zondag 30 september 2007

Security

Al die hotels van de laatste dagen (en weken) brachten me bij een vraag die ik me al eerder heb gesteld. Hoe ziet het met de “security”? Ik ben al vaak in zo’n hotel in Londen of Boedapest of één van die andere Europese hoofdsteden binnengelopen, het soort waar je niet zelf voor hoeft te betalen en dat toch een béétje het comfort moet compenseren dat jij hebt opgegeven door enkele avonden niet thuis te zijn, maar integendeel niet zelden tot laat in de avond “representatief” te zijn.

Een netelige kwestie eerst. Voor filosofen hoeft dat dus allemaal niet, zelfs niet als het maar hobby-filosofen zijn. Gratis eten en de nodige porties alcohol (even op mijn plechtige communieziel meegeven dat ik nog nooit iets heb meegemaakt, of zelfs zien gebeuren, of zelfs uitgenodigd werd, waar niet alle echtgenotes van de wereld van seconde tot seconde hadden kunnen bijzijn. En ik bedoel: nooit. En nee, mijn vrouw leest mijn blog niet, hoogstens als ik haar zeg dat er iets over peuter of baby opstaat), het trekt mij allemaal niet aan. Er zijn mensen die vinden dat dit “snoepreisjes” zijn. Er zijn mensen voor wie dit echt snoepreisjes zijn. Wel, ik haat het als de pest. En laat dit de plechtige aankondiging zijn dat, als iemand van mening was dat ik de begunstigde ben van “snoepreisjes”, hij of zij me een groot gevoel van opluchting kan bezorgen door voor te stellen in mijn plaats te gaan. Het is bij deze aangenomen.

Maar goed, dat was het onderwerp niet. Je bent dus in je hotel gearriveerd, en je bent de stad ingewandeld om iets te gaan eten, en zelfs als ik in gezelschap de stad was ingegaan zou het niet de eerste keer zijn dat ik in mijn eentje teruggekeerd ben. En dus wandelt daar een man in zijn eentje dat hotel binnen, waarvan ooit, toen ik als student nog een baard had, beweerd werd dat hij op Che Guevara lijkt, en die wandelt zonder een blik naar links of naar rechts naar de lift, stapt in en beweegt zich vrij door dat hotel.

En mijn vraag is, al vele malen opnieuw, wie heeft dat gezien? Helemaal niemand? Een verborgen hoteldetective die dan toch alle gasten bij gezicht moet kennen, ook als hij nog geen dienst had toen ze incheckten? Een stel verborgen camera’s – ze zijn nooit te zien, maar dat is logisch: een mens zou zich gaan afvragen of ze ook in de kamers zelf zitten – bemand door een heel team dat kan werken met stiekem genomen foto’s van de gezichten van wie wel en wie niet iets in dat hotel te zoeken heeft?

Nu, bij dat laatste kan ik me nauwelijks iets voorstellen. Somige mensen kunnen de boeken van John Le Carré lezen zonder dat ze overal camera’s zien. Veel te duur en omslachtig, zou ik zeggen. Veeleer geloof ik dat helemaal niemand dat gezien heeft. Maar ook dat zet me aan het twijfelen, want dat zou betekenen dat letterlijk iedereen binnen en buiten kan – en in dat geval zou er toch vrij geregeld één en ander moeten misgaan.

En dus moet ik opbiechten dat ik bij alle varianten die mijn onwetende fantasie kan bedenken moet vaststellen dat het me bijzonder onwaarschijnlijk lijkt. En dus zie ik vermoedelijk iets over het hoofd, iets waaraan ik zou moeten denken, of iets dat je echt niet weet als iemand het je niet vertelt, maar in ieder geval iets waarvan ik me afvraag hoe dat eigenlijk werkt. Dat hotelwereldje heb ik altijd iets gevonden waar een zekere fascinatie vanuit gaat. De dingen die daar achter de schermen wel zullen gebeuren...

Geen opmerkingen: