Als middelste van drie kinderen denk ik dat je bepaalde nadelen hebt. Wat je ook kan, wat je ook leert, wat je ook doet: de oudste heeft het allemaal al eens voorgedaan, en dus is er weinig nieuws over je te vertellen. En hoe snoezig je ook net de nieuwe GSM in de emmer water hebt laten vallen, de peuter doet het je na met een nog veel schattiger glimlach en een nog veel gesofisticeerder apparaat. En zo val je altijd tussen twee treden.
Dus was papa heel erg verbaasd, werkelijk "open mond" toen ineens kleuter Thomas twee handjes de lucht in smeet en glunderend verklaarde "is klàààà'". Voor kleuter Thomas lag een puzzel van 100 stukjes, helemaal gelegd. Papa, stomverbaasd, dus, heeft nog eens de doos vastgepakt, goed gekeken of er wel degelijk op stond "100 stukjes" en toen niet minder verbaasd naar de glunderende kleuter gekeken. 5 à 6 jaar, zegt de doos, maar kleuter Thomas is drie en een half. Hij kan heel aardige zinnetjes brouwen, maar zijn uitspraak blijft achterop hinken, en ook dat maakt dat je het manneke onderschat. En dan ineens, zomaar uit het niets, terwijl je trots de prestaties van je grote dochter en vertederd die van je kleine peuter gadeslaat, heeft kleuter Thomas geleerd puzzels van 100 stukjes te leggen. In feite hadden we het moeten weten, want op zijn "rapport" stond de rubriek "een pluim voor..." ingevuld met "omdat je zo goed kan puzzelen".
Maar papa wist van niets (schuldgevoel, gewetensonderzoek, andere...).
De grote puzzelkampioen van ons huis is echter kleuter Sarah. Die legt nu vlot puzzels van 200 stukjes: 8 jaar zegt de doos, maar kleuter Sarah is vijf en een half, terwijl ze die "8" heel goed kan lezen, en interpreteren. Ze is er dan ook apetrots op, en heel de wereld moet het weten. Dat heeft ze van haar papa die ook af en toe die neiging vertoont, en die haar (levenswijsheid) voorzichtig probeert duidelijk te maken dat je er jezelf niet altijd populair mee maakt (heel, heel veel levenswijsheid).
Ze lijkt me echt niet van gisteren. Zo kwam laatst in één of ander sprookje de mogelijkheid naar voor dat iemand één wens zou mogen doen. Eéntje maar, dus je moet er goed over nadenken. Er goed over nadenken was precies wat kleuter Sarah deed, en toen verklaarde ze met grote, onschuldig in de verte kijkende oogjes, dat haar wens er in zou bestaan dat vanaf nu niet één, maar al haar wensen zouden vervuld worden.
Ik weet nog dat ik een pak ouder was toen iemand me moest vertellen dat dat de beste optie was - maar kleuter Sarah komt daar helemaal zelf op. Oh, het komt allemaal ook met nadelen, hoor: laten we het er maar op houden dat ze karakteriëel op haar vader lijkt, het arme kind...
(Maar uiterlijk is ze helemaal haar moeder, gelukkig...)
Peuter Simon puzzelt nog niet: hij is nog maar 21 maanden. Wel pakt hij de stukjes van zijn grotere broer en zus af, en verstopt ze glunderend doorheen heel het huis. Wat heeft hij een succes met het kabaal dat de twee kleuters dan maken! En dan die nerveuze papa die overal kasten opentrekt en onder stoelen kijkt; peuter Simon komt niet meer bij van het lachen. Hij kan nu helemaal in zijn eentje de trap op en af, en hij experimenteert geweldig met woordjes. Alleen individuele woordjes nog, maar sommige kan hij heel nauwkeurig goed uitspreken. Of hij wijst naar de afbeelding van een paard en zegt "aatje!". Het is een zeer actief baaske, meestal als we gaan wandelen vertrekken we met peuter Simon in de koets, en komen we terug met kleuter Thomas in het zitje waar peuter Simon zat. Hij zet de oven op 1200 graden als niemand kijkt en trekt de deur van de diepvries open. Hij zet de wekker op maximaal volume en verandert het uur zodat het alarm een uur vroeger afgaat. En als we hem afhalen in de crèche staat er vaak een begeleidend schrijven als "goed gespeeld en veel gelachen". That's my boy.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten