In 2,001 publiceerde William Easterly zijn The Elusive Quest for Growth (1) en hij was meteen de held van mensen zoals ik. Je weet wel, we adopteren de term "neo-liberalen" als geuzennaam, omdat we genoeg reden zien om te pleiten voor liberale ontwikkeling (vertrouw op de resultaten van het individu dat vrij voor zichzelf denkt en handelt), terwijl de tegenstanders die reden niet zien: tot het punt dat wij ons afvragen of (en waarom) ze die niet willen zien.
Easterly, dat is hoe wij zelf wilden zijn! Vrije markten! Beperk het overheidsoptreden! Mensen reageren op stimuli! Alles gebaseerd op heel veel economische theorie, maar ook heel veel ervaring in ontwikkelingslanden - waar hij bepaald niet blind was voor de tekortkomingen van die theorie. En filosofisch een loepzuivere erfgenaam van Friedrich Hayek (2) - spreek in Easterly's nabijheid het woord "plan" uit en er trekt een scheur door het universum.
Kortom, mensen zoals ik moeten oppassen dat we niet zelf terechtkomen in de categorie die bij mij "dom rechts" zou heten - neem vooral mee dat "dom links" geen haar beter is (3). We kennen de symptomen: "wij" zijn de goeden en "zij" zijn de slechten. "Wij" hebben gelijk en "zij" hebben ongelijk. Bovendien hebben we gelijk tot in de kleinste details, want zelfs als we op het niveau van de meest simpele feiten geen gelijk hebben, hebben we toch nog altijd gelijk. En voor dat laatste zijn we bereid te gaan loeien en schelden dat horen en zien vergaan.
Dat laatste is nodig voor de schampere kwalificatie "dom links" (of "rechts"), maar als het enige verschil is dat we niet gaan schelden om onze vooroordelen blijven we intellectueel gesproken in een wankele positie. Hoe weten we nu of we Easterly niet in die laatste categorie terugvinden?
Een goede indicatie is altijd wanneer we juist niet beweren dat we altijd, overal en tot in de laatste details gelijk hebben. Dus ter herinnering, "wij" geloven (sic...) in beperkte overheden en veel, heel veel, vrije markten. Maar dat belet Easterly niet te schrijven, in de intro van zijn "Part III" (het deel waar hij op zoek naar oplossingen probeert nieuwe richtingen in te slaan):
"Overcoming the bad luck and initial poverty that trap the poor often requires direct government-created incentives to grow out of poverty."
Dat staat nog altijd allemaal temidden van veel verzekeringen (en voorbeelden) dat er verschillende manieren zijn waarop overheidsoptreden economische ontwikkeling kan vermoorden. Maar het blijft iets heel anders dan het rechts fundamentalisme dat van het idee dat een overheid wel eens, hoe uitzonderlijk ook, iets goeds zou kunnen doen meteen een hartaanval krijgt. (Ik wil er aan herinneren dat ik al eens verwezen heb (4) naar een tekst van Ivan Janssens, die datzelfde vertelde op een manier die op mij overkwam als manna uit de hemel.)
Easterly geeft ook zelf een concreet voorbeeld, in zijn volgende hoofdstuk, het achtste van het boek:
"A society benefits from a lot of investment in knowledge by that society; an individual does not fully benefit from a lot of knowlegde creation by that individual. This means that market incentives to create knowledge will not be strong enough, even when that knowledge is socially beneficial. The free market will not lead to the best possible outcome (...)." (The Elusive Quest for Growth, hoofdstuk 8, §3)
We krijgen ook de reden waarom een vrije markt, overgelaten aan zichzelf, in bepaalde gevallen niet naar een optimaal resultaat leidt. Het resultaat van een inspanning - "the rate of return" - is iets dat niet alleen in de handen van de ondernemer (in dit geval, beter gezegd: de onderzoeker) ligt, maar ook afhankelijk is van de samenleving waarin die inspanningen tot stand komt:
"The rate of return to new investment in knowledge depends on the total stock of knowldge in the economy. If the rate of return is falling well short of the minimum, then a single individual's investment is too small to move the whole industry or the whole economy above the treshold." (The Elusive Quest for Growth, hoofdstuk 8, §4)
Enkele paragrafen verder gevolgd door de conclusie:
"Laissez-faire policy by the government may well leave the economy or some parts of it, in a vicious circle. Getting into the virtuous circle may require conscious government intervention in knowledge creation." (The Elusive Quest for Growth, hoofdstuk 8 §4)
Ik hoop dat je mijn punt ziet. In de letterlijke zin kan je heel goed uitdrukkingen gebruiken als "je zal bij Easterly maar heel weinig pleidooien voor overheidsoptreden vinden". Maar laat je vooral niet wijsmaken dat je bij de grote auteurs (het "rechts maar toch goed" van een aantal eerdere (5) posts hier) van ons "luciede rechts" (dat is hier vanzelfsprekend alleen maar mijn eigen term om een tegenstelling met een andere term van mij, "dom rechts", te maken) zal vinden dat er helemaal geen overheid nodig is (of mag zijn).
---------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/william-easterly.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/03/over-armoede-en-economische-groei.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/friedrich-hayek-rechts-maar-toch-goed.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/de-opvallende-parallel-tussen-dom_26.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/wat-is-een-marktfundamentalist.html
(5) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/rechts-maar-toch-goed.html
2 opmerkingen:
Koen,
een vraagje. Meestal zijn de groenen de kop van jut voor (zelf in te vullen) rechts. Nu ik zie dat luciede rechts toch een opening laat voor 'regulatie', zoals in het onderwijs, hoe kijkt luciede rechts dan aan tegen 'groene' dingen, zoals de ontbossing, het kappen van het regenwoud en andere dingen ?
Groeten,
Tonny
Ach, wat heet "een opening laten voor reguleren"? Laten we zeggen dat het altijd gevaarlijk is om dingen uit te sluiten, maar dat we alles wat in het verleden eerder twijfelachtige resultaten heeft opgeleverd aan extra kritische zin blijven onderwerpen.
Overheidsoptreden, bijvoorbeeld.
Hoe we dat dan voor "groene onderwerpen" gaan toepassen... Ik weet er gewoon niet genoeg van. Laat staan dat ik voor één of andere variant van rechts zou gaan spreken. Maar mijn soort rechts staat in ieder geval open voor een bredere waaier aan suggesties dan sommige andere varianten.
Een reactie posten