zondag 23 april 2006

Malthus

Als je over “Malthus” (naar een oude theorie, beroemd geformuleerd door Thomas Malthus op het einde van de achttiende eeuw) begint, krijg je – vanuit een heel breed spectrum aan opinies en ideologieën – ladingen kritieken over je heen. Dat alleen al maakt het de moeite er van wat dichterbij naar te kijken.

De theorie zegt dat een gegeven populatie (in ons geval: mensen) groeit, zolang de ecologie het toelaat. Het volgende inzicht is dan “Samengegestelde interest” (1). Om het even welke groei die (gemiddeld) constant blijft aanhouden, leidt naar een bepaalde tijd die er nodig is om de populatie te doen verdubbelen. Zelfs zeer kleine groeipercentages, die aanleiding geven tot “lange” verdubbelingsperiodes, geven verdubbeling op tijdsschalen die (historisch gesproken) heel kort zijn. Bijvoorbeeld, als een bevolking slechts om de twee (!) eeuwen (!) verdubbelt, dan zouden de cijfers voor een groep van 100 mensen in het jaar 1,000 er als volgt uitzien:

1,000: 100
1,200: 200
1,400: 400
1,600: 800
1,800: 1,600
2,000: 3,200

Om de twee eeuwen is zeer langzame groei, dus dat kan veel sneller gaan. En het punt is, als er op een bepaald moment acht, of zestien, of tweeëndertig (enzovoort) keer meer mensen leven op een bepaald gebied dan er X aantal tijd daarvoor leefden; wat gaan die dan allemaal eten?

Dus (zegt de theorie), op een bepaald moment zal je mensen zien wegtrekken (“vluchtelingen”), met elkaar beginnen vechten (“oorlogen”), of er zal doodeenvoudig geen antwoord zijn op de vraag wat ze zullen eten (“hongersnood”). Ook kan een opeengepakte bevolking veel vatbaarder zijn voor (vaak dodelijke) epidemieën. Kortom, op een bepaald moment kan de ecologie het niet meer dragen, en dan zakt de populatie terug in elkaar, bijvoorbeeld na één of andere ecologische ramp. Malthus zelf dacht (als ik me dat goed herinner) dat die ramp niet noodzakelijk ecologisch moest zijn. Ook “moreel bederf” (zoals voorbehoedsmiddelen) kon de klus klaren, alsook, zoals vaak bij primitievere volkeren blijkt te gebeuren, grootschalige kindermoord. Het nettoresultaat (volgens Malthus) is altijd dat bevolkingsgroei moet stoppen, en dat dat op bijzonder onprettige manieren zal gebeuren.

Zowel de theorie als het probleem daarmee blijken heel goed uit de Europese geschiedenis van het laatste millennium. Vanaf de elfde eeuw vertoonde Europa – in de voorgaande eeuwen één van de primitievere streken van de wereld – een sterke opleving, die zich via bevolkingsgroei vertaalde in de crisis van de veertiende eeuw: hongersnoden, pest en oorlogen à volonté.

Als we daaruit komen – de periode wordt ook wel met “Renaissance” aangeduid – krijgen we alweer bevolkingsgroei, en met de “crisis van de zeventiende eeuw” hebben we weer, jawel, hongersnoden, pest en oorlogen à volonté.

En de cyclus herhaalt zich, en met de Industriële Revolutie begint wéér een heropleving, en wéér leidt dat tot grote bevolkingsgroei. En wanneer dat boeltje; zeg: in de twintigste eeuw, verondersteld wordt weer in elkaar te stuiken, dan gebeurt dat juist niet, maar wel integendeel. In plaats van een groeiende bevolking die de groeiende rijkdom inhaalt, haalt een groeiende rijkdom de groeiende bevolking in, en ineens gaat die laatste stabilizeren, terwijl de rijkdom toch verder groeit. Exit Malthus.

Nu kunnen we opmerken dat de twintigste eeuw toch nog altijd het toneel is geweest van twee wereldoorlogen, minstens één zeer zware, zeer dodelijke epidemie en stapels revoluties en andere lokale drama’s; genoeg om Malthus ruim tevreden te stellen. Alleen, de bevolking is er niet door gecrashed, en de rijkdom is er toch bij toegenomen, en dààr ging het tenslotte om.

En als we naar de zeventiende eeuw kijken, dan zijn we wellicht blij dat we niet tijdens één van de Londense pestepidemieën van die tijd hebben geleefd (of de grote brand), of onder de Spaanse Furie, of tijdens de Dertigjarige Oorlog door het hedendaagse Duitsland moesten ronddwalen. Maar tegelijk waren er streken van Europa die aan de crisis ontsnapten - bijvoorbeeld de Noordelijke Nederlanden. Kortom, de zeventiende eeuw was als crisis op zijn beurt veel minder erg dan de veertiende.

Op het eerste zicht zou ik zeggen dat “Malthus”, als dogma, weerlegd is; wat natuurlijk niet verhindert dat sommige mensen er aan blijven vasthouden zoals anderen dat doen met “de aarde is plat”, “de evolutietheorie is weerlegd” en “AIDS bestaat niet”. Maar als historisch patroon zou het best een goede beschrijving van de geschiedenis kunnen zijn – inclusief de manier waarop het patroon in het Europa van het jongste millennium lijkt af te nemen. Om te weten of “Malthus” ook werkelijk een lange termijn historisch patroon beschrijft, zouden we de geschiedenis van heel verschillende landen doorheen zeer lange periodes moeten kennen.

Bovendien zouden we daar statistieken van een minimale kwaliteit voor moeten hebben. Maar zelfs de statistieken voor het Europa van amper duizend (en minder) jaar geleden zitten vaak op een punt waar je alleen maar kan vaststellen dat de geschiedenis mogelijk in overeenstemming is met het patroon, maar wellicht ook niet. Bij mijn weten ontbreekt het ons momenteel aan de historische kennis om ons daarover uit te spreken. Economie en geschiedenis zijn nog lang geen exacte wetenschap...

--------------------------------------------------

(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html

Geen opmerkingen: