zaterdag 4 februari 2012

Gates of Fire: de stilte voor de storm

Een tikje zoals je kan verwachten loopt het eerste deel van Gates of Fire (1) qua verhaal eerder traag. Mij stoort het niet: ik zie wel eens graag dat leven in het Griekenland van voor de Gouden Eeuw tot leven komen, met polissen en aristocratieën, maar ook met land- en stadloze zwervers en onderdrukte Heloten, allemaal het gevolg van een eeuw of meer van burgeroorlogen tussen al die onafhankelijke stadsstaatjes. En goden en geiten en havensteden, en olijfbomen op rotsige heuvels...

En Spartanen, natuurlijk, heel, heel veel Spartanen. Het maakt echt een verschil in mijn vroeger wereldbeeld, waarin veel Atheners een naam hadden, zoals Perikles of Socrates, of al die rondzwervende geleerden zoals Protagoras en de rest, en daarnaast waren er "de Spartanen", verder even naamloos als ze zelf hadden gewild, met hun grote schilden en hun onpersoonlijke helmen, speciaal gemaakt om er onpersoonlijk, onmenselijk uit te zien. Veel afschrikwekkender om ze in een muur op je af te zien marcheren...

Maar ineens heten ze Dienekes ("die - ei - nee - kes"), en Polynikes, en Alexandros, en ze hebben een persoonlijkheid, en hun eigen vorm van humor of juist brutaliteit. Ze hebben, dus, hun hele leven niets anders gedaan dan trainen om professionele krijgers te worden. Ze behandelen "de job" dan ook zoals jij en ik een spreadsheet behandelen of een transactie afsluiten: met een minimum aan krullen en strikken om er zoveel mogelijk van te kunnen doen. Methodisch, rationeel slaan ze armen en benen af en houwen ze koppen de lucht in, en het woord "laconiek" lijkt te zijn afgeleid van de landsstreek waar Sparta de hoofdstad van was: Lakedaimon. Ze waren "laconiek", die Lakedaimoniërs, kort, to the point, en vaak zijn ze daarmee best wel grappig. Het maakt ze levensecht; hedendaags, bijna, met hun ironie, hun zelfspot, maar ook hun kalm professionalisme.

Ook heel aardig is dat de "dames van Sparta" een eigen dimensie krijgen. Het leven als moeder of echtgenote van beroepsmatige elitetroepen is geen lachtertje. Legendarisch, voorbeeldig, is de moeder die ooit, toen ze vernam dat al haar vijf zonen waren omgekomen in het gevecht, enkel vroeg: hebben wij gewonnen? En toen ze hoorde dat de Spartanen inderdaad gewonnen hadden wandelde ze met droge ogen weg. Maar het boek neemt de tijd, en slaagt er in, om ook mee te geven dat die dames van Sparta ondanks dat onmenselijk leven, toch vrouwelijke vrouwen en moederlijke moeders zijn, die in feite de vreselijkste offers van allemaal brengen, en bepaald geen doetjes als het er op aankomt die stoere hoplieten van antwoord te dienen.

Eindelijk staat het leger dan in Thermopylae, een badplaats, een kuuroord, waar ze al meteen van de zwembaden en prieeltjes een egelstelling maken. Een fraaie scène is de Egyptische gezant die de Spartanen komt voorstellen zich hier niet dood te vechten, maar integendeel dienst te nemen in het Perzisch leger, als elitetroepen, en ineens meer rijkdom te verwerven dan alle Grieken van de wereld ooit hebben gedroomd. Het geeft geen zin, antwoorden de Spartaanse diplomaten, deze vraag aan Koning Leonidas voor te leggen. Hij zou precies hetzelfde antwoord geven: "zinloos". "Maar in veel ruwere bewoordingen!" roept een grapjas uit de rangen! Temidden van de hilariteit en de verdergaande pleidooien werkt de grapjas zich onder hetzelfde gespot verder in de rangen naar voren, tot hij helemaal vooraan staat, en blijkt dat hij Leonidas zelf is. Hmmmm... nja, bij het nalezen van deze paragraaf kan ik alleen maar beloven dat het boek dit beter vertelt.

Het gevolg van deze weigering is dat de Grieken even later in Phalanx in het nauwste deel van de pas staan. Links een steile bergwand omhoog, rechts een steile helling naar de klippen omlaag naar de zee, en daartussen staan 64 hoplieten naast elkaar, met achter hen in dichte drommen nog eens minstens tien rijen van hetzelfde. Dit zijn geen Spartanen; het zijn hoplieten uit Thespis. Voor een eerste schermutseling werp je niet je elitetroepen (had ik al gezegd dat dat de Spartanen zijn?) in de strijd, maar wel stevige, betrouwbare partners. Bijvoorbeeld een phalanx uit een andere Griekse stad, zoals er ooit al eens eerder één een visitekaartje aan de Perzen had afgegeven (1).

Tijd, dus, voor een beschrijving van zo'n Griekse phalanx op een beslissend moment! Herinner je je nog dat "Beeld" van helemaal in het begin? Hoe die beenharde mannen die de "oefenpartners" van de Spartanen waren, wanneer ze tien rijen dik stonden opgesteld achter een muur van schilden, toch als blaadjes door de wind dwarrelden als een echte Spartaanse phalanx, gewoon voor de oefening, tegen hen aan knalde? En het verschil dat het maakte als die phalanx niet aan het oefenen was, maar ook nog twee meter lange speren hanteerde, om iedereen die toch nog probeerde recht te staan de boodschap duidelijk te verkopen: dat heeft de lezer via een flashback naar een eerdere veldslag ook al achter de kiezen.

Dus we krijgen een geleidelijk completer beeld wanneer de verteller, daar in die stilte voor de storm, zijn blik laat gaan over de opgeblonken schilden alsof het spiegels waren, de pluimen van paardenhaar op de helmen die maken dat de dragers er extra groot en vreeswekkend uitzien en vooral de helmen zelf. De helmen met hun uitdrukkingloze aangezichten, de donkere holtes voor de ogen en het volledig bedekte gezicht, die de indruk wekten dat je niet tegen mensen maar tegen genadeloze, onoverwinnelijke vechtmachines moet opboksen.

En dan rest het wachten, daar in het gelid onder de zon, tot de vijand brullend door de pas komt aangestormd, en je armen en benen aanvoelen alsof ze drie keer zo zwaar als normaal worden van de angst, en helemaal koud als steen. Eén troost, misschien, terwijl je daar de minuten en uren staat af te tellen voor de hel losbreekt. Achter jou, in de tweede linie, staan de mannen klaar die je ter hulp schieten als jij het niet meer houdt. Hun helmen glimmen al evenzeer als die van jou, ze dragen rode mantels (3) en als je omkijkt zie je dat op hun schilden de letter Lambda staat: een driehoek gevormd door twee lijnen met de punt naar omhoog, waarvan de platte lijn onderaan ontbreekt.

Lambda van "Lakedaimon", het land waarvan de hoofdstad "Sparta" is. Ik zou het ook graag zien staan, als ik me zou omdraaien om te zien wie daar klaar stond om mij ter hulp te schieten.

--------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2012/01/ik-moet-een-boek-lezen.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/marathon.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/ga-vreemdeling-de-spartanen-vertellen.html

Geen opmerkingen: