Mijn boek over de historische evolutie van de teksten die uiteindelijk ons Nieuw Testament geworden zijn (1) is intussen al goed opgeschoten, en de “geïnteresseerde niet-specialist” (mensen zoals ik) komt enkele boeiende dingen te weten. Laat me er eerst aan herinneren dat ikzelf, onder invloed van de filosoof Charles Vergeer, vertrek van wat ik een soort minimalistische lectuur van de teksten zou noemen (2). Dat wil zeggen, we doen niet aan verwoede pogingen om te ontkennen dat Jezus zelfs maar bestaan heeft, maar we doen ook niet mee aan zonen van God die naar de Aarde komen en zich laten kruisigen, omdat de God van Liefde anders niet meer weet wat hij met al die menselijke zonden aanmoet.
In dat geval houden we een politieke rebel over, die in een traditie van voortdurende rebellie in het toenmalige Judea probeert een locale, Joodse Koning tegenover een universele, Romeinse Keizer te plaatsen. Dat is de reden waarom hij, zoals het bordje bij het kruis volgens de evangelieën zelf zegt, gekruisigd wordt. Zoals de Romeinen doorheen de generaties joodse opstandelingen immers met honderden gekruisigd hebben.
Maar voor de toenmalige aanhangers van Jezus, voor wie de scheiding van kerk en staat nog even ondenkbaar was als voor alle andere beschavingen van die tijd, bleef de spirituele kant van het verhaal doorzinderen tot lang nadat de materiële onderneming was geëindigd op de Romeinse executieplaatsen. En dat is het punt vanwaar het boek een blik werpt op de twee tot drie volgende eeuwen.
In die eerste decennia ontstond een waaier van verhalen en versies van verhalen, allemaal met hun eigen interpretaties van wat Jezus had gedaan, plus nog eens de brieven die ze aan elkaar schreven, plus nog eens de neergeschreven versies daarvan, die op hun beurt in die pré-boekdrukkunst tijdperk manueel (en dus vaak foutief) gecopiëerd werden, kortom, een enorme wildgroei. En in die wildgroei leefden allerlei groepen mensen die op de meest overtuigde toon uitriepen dat ze volgelingen van Jezus Christus waren, maar die ideeën aanhingen die er voor hedendaagse Christenen erg vreemd kunnen uitzien.
Zo waren er groepen voor wie er één God was, maar andere voor wie er twee waren. De God van het Oude Testament bestond, maar dat was een andere, wrede God die door de machtiger God van de Liefde van zijn wraakmogelijkheden was beroofd. En analoog waren er voor wie er twaalf goden waren, en nog anderen riepen er in naam van Jezus 365 uit. Monotheïsme, iemand?
Parallel daarmee waren er voor wie Jezus zelf God, en niets anders dan God was, anderen voor wie Jezus alleen maar een mens, zoals andere mensen was, en nog anderen zagen in Jezus een wezen dat tegelijk God en tegelijk mens was. En soortgelijke verschillen ontstonden over de vraag of God nu de wereld had geschapen, dan wel dat dat een onafhankelijk “kosmisch accident” was, waarin God vervolgens kwam ingrijpen. Enzovoort.
Al die groepen hadden niet alleen hun eigen versies, die ze als de “ware leer” (in het Grieks: “orthodox”) beschouwden, en tegenover de “orthodoxie” van al de anderen plaatsten, maar ook beriepen ze zich allemaal op hun eigen verhalen (al dan niet geschreven), om daaruit uitgerekend hun gelijk te halen. En dus ontstond er een neiging om (a) die verhalen op te schrijven die goed uitkwamen, (b) tussen de vele verhalen alleen die verhalen uit te kiezen die het eigen geloof goed uitkwamen, en (c) in de uitgeselecteerde verhalen die “fouten” te copiëren die ook beter uitkwamen.
Pas een hele tijd – eeuwen – later kwam een moment waarop één van al die verschillende strijdende groepen de overhand behaalde, en het woord “orthodox” niet langer sloeg op iedereen die zichzelf “correct” noemde, maar op die ene versie die het temidden van alle andere had gehaald. Vanaf dat punt werd de geschiedenis geschreven door deze overwinnaars, en vandaag “geloven” wij dat er één God is, dat zijn zoon Jezus een “geboren, niet geschapen” Goddelijke persoon is, die als mens gestorven is aan het kruis, en de rest van het credo.
Ironisch, nietwaar? Wat we te zien krijgen is het resultaat van een “selectie effect”. Er is variatie van de verschillende teksten, al die teksten worden gecopiëerd en krijgen dus nakomelingen die licht van elkaar verschillen, sommige teksten kunnen meer nakomelingen naar latere periodes sturen dan andere, en na nog wat “struggle for life” is er één die alle andere elimineert. En als je er op wijst dat die laatste helemaal geen uitdrukking is van een eeuwige waarheid, maar het resultaat van een contingent proces, dat evengoed heel anders had kunnen verlopen, dan kijken ze je aan alsof je had beweerd dat de mens afstamt van de aap...
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/08/de-splinter-en-de-balk.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/geef-aan-de-keizer.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/04/judas.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten