mijn eigen neus aanwees en vroeg "wat is dat?" kon hij "neusj" antwoorden, alsook "aude" toen ik het met de auto probeerde.
Maar toen ik naar mijn oor wees, toen wees hij zelf ook naar zijn eigen oor, en keek me met van die grote trouwe ogen aan, waarmee hij wilde zeggen dat hij toch erg zijn best deed.
Eind van de maand is hij twee jaar en hij kan al bijna praten! Maar laten we even serieus zijn: ik zeg u, ik zie het aan zijn oogopslag: onzen Thomas zal een verstandig bazeke zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten