De zogenaamde toplonen zijn weer in het nieuws en ik vind dat een goede zaak. Niet dat het me buitengewoon belangrijk lijkt, maar het blijft een anomalie. De aandacht van de filosoof wordt dan ook meer getrokken door de drogredeneringen in het spel, dan door de realiteit. Want zeg nu zelf, een multinational met 100,000 werknemers en een miljard aandelen betaalt 10 mio euro aan toplonen uit. Dan kan je dat schrappen en elke werknemer 100 euro extra per jaar betalen, of elke aandeelhouder 1 cent. Geef toe, de wereldproblemen ga je er niet mee oplossen.
Veel interessanter is dan ook wat er gebeurt als je ze in vraag stelt. Ineens stromen door alle hoeken en kieren mensen het podium om op verhitte toon de status quo te verdedigen. De aandeelhouders doen toch met hun geld wat ze willen, zeker?! Die bedragen zijn nodig om topmanagers aan te trekken! Trouwens, dat is nu eenmaal de marktprijs! En de enige vraag is: slagen ze er daarmee zelfs maar in zichzelf voor de gek te houden?
De aandeelhouders? Het spijt me, maar dat is wegkruipen achter formalismen. Ergens in het Wetboek van Koophandel staat nog de juridische fictie uit de tijd van Napoleon beschreven, waarin de aandeelhouders bestuurders aanstellen enz enz enz… En als je eerst beslist hebt de toplonen te verdedigen, en dan probeert dat als een logisch gevolg van iets anders voor te stellen, dan houd je op dat punt natuurlijk op. Maar als je geïnteresseerd bent in de realiteit, dan weet je dat het reilen en zeilen aan de top van de ondernemingen in besloten kamers wordt bedisseld, en dat hoogst, hoogst zelden aandeelhouders zullen weigeren vergoedingen goed te keuren - voor zover ze niet alleen in schijn, maar ook in werkelijkheid enige kans maken dat hard te maken, natuurlijk.
Dus “de aandeelhouders” zijn een juridisch formalisme, een quasi middeleeuwse fictie waarvan de werkelijke machtsverhoudingen zich bedienen om de moderne economie te organizeren. Het lijkt me ook dat ze dat veel beter doen dan alle alternatieven die we ooit geprobeerd hebben. Alleen is dat geen excuss om ons dan maar te laten wijsmaken dat het uithangbord ook de realiteit is.
Jamaar, klinkt het dan, die bedragen zijn nodig om topmanagers aan te trekken. Maar weet je, dat lijkt verdacht op personencultus. Het lijkt me zeker redelijk dat je hoge vergoedingen aanbiedt om de zo noodzakelijke goede managers aan te trekken, maar het moet toch toegelaten zijn je de vraag te stellen: hoe hoog is hoog? Moet dat werkelijk om bedragen gaan waarbij je in één klap royaal van je rentes kan gaan leven? Als we geen vragen hebben bij 1 miljoen, blijft dat dan zo bij 10 mio? Mogen we al vragen stellen bij 100 miljoen? Staan de verdedigers van de toplonen nog altijd op de barricades met “nodig om talent aan te trekken” als het over een miljard gaat? Is er helemaal géén grens?
De waarheid is dat er overal, in elk bedrijf, een voortdurende enorme strijd aan de gang is voor de volgende stap in de carrière, en dat die mensen daar ongelofelijk veel werk van maken, zonder dat er veel meer dan stijgende, maar “normale” salarissen in het spel zijn. Moeten we aannemen dat er daartussen, telkens weer, net genoeg (en nooit méér) zitten die in staat zijn de topfunctie te bezetten? Als dat waar is, waarom herkennen we die halfgoden dan niet veel vroeger, en waarom moeten ze zoveel tijd en moeite spenderen aan het doen alsof ze zijn zoals iedereen? En zoals John Kenneth Galbraith een halve eeuw geleden al vernietigend opmerkte: dan moeten al die grote bedrijven met de regelmaat van een klok in een toestand terechtkomen waarin de vervanging van dat ongelofelijk genie helemaal niet vanzelfsprekend is – met alle gevolgen vandien voor de toekomstige prestaties. Maar die onzekerheid vertaalt zich nooit in schommelende beurskoersen, als de CEO eens oud of ziek is, hoewel ze al volatiel zijn als een kwartaalresultaat eens een fractie scheef zit.
Dus is het kennelijk niet zo dat de zoektocht naar de halfgoden telkens weer zo precair is. Maar hoe kan je dan ontkennen dat er op elk moment best wel behoorlijk veel mensen in de reserve zitten, die allemaal in staat zouden zijn om desnoods aan het roer van het schip te gaan staan? En wat blijfter dan van heel dat “dat is nodig om ze aan te trekken” gedoe over, tenzij simpele personencultus; die mensen zijn groooote successen niet omdat ze na unieke verdienste op die plaats zitten, maar enkel en alleen omdat ze al op die plaats zitten.
Tenslotte hebben we nog “jamaar, dat is de markt”. In het bijzonder als dat van liberalen afkomstig is vind ik dat altijd vreselijk. Als je niet eens probeert er toch een béétje serieus uit te zien met je “markt”denken – hoe verwacht je dan ooit serieus genomen te worden als het werkelijk over markten gaat?
Markten, geef ik ter herinnering mee, is iets dat wij liberalen zo belangrijk vinden omdat ze door het spel van vragers en aanbieders prijssignalen naar de wereld sturen en vraag en aanbod in evenwicht houden. Dat impliceert dat er veel vragers en aanbieders zijn, en verder dat die inderdaad in onderhandeling met de tegenpartij, èn competitie met elkaar gaan, om het verhandelde onderwerp binnen te halen.
Zelfs de allereerste, allersimpelste blik op dit onderwerp vertelt je onmiddellijk: er zijn weinig dingen die zo weinig op een marktgebeuren lijken als toplonen. Stel je om te beginnen de vraag: als je met je marktfilosofie ergens heel hoge prijzen ziet: verwacht je dan veel aanbod en weinig vraag, of juist veel vraag en weinig aanbod?
Je verwacht, vanzelfsprekend, heel veel vraag, en heel weinig aanbod, precies zoals de personencultus het ook probeert voor te stellen. Maar zoals we tegelijk zagen, de werkelijkheid is precies omgekeerd. De mensen zijn dus alle dagen aan het vechten om vooruit te komen, en er is relatief heel weinig plaats aan de top. Dus het zou heel gemakkelijk zijn om telkens opnieuw een lange rij subtoppers aan te spreken, en die allemaal de voordelen van een topfunctie, inclusief een hoog salaris, boeiende ervaring, prestige enzovoort onder ogen te brengen, en vervolgens te vragen voor welke prijs ze het willen doen.
Die allersimpelste blik leert dat dat van geen kanten gebeurt. In werkelijkheid heeft “men” (en je voelt dat dat “men” *niet* vaak “de aandeelhouders” zullen zijn) vaak al een kandidaat voor ogen, die in de betrokken middens goed gekend is, wie weet wegens welk lidmaatschap van welke club of politieke partij, en er wordt vrolijk met de miljoenen gelapt, die tenslotte toch niet meer kosten dan 10 cent per aandeel en per jaar.
Dus ik zou voor het ogenblik het onderwerp willen besluiten met hoe ik niet erg onder de indruk ben van de standaardargumenten. Tegelijk geef ik ook toe nog niet te hebben ingezien waarom er al die ophef over nodig is. Als ik het wel wist zou ik het best wel meer bekritizeren, dus probeer gerust me te overtuigen; momenteel weet ik het niet. Maar kan ik alstublieft mijn medeliberalen verzoeken op te houden met dat allerabsurdste “dat is de markt”? Het volstaat dat de eerste de beste extreem-linkse anti-globalist opmerkt “als dat de markt is, dan wil ik met de markteconomie niets te maken hebben”, en je hebt je compleet laten voorbijfietsen. Langs rechts, nog wel.
3 opmerkingen:
Tuurlijk is het de markt? Wat anders? Enfin; wordt er iemand gedwongen geld te geven? Wordt er iemand gedwongen daar aandeelhouder van te zijn? Wordt er iemand gedwongen dat product te kopen? Is er ergens geweld jegens iemand om iets te doen met zijn middelen dat hij niet leuk vindt? Neen? Dan is er ook geen probleem waar mensen ineens het staatsgeweld op los moeten laten. De enige, relevante, factor van de menselijke natuur die in dit debat, imo, speelt is jaloezie, al dan niet gecombineerd met onbegrip.
Uw bespreking van 'het is geen markt' gaat uit van een bepaalde interpretatie van de markt, die niet de mijne is.
In 't algemeen heb ik 2 reacties.
- Principieel: als iemand in staat is de winst van een onderneming met 2 miljoen euro te verhogen, maar hij vraagt een salaris van 1,5 miljoen euro, dan denk ik dat je zo iemand beter aanwerft. Uiteraard kan je je terecht afvragen of die mensen hun beloftes inlossen...
- Waarom hebben we er geen probleem me dat een topsporter 2 miljoen euro verdient, zich in Monaco vestigt, en op de Olympische spelen de Belgische vlag verdedigt, maar als een bedrijfsleider hetzelfde doet, is er blijkbaar wel een probleem.
Over de tekst van Lode denk ik straks een aparte post te maken.
@Bruno: Ik denk dat Monaco er niet veel bij komt doen, zolang de topmanagers niet ook uitwijken om belastingen te vermijden. Goed punt op zich, daar niet van, maar niet echt het onderwerp.
Daarnaast denk ik wel dat zowel sponsors als kopers van toegangstickets een veel beter beeld hebben van wat ze kopen dan aandeelhouders. Nu, ik zou dat verkeerd kunnen hebben, want als ik geen problemen zie voor topsporters is dat in de eerste plaats omdat ik er nooit over heb nagedacht. Misschien zou "even nadenken" me inderdaad doen besluiten dat er ("ook") geen markt is, wie weet.
En zoals ik al schreef, tot twee keer toe, ik heb zelfs ook nog altijd niet gezien welke problemen er zijn met de "toplonen". Ik kan het gevoel van onbehagen begrijpen, maar daarom probeer ik het nog niet te rationalizeren. Mijn punt ging meer over de drogredeneringen die in het spel zijn.
Een reactie posten