"once help is assured to such an extent that it is apt to reduce individuals' efforts, it seems an obvious corollary to compel them to insure (or otherwise provide) against those common hazards of life."
(F.A. Hayek, The Constitution of Liberty, hoofdstuk 19, over een mandaat tot verplichte ziekteverzekering)
De krantenkoppen staan vol met de onderhandelingen over Fortis. Blijkbaar zou er toch een "betere" deal in de maak zijn, en de beurskoers stijgt met percenten tegelijk. Niet dat wij, afgeslachte aandeelhouders daar veel wijzer (of rijker) van worden, maar zou het kunnen dat de "conventional wisdom" - waaronder ikzelf (1) - het mis had?
Je weet nog wel. De "kortzichtige aandeelhouders" stemden tegen de deal met BNP, omdat ze een bende slechte verliezers waren, wiens enige optie nog een soort infantiele wraak was. Dat was een zielige uitweg voor een (toegegeven) hoop frustratie om de verliezen, maar ze gingen er intussen de ene euro waarde die het aandeel nog had ook nog mee verliezen. Terwijl de belastingbetaler, na het afhaken van de "witte ridder" met de gebakken peren ging blijven zitten.
En als die aandeelhouder die net enkele tientallen euro (per aandeel, en er zijn veel aandelen in omloop...) verloren had echt niet gevoelig was voor het argument dat hij één euro kon verliezen, was het enige dat overbleef dat de "nee-stem" een groot, gefrustreerd f*** y** (hey, dit is tenslotte een familieblog) aan het adres van de beslastingbetaler was.
Maar kijk! Ineens blijkt dat er, misschien, toch wel wat meer te rapen valt? Misschien hadden die aandeelhouders, toen ze voor "neen" kozen, dan toch een punt dat hun stem blijkbaar voldoende waard was om er dan ook wat meer voor te geven? Ik heb het werkelijk niet genoeg gevolgd om het te weten, ik had ze al lang gedegoûteerd afgeschreven, maar vandaag (tenminste) lijkt het daar wel op. Daar heb ik niets van diepe analyses over juridische constructies voor nodig, maar alleen de wet van vraag en aanbod.
Maar natuurlijk kan ik het net zo goed met deze post mis hebben als met de vorige over dit onderwerp. Eerlijk gezegd lig ik als collega bankbediende meer wakker van de vele mensen wiens job op het spel staat, dan van wat spaargeld, zeker van mensen die er geen boterham minder zullen om eten.
Vandaag staat het in grote letters in de kranten, en het is bij mij ook al vaak ter sprake gekomen met collega bankiers: we mogen er officiëel op rekenen dat de banken, onder de slagen van de huidige crisis, met veel meer controle door de overheden zullen rekening te houden hebben.
Nu heb ik al mijn medeliberalen al erg kwaad gekregen omdat ik niet (per formule "overheid = slecht") meewerk aan dat heerlijk eenvoudig wereldbeeld waarin het zo comfortabel nadenken is. Ik krijg géén kramp als ik de naam "Keynes" hoor, en ik denk dat het wèl een goede zaak is als overheden niet zomaar "de banken failliet laten gaan", en ik ga me nièt in alle hoeken en bochten wringen om ergens een hint van een spoor van overheidsinterventie aan te treffen, zodat ik kan beweren dat de crisis de schuld van de overheid is. Dus misschien mag ik toch mijn vragen bij dat "meer controle" formuleren, zonder dat ik meteen van dat laatste verdacht word.
Ik neem doodgewoon dat liberale principe dat de vrije markten dat veel beter kunnen, ook die controle dus, dan de overheden dat kunnen. Jaja, ik zie de rotte tomaten wel door de lucht zeilen, en ik hoor echt wel de schampere opmerkingen over de resultaten die we met onze eigen ogen kunnen zien. Maar schampere opmerkingen zijn goedkoper dan scherpe inzichten...
Hier is het probleem. Probeer maar eens zelf dat "meer controle" in iets concreets te vertalen. Wat ga je precies veranderen? Welke controle ga je uitvoeren? Op basis waarvan ga je dat beslissen? En als je beseft dat je dat zelf allemaal niet kan weten, van wie denk je dat die dat wel kan weten, en waarom?
Mensen die dat soort dingen weten lopen er intussen rond met dozijnen: dat zijn precies de bankiers die vele decennia uitstekend werk hebben verricht. Ze wisten, over het algemeen, heel goed wat "leverage" was, en wat de gevaren waren, en ze hebben generaties mensen salarissen betaald, uit geld dat ze eerst zelf hadden verdiend (en niet stomweg aangeslagen onder de vorm van belastingen) om methoden en modellen te ontwikkelen, die zo efficiënt mogelijk de risico's kwantificeerden en analyseerden en beheersbaar maakten.
Mensen die kosten maken uit hun eigen geld doen dat doorgaans veel efficiënter dan mensen die middelen gebruiken die ze zomaar in de schoot geworpen krijgen. Dus als "controle door de overheid" iets méér moet betekenen dan het uitspreken van een toverformule: Waarom denk je dat "de overheid" ook maar iets van ideeën zou hebben over hoe het allemaal moet, waar de bankiers zelf niet sinds generaties aan hebben gedacht?
Wat ik vrees is dat het antwoord niet verder zal komen dan precies die schampere opmerkingen; het uitspreken van een toverformule dus. Jaja, we zien allemaal waar het ze gebracht heeft - maar daarmee heb je nog geen woord gezegd over waarom "de overheid" dat nu zomaar opeens allemaal wel zou weten. Kortom, het klinkt allemaal als de armenzwaaiende politieker die een ongeval ziet gebeuren en onder het motto "we moeten toch iets doen" maar een verkeerslicht laat plaatsen - ongeacht hoeveel of weinig het ongeval iets met gebrek aan verkeerslichten te maken had.
En ja, moeilijke karakters zoals ik kan het nu eenmaal niet schelen of het goed klinkt wat ze zeggen, en dus is dat de vraag die ik, midden in de zware crisis op tafel leg. Als je niet kan antwoorden op de vraag wat "de overheid" zou weten en kunnen - zonder er ooit met een woord van te reppen - dat al die bankiers nooit zelf hebben kunnen bedenken: moet je je dan ook niet eens afvragen of optreden door de overheid het integendeel niet erger dreigt te maken?
Als iemand als "jij en ik" zonder enige kennis van zaken aan een kostbaar Zwitsers horloge beginnen te prutsen is de kans dat we het verknoeien reëel, nietwaar? En dat zou toch niet veranderen als op een dag in alle kranten stond dat de Zwitserse horlogemakers per ongeluk één van de kostbaarste horloges aller tijden om zeep hadden geholpen, wel? Maar als dat allemaal waar is, waarom zou dat dan ineens niet meer waar zijn wanneer het gaat om een overheid die banken controleert?
En dus houd ik mijn hart vast. Het zal er allemaal heel indrukwekkend en actueel en vanzelfsprekend uitzien. En het zal heel moeilijk zijn om er van te zeggen dat het allemaal nogal dun ijs is: weer die schampere toon over het resultaat. Maar het zal misschien geen haar beter zijn dan luid "we moeten toch iets doen" brullen, en onder dat motto uit het raam springen.
Tenzij, natuurlijk, iemand me ervan kan overtuigen dat "de overheid" sinds vele jaren dingen over bankieren en markten weet, zonder dat ze er ooit iets mee gedaan hebben.
Iemand spreekt me aan over een tv programma. Een stel waarzeggers was in contact gekomen met een filosoof van de rationalistische, "sceptische" school, en zoveel weten mijn kennissen er nog wel van dat ze weten dat ikzelf me ook nogal tot die school reken. Een school die je niet snel zal betrappen op het raadplegen van waarzeggers.
En ik begrijp dat de filosoof de waarzeggers had proberen overtuigen dat veel van hun "bijzondere machten" misschien wel gewoon rationeel verklaarbaar waren? Dat was bij de waarzeggers dan weer niet in goede aarde gevallen, en de filosoof "had nog veel te leren". Ach, geldt dat niet voor ons allemaal?
Nu moet je weten dat ik het liefst van al gewoon zou willen zeggen dat er heel veel dingen zijn die we niet weten, niet kunnen verklaren, en niet begrijpen. Toevallig had ik het er recent over: onze wetenschap als onze beste methoden om juist in die inktzwarte onwetendheid een paar nieuwe straaltjes licht te brengen (1): het is heus niet zo'n lachwekkende beschrijving van wetenschap. Als ik zie dat onze modernste natuurkunde probeert na te denken in termen van "parallelle universa" of "veel werelden" of weet ik al veel - hoe zou ik dan kunnen ontkennen dat onze waarzeggers misschien wel door neutrino's en andere klopgeesten in contact staan met die andere werelden? Om van Platoonse èn moderne ideeën over de tijdloosheid van het hele universum maar te zwijgen?
Maar dat is natuurlijk nog iets heel anders dan alles zomaar slikken alsof het evangelie was. Bijzondere indruk had een voorbeeld gemaakt waarin de waarzegger, geïsoleerd op een hotelkamer, werd opgebeld, en kon zeggen dat de beller op de heuvel bij de Leeuw van Waterloo stond. En ik moet zeggen: 't is straf. Maar hoe weet je of dat niet gewoon als onderdeel van "goede televisie" op voorhand met de waarzegger was afgesproken?
Zo heeft iemand me verteld dat hij persoonlijk (dus niet "vrienden van vrienden") het volgende had meegemaakt. Voor de televisie kon hij inbellen naar een professor in de Nederlandse Taalkunde, en die ging, uit mogelijke telefoontjes uit heel Nederland en Vlaanderen kunnen zeggen uit welke gemeente zijn dialect afkomstig was. Iedereen die me persoonlijk kent kan weten dat ik familie in het Aalsterse heb, en wel richting Erembodegem. Dus mijn kennis uit Erembodegem had ingebeld, en de prof had uitgerekend zijn telefoontje opgenomen, en al meteen gezegd: dat is Aalst (had ik ook gekund), en na veel "hmmmm hmmmmm's" en "laat me nadenken's" ook nog gezegd dat het uit die en die windstreek rond Aalst afkomstig was, en hij dacht uiteindelijk (of wat had je nu gedacht) aan Erembodegem.
Spectaculair resultaat! Dat had ik, met al mijn familie uit die streek, niet moeten proberen! Alleen, zo vertelde de Erembodegemnaar, de prof was er bij wijze van "voorbereiding" wel van op de hoogte gebracht dat er niet uit "heel België en Nederland" kon gebeld worden, maar wel dat er OFWEL iemand van hoepeldehoep bij Groningen, OFWEL Zarrenwerken in West Vlaanderen, OFWEL dklgkjsg bij Breda ging bellen, alsook misschien wel uit Erembodegem bij Aalst.
Aha. So desu ka.
En voor sommige spectaculair lijkende zaken heb ik zelfs geen bedrog of simpele krijgslisten als hierboven nodig. Ik val in herhaling, maar stel dat ik je iemand toon die tien keer na elkaar "kruis of munt" kan winnen? Zou dàt niet spectaculair zijn? Helderziendheid is wel het minimum, zou je denken? Wel, al wat ik nodig heb is 1,024 mensen, en ik laat ze "kruis of munt" spelen. De 512 winnaars spelen tegen elkaar, en de 256 winnaars dààrvan spelen ook tegen elkaar...
Enzovoort enzoverder tot de laatste twee winnaars tegen elkaar uitkomen en de winnaar daarvan heeft net 10 keer na elkaar gewonnen met "kruis of munt". Al wat ik nu moet doen is hem filmen bij elk van zijn spelletjes waarbij de 1,023 andere spelers van bij het begin netjes uit beeld blijven, en heel televisiekijkend Vlaanderen kan het mirakel ademloos aanschouwen. Mocht iemand er een uitzending van willen maken: ik zie hierbij af van elke claim of poging te doen alsof het mijn idee is.
Dus tot nader order zet ik mijn geld maar in op de filosoof. Ik wéét natuurlijk niet hoe de man in het hotel dat kon weten, van die Leeuw van Waterloo. Alleen lijkt me de kans dat hij het kon weten omdat iemand hem dat had verteld, of serieus de mogelijkheden had gereduceerd, veel en veel groter dan de kans dat hij een speciale link heeft met de hogere machten van dit heelal.
En dat ik nog heel veel te leren heb... Absoluut. Helemaal. Nooit aan getwijfeld. Zelfs dit blog is daar een uitdrukking van.
Het is iets merkwaardigs... Alleen maar in mijn hoofd, natuurlijk, maar toch... Sinds ik met mijn neus in "heel oude geschiedenis" zit, begin ik ineens iets te begrijpen waar René Girard het vaak over had - en dat me altijd nogal abstract en orakelend had geleken. En je voelt het broeien tot hier, want het was al eens ter sprake gekomen: het "breken van de symmetrie", en ook het verhaal van Ciske de Rat (1). En deze keer zal het niet gaan over de analogieën (al dan niet pseudo-geleerd, en hoe interessant ik ze desondanks blijf vinden) met de kosmologie, maar wel degelijk over, wel, "heel oude geschiedenis".
We gaan terug naar dat idee van Girard, dat de tegenstelling tussen "de goeden" en "de slechten" van een verhaal absoluter wordt naarmate het verhaal zelf al langer verteld wordt; dus ouder is. De alleroudste mythen hebben het over goden versus demonen, of als ze iets recenter zijn over helden versus monsters; maar als het verhaal nog maar dateert van 1,930 verschijnt de moeder van Ciske nog als de in de steek gelaten moeder... en toch begint ze al goed te lijken op de boze heksen uit de sprookjes van Grimm.
Het komt er op neer dat we een "evolutietheorie" van de verhalen hebben. Je bekijkt een verzameling verhalen en je stelt vast dat ze erg van elkaar kunnen verschillen. En dat neem je aan als een feit, zoals je voorafgaand aan Darwin het voorkomen van erg verschillende organismen kon aannemen in termen van "God heeft ze zo allemaal geschapen". Of zoals je het bestaan van zeer verschillende soorten sterren kan aannemen zoals je ze aantreft (2)... En op een dag sta je erg verbaasd te kijken wanneer een "historische theorie" ze allemaal, zo verscheiden als ze zijn, met elkaar in verband brengt.
Dus: de monsters en de helden - en nog een stap verder: de goden en de demonen - staan allemaal in een zeer eenvoudig verband. Ze zijn allemaal niets anders dan de jongste verschijningsvorm van hetzelfde banale conflict: twee nulliteiten hebben ruzie over een klont lood die er enkel en alleen om die ruzie als goud uitziet, en hoe langer de overwinnaar van de ruzie de geschiedenis kan schrijven, des te absoluter ziet de verliezer er als het absolute kwaad uit. En als het omgekeerd was gelopen? Wel, dan had de Pytha Apollo overwonnen, en dan was Apollo niet geëindigd als de Griekse god van de harmonie, maar als het pestbrengend monster dat door de nobele slang was gewurgd - en wie weet hadden de Grieken dan slangen aanbeden.
Maar nu komt het punt van Girard. De Griekse tragedieschrijvers hadden het spel door! Nog veel meer dan een indrukwekkende reeks antieke geleerden (Plato op kop) die hun verwondering uitspraken over al die Griekse goden die toch zoveel monsterlijke eigenschappen hadden, zetten ze precies de omgekeerde beweging in. Wanneer Sophocles het verhaal van Koning Oidipous neerschrijft, dan krijgen we nog maar eens het antieke verhaal - antiek in de zin dat Sophocles het al zeer oud zal gevonden hebben - van de man die zijn vader vermoordt en zijn moeder huwt... Maar als je de tragedie aandachtig leest zie je dat daar in werkelijkheid de hele tijd juist discussie over is.
Het punt is: de pest woedt in Thebe, en dat is de schuld van een abominatie. De Koning (Oidipous zelf) zweert dat hij zal uitvissen wie de gruwelijke misdaden die de pest veroorzaken heeft gepleegd. Nu ontspinnen zich hevige discussies tussen Oidipous zelf, Tiresias de Ziener, en Kreoon, de boodschapper van het Orakel. We zien voor onze ogen een reeks pogingen waarin elk van de drie probeert te vermijden dat de twee anderen hem als de schuldigen aanduiden - waarna Sophocles zich gehoorzaamt plooit naar de traditie, en Oidipous de schuldige laat zijn.
Maar daarmee zijn we er. Ooit was er perfecte symmetrie: een bende schavuiten heeft ruzie om een prul, en de ene is geen haar beter dan de andere. Aan het einde van een lange geschiedenis ("evolutie") ziet de ene er uit als de nobele waarzegger, en de andere is de vuige schurk. De symmetrie is gebroken, en hoe ouder het verhaal, hoe dieper de breuk. Maar de tragedieschrijvers doen precies het omgkeerde. Ja, Oidipous blijft uiteindelijk de schuldige van het verhaal, maar Sophocles laat zien dat dat niet het resultaat is van de vraag "wie heeft het nu gedaan?". Het is wel het resultaat van de vraag "wie kan de schuld op iemand anders werpen, en vervolgens als overwinnaar de geschiedenis schrijven?".
Het staat er, in het werk van Girard, van bij het begin allemaal in. En toch had ik het om eerlijk te zijn, op nogal grote schaal gemist. Pas nu ik heb zitten rondzwerven in die "heel oude geschiedenis", waarin zelfs Sophocles al een laatbloeier is, lijkt het me allemaal erg begrijpelijk, en zelfs sprekend. En dat vind ik erg vreemd. Het staat niet in de boeken over geschiedenis, het staat wel in de boeken van de filosoof. Maar het is pas als ik een beetje voeling krijg met de geschiedenis dat ik zie staan wat er staat.
In zekere zin is het allemaal de herontdekking van een groot cliché. Je wil een filosofie (of een cultuur, of een idealisme, etc...) begrijpen, dan zal het helpen als je de geschiedenis begrijpt. Maar ik zit hier met een gevoel van: je moet het zelf gevoeld hebben om het te geloven.
Een jaar geleden is het me gelukt de Googleteller te installeren, even gratis als Statcounter, maar in mijn opinie stukken duidelijker. Dus nu neem ik eens een kijkje naar wat er zoal te zien is.
De meest gelezen post, met grote voorsprong, is de post waarin ik beschreef dat "heel kleine vliegjes" soms irritant zijn in een keuken, maar met een lege wijnfles is het probleem goed onder controle te houden. Als schrijver van een blog dat soms toch "kosmologische" ambities heeft kan ik alleen maar zeggen dat ik de boodschap heel goed zie en begrijp.
Maar ook sportief opneem: grijns.
En de boodschap is nog niet gedaan. Verschillende posts in de top - en er staan intussen meer dan 900 posts op - gaan over "baby" of "peuter" of "kleuter" jeweetwel. Koen, de familieblogger...
Maar wie lang genoeg selecteert kan alles bewijzen! Als ik nu eens uit die toppers (kwantitatief gesproken) al die "speelse" posts negeer en er de "serieuzere" uithaal: wat krijgen we dan? Hier zijn de url's van de "serieuze" posts op de hoogste plaatsen:
En ik ben helemaal niet ontevreden. De laatste post is nog steeds maar nummer zestien, dus zo heel erg worden de ambitieuzere posts er nu ook weer niet uitgedrukt. En hoewel er zeker een paar posts zijn die ikzelf tot de betere van heel het blog reken, maar toch in geen velden of wegen te bekennen zijn, zitten er toch een hoop tussen die "veel (nu, ja...) gelezen" posts die ik ook tot de top (kwalitatief, dan) reken.
En als ik dat wat verder dan de navelstaarderij van een blogger naar zijn eigen blog wil opentrekken, dan heeft dat toch wel zijn belang. De waarde van het internet! Vroeger kon een niemand in het kwadraat - ik bedoel dus: iemand zoals ikzelf - zonder verantwoordelijke functie, zonder belangrijke intellectuele of artistieke bijdrage aan de mensheid, gewoon een brave bankbediende, niets beters dan wat betere kranten lezen of hoogstens zichzelf een opvoeding geven door wat boeken te lezen - en dan was hij één van de vele "veelbelezen" mensen die overal in de kleinste hoeken en kieren ons samenleven verrijken (voor zover het al opgemerkt wordt, natuurlijk).
