Hoofdstuk 5 van Maps of Time (1) vertelt enkele interessante dingen over klimaatveranderingen. We praten over eenheden van miljoenen jaren, dus wie op zoek is naar argumenten pro en contra de menselijke impact daarop is aan het verkeerde adres. Maar laat dat ons niet tegenhouden om iets bij te leren!
Ergens rond 23 miljoen jaar geleden (de lezer denkt natuurlijk direct: "kijk, kijk, was dat niet juist de periode waarin apen en mensapen uit elkaar begonnen te gaan?") ging de Aarde een periode met een koeler en droger klimaat in. Een eerste oorzaak daarvan (en ik vertel alles na uit het boek; ikzelf ken er niet de eerste beginselen van) zijn de verschuivingen van de continenten. Dat zit zo.
Wanneer het water van de oceanen relatief vrij naar de polen kan stromen helpt dat het klimaat warm te houden (nogmaals: vraag me niet waarom; en als het boek het fout heeft, dan is dit verhaal ook fout). Continentale verschuivingen duwden evenwel vanaf die tijd een hoop land tegen de Noordpool aan, en dus kreeg dat vrij bewegen van het water het een stuk moeilijker. En blijkbaar viel dat samen met een grote ijsmassa bij de Zuidpool, die min of meer hetzelfde effect had.
Een goede 6 miljoen jaar geleden (de lezer denkt natuurlijk meteen: hé, dat valt nogal samen met de splitsing van de voorouders van (enerzijds) de chimpansees en de bonobo's en (anderzijds) de mens) duwde het verschuiven van Afrika naar het Noorden toe de Middellandse Zee quasi dicht. Daarmee raakte zes percent van de zoutmassa in de oceanen geblokkeerd, en...
... Eerlijk gezegd snap ik er op dat punt niets van. Niet gehinderd door enige kennis van zaken neem ik aan dat het zout evenredig verdeeld is over de hele oceaan, en als je daar een stuk van isoleert, dan moet er in verhouding evenveel zout mee geïsoleerd zijn als er overblijft voor de rest. Maar goed, ik neem het verhaal dan maar aan - maar alle weerleggingen of verduidelijkingen waarom het toch juist is zijn natuurlijk welkom. En dus...
... Nu bleef er een lagere concentratie van zout over in de zeven wereldzeeën, met als gevolg dat die gemakkelijker bevroren. De ijskap van Antarctica (de Zuidpool, dus) breidde uit, en versterkte het effect van onze eerste oorzaak, vermits er nu nog minder water vrij naar de polen kon bewegen. De temperaturen gingen nu snel naar de kelder.
Vanaf een twee tot drie miljoen jaar geleden begonnen grote ijsschotsen zich te vormen die zich vanaf de polen uitbreidden. Toen die (vanaf een klein miljoen jaar geleden) zich met een zekere regelmaat over noordelijk Eurazië uitbreidden waren de "ijstijden" aangebroken.
Het hele verhaal is er één waarbij (sinds 20 mio jaar) de Aarde versneld afkoelt, geregeld onderbroken door kortere periodes waarin er een relatieve opwarming optreedt. "Die worden gedeeltelijk veroorzaakt door veranderingen in de stand en de baan van de Aarde". Geleidelijk duren de cycli langer; tegenwoordig een 100,000 jaar. De laatste 10,000 jaar was een periode van opwarming binnen de laatste cyclus van afkoeling die 100,000 jaar geleden begon. Stilaan zou een lezer achterdochtig kunnen worden, want nu praten we toch wel precies over de grootte ordes waarin respectievelijk de beschavingen ontstonden, en waarin de moderne Homo sapiens (ik bedoel: wijzelf) ontstond.
Maar ik ben niet op zoek naar mono-causale verklaringen van zeer complexe fenomenen. Al die dingen zijn verenigbaar met een mensheid die nooit van z'n leven iets aan zijn ecologie heeft mispeuterd, en ze zijn verenigbaar met een mensheid die in recordtempo zichzelf naar de duivel helpt. Deze post probeert geen enkel politiek standpunt te bewijzen. Het was gewoon een navertelling van iets door iemand die dat interessant vond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten