maandag 3 januari 2011

En toen... werd het stil...

Mogelijk kreeg je bij de eerste posts over "de Slag om Stalingrad" het gevoel dat er zich een verhaal ontwikkelde dat in crescendo, door almaar nieuwe hoogtepunten van gewelddadigheid, op een exploderende climax afstormde. In dat geval begon je waarschijnlijk vanaf "de omsingeling" te vermoeden dat het desondanks anders zou aflopen. Als het verhaal zelf al één grote, daverende explosie is, hoe zou de ontknoping dan ook nog een explosie kunnen zijn?

Het einde van de Slag om Stalingrad nam niet de vorm aan van een explosie, maar van een uitdoven. De ring rond de Duitse soldaten werd almaar nauwer, tot ze helemaal de stad werden ingedreven, en daar opeengepakt in riolen en kelders het einde lagen af te wachten. En nog vochten de gevechtstroepen voort, en nog realiseerden ze mirakels van organisatie en discipline, maar op een bepaald moment was de koek echt op.

Het Rode Leger zette de wijken van de stad sectie per sectie af en nam ze huis per huis in, niet erg verschillend van de manier waarop de Duitsers zelf, nog maar enkele maanden daarvoor, zelf vorderingen maakten. Maar op de duur konden de Duitse soldaten zelfs in gebouwen waarin de hoofdkwartieren zaten buiten de Russische tanks en jeeps gewoon door de straten zien rijden. En de kogels waren op, en het eten was op, tot de laatste knook van een paard en nog een paar kameraden er bij, en de wil om de ongelofelijke lijdensweg nog verder te zetten was ook op.

En dus verschenen witte vlaggen uit ramen van gebouwen, waarin een geïsoleerde commandant nog driftig probeerde te bevelen "er wordt verder verdedigd!", maar straat per straat vielen de wapens stil. Toen, op een dag helemaal aan het eind van januari 1943, wandelde een Russische luitenant een gebouw in waar hij na wat conversatie met Duitse opperofficieren Generaal Paulus zelf aantrof... Gevolgd door de scène van de Duitse opperbevelhebber die zich overgaf, en officiëel was de slag voorbij. In werkelijkheid vocht een grote geïsoleerde groep in het noorden nog enkele dagen in februari door, maar de erbarmelijke toestand ("superlatieven schieten tekort") maakte dat het niet langer duurde dan dat.

En toen...

...in die stad waar zich een bombardement had afgespeeld "om Dresden 1945 in de schaduw te stellen", waar maandenlang "het geluid van de explosies als een mes je oren binnendrong"; waar "de ontploffingen zich zo met elkaar vermengden dat je nog enkel één grote langgerekte explosie kon horen"; waar de vlammen zo naar de hemel oploeiden dat die vijftig kilometer verder rood kleurde... in die stad die al die tijd praktisch dagelijks wereldwijd de krantenkoppen had gehaald; waar al die tijd elke centimeter grond was bevochten, "niet alleen op de grond, maar ook boven de grond en onder de grond", waar gedurende maanden van temperaturen van tientallen graden onder nul geen sneeuwvlok ooit de flanken van de Mamaev Kurgan bedekte...

... werd het stil.

Wat een eigenaardige sensatie moet dàt geweest zijn...?

Er zit achteraf bekeken een zekere poëzie in het feit dat de stad intussen alweer van naam is veranderd. Dat was waar deze serie mee begonnen was: zou jij op een blinde kaart weten waar Volgograd ligt? Of als ik had gevraagd een stadje, om het even waar ter wereld, van een miljoen inwoners op te noemen - daarvan zijn er zelf een miljoen - zou jij gedacht hebben dat er nog een verhaal bij hoorde, indien het kaartje met de naam "Volgograd" uit de bus was gekomen? Die vergetelheid past als een handschoen op het einde van "één van de hoogtepunten, zoniet hèt hoogtepunt, van heel de Tweede Wereldoorlog". De Slag om Stalingrad... Van bij het begin één razende oerknal, die vanaf een bepaald moment, héél laat in de chronologie, geleidelijk begon uit te doven, en op het einde zo grondig wegstierf, dat je de huidige naam van de plaats uitspreekt, maar er niet meer de geringste echo van opvangt.

Geen opmerkingen: