Een tijdje geleden zag ik ergens op usenet iemand die zijn verwondering uitdrukte over een episode uit de geschiedenis, waarbij een eenheid joodse troepen zich de ziel uit het lijf vocht voor hun Moslim overheersers. Daarbij kon ik me meteen een conversatie inbeelden die zich in werkelijkheid al vaak heeft afgespeeld, zij het in andere usenetconversaties, of andere webfora. Die conversatie gaat dan ongeveer als volgt:
“Dat is normaal, de joden hadden onder de Islam een bevoorrechte status, “dhimmistatuut” genaamd. Net zoals de Christenen noemt de Koran ze uitdrukkelijk als volkeren die het monotheïsme onderschrijven. Terwijl de Islam, met zijn credo “er is geen andere God dan God” zich in de eerste plaats tegen de polytheïsmen afzet, de “afgodenaanbidders”.
“Vergeet het maar rap [gevolgd door een overzicht van Korancitaten waarin wordt opgeroepen tot heilige oorlog, of zoiets, tegen zowel joden als Christenen], de dhimmistatus was niets anders dan de aanwijzing van een minderwaardige status van ongelovige. Het gevolg was een hogere graad van belastingen, en je moest niet proberen er door bekering aan te ontsnappen, want dat werd doodeenvoudig niet aanvaard. De dhimmistatus was niets anders dan een manier voor de numeriek in de minderheid zijnde Moslims om de onderworpen volkeren uit te buiten”.
Nu is het zo dat in deze conversatie beide partijen een deel van de waarheid bezitten. Hier is wat de Midden Oosten specialist Bernard Lewis ervan zegt (alle citaten uit zijn boek The Arabs in History, 1,950 (2,002)):
“The status accorded to them has sometimes been idealized by apologetic writers, who have magnified the undoubted tolerance of Muslim governments into the granting of complete equality.” (hoofdstuk 5)
Men ziet: er was een “onbetwijfelde” tolerantie, maar dat is iets heel anders dan wat “apologeten” ervan maken, als ze de zaak proberen voor te stellen alsof de Islam van meer dan 1,000 jaar geleden tot een “hedendaagse” tolerantie kwamen. Alleen laat Lewis ook niet toe de zaak voor te stellen alsof het gewoon een vorm van uitbuiting was: vanuit het standpunt van toenmalige beschavingen zou het gewoon "plichtsverzuim" geweest zijn om gelovigen en ongelovigen eenzelfde behandeling te geven.
Dus er was wel degelijk een tolerantie, en die ging wel degelijk verder dan een verkapte vorm van uitbuiting. Want hoewel ze “tweederangs burgers” waren...
“(...) by and large their position was infinitely superior to that of those communities who differed from the established church in Western Europe in the same period. They enjoyed the free exercise of their religion, normal property rights, and were very frequently employed in the service of the state, though rarely in the highest offices. (...) They were seldom called upon to suffer martyrdom or exile for their beliefs.” (hoofdstuk 5)
En dat brengt ons bij consequenties die deze toestand had, en die heel begrijpelijk zijn, eenmaal je de zaken in het juiste perspectief mag zien. Bijvoorbeeld, joden die actief meevechten in de oorlogen van de Islam tegen de anderen. Dat is niet alleen maar één of ander gerucht uit usenet, dat zijn dingen die Lewis zelf ook uitdrukkelijk schrijft:
“Such evidence as we have seems to indicate that the change from Byzantine to Arab rule was welcomed by many among the subjesct peoples, who found the new yoke far lighter than the old, both in taxation and in other matters. Some even among the Christian populations of Syria and Egypt preferred the rule of Islam to that of the Byzantines.” (hoofdstuk 3)
Voor hoe datzelfde verhaal ook klopt voor de Islam in Spanje verwijs ik naar mijn post onder (1). Maar de reden waarom ik er over begin is dat het doet terugdenken aan één van de thema’s uit mijn post over “Islam en Wetenschap” (2). Dat thema ging over hoe een bepaald soort "apologeten", maar dan van de andere kant, probeert de techniek van de twee maten en gewichten te gebruiken, om te ontkennen dat de Islam ooit een bloeiende beschaving bezat, met veel wetenschappelijke prestaties. Namelijk vertrekken ze daartoe van het perspectief van ons eigen Westen dat daarin een zonder meer unieke positie heeft verworven ten opzichte van alle andere beschavingen. En door die vergelijking door te duwen creëren ze een beeld waarbij de Islam “geen wetenschappers” had, wat niet moeilijk is, want met deze standaard had geen enkele beschaving noemenswaardige wetenschappers: noem eens een Romeinse wetenschapper?
