Bladerend in Against Method (1,975; 2,002) van Paul Feyerabend valt me op: niets nieuws onder de zon. Laat me de vroege jaren 1,600 vergelijken met wat hedendaagse toestanden. Nog geen wetenschappelijke vaktijdschriften, geen literaire polemieken, laat staan internetforumes; maar de discussies tussen Galileï en zijn tegenstanders zien er precies hetzelfde uit als de ruzies van vandaag.
Het is de tijd van de eerste inzichten in de moderne wetenschap – en de antieken zijn niet van plan zich zomaar gewonnen te geven. Het idee dat de Aarde niet stil staat, maar wel beweegt provoceert het “gezond verstand”. En dus krijgt Galileï te horen dat de Aarde veel te zwaar is om elke dag helemaal boven de zon heen te klimmen. En dat de bergen op het ene moment heel erg steil zouden zijn, terwijl op een ander moment hun toppen lager zouden liggen: de Aarde draait immers om haar as?
Hiervan was Galileï niet erg onder de indruk: “utterly childish reasons [which] sufficed to keep imbeciles believing in the fixity of the earth”. Zie je al hoe je de “nood om te geloven” dat de Aarde stil staat meteen kan vervangen door de nood te geloven dat (a) God alle schepselen apart heeft geschapen, (b) dat de Islam altijd een primitieve beschaving is geweest en (c) dat kapitalisme armoede veroorzaakt? Als mensen iets willen geloven, dan zullen ze het geloven, en de kwaliteit van de snel verzonnen argumenten is vandaag geen haar beter dan in 1,600.
Overigens hadden de “Aristotelanen” ook wel betere bezwaren. Als de Aarde zou bewegen (ik denk, in deze context: “rond haar as draait”), en je gooit een steen van een toren naar beneden, dan zou die steen niet recht naar beneden vallen, maar wel in een grote boog. De steen moet immers neerkomen onder de plaats waar de top van de toren was toen de steen vertrok, terwijl die top zelf, met een bewegende aarde, op het moment van de val al een heel stuk verder is.
Dat is een punt dat Galileï wel serieus neemt, en dat is geen wonder, want de steen valt ook werkelijk in een boog. Beeld je in dat je in een station een snel passerende trein ziet (het beeld van de trein dateert uit de tijd van Einstein, 300 jaar later. In de tijd van Galileï was het indrukwekkendste transportmiddel, en dus het voorbeeld, nog een schip. Maar “relatieve beweging” blijft “relatieve beweging”, nietwaar?). Iemand in de trein laat op punt A, voor het station, zijn aansteker vallen. Wanneer de trein recht voor jouw neus passeert (punt B) is de aansteker halfweg zijn val, en wanneer hij op de grond terechtkomt is de trein alweer het station gepasseerd: punt C. En jij hebt gezien hoe de aansteker in een brede boog van punt A links van je is gevallen naar punt C: rechts van je!
Zo is het ook als je de Aarde verlaat, en er op neerkijkt vanop een punt waar je de planeten rond hun as ziet wentelen. De steen verlaat de top van de toren op punt A, en komt neer op punt C, en daartussenin heeft hij een brede boog beschreven.
Alleen, de top van de toren heeft zelf ook die boog beschreven, en wie aan de top de steen laat vallen ziet wel degelijk een rechte lijn naar beneden: de steen komt neer aan de voet van de toren. Zoals de aansteker in de trein neerkomt aan de voeten van de persoon die hem heeft laten vallen. “Gemeenschappelijke beweging” noemt Galileï dat. Als we in de trein een aansteker laten vallen zien we de brede boog niet omdat we horizontaal dezelfde beweging maken als de aansteker. En als we bovenaan de toren de steen laten vallen, of er op de grond op staan kijken, zien we de boog niet omdat we zowel in de toren als op de grond dezelfde beweging, circulair rond de as van de Aarde, als de steen.
Zolang je daar niet aan denkt is het een heel overtuigend argument, voor de Aristotelanen en tegen de Kopernikanen, dat de steen die van de toren valt in rechte lijn naar beneden komt. Dat is immers precies wat je zou verwachten als de Aarde stil staat. Natuurlijk, zelfs met een goed argument slagen ze er maar af en toe in het niveau van de discussie omhoog te tillen. Galileï beklaagt zich dat één van zijn gesprekspartners maar blijft aandringen dat ook Galileï toch de steen recht naar beneden kan zien vallen. Galileï heeft nooit ontkend dat hij die rechte lijn ziet. Galileï is al lang voorbij dat punt, en vraagt zich al lang af waarom hij een rechte lijn ziet, als je op het eerste zicht een boog had verwacht. En Galileï is al lang op het punt waarop hij het tweede zicht heeft: “gemeenschappelijke beweging”.
Maar voor wie wil geloven dat de Aarde stilstaat zijn “childish reasons” of simplistische waarnemingen natuurlijk genog om het te zullen geloven. Op precies dezelfde manier blijven de creationisten herhalen dat de levende cel veel te complex is om door “toeval” te zijn ontstaan. De wetenschap is al lang op het punt waar ze weten dat “natuurlijke selectie” iets heel anders is dan toeval. Maar als iemand wil geloven dat er een hogere macht in het spel is, dan zullen kinderlijke sofismen genoeg zijn om het hem te laten geloven. Ik zei het al: niets nieuws onder de zon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten