maandag 12 februari 2007

William Easterly

Af en toe krijg je binnen een bepaalde discipline discussies tussen twee van de grote tenoren in het debat. Newton versus Leibniz of Einstein versus Bohr zullen voorbeelden zijn die qua intellectuele inhoud op zeer eenzame hoogte staan. In de evolutiebiologie hebben we Dawkins en Gould gehad. Vaak hebben de deelnemers het moeilijk om het verschil te zien tussen “een andere zienswijze” en “een persoonlijke aanval”. Het gevolg is dat de toon niet altijd zo hartverheffend is als geïnteresseerde mindere goden graag zouden zien. Maar iedereen die ooit aan debatten, zeg, op usenet heeft deelgenomen weet dat achter de snel verzurende toon vaak interessante uitwisselingen zitten. De uitdaging is de inhoud te zien waar de vorm het laat afweten.

Momenteel loopt dat soort discussies tussen twee economisten, William Easterly en Jeffrey Sachs. Het onderwerp is niet de eigenschappen van het univsersum of de vraag “waar komen wij vandaan?”, maar toch nog steeds een zeer belangrijk thema. Het gaat om de vraag of, en hoe, we de armoede in de wereld kunnen oplossen. En geen van beiden is het soort “crackpot” dat je altijd in die discussies terugvindt, en die reden te over zijn om je te ergeren. Het gaat wel degelijk om twee denkers die weten waar ze over praten en die niet alleen “gepraat” hebben, maar ook al veel gedaan hebben.

Het begint er mee dat Easterly, na decennia bij de Wereldbank, een werkelijk zeer goed boek schrijft: The Elusive Quest for Growth, 2001. In dat boek beschrijft hij hoe decennia, en vooral fortuinen van ontwikkelingshulp uiteindelijk tot zeer teleurstellende resultaten hebben geleid. Er waren teveel luchtspiegelingen in het spel. Te vaak werd gedacht in termen van “als we dat ene probleem opgelost krijgen, dan volgt al de rest vanzelf”. En te weinig hield men rekening met het feit dat ontwikkeling een kwestie was van al die individuen, honderdduizenden en miljoenen individuen, die allemaal tesamen een bijdrage aan de productiviteit moeten leveren, en die dat alleen maar zullen doen wanneer ze daar zelf het voordeel van inzien. Dat laatste is niet het geval als ze, om een zeer simpel voorbeeld te noemen, denken dat het resultaat van hun inspanningen daarna geplunderd zal worden. En er staan veel andere voorbeelden in het boek.

Vervolgens schreef de andere tenor in het zich ontwikkelende debat, Jeffrey Sachs, het boek The End of Poverty, 2005 (1). Daar was het thema dat “wij” (het rijke Westen) de middelen hebben om de armoede eenvoudig te doen ophouden. Het boek heeft een beetje de vorm van een plan. Er is een analyse van de behoeften, er is een budget van wat er nodig is om die behoeften te voldoen, er is een vergelijking met de middelen waarover het Westen beschikt, en ziet ende kijkt, de ondertitel van het boek bevat de mededeling “we can make it happen in our lifetime”.

Maar met het woord “plan” is het hoge woord er uit. Op iemand als Easterly, die al die decennia bij de Wereldbank had gezien wat ervan kwam, had het woord “plan” hetzelfde effect als het in de aanwezigheid van Friedrich von Hayek zou hebben (“een rode lap op een stier” of “een plan bij Hayek” – dat zijn equivalente uitdrukkingen). En dus zat ik een beetje uit te kijken naar het nieuwe boek van Easterly: The White man’s Burden, 2006.

In eerste instantie viel het wat tegen. Het woord “plan” is inderdaad slecht gevallen, en het boek begint met een litanie nadelen en onmogelijkheden die kleven aan het Grote Alomvattende Plan. En zoals dat bij dit soort debatten gaat verschijnt Sachs in de gedaante van de favoriete vijand, de man die ondanks alle falen toch een Plan voorstaat.

Nu is dat een stuk onheus. Sachs heeft het in zijn boek over de nood aan een “klinische analyse”, en die is echt wel het lijnrechte tegendeel van het “one fits for all” model waar Easterly zich zo tegen verzet. Sachs wil geval per geval nagaan waar het precies aan schort, in die concrete omstandigheden van dat concreet land. En het is voor oplossingen aan die concrete problemen, en niet voor de toepassing van hoogdravende abstracties dat hij de financiële kant nagaat.

Maar intussen blijft het wel een behandeling die van bovenaf neerdaalt op de lokale bevolking, vaak zonder dat het plan zich afvraagt of die bevolking dat eigenlijk wel wil. We weten niet eens erg zeker of de meeste volkeren wel democratie willen, nietwaar? Dus af en toe kraakt Easterly dat af alsof Sachs geen rationele analyse, maar wel de onteigening van de privé eigendom en de collectivizering van de economie had voorgesteld. Terwijl Sachs, voor een stuk, toch alleen maar opwerpt dat je mensen de juiste “incentives” (om de term van Easterly te gebruiken) kan geven, en dat ze nog steeds niet veel zullen doen als één stap verder in de keten de resultaten nog altijd geplunderd worden. Dit lijkt me een simpele realiteit waar een Sachs volgens mij echt aan mag herinneren; omdat die een eenvoudige organische groei, van beneden naar boven, zoals Easterly die voorstaat serieus in de weg kan staan.

Intussen zit ik enkele hoofdstukken verder in The White Man’s Burden, en ik kan zeggen dat het niveau stijgt. Tot nu toe vind ik nog niet dat het kan tippen aan zijn The Elusive Quest for Growth. Maar wanneer hij uiteenzet dat markten wel werken, maar dat dat iets heel anders is dan dat je markten kan plannen, is het verhaal stukken subtieler dan de simpele litanie van hoofdstuk één. Ik denk wel dat Easterly zich een “marktfundamentalist” zal moeten laten noemen - maar als je met zulk een genuanceerde opvatting over de mogelijkheden en nadelen van “de markt” een fundamentalist bent – wel dan ben ik ook een marktfundamentalist.

En hetzelfde doet hij nog eens over met “democratie”. Democratieën werken, dat is het punt niet. Het punt is dat je geen democratieën kan plannen. Laat staan met militaire middelen opleggen. Dat is een inzicht waar twee seconden nadenken voor kon volstaan, maar dat toevallig juist vandaag ook nog door de internationale politiek wordt geïllustreerd.

En daarmee ben ik vier hoofdstukken ver, in een boek dat vrij zwak begint, ongetwijfeld beïnvloed door de ruzie die er ergens bovenhangt, maar dat al snel goed op gang komt. Ik hoop dat het op dat élan doorgaat. De discussie zelf, maar nog veel meer het onderwerp - het bestrijden van de armoede - is het meer dan waard. Het is opvallend hoe deelnemers aan dit soort debatten over de fundamentele vragen van hun discipline, achter het gekibbel zo gepassioneerd naar hetzelfde op zoek zijn. En hebben ze er alles bij elkaar ons inzicht niet enorm mee vooruitgeholpen?

-------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/een-wereld-zonder-armoede.html

4 opmerkingen:

Ivan Janssens zei

De New York Times heeft een artikel dat de verschil van aanpak tussen Easterly en Sachs prachtig illustreert. In Kenia heeft men vastgesteld dat de bebossing er is toegenomen, waardoor tevens de woestijn wordt teruggedrongen. De toename is zelfs spectaculair te noemen. Nu is Nigeria een ontzettend arm land, dus dat kan niet anders dan gebeurd zijn via de staat, of op een planmatige manier, of via veel ontwikkelingshulp, of alledrie tegelijk. Mis. Mis. Mis. Mis. Alles wat de overheid gedaan heeft, is het erkennen van de realiteit op het veld (letterlijk!). De boeren - de zoekers in de terminologie van Easterly - begonnen de bomen als hun persoonlijke eigendom beschouwen. Toen de staat deze eigendomsrechten ook wettelijk erkende, konden de boeren doen met hun eigendom wat ze wilden - er was een incentive gecreëerd om bomen te planten, want er was geld mee te verdienen. En hopla, 7,4 miljoen ha nieuwe bossen. Zegt een van de onderzoekers:

"It demonstrates that with a little effort and foresight, you can reduce poverty in the Sahel. It is not impossible or hopeless, and does not have to cost a lot of money. It can be done."

Easterly - Sachs : 1 - 0

(http://www.nytimes.com/2007/02/11/world/africa/11niger.html?pagewanted=3&_r=1&ei=5087%0A&em&en=d93708af7caaf675&ex=1171342800)

Koen Robeys zei

Dat lijkt me nu juist dat tikje onheus zoals Easterly dat soms ook is. Easterly: 1, natuurlijk, dat ontken ik geen moment. Maar weet jij in Sachs staan waar die zegt dat de mensen zelf niet geactiveerd mogen worden, en zelf geen initiatief mogen nemen? Waarom "Sachs: 0"?

Dit lijkt me precies wat ik aan het begin van de post over die conversaties in het algemeen zeg. Om de discussie te voeren en scherp te stellen, stel je het standpunt van de anderen voor als een karikatuur van de realiteit. Niet moeilijk dat die nogal boos reageert, waarna je nog denkt dat hij het is die intolerant was ook.

Volgens mij is het standpunt van Sachs niet in tegnespraak met dit voorbeeld. Maar Sachs is wel iemand die zal vragen: wat doe je als in een concreet (ander) land een zware houtkeverplaag woedt, of wat als plunderaars op zoek naar hout alle bomen die ze kunnen vinden stelen? Hoe ga je nu je "incentives" organizeren? Hoe maak je dat je maatregelen die in niveau X uitstekend zijn, niet in niveau X+1 verzanden?

Over dat aspect van Sachs heb ik Easterly nog niets zien zeggen. Wat zou het zijn; "de markt zal het 'vanzelf' oplossen"? Als Easterly mag zeggen dat veel plannen niets hebben opgeleverd, dan mag Sachs toch zeggen dat veel geprobeerde oplossingen op een bottleneck zijn gebotst, die vervolgens door de markt *niet* is opgelost?

Ivan Janssens zei

Natuurlijk mag Sachs aantonen waar de markt faalt en niet de oplossing is, en dan is het 1 - 1. Maar het voorbeeld blijft een punt voor Easterly en niet voor Sachs die overigens zelf van zijn standpunt een karikatuur maakt door zich voor te doen als een popster a la Bono die wel degelijk zegt: "aid and fair trade" en de zaak is opgelost. Welnu het aangehaalde voorbeeld zegt dat dit niet zo is.

Koen Robeys zei

Dat is waar: het aangehaalde voorbeeld is een goede illustratie van het "bottom-up" idee van Easterly. Ik vind gewoon dat niemand het debat mag verengen tot alleen zijn puntje; Sachs niet, Easterly niet, en niemand.