In dit verhaal over de dhimmi’s zien we precies hetzelfde gebeuren. In vergelijking met onze beschaving, die niet alleen een unieke intellectuele, maar ook politieke vrijheid heeft verworven, is het niet moeilijk de zaken voor te stellen alsof de dhimmi’s alleen maar een stel uitgebuite tweederangs burgers waren. Terwijl de serieuze manier om je af te vragen wat de Islam als beschaving voorstelde natuurlijk is de Islam te vergelijken met de toenmalige andere beschavingen. Het is interessant te vernemen dat de successen van de Islam in de gebieden van Byzantium mee verklaard worden door de voorkeur van de bevolking, voor wat klaarblijkelijk een meer aantrekkelijke beschaving was. Het zou me niets verbazen dat hetzelfde gold voor de successen van de Islam in Perzië, maar eerlijk is eerlijk, daar zou ik niet zo direct een citaat voor kunnen terugvinden.
In ieder geval, de pogingen om de zaken voor te stellen alsof de Islam in politiek inzicht niet veel voorstelde gaan de mist in zoals de pogingen om dat in wetenschappelijk opzicht te beweren. Ze zijn allebei even gemakkelijk te ontmaskeren op het gebruik van dezelfde kermistruc: het binnensmokkelen van een anachronistische vergelijking.
------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/de-islam-in-spanje.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/de-islam-en-de-wetenschap.html
1 opmerking:
Ben het hier toch niet zo mee eens want uiteraard moet beschavingen met elkaar vergelijken op hetzelfde moment, en niet vanuit de 21e eeuw, maar dan nog moet men de specifieke beweegredenen voor bepaald gedrag onder ogen zien. Niet-moslims waren dhimmi's omdat de sharia/islamitische theologie zegt dat een niet-moslim nooit autoriteit over een moslim mag hebben, enkel omgekeerd. Eigenlijk een soort van suprematiedenken dat resulteerde in een hele hoop verdrukkende en vernederende regeltjes die dhimmi's moeten klein houden (in landen waar mosliminvallers in de minderheid zijn), en hen uiteindelijk reduceren tot ongevaarlijke minderheid.
Je vindt de geschiedenis van de dhimmi's het meest omvangrijk beschreven in de boeken van Bat Ye'or. Velen noemen deze beoeken "polemisch" maar eigenlijk verschillend ze niet van voorafgaande standaardstudies van auteurs als A. Fattal (jaren vijftig) en C. Tritton (jaren eventig). Haar denken vormt ook geen contradictie met dat van bekende autoriteiten als S.D. Goitein (relaties joden-moslims), Norman Stillman (joden in de arabische wereld), en Speros Vryonis (minderheden onder de Ottomanen in Klein-Azië & Balkan).
De gereputeerde islamoloog William Montgomery Watt recenseerde haar boek "destruction of eastern christianity" in “Journal of Semitic Studies” (1993; XXXVIII; blz. 166 - 167), en een andere islamoloog S.H. Griffith deed hetzelfde maar de referentie ontglipt me even, en beiden, na hevige kritiek, konden niet ontkennen dat het christendom in het Midden-Oosten & maghreb, die daar meerderheidsculturen waren, gedurende islamitische overheersing vervallen zijn tot verwaarloosbare minderheden. En dat dit hoofdzakelijk te wijten is aan hun statuut als dhimmi onder de verdrukkende en vernederende wetten van de sharia, wetten die hun werk voortzetten tot op vandaag.
Of de islam nu "tolerant" is of niet is een zinloos woordspelletje. De essentie is dat onder islamitische overheersing/dominantie andere culturen/religies vervallen tot een schim van wat ze ooit geweest zijn, en dat dit onlosmakelijk verbonden is met het islamitische wereldbeeld, geconcretiseerd door de sharia of islamitische wet. Dat is hetgene dat we moeten weten.
Een reactie posten