Maar vandaag kan je op één van de vele forums en andere blogs die het internet rijk is je ideeën neerzetten en toetsen aan die van vele anderen, en met wat zoeken vind je zelfs plaatsen waar dat aftoetsen nog iets oplevert ook. En nog wat later heb je zelf een blog en schrijf je teksten die een drietal jaar nog altijd enkele honderden keren per jaar worden opgegoogled.
Is het belangrijk? Voor zover dit soort activiteiten een hobby is, is het belangrijk zoals het belangrijk is dat er een kaartkring in je dorp is. Maar met het internet staan we aan het begin van een doorbraak inzake communicatie waarvan we het einde nog lang niet gezien hebben. Ik denk graag terug aan de uitvinding van de boekdrukkunst, halfweg de vijftiende eeuw (in Europa, dan). Niet langer schreven enkele vooraanstaande geesten elkaar brieven, maar konden ze nu ideeën in pakketjes ("boek") van honderden tegelijk verspreiden. En nog een eeuw later had je Kopernikus en vanaf toen ging het ineens allemaal heel snel...
Ik blader zo eens door mijn posts van vorig jaar, en jawel hoor! Bijna op de kop af een jaar geleden verschenen al artikelen over de crisis, inclusief over hoe het de schuld is van de bankiers (1). We vonden toen al dat het erg was en dat het lang begon te duren... en dat terwijl we tegenwoordig allemaal vinden dat het pas sinds september 2,008 echt achteruit begon te gaan. Zoiets roept natuurlijk huiveringwekkende mogelijkheden op: wat als we binnen een jaar nog eens een jaartje achterom kijken en vinden dat het er "vandaag" allemaal nog even redelijk uitziet als we dat nu van vorig jaar vinden?
Kortom, economie is in de mode! En temidden van de vele onderwerpen die over de crisis zelf gaan merkt de filosoof in mij een kleine nevenkwestie op, die af en toe opduikt, tot en met in sommige commentaren op dit blog. Economie, zegt deze nevenkwestie, is in feite geen wetenschap, en een groot deel van de huidige verwarring wordt veroorzaakt door precies dat gebrek.
Nu lijkt het me zo dat deze bewering wel degelijk iets zegt. En tegelijk moeten we niet overdrijven. Als we "wetenschap" zo definiëren dat het zo goed mogelijk op de hedendaagse natuurkunde moet lijken, dan is economie inderdaad geen wetenschap, omdat nu eenmaal alleen natuurkunde zo goed mogelijk op natuurkunde lijkt. En zo kan je veel andere eisen stellen met min of meer hetzelfde resultaat. Het is helemaal niet moeilijk om heel redelijke criteria te bedenken volgens dewelke wiskunde, of evolutiebiologie, of paleontologie, of Egyptologie geen wetenschap zijn. Alleen haal ik stilaan onverschillig mijn schouders op: welk belang heeft dat woord nog? Voor mijn part mag je alles wat "op een gegeven domein onze beste methode is om kennis te verzamelen en nieuwe kennis toe te voegen" gerust "wetenschap" noemen, maar als je er een probleem mee hebt dat (bijvoorbeeld) economie dan ook wetenschap is, wel: dan noem je al die "beste methoden" van andere domeinen dan de natuurkunde toch gewoon "smurf"?
Intussen zijn economie en natuurkunde inderdaad verschillende disciplines. Onze economisten kunnen niet iets zeggen dat analoog is met "om een ruimtetuig naar Jupiter te sturen met de technologie van rond het jaar 2,000: zoveel van dit, zoveel van dat, en eerst een baan rond de zon, en...". Zoals andere complexe wetensch- oeps, ik bedoel natuurlijk: zoals elke smurf (denk bijvoorbeeld aan de geneeskunde) is het behelpen met modellen die zo goed en kwaad als het gaat proberen de realiteit te benaderen, en in sommige onderwerpen kan je zelfs heel goede diagnoses, en zelfs remedies opstellen, maar in andere niet.
En waarom zou je dat als serieuze wetenschapper, of als serieuze smurfer, niet gewoon durven toegeven? Tenslotte heeft de natuurkunde evengoed als alle andere disciplines haar deel van de problemen waarrond we alleen nog maar kennis proberen toe te voegen, omdat er nog niet veel te verzamelen is (2). Dan hoeven we ons toch niet te schamen wanneer we enthousiast werken met modellen als de wet van vraag en aanbod, de vrije markt of de kwantitatieve theorie van het geld - en tegelijk vaststellen dat er gevallen bestaan waarin die ons regelrecht de grond inboren? Moet je al niet héél overtuigd zijn van een "beter dan de natuurkunde" kwaliteit van je modellen om nooit te willen nadenken over mogelijke uitzonderingen?
(Aangezien iemand me ooit verweten heeft dat het soms wel leek alsof ik niet dierf met naam en toenaam spreken: natuurlijk heb ik het nu over mensen die maar moeten horen dat "het" de schuld van de overheid is en (steeds bij wijze van spreken, natuurlijk) slikken alsof het evangelie was.)
Laat ik proberen met een niet-verdacht voorbeeld. In mijn hevige debatten met (lees: tegen) communisten uit mijn usenettijd kreeg ik te horen dat een wereld waarin iedereen begreep dat "werken naar je vermogen tegen een beloning naar je behoefte" een bruikbaar model zou zijn, van het communisme een economisch èn moreel superieur systeem zou maken. Maar het wàs geen economisch (laat staan moreel) superieur systeem, ergo: het was onvoldoende toegepast en de mensen waren onvoldoende opgevoed! (De laatste twee woorden zijn bedoeld om op zéér donkere, onheilspellende toon te worden gelezen.)
Alle liberalen hebben natuurlijk meteen het probleem gezien. Nietzsche en Freud (en ongetwijfeld heel veel anderen) hadden het al meteen gezien. Zelfs als het theoretisch allemaal waar was moet je niet vergeten of mensen er wel op voldoende schaal in willen functioneren, nietwaar?
Maar als we dat zo goed gezien hebben, dan neem ik nu even de principes van vraag en aanbod, en de vrije markt, enzovoort. En laat me aannemen dat ik helemaal ongelijk heb met mijn opinie over de "toplonen" (3) en dat dat onberispelijke uitingen zijn van de vrije markteconomie (ik houd natuurlijk vol dat ik maar zelden zoveel "als mensen iets willen geloven, dan zullen ze het geloven" heb gezien). Dus de vrije markt is een superieur systeem (dat denk ik ook werkelijk, zelfs als het heel af en toe crasht - en het feit dat het juist in onze tijd crasht weerlegt natuurlijk niet dat het maar heel af en toe crasht), en de "toplonen" zijn daar een deel van, ergo, zonder die toplonen zou het slechter gaan...
Maar zelfs als dat allemaal de mathematische consistentie had van een natuurkundig model - wat doe je als, bijvoorbeeld, onvoldoende mensen in dat model willen functioneren?
Dat is iets dat ikzelf me over "toplonen" niet eens hoef af te vragen, aangezien ik het nu al absurd vind - hoewel ik er in de post in de voetnoot duidelijk had bijgezegd dat ik niet inzie hoe welk overheidsingrijpen ook daar ook maar iets aan zou kunnen verhelpen. Maar ik vind wel, als kritisch rationalist (in de zin van de filosofische theorie van Karl Popper), dat ik me dat wel degelijk moet afvragen voor het vrije markt model in het algemeen, en de wet van vraag en aanbod, en vele, vele andere. En ik vind dat de kritisch rationalist zich dezelfde vragen moet stellen voor zoveel mogelijk andere bezwaren die hij zich bij zijn theorieën kan inbeelden. Ikzelf ben er nog altijd gerust in dat mijn vrije markt idealen met gemak zullen overleven, en als ze, zoals ik ook verwacht, wel wat verandering zullen ondergaan, dan verwacht ik tegelijk dat die verandering verbetering zal zijn.
Ik zal maar niet met naam en toenaam vermelden welke vooraanstaande economist laatst schreef dat weigeren om zelfs maar na te denken over protectionisme "geen economie, maar theologie" was - zelfs al zette hij zich er uiteindelijk tegen af. Het punt is dat de economist in kwestie goed in overeenstemming was met dat kritisch rationalisme. Misschien is het inderdaad te veel gevraagd om te verwachten dat onze economie een goede wetenschap is. Laten we dan tenminste proberen er goede filosofie van te maken.