dinsdag 23 februari 2010

De euro, bis

Bijna vier jaar geleden verscheen hier een stukje over de euro (1). Er was een kritische analyse verschenen van de soort die al bestond tien jaar voor de euro was ingevoerd. Het idee is dat je op zoek bent naar hoe groot het gebied mag zijn waarop je een eengemaakte munt hanteert. Waarom hebben gigantische oppervlaktes als China en Indië en de VS een eengemaakte munt, en hadden (pakweg) de (latere) Europese middeleeuwen een eigen munt voor iedere stad die maar iets voorstelde, en alles daartussenin. En het idee was ook dat de euro een te ambitieus project was voor alle deelnemende landen van "Euroland".

Zoals ik hier zeer onlangs simplifiëerde, aangenomen dat je praat over gebieden die met elkaar handel drijven ziet de keuze er ongeveer als volgt uit (2). Ofwel kies je voor een systeem waarin verschillende deelgebieden een eigen monetaire souvereiniteit hebben, wat wil zeggen dat ze de economie van hun gebied kunnen afremmen of integendeel stimuleren door het spelen met de interestvoet: maar dan moeten ze ook een eigen munt hebben. Ofwel vind je integendeel dat de muntschommelingen tussen al die gebieden het leven veel te moeilijk maken en dat er beter één enkele munt voor heel het gebied kan zijn: maar dan kunnen ze niet langer hun eigen monetaire souvereiniteit hebben.

En wat de critici nu opmerkten was dat de onderlinge diversiteit van de deelnemende landen zo groot was dat ze er maar beter aan deden die eigen munt (en bijhorende souvereiniteit) aan te houden dan de nadelen van de muntschommelingen weg te werken. Dat schreven ze lang op voorhand, dat schreven ze bij het begin van de euro, dat schreven ze in 2,006 en tijdens de huidige crisis schrijven ze dat in 2,010. Bijvoorbeeld kwam het onderwerp heel recent aan bod op het blog van Geert Noels (3).

Mijn stukje uit 2,006 - waarnaar ik heb verwezen in de discussie bij Geert - ging over hoe volgens mij minstens een deel van de critici niet erg consistent klonken. Namelijk, als de kritiek kwam uit de hoek van de monetair orthodoxe denkers (devaluerende munten om je competitiviteit op peil te houden is een korte termijn politiek met meer na- dan voordelen) kreeg je het volgende eigenaardige effect. Ze proberen hun gelijk te halen dat de euro een slecht idee is door te wijzen op de problemen van deelnemende landen die als gevolg van de euro niet langer de monetaire souvereiniteit hebben om hun rente te verlagen en hun munt te devalueren. Terwijl zowel de monetaire orthodoxie als de kritiek op het gebrek aan flexibiliteit van de euro respectabele standpunten ("hypothesen"? "theorieën"?) zijn, maar... allebei tegelijk...?

Hmmmmm...

Dit gezegd zijnde, er is vandaag ook een belangrijk verschil met de toestand uit 2,006. In die tekst heb ik me ook wel wat vrolijk gemaakt over het "gelijk" van de critici, toen uitgerekend Duitsland het land was dat het meest te leiden had onder de opgelegde monetaire orthodoxie van de euro. Dat was immers helemaal niet wat de monetair orthodoxe school had verwacht; die had altijd verwacht dat de problemen zouden ontstaan met de historisch "lakse" staten, zoals Italië of vaak de Zuid Europese staten in het algemeen.

Maar vandaag in 2,010 is dat aspect van de inconsistentie verdwenen. De crisis die vandaag de euro treft is inderdaad een crisis van de geloofwaardigheid van Zuid Europese landen, die er niet in geslaagd zijn zichzelf de budgetaire orthodoxie op te leggen die nu eenmaal hoort bij een monetaire orthodoxie. En daarom hebben ze in grote mate beroep gedaan op "creatief boekhouden", tot het punt dat begin 2,010 de markten serieuze twijfels hebben bij hun terugbetalingscapaciteit.

Zoals ik al eerder schreef, ikzelf ben altijd een groot aanhanger van de euro geweest. Dus kan ik die critici die hun gelijk moeten halen omdat ze de nood aan devaluaties moeten inroepen terwijl ze daarvan altijd hebben gezegd wat een slechte politiek dat was, nog altijd erg grappig vinden. Maar er waren dus ook heel andere critici, zoals blijkbaar Paul Krugman (4) die altijd gezegd hebben dat de euro tot een tekort aan monetaire flexibiliteit kon leiden, terwijl hij tenminste nooit beweerd heeft dat die monetaire flexibiliteit eigenlijk bij de uitgelezen manieren hoort om een economie te ondergraven. Dus sommige critici maken nu toch een betere beurt: ze hebben het altijd gezegd, ze zitten daarmee niet op een pijnlijke inconsistentie, èn hun specifiek scenario doet zich momenteel ook werkelijk voor. Ik kan me nog altijd niets voorstellen bij een uiteenspatten van de euro. Maar er zijn de laatste jaren nog wel een paar dingen gebeurd die ik me niet kon voorstellen...

------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/de-euro.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/02/democratie-met-terugwerkende-kracht.html
(3) http://www.econoshock.be/2010/medic-nordic-euro/
(4)
http://krugman.blogs.nytimes.com/2010/02/15/euroskeptic-me/

Geen opmerkingen: