zondag 11 november 2007

Voorlopig weinig "Sympathy for the Devil"

Ik ben enkele bladzijden ver in Markus Wolf’s De Man zonder Gezicht, 1,997. Wolf was het hoofd van de Oost-Duitse buitenlandse inlichtingendienst; een deel van de "Stasi". Eén van die mensen dus die wij, via de nieuwsberichten of boeken zoals die van John Le Carré als personificaties van de duivel zien. Ontvoeringen, martelingen, de nachtelijke klop op de deur, spionage van je eigen bevolking, machtsmisbruik en –geilheid op de grootst mogelijke schaal – ik houd maar op met associaties op te schrijven, het zijn er te veel, allemaal negatief.

Maar goed, ik zag het staan bij iemand en ik bladerde door de eerste zinnen, en ik zag twee dingen: “ik ben niet van plan deze memoires als genadeverzoek te schrijven”, en “ik besef dat beide kanten, ook de onze, misdadige dingen heeft gedaan en mensen heeft doen lijden, en daar heb ik spijt van”. We zullen zien, ik zit nog maar enkele bladzijden ver. Maar als toon bevalt het me wel, dus ik heb het boek geleend.

Wat me al vlug trof was de manier waarop zijn assertief communistische familie door de Nazis werd vervolgd, onder andere omdat zijn vader een anti-Nazi toneelstuk schreef dat een echte bestseller werd. Het hele gezin, inclusief de kinderen, verscheen op de lijst van gezochte personen – maar goed dat ze de bui al voelden hangen en al in ballingschap waren gegaan. En sommige mensen maar volhouden hoe Hitler “eigenlijk” links was...

Maar soit, op een bepaald moment schrijft hij: “Mocht het waar zijn dat iemands politieke denkbeelden gevormd worden door één enkele gebeurtenis, dan heeft dat bij plaatsgevonden toen ik als jongetje door mijn eigen land als crimineel werd bestempeld”.

Iets dergelijks had me al eens eerder getroffen. In de film The English Patient kwam een Hongaarse onderzoeker voor, die in 1,939 al jaren in Afrika leefde en zich absoluut niet betrokken voelde bij de Tweede Wereldoorlog. De strijdende partijen kwamen evenwel ook in Afrika terecht, en hij komt vanzelf met beide kanten in contact. Daarbij verdenken de Britten hem van spionage, en hoewel het niet waar is maken ze het officiëel. Dus, legt hij in flashback de motieven van zijn handelen uit, toen hij informatie te bieden had en transport nodig had, “wendde ik me niet tot de mensen die mij tot hun vijand hadden verklaard, maar wel tot de Duitsers en ruilde mijn kaarten voor een vliegticket”. En zo hadden de Britten hun eigen vrees tot realiteit gemaakt.

Op een veel minder dramatisch niveau dan wat Markus Wolf heeft meegemaakt dacht ik terug aan George Bush die verklaarde dat wie niet met hem was voor de terroristen was - en voelde hoe domheid en botheid er niet voor de eerste in geslaagd was zijn eigen vijanden te creëren, toen ze er waarachtig al meer dan genoeg hadden.

Nu trof de scène me opnieuw, nadat ze me eerst als fictie was bijgebracht en nadat ik het als krantenlezende intellectueel in het comfort van een leunstoel in de vrije wereld had aangevoeld – maar deze keer door de ogen van iemand die er om vervolgd was, en zichzelf enkele jaren later terugvindt bij de “Pioniers”; de jeugdbewegingen van het Sovjet Communisme die Stalin aanbaden.

Ik ben benieuwd. We zullen zien. Hij slaagde er met zijn eerste zinnen in te vermijden dat ik het boek (bij wijze van spreken) honend in de hoek met Mein Kampf en de moraalfilosofie van Pol Pot heb geslingerd, en met deze follow up krijgt hij me zo ver dat ik geïntrigeerd zal verder lezen. Maar we zullen zien. Ik blijf zitten met het beeld van een man die in zijn strijd tegen het regime van concentratiekampen, onderdrukking en massamoord dan maar een hoge, actieve functionaris is geworden in een regime van concentratiekampen, onderdrukking en massamoord. Hij heeft me ervan overtuigd dat ik er goed aan doe de verdediging te laten spreken – “de andere kijk” heeft ook haar rechten. Om ook sympathie op te vatten voor een ex-hoofd van een communistische veiligheidsdienst zal er iets meer nodig zijn.

Geen opmerkingen: