In één van de grote klassieken van de wetenschapsfilosofie - Thomas Kuhn, The Structure of Scientific Revolutions, 1,962 (1,996) - valt mijn oog op een bepaald punt. Een wetenschap die een bepaalde maturiteit verwerft hanteert een "paradigma". Dat is een geheel aan assumpties en overtuigingen die alle deelnemers gemeenschappelijk hebben, en dat helpt onderscheid maken tussen de relevante feiten van het onderwerp, en al de rest.
Om maar een vlug en primitief voorbeeld te noemen, de theorie dat de Aarde rond is wordt weerlegd door buiten in je hof te kijken. Alleen, die waarnemingen worden algemeen als illusie, en dus irrelevant herkend.
Ik dacht er aan omdat ik vandaag in De Standaard lees: "veel Chinezen verdienen veel geld, en toch neemt de ongelijkheid toe". Een volle tien op de schaal van "Huh?"! Hoezo, "en toch"? Kijk, het zit zo:
(a) Tot voor zeer kort waren zo goed als alle Chinezen zeer arm
(b) Veel (en dus: "niet alle") Chinezen verdienen nu veel geld
(c) Ergo, de ongelijkheid neemt toe.
Voel je de nattigheid? Zie je het verschil tussen "en toch" (tegenstelling) en "ergo" (het vloeit er met mathematische precisie uit voert)? Waarom suggereren ze problemen bij iets dat toch heel goed nieuws is? Hadden ze echt verwacht dat in een land van een miljard inwoners, waar pas de eerste generatie bezig is zich uit de armoede te werken, iedereen dat even snel zou doen?
Ik moet ineens terugdenken aan een recente usenetdiscussie. Daar vernamen we dat het kapitalisme in Indië armoede en honger aan het veroorzaken was. Toen wees ik er op dat in Indië de levensverwachting bij geboorte gestegen was van 30 in 1,900 naar 60 in 2,000. En dat kwam niet goed! Levensverwachting was geen goed criterium! Het werd vooral beïnvloed door kindersterfte! En dus moest ik concluderen dat er blijkbaar in Indië ernstige hongersnoden waren veroorzaakt door het kapitalisme, maar dat de levensverwachting er verdubbeld was omdat de Indiërs, terwijl ze liepen te verhongeren, er toch in slaagden de kindersterfte terug te dringen.
En deze! Op het blog van Luc Van Braekel liep er niet zo lang geleden één rond die al gauw zo grijs van ellende zag van al die moeilijke vragen, dat hij er zelfs van maakte dat "de mensen tegen hun zin langer leefden"! (Wie me een beetje kent weet dat zijn ellende toen pas goed begon.) Nog enkele posts later vernamen we ook nog dat die langere levensduur maakte dat ze vaker ziek werden en de kansen op hongersnood stegen. Dat is allemaal nog terug te vinden op het internet! Het kwam duidelijk niet bij hem te vragen welke weldadige oorzaken precies maakten dat de mensen op grote schaal stierven op jeugdige leeftijd, zodat hen hongersnood en ziekte bespaard bleven...
Het mysterie (lezen die mensen dan nooit zelf na wat ze allemaal uitkramen?) wordt een beetje verklaard door Kuhns concept "paradigma". We hebben hier te maken met een (Marxiaanse) "school", in een discipline die zich in een "pré-paradigmatische periode" bevindt. Waar het voor de ene school vanzelf spreekt dat stijgende levensverwachtingen staan voor stijgende welvaart, wil de andere er nog niet eens naar kijken. Kijk jij serieus naar de waarnemingen die je alle dagen laten zien dat de Aarde plat is?
Natuurlijk, als ze moeten beweren dat "de mensen tegen hun zin langer leefden", dan is de discussie beslecht. Maar laten we eerlijk zijn: als je debatten kan winnen tegen dom links (of dom rechts, natuurlijk) is dat niet iets waar je erg trots op moet zijn (1). In gesprek met luciede links (het is opvallend hoeveel mensen je in de bankwereld aantreft die linkse ideeën verdedigen, maar veel "dom links" heb ik er nog niet gezien) gaat de discussie toch wel anders.
Zeker, de neoliberaal in mij is ook al tevreden wanneer je de toegeving kan afdwingen dat ze "eigenlijk" bedoelden dat niet de armoede, maar wel de ongelijkheid toenam. Daar zijn we weer bij het paradigma dat bepaalt wat de relevante feiten zijn! Luciede links is veel te luciede om te ontkennen dat de armoede sterk is teruggedrongen. Maar in hun visie op de wereldproblemen is het probleem van ongelijkheid veel belangrijker. En daar kunnen we ook de "en toch (sic) wordt de ongelijkheid groter" van de krant situeren. Zeker, weet ook de krant, de rijkdom is toegenomen, maar omdat ongelijkheid zo'n dringend probleem is (hun paradigma), is die toenemende rijkdom geen overdeeld succes.
OK, ik vind dat niet, en zij vinden dat wel. En fijn, ik kon in dit debat de vraag stellen waarom velen aan de kant van links dat dan niet van bij het begin zeggen - voelden ze zelf misschien al aan dat de maatschappijkritiek veel sterker zou zijn indien ze konden beweren dat het wel degelijk de armoede was die toenam? Maar we moeten eerlijk zijn. Er is een groot verschil tussen een wedstrijd op de ideeënmarkt waarin de tegenpartij moet zeggen "de mensen leefden tegen hun zin langer" (game, set and match voor het neoliberalisme) of "het woord armoede was misschien niet gelukkig gekozen, ik bedoelde ongelijkheid" (15 - 30 voor K, luciede links mag opslaan).
-----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/de-opvallende-parallel-tussen-dom_26.html
3 opmerkingen:
Koen,
laat ons een sotte veronderstelling maken. Je wint de lotto. En je beslist een deel van je vergaarde rijkdom te schenken aan je naaste familie, maar je geeft een deel een beetje extra, en de andere veel extra. Beiden zijn er onomstotelijk op vooruitgegaan, en dat enkel en alleen dankzij jou. Maar toch vrees ik dat allen de banbliksems over je gaan afroepen, en NIET EERLIJK gaan schreeuwen... Tip, probeer dat binnen een paar jaar eens met Sara en Thomas, en laat de Sint eens een schoentje veel groter vullen dan het andere.
een zotte veronderstelling...
sorry voor de typfout
Natuurlijk kunnen we nog meer zotte veronderstellingen maken. De mier werkt heel de zomer keihard, terwijl de krekel de hele dag danst en zingt. Wanneer de harde winter aanbreekt heeft de mier haar schuilplats en haar voorraad klaar, terwijl de krekel...
En als je nu de mier verplicht het schoentje van de krekel te vullen tot het even groot is als dat van haar zelf, weet ik zeker dat er ook een hoop "niet eerlijk" gaan roepen.
Sterker nog, de kans is reëel dat de mier de volgende zomer niet meer zo gemotiveerd zal zijn om weer zo hard te werken - en hoe zijn beiden *dan* af?
Rest nog de vraag welke van beide voorgaande zotte veronderstellingen het meest de werkelijkheid benadert...
Een reactie posten