zaterdag 6 maart 2010

Fernand Braudel en "kapitalisme" (2)

Hier is het gedroomd voorbeeld van mijn problemen met het gebruik door Fernand Braudel (1) van het woord "kapitalisme" (2). Het gaat om het tweede deel van de trilogie, Les Jeux de l'Echange, hoofdstuk 3, §2, titel 9 ("Capitalisme et Second Servage"). Het stukje beschrijft hoe Oost Europa in die vroege tweede helft van het vorige - "zesde" (3) - millennium terugviel in een zeer feodaal georganiseerde maatschappij. In lijnrechte tegenstelling tot de evolutie in het Westen namen de plichten van de bevolking van een gegeven stuk land tegenover de Heren almaar toe, en uiteindelijk waren ze niet veel meer dan slaven.

Wat had dat met "kapitalisme" te maken, vraagt Braudel zich zelf af, en hij citeert instemmend het antwoord, en de argumenten daarvoor, van een andere historicus: "helemaal niets". Immers, de bevolking die geen land of kapitaal of wat dan ook bezat leefde en werkte niet in loondienst van een werkgever, maar in lijfeigenschap van een feodale Heer. De feodale Heer was niet de "eigenaar" van het land, maar de heerser over een stuk grond waaraan hij quasi onbeperkte "voorrechten" en "privileges" ontleende. Het land zelf beheerde hij niet als een stuk kapitaal dat zorgvuldig behandeld moest worden, maar als de bodem waarop hij de lijfeigenen aan het werk kon zetten. De opbrengsten waren geen "winsten" in de zin dat ze het gerationaliseerde resultaat waren van een opbrengstenmaximalizatie en een kostenminimalizatie, maar gewoon het resultaat van alles wat de lijfeigenen produceerden, minus hun levensonderhoud.

Dus alles gaat goed... Maar dan zegt Braudel dat het ondanks alles toch wel degelijk "kapitalisme" is. Want, zo vernemen we, uiteindelijk verzamelde de landheer alle opbrengsten, vervoerde die naar de havensteden van het noorden van Polen, vanwaar ze naar het toenmalige centrum van de Westerse wereld Amsterdam werden verscheept... En zo kwamen ze op die Westerse markten terecht, ergo, de feodale Heer van oost Europa "produceerde voor de markt". En het was die internationale markt, zeer ver weg van de plaats waar het dagelijks leven zich afspeelde, die bepaalde hoe het leven van de producenten in Polen of Bohemen er uitzag...

Nu moet je goed beseffen dat ik Braudel groot onrecht aandoe, door uit een enorme massa historisch werk van bovenste kwaliteit een heel klein filosofisch puntje te peuteren, en daar dan kritiek op te hebben. Het zou zonder meer "pedant" geweest zijn als ik er toch niet ook een goede reden bij denk te hebben. Want laten we nu even die reden om toch maar over "kapitalisme" te spreken wat beter bekijken.

Het eerste wat we zien is dat uit de lange reeks kenmerken die we gewoonlijk vereisen om een systeem "kapitalisme" te noemen de één na de ander irrelevant wordt verklaard. Uiteindelijk blijkt er één ("produceren voor de markt") over te blijven dat toch toepasselijk is, en zomaar opeens hebben we niet langer de lange lijst nodig, maar volstaat dat ene puntje.

Maar dan nog! Het tweede waar wel eens mogen over nadenken is het belang van die ene factor in het totaalbeeld. De lokale feodale eenheid zelf vertoont dus geen enkel kenmerk van "kapitalisme", behalve dat het produceert voor die verre markt. Wat is daarvan precies het effect? Het effect is dat een landheer die niet voor een verre markt produceert (blijkbaar) minder geneigd zou zijn om de "corveeën" uit te breiden tot er niets meer dan een lijfeigenschap overblijft. Maar dat geeft alleen maar een kwantitatief, en geen kwalitatief verschil. Dus met of zonder verafgelegen markt, het blijft een feodaal systeem, en het enige verschil dat de markt heeft is hoe zwaar de corveeën wegen op de slaaf.

Maar als je ziet dat het ene argument na het andere om het systeem "kapitalistisch" te noemen wegsmelt, en het enige dat overblijft een zeer matige impact heeft, maar van geen kanten voldoende om het systeem zelf te veranderen - wat blijft er dan nog over behalve dat je het "kapitalisme" wil noemen?

En natuurlijk kan je dan schrijven dat "het kapitalisme" overal "doordringt", en alles "verovert" enzovoort enzovoort, omdat je op de duur een zodanig brede waaier aan systemen "kapitalisme" noemt dat het woord op de duur niets meer betekent.

Nu, ik kan het niet genoeg zeggen, het feit blijft dat Braudels boek een schat aan feiten en inzichten bevat, waarmee je je inzicht in de ontwikkeling van de Westerse economie met sprongen ziet vooruit gaan, en dat ik hier alleen op een vocabulaire slak zout aan het leggen ben. Maar je ziet tegelijk gebeuren: het is wel een vocabulaire slak die de propaganda in termen van "het is de schuld van het kapitalisme" goed van pas komt. Dus ik zou zeggen, lezen, die Fernand Braudel, zelfs als je normaal geen enkele belangstelling hebt voor economische geschiedenis - wat zoveel betekent als een volle vijfster op mijn eigen schaal van kwotering (4). Maar misschien toch mijn heel klein filosofisch puntje in het achterhoofd houden...

---------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/01/fernand-braudel.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/03/fernand-braudel-en-kapitalisme.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/het-zevende-millennium.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/kwotering.html

Geen opmerkingen: