In een artikel lees ik dat Erwin Schrödinger geboren is in het Wenen van de jaren tachtig van de negentiende eeuw, en ik zit er een beetje hoofdschuddend op te kijken. Schrödinger is één van de grote namen uit de natuurkunde van de vroege twintigste eeuw; een periode waarin je in het nieuws moest komen terwijl Albert Einstein de grote vedette was. Het waren keien, die grote namen uit het begin van de twintigste eeuw. Het was een beetje alsof je in de jaren zestig van de twintigste eeuw een tijdje op nummer één van de hitparade stond; niet slecht als het krioelde van de Beatles tussen de Stones.
Meteen zitten we midden in de vraag. Hoe komt het dat je in een korte periode als "de vroege twintigste eeuw" een uitbarsting aan natuurkundig talent ziet, zoals je maar zelden ziet in de geschiedenis? En hoe komt het dat je in de periode tussen Bach en Rachmaninov maar aan de bomen moest schudden en de Beethovens en Mozarts vallen naar beneden alsof het normaal is? En kan iemand vertellen waarom het Italië van de zestiende eeuw schilders produceerde zoals wij lintbebouwing?
Soms zijn dat soort uitbarstingen zelf dan nog eens maar een klein onderdeel van een veel grotere explosie van vernuft. Die Italiaanse schilders waren één exponent van wat we de Italiaanse, en wat later de Europese Renaissance noemen. Of het nu schilders waren, of schrijvers, of wetenschappers of noem maar op, het borrelde op van tussen de stenen en spoot dat de druppels nu nog altijd niet allemaal gevallen zijn. En ook daarvan kan je verschillende andere voorbeelden geven.
Neem nu het Athene van Pericles. De Grieken hebben net de Perzen een pandoering geven, en nu mag je kiezen. Dramaturgen? Aeschylos, Euripides, Sophocles: ze worden vandaag nog opgevoerd! Historici? Thucydides, Herodotos, Xenophon: je krijgt ze vandaag als voorbeelden van het ontstaan van de geschiedschrijving. En filosofen, natuurlijk! Socrates, Plato en Aristoteles horen tot vandaag bij de grootsten van hun discipline, maar je kan een héél lange lijst krijgen (Parmenides, Herakleitos, Protagoras...) en je kan er tot vandaag heel interessante dingen over vertellen. Aangezien het 25 eeuwen geleden is, is het moeilijker om nog veel over musici, beeldhouwers of schilders te praten, maar als je een stel wetenschappers wil...
Als ik me terug naar Schrödinger mag begeven; het gaat er om dat ik me afvraag of het Wenen van 1900 AD niet in dat lijstje past. Ikzelf denk onmiddellijk aan Freud. Ik weet dat het bon ton is om neer te kijken op Freud, maar vertel me eerst maar eens wat je van Freud gelezen hebt? Ik wil echt wel inzien dat de medische wetenschap van 2009 één en ander beter kan dan in 1880, maar als doorbraak, filosofisch gesproken: ik denk dat er in dat neerkijken veel snobisme in het spel is.
Maar het Wenen van die periode produceerde bijvoorbeeld ook de economisten van de Oostenrijkse school. Friedrich Hayek, Ludwig von Mises, ik zou ze echt niet allemaal kunnen opsommen, maar ze waren er, en ze zijn tot vandaag prominent aanwezig in de economie.
En alweer houd ik wat ik het beste ken in reserve. Vaak heb ik gelezen dat Ludwig Wittgenstein de belangrijkste filosoof van de twintigste eeuw was. Ik zou er niets over durven zeggen: ver, ver boven mijn pet. Maar we treffen er ook mijn beter bekende vriend Karl Popper aan: nog iemand die op de voorste rij staat als het over belangrijke filosofen gaat. Er bestond een hele club van filosofen, genaamd de "Wiener Kreis", en ze spelen nog vaak een rol in conversaties over filosofische onderwerpen.
Tegelijk sla ik een hoop disciplines over, omdat ik er gewoon niet veel ("niets") van ken. Als ik me niet vergis was er in de muziek en de literatuur in dat Wenen ook heel wat aan de gang. Alles bij elkaar weet ik niet of ik terecht zat te denken aan het Athene van Pericles of het Italië van Leonardo da Vinci. Maar je zal het stilaan met me eens zijn dat er één en ander aan het gebeuren was.
Merkwaardig, toch, dat stervende imperium van "Oostenrijk-Hongarije". Officiëel een grootmacht in die dagen, een reus op lemen voeten in de realiteit: nog een dik decennium en ze vergaan helemaal in de Eerste Wereldoorlog, maar toch... Ze liepen er toch maar rond, al die grote namen daar in dat Wenen van circa 1900 AD.
2 opmerkingen:
Ik heb net vorige week 'Wittgenstein's Poker' (http://www.amazon.com/Wittgensteins-Poker-Ten-Minute-Argument-Philosophers/dp/0060936649) gelezen die de enige ontmoeting beschrijft tussen Wittgenstein en Popper. Het boek besteedt behoorlijk wat aandacht aan het Wenen uit die periode. Dat stervende imperium bracht trouwens ook nog Godel (grootste logicus van de 20e eeuw) en von Neumann (wiskundige, natuurkundige, computerpionier en economist) voort dus ze waren inderdaad niet zo slecht bezig.
Ah, dat boek heb ik een hele tijd geleden ook gelezen - ik moet zeggen dat ik het stuk over dat Wenen van toen vergeten was - nu ja, ik voel dat het ergens op de achtergrond nog wel meedeed.
Intussen zijn Gödel en Von Neumann schitterende aanvullingen voor de verzameling. Was dat overigens geen Hongaar, die von Neumann? Toen (in de context van de post over buitenaards leven) de vraag gesteld werd waar de buitenaardsen wel waren zei iemand "maar ze zijn wel degelijk onder ons, we noemen ze de Hongaren". Dat was de tijd dat de Hongaren de ene Nobelprijs na de andere opstreken...
Een reactie posten