donderdag 7 juni 2007

William McNeill en de "inferieure" Islam

Aangezien ik sinds enkele maanden geregeld een bepaald “idee” zie terugkomen, denk ik dat het interessant is om nog eens een tophistoricus te citeren, en te zien wat er van dat “idee” overblijft. Het “idee” in kwestie is dat de Islam, voor zover dat al ooit grote periodes heeft gekend, die te danken had aan militaire veroveringen van “echte” grote beschavingen, zodat ze zich enkele eeuwen van potverteren konden veroorloven, en daarna was de koek op.

En, zo vernamen we op een toon alsof iedereen die een béétje op de hoogte was dat moest weten, aangezien alle veroveringen van de Islam gebeurden onder Mohammed (!), en aangezien zijn opvolgers niet veel meer konden (!) dan consolideren en potverteren (url’s op verzoek onmiddellijk beschikbaar) moest iedereen kunnen concluderen dat, pakweg, 1,000 jaar na de dood van Mohammed de Islam één rokende puinhoop moest zijn. En als er nog ergens iets te rapen viel – wel, dat was gewoon overgenomen van “de anderen”.

Nietwaar?

Nu, “duizend jaar na de dood van Mohammed”, dat is dus het jaar Onzes Heeren 1,632. Laten we eens kijken wat William McNeill, in zijn boek The Rise of the West, A History of the Human Community - en die met dat soort titel wel niet bij de linkse cultuurrelativist hoort - ervan zegt (1).

“Anyone who acquaints himself with Moslim art of the sixteenth and seventeenth centuries, reflects upon the variety of the court cultures each substyle mirrors forth, and recognizes both the intermingling of Persian, Turkish, Arab, Hindu, Chinese, and European elements and the succesfull syntheses of distinctive art styles from such diversity will not easily believe that Moslem culture and civilization were in a stage of decay from 1500 onward.”

1,000 jaar na Mohammeds dood, dus, en het klinkt niet alsof ze alleen maar wat konden potverteren, wel? En dat was al enkele paragrafen na de zin:

“The rise of great imperial Moslim courts in Turkey, Persia, and India meant a more stable and lavish patronage for architects and luxury craftsmen of all sorts: painters, calligraphers, carpet makers, and others. Although much of the product of this latest age of Islamic greatness has disappeared, enough remains to give an overwhelming impression of splendor and elegance, extraordinary workmanship, and briliant coloring.”

En hier is er nog één voor het geval iemand denkt dat “een volledig citaat een heel ander beeld zou ophangen” (2), bijvoorbeeld dat het toch allemaal ontleend was aan “de anderen” – zèlfs 1,000 jaar na Mohammeds dood:

“Stimulus from China and from Europe may have assisted in this development; (…) But the painters who played with these importations did not surrender a stylistic integrity of their own, in which brilliant colors and a lavish wealth of minute detail united to produce a gorgeous and eye-entrancing result.”

En tussen die paragrafen in staan ook de zeer bekende dingen, die niemand ontkent – zodat ik er maar die stukken uit selecteer die dom rechts wèl ontkent. En die zijn ook heel interessant, omdat ze gaan over dingen als “inherent immobilisme” en andere oorzaken van de vrij snel volgende neergang. En toch blijken de twee beschavingen, het Westen en de Islam, sterke overeenkomsten te tonen. In beide culturen van die periode vind je tekenen van een zich aankondigende Renaissance, en daarbij: vinden we in het Europa van de zeventiende eeuw soms geen tekenen van immobilisme en destructie – Dertigjarige Oorlog, iemand?

In dat verband helpt het volgend stuk dan ook ons inzicht stukken vooruit:

“Indeed, by any standard except the only one that mattered – the standard set by the contemporary growth of European civilization – Islam was in a flourishing condition (…)".

En dat brengt ons bij twee elementen. De eerste is dat de neergang van de Islam niet zozeer te wijten was aan een “inferioriteit eigen aan de Islam”. Maar dat wisten we eigenlijk al, want die had al moeten blijken uit hoe “duizend jaar na Mohammeds dood” de zaak al lang niet veel meer voorstelde (vermits ze alleen maar enkele eeuwen aan potverteren hadden gedaan, remember?). Het tweede element vormt dan ook de groep vragen zoals waarom in Europa niet, en in de Islam wel reactionaire krachten – zeg maar: hun eigen dom rechts - de bovenhand konden halen. Dat valt op zijn beurt uiteen in twee belangrijke historische kwesties.

De eerste is wat een luciede rechts al eerder heeft gezegd. De voornaamste reden waarom de Europeïsche beschaving (zeg: omstreeks het jaar 2,000) zoveel rijker is dan zowat al de rest, is dat de Europeeërs het de laatste eeuwen veel “beter” (in de materiëel economische zin) hebben gedaan dan al de anderen. Maar daaruit kunnen we alleen maar een “inherente inferioriteit” van één van die anderen afleiden, als we dat ineens ook voor alle anderen zouden doen. De theorie van de inferioriteit van enkel de Islam – ik denk niet dat ik er nog meer woorden aan zal vuilmaken.

Maar dat zegt een luciede rechts, in dit geval bij monde van McNeill, dan ook helemaal niet. McNeill zegt wel dat de reactionaire krachten in de Islam de overhand hebben gekregen, waar ze dat in Europa niet hebben gedaan (3). De tweede belangrijke historische kwestie is waarom dat dan zo was. In dat hoofdstuk van McNeill, en voor die periode, vernemen we dat het conflict tussen Soennieten en Shiïeten een politieke uitbarsting kende, die tot vandaag de grenzen deed kristallizeren. De periode van onrust die dat veroorzaakte deed de toenmalige conflicten met het Westen in het niets verzinken. En het zijn die conflicten die maken dat doctrinaire ideeën meer gehoord worden dan de soort ideeën die we met Renaissance en Verlichting asociëren.

Dat zijn de hypothesen waarmee historici zich mee bezig houden. Het kan zijn dat dat conflict een zware impact had, of het kan zijn dat het probleem al ouder is, en dat de Islam nooit de klappen te boven is gekomen van de invallen van de Mongolen (4), of misschien hebben ecologische problemen die dateren van lang voor de Islam er wel mee te maken. Het enige wat je bij deze historici nooit verneemt is dat het ligt aan “de inherente inferioriteit van de Islam, zoals je kan zien aan hoe ze duizend jaar na Mohammed al lang weer totaal waren in elkaar gezakt”.

En dat is dus wat er overblijft van dat “idee” dat ik de laatste tijd weer zie opduiken.

-------------------------------------------------
(1) Alle citaten uit hoofdstuk 11, D, 1, titel 3
(2) zie de commentaren bij http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/dom-rechts-islam-en-beschaving.html
(3) Maar laten we niet vergeten dat er tot vandaag een strekking bestaat, en zelfs probeert zoete broodjes te bakken met luciede, liberaal rechts, waar één van de slogans luidt dat we “de Verlichting beter de Verduistering zouden noemen”. Daar zitten we precies even hard op te wachten als op apologeten van het communism
(4) Aan het discours van dom rechts zal je het nooit te weten komen, maar dit is een zeer serieuze theorie die even goed wordt ingeroepen om de nog veel raadselachtiger terugval van China te verklaren, aangezien die rond het jaar 1,000 nog veel nadrukkelijker op het Westen voorop liepen dan de Islam.

Geen opmerkingen: