woensdag 28 februari 2007

Beurscorrectie: Geen Paniek!

Toch vreemd, iedere keer dat de beurzen een niesbui krijgen. Gegarandeerd staan de kranten vol met “zoveel miljard dollar in rook opgegaan”. Ik veronderstel dat het goed klinkt, en dat je er je kranten mee verkocht krijgt, maar het is nonsens.

Stel dat we het over aardappelen hadden. Stel dat een goedgelukte oogst maakt dat de aardappelprijs zakt met één cent per kilogram. Denk je dat je iets zinnigs zegt wanneer je nu het totaal aantal kilogram aardappels in de wereld neemt, dat vermenigvuldigt met één eurocent per kilo, en van het resultaat beweert dat er zoveel waarde “in rook is opgegaan”?

Nee, zeker?

Welnu, voor de beurzen is dat precies hetzelfde. Als de aardappels goedkoper worden, dan maakt dat een verschil in waarde voor de verkopers van aardappelen, maar het maakt natuurlijk een precies even groot verschil voor de kopers. Het waardeverlies voor de aardappelverkopers is gelijk aan de besparing van de kopers. Hetzelfde geldt overigens nu de petroleumprijzen weer wat gezakt zijn sinds een half jaar geleden. Er is geen “waarde in rook opgegaan”, want de petroleumleveranciers zouden misschien liever hogere prijzen zien, maar wij die onze huizen verwarmen weten heel goed in wiens zak de winst zit.

En zo kan je de totale waarde van alle beurzen nemen, zeg: eergisteren, en je kan het verschil maken met de totale waarde van diezelfde beurzen vandaag, en je kan beweren dat dat verschil “in rook is opgegaan”. Als je dat serieus neemt, dan neem je aan dat wat al die verkopers van aandelen hadden kunnen hebben, indien ze eergisteren alle aandelen van de wereld hadden verkocht, een betekenisvol cijfer is. En je neemt tegelijk aan dat de besparing die aandelenkopers kunnen maken, doordat ze alle aandelen van de wereld niet eergisteren, maar wel vandaag zouden kunnen kopen, géén betekenisvol getal is. Want anders compenseert dat laatste getal netjes het eerste, en je kan niet langer met rollende ogen beweren dat er zoveel “in rook is opgegaan”.

Wat betekent een beursdaling eigenlijk wel? Een beurskoers vertegenwoordigt de waarde die een bepaald bedrijf in de opinie van de beleggers heeft. De waarde van alle beurzen vertegenwoordigt dus de waarde die alle bedrijven in de ogen van de beleggers hebben. “Alle bedrijven”; dat is al een zeer significant stuk van de wereldeconomie. Dus in de mate dat je het over meer beurzen hebt, vertegenwoordigen die de opinie van de beleggers over de waarde van de wereldeconomie.

Dus toont de forse beurscorrectie van de laatste dagen dat de beleggers wereldwijd nogal plots minder vertrouwen hebben in de toekomstige prestaties van de wereldeconomie. Bijvoorbeeld, omdat de Chinezen schrik hebben van oververhitting. En bijvoorbeeld, omdat Iran aan kernwapens zou kunnen werken.

En morgen vinden ze hun goed humeur weer terug, en stijgen de koersen weer, en hebben wij allemaal veel te veel aandacht besteed aan de nukken van de laatste mode. Niet van wakker liggen.

----------------------------------------------
PS. Meer over het verschijnsel "beurs":
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-koortsthermometer-en-de-beurs.html

dinsdag 27 februari 2007

De Dwazen die ons Regeren

Eén van de belangrijkste bedreigingen voor het voortbestaan van de staat België neemt tegenwoordig een bepaalde vorm aan. Het heeft een belachelijk pubersnorreke, zwaait naar ondergeschikten driftig met de armkes maar fleemt slijmerig als het om superieuren gaat, en het deelt in naam van de Koninklijke Militaire School eredoctoraten uit aan Afrikaanse dictators.

Nu, dat is niet wat de staat België op het spel zet. Integendeel, iedereen is het al zo gewoon dat een serieuze krant als De Standaard het niet langer alleen heeft over "omstreden beslissingen" (lees: de minister gooit het geld van de belastingbetaler op zo'n schaal over de balk dat de andere PS'ers het merken), maar ook regelrecht over het ondiplomatieke "blunders" (lees: de minister is een dwaas).

Wat evenwel het voortbestaan van de staat België wel op het spel zet, is de manier waarop dit soort pubersnorren zomaar aan de macht kan komen, en blijven. Het is tenslotte al lang niet meer de eerste keer dat de partij waaruit het snorreke afkomstig is ministers aflevert die stomdronken verschijnen op ministerraden, of op openbare gelegenheden. En nu dus weer dit.

In elke min of meer functionerende democratie krijgt dit maar één conclusie: haal me die vetbol hier onmiddellijk weg, en anders stemmen we hem, en de rest van de ondersteunde apparatchiks, bij de eerstvolgende gelegenheid met hun pootjes omhoog de gracht in.

Alleen, niet in België. In België werkt de democratie zo, dat je weliswaar kan gaan stemmen, maar dat een andere ethnische groep ook kan stemmen, en daarbij kan blijven dwazen (ik heb het nu vanzelfsprekend over André Flahaut) afvaardigen, omdat binnen die ethnische groep dat soort dwazen nu eenmaal steeds weer verkozen raakt. (Voor zover ze mekaar nog niet met kogels doorzeefd hebben in de straten van Luik, natuurlijk.) Ook dat staat overigens weer doodleuk, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, met zoveel woorden in de krant. In een sfeer die variëert tussen "gelaten" en "woedend" bevestigen kringen rond de premier dat die "de PS minister niet in de hand heeft" (lees: "de gek is weer los").

En zo naderen we, zoals nogal een beetje vanzelf spreekt, het punt waarop ook zeer serieuze mensen beginnen te denken in termen van "ah, werkt dat zo in België? Wel, dan is blijkbaar België het probleem". Het punt waarop al dan niet ingebeeld zeer eerbiedwaardige symbolen van de Natie kunnen blijven zalven en prediken, maar door de staat van verrotting van de onderliggende toestand zodanig worden aangetast, dat ze zelf ook in de put raken meegezogen.

Nog maar eens verliest het Belgisch establishment een scheepslading geloofwaardigheid in binnen- en buitenland, en wanneer zeer serieuze mensen beginnen te denken dat België het probleem is, dan zal dat establishment, nog maar eens, geen begin van een idee hebben waar dat soort radicale ideeën toch vandaan komen.

Uitmesten, of uitgemest worden.

maandag 26 februari 2007

Hoe maak ik een kaart?

Aan de tijd dat ik nog AD&D (“Advanced Dungeons & Dragons”; een gezelschapsspel dat een Tolkien-achtige wereld evokeert) speelde, heb ik een behoefte aan landkaarten overgehouden. Je kan als “Dungeonmaster” (en dus de oren en ogen van de spelers, en het scenario, enzovoort) ook gewoon wat improviseren. Zo van “dus jullie zijn nu op weg naar X, uitstekend, (onuitgesproken: uimmm, uimmmm, even kijken, uimmmm...), wel het pad loopt een bos in (tekent twee lijntjes die door een snel neergezette verzameling cirkeltjes slingeren), in welke volgorde lopen jullie daar eigenlijk?”. En nog wat later vindt de DM (“Dungeonmaster”) een paar boeven en een hinderlaag uit, en de spelers vechten zich er uit, enzovoort, enzovoort...

Maar na een tijd wil je toch een zekere structuur in je spel. Een rivier? Fijn, maar die stroomt vast wel naar zee? Een kasteel? Spannend, maar dat staat daar toch niet zomaar, omdat de DM zin had om de spelers een kasteel voor te schotelen?

Neen, natuurlijk, een kasteel staat daar omdat er iets te verdedigen valt (zeg, bijvoorbeeld, een... bevolking?) en dat iets is daar op zijn beurt als onderdeel van weer iets anders, zodat er ook al eens een stad verschijnt, en steden verschijnen doorgaans op plaatsen vanwaar contacten met andere steden mogelijk zijn, bijvoorbeeld omdat er vaak karavanen handel drijven...

En als je in die wereld ontdekt dat er een probleem is (draak bewaakt prinses; corrupte kasteelheer blokkeert brug; spionnen van het Genootschap van de Groene Griffioen mengen zich onder de nietsvermoedende bevolking...), dan wordt het nog veel interessanter om er hulp te recruteren, plannen te smeden, het weerbericht en de economische conjunctuur in de gaten te houden (het spijt me, maar een zwaard, laat staan een harnas, komen echt niet uit de lucht gevallen: toon me je goud eens?) – en vergeet nooit dat weerwolven alleen kwetsbaar zijn voor zilveren wapens. Toch niet wéér zo’n party waarin niemand zelfs maar een zilveren dolkje bij heeft, hoop ik?

Enkele posts geleden verscheen hier (een vervolg op) het verhaal waarbij een stel ridders een uitbraak ondernamen vanuit een vesting die door een horde barbarenkrijgers werd belegerd (1). Van die vesting weten we alleen dat ze zich in nogal heuvelachtig gebied op een soort hoogte bevindt. Dat is goed genoeg in een stadium waarin het verhaal alleen maar een probeersel is. Maar hoe zit het als we wat meer over die wereld willen te weten komen? Een “baron”; dat komt niet zomaar uit de lucht vallen; dat impliceert minstens een adellijke hiërarchie – dus een samenleving. Trouwens, waren er geen “rentmeester” en een “kapitein van de wacht” – maar dan van de “graaf”? Dat klopt met een adellijke hiërarchie, maar waar zit die graaf? En hoe verhouden de graaf en de baron zich tot elkaar?

In AD&D bestonden er richtlijnen om kaarten te maken. Jammer genoeg heb ik die spullen niet meer, en in ieder geval, als ik dit ooit uitwerk wil ik veel perfectionistischer zijn dan ik ooit voor een halve dag AD&D wou zijn. Kijk, fictie schrijven gaat me heel stroef af (2), deels omdat ik er nul ervaring mee heb. (Hier staat niks van op papier, hé, al wat er werkelijk in uitgeschreven is, staat al op het blog. Zes bladzijden Word.) Maar er zit een heel filosofische kant aan vast, en dat is wat het interessant maakt.

Tot hiertoe maakte het verhaal de kaart – zoals een slecht voorbereide Dungeonmaster die maar rap wat vijanden in een snel bijeen gefantaseerde hinderlaag liet opduiken. Zo ook is een burcht in heuvelachtig gebied het minimum om een uitbraak te organizeren. Maar denk nu terug aan de posts over “metafysica” en “het pluriversum” (3). Afhankelijk van de wereld waarin je je bevindt zien een aantal van onze grote filosofische vragen er heel anders uit. Als er een God met al zijn engelen op ons zit te kijken, dan wel de mens alleen maar een chemisch proces is (4); of als er een oneindig aantal universa bestaan waarin je alles tegelijk doet – hoe verschillen zien, bijvoorbeeld, onze morele dilemma’s er dan uit!

In feite kan je deze verhouding tussen de metafysica en onze concrete realiteit zo uitdrukken, dat niet het verhaal de kaart maakt, maar dat de kaart het verhaal moet maken. Afhankelijk van bepaalde beslissingen die je neemt over geografie ontwikkelt zich een heel andere verhouding tussen, bijvoorbeeld, diverse machtscentra als een graaf en een baron. Zoals afhankelijk van de metafysica – “de mens is een schepsel Gods” versus “een chemisch proces” – zich een heel ander “verhaal van het leven” ontwikkelt. Het is best interessant om dat aan de hand van verhalenvertellerij te exploreren. Misschien moet ik het landschap tussen die graaf en die baron maar eens uittekenen.

-----------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/de-uitbraak-bij-gansburroch-vervolg.html
(2) zie overigens de update die ik intussen van die post heb gemaakt.
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/metafysica-rare-jongens-die-filosofen.html
EN: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/het-pluriversum.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/assymetrie.html

zondag 25 februari 2007

William Easterly: Spijkers met Koppen!

Intussen in hoofdstuk 5 van het boek van William Easterly (1) tref ik een verwijzing naar de film “Cat Woman”. Die heeft de “award” gekregen van slechtste film van 2,004. En de vraag is: zou iemand op het idee komen te beweren dat het toch een heel goede film was, omdat het 100 miljoen dollar had gekost om hem te maken?

Hier kennen we het antwoord: “Neen, niemand zou op dat idee komen, en waarom stel je dat soort domme vragen?”.

Ook daarop krijgen we antwoord. Easterly, remember, heeft het grotendeels over hoe de ontwikkelingshulp van de laatste decennia heeft geleid tot heel veel hulp (uitgedrukt in miljarden dollars), maar tot heel weinig ontwikkeling. En hij heeft het ook over de vraag hoe dat komt. Eén van de kortsluitingen in de causaliteit (die in werkelijkheid erg complex is) ligt aan een verkeerde aanpak bij het meten van de resultaten die uit al die inspanningen voortkomen. Kijk mee.

De ontwikkelingshulp vertoont twee kanten. Er zijn die vele miljarden dollars die er in kruipen. En er is wat we met die miljarden dollar hoopten te bereiken. Ik moet ineens terugdenken aan het postje over Lien die momenteel in Kameroen bij de Pygmeeën zit (2). Als ik toch die hongerbuikjes en de kindersterfte omlaag zou krijgen, schreef Lien, zouden we dan niet al erg gelukkig moeten zijn?

Natuurlijk, in vergelijking met Lien in Kameroen en Koen achter de computer zijn de doelen van de Wereldbank en de “Washington Consensus” veel ambitieuzer. Het BNP per hoofd moet omhoog, en ook de scholingsgraad – dat soort dingen. Maar nu ontstaat een probleem. Je kan miljarden dollar sturen, maar als de ayatollah zegt dat vrouwen niet buiten komen, dan zal de scholingsgraad niet sterk stijgen. Zo kan je nog duizend factoren opsommen die allemaal met de goede bedoelingen komen interfereren (communistische of andere dictaturen; ecologische degradatie, burgeroorlog, overbevolking...). Dus na het besteden van je geld meet je de resultaten, je stelt vast dat er eigenlijk geen resultaten zijn – en de consequenties daarvan kan je alle dagen lezen op blogs en usenetforums enzovoort.

Bovendien, de politici moeten iets kunnen tonen. Vergeet niet: het zijn alfamannetjes (3)! Ze moeten armzwaaiend in het centrum van de belangstelling staan, niet omdat één of ander Afrikaans BNP per hoofd omhoog moet, maar omdat dat is wat alfamannetjes doen (4). En als je niet kan tonen dat het resultaat van je activiteiten op Groot Staatsmansniveau leiden tot de verhoopte stijgingen; wat doe je dan? Wel (zegt Easterly), dan meet je gewoon niet de output van de inspanningen, maar wel de input! Je komt met een gezicht, zo trots als een chimpansee vertellen met welke bedragen de problemen nu weer zijn aangepakt, en je hoopt dat niemand in de gaten heeft hoe dat neerkomt op beweren dat Cat Woman een goede film was omdat hij 100 miljoen dollars heeft gekost.

Om te besluiten denk ik dat Easterly’s conclusie zodanig hoort bij de uitdrukking “nagels met koppen”, dat ik die er maar meteen bijzet:

“We can understand the emphasis on aid volume only as reflecting the pathology that in aid, the rich people who pay for the tickets are not the ones who see the movie.”

Waarschijnlijk zou Ivan Janssens (5) nu zeggen: Easterly: 1 – Aid Establishment: een grote rokende krater van tien bij twaalf.

-----------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/william-easterly.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/ontwikkeling-maar-dan-concreet.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/chimpanzee-politics-en-evolutietheorie.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/01/en-nog-mr-alfamannetjes.html
(5) http://www.ivanjanssens.be/dutch/weblog.asp

zaterdag 24 februari 2007

China: Believers en Non-believers

De krantenartikelen over China interesseren me. Er lijkt een soort discussie bezig te zijn tussen “believers” en “non-believers” over de vraag of China zal uitgroeien tot een wereldmacht. Laatst was er een artikel over een boek, iets als “The Writing on the Wall”, dat (als ik het artikel goed begrepen heb) daar sterke twijfels bij heeft. Het boek somt de vele problemen op die China heeft, en de voornaamste daarvan is het gebrek aan democratie.

En daar is veel van waar. Indië, bijvoorbeeld, dat geen moeite hoeft te doen om de burgers van de informatiestroom weg te houden, kent veel grotere ontwikkelingen in de informatie- en telecommunicatie technologie dan China – steeds als ik het artikel goed heb begrepen, EN als we het mogen geloven. Maar los daarvan: het is waar dat een regime dat stijf staat van de Guantanamo’s in het kwadraat niet erg indrukwekkend is.

Maar om daaruit af te leiden dat China niet zal uitgroeien tot een echte wereldmacht? Ik denk dat onze grote analysten (weer eens) veel te statisch denken. Het is niet omdat China vandaag een dictatuur is, dat China vanaf nu altijd een dictatuur zal zijn. Europa was lang genoeg één grote dictatuur, of een mengelmoes van allemaal kleine dictatuurtjes, en dat viel allemaal samen met tijdperken waarvan we intussen zeggen dat ze de wortels van de Europeïsche opmars uitmaakten.

Vaak vraag ik me dan ook af hoe die non-believers zich dat “achterblijven” van China eigenlijk voorstellen. Eigenlijk denk ik dat het een soort “einde van de geschiedenis” denken betreft, iets waarbij mensen zich met grote ogen blindstaren op één bepaalde gebeurtenis, en doodgewoon vergeten “het leven gaat door”. Wie herinnert zich niet hoe we jàààren voor AD 2,000 dingen lazen en hoorden als “in het jaar 2,000 zal zus en zo” – en zie hoe lang dat jaar 2,000 alweer in het verleden ligt. Préhistorie! De Aanslagen waren nog niet eens gebeurd!

Het denken over China (en soortgelijken) neemt vaak de vorm aan van “in 2,050 (of zoiets) zal de Chinese economie die van de VS (of een andere relevante economie) voorbijsteken. Dat is dan typisch gebaseerd op een extrapolatie. Je neemt de economische groei van de onderzochte economieën, je bekijkt de bevolkingsaangroei en je extrapoleert (vaak met de nodige subtiliteiten) beide naar een bepaald punt in de toekomst. Als je een moment vindt waarvoor de bevolking vermenigvuldigd met de productiviteit per persoon die van de VS overtreft, dan is op dat punt de economie van de VS voorbijgestoken.

Nu heeft China een heel erg grote bevolking, en het groeit al twee decennia met tien percent per jaar, en als we daarmee extrapoleren ligt dat punt ergens halverweg de 21ste eeuw.

Maar! (Zeggen de non-believers.) Er bestaat zoiets als “Aziëcrisissen”. Ontwikkelende landen die groeien aan dat soort tempo’s, die houden dat niet vol. En dictaturen zeker niet. En dus is de extrapolatie fout, en tevreden zien ze hun naam met hun beweringen in krant verschijnen.

En voor 2,050 is dat misschien ook zo. Maar hoe zit het met 2,051? Of 2,055? Of 2,075? Als we het hebben over de toekomstige geopolitieke verhoudingen tussen de beschavingen is het belangrijkste toch niet of het in 2,050 zal anders zijn, dan wel in 2,075?

De beste benadering lijkt me een scheiding te maken tussen wat we weten (of met vrij grote waarschijnlijkheid kunnen aannemen), en wat we totaal niet weten.

Zo weten we totaal niet of in China een stel idioten aan de macht komt die een oorlog beginnen tegen Rusland, of Indië, of de VS. En we weten niet of er in de VS een stel idioten aan de macht komt die een oorlog beginnen tegen, pakweg, Rusland, enzovoort. We weten niet of er een grote komeet op één van die plaatsen zal neerknallen, of er een pestepidemie zal uitbreken... Dat soort ontwikkelingen kan alle extrapolaties op vrij grote schaal overhoop blazen, en dus is de eerste conclusie: we praten (inderdaad) niet over zekerheden.

Verder zijn er twee dingen die we met vrij tot zeer grote waarschijnlijkheid kunnen zeggen: de evolutie van de bevolking gedurende de eerstkomende decennia, en daarnaast “samengestelde interest” (1). Aangezien we nu al weten hoeveel baby’s er de laatste jaren geboren zijn, en we vandaar een vrij goede schatting hebben hoeveel er de komende, zeg, tien jaar geboren zullen worden, weten we tot binnen een dertig jaar hoe de volwassen bevolking er ongeveer zal uitzien. En op basis van “samengestelde interest” is het gemakkelijk aan te tonen dat een extrapolatie die in 2,050 nog niet waar zal zijn dan alleen maar in 2,060 of 2,070 waar zal zijn (2).

Daarmee ziet de discussie tussen believers en non-believers er volgens mij heel anders uit. Als de non-blievers alleen maar willen zeggen dat het niet in uitgerekend 2,050 zal zijn zoals de simpele extrapolatie zegt: fijn, maar in vergelijking met het onderwerp is dat alleen maar een straaltje modder van een bijdrage. Als ze daarentegen willen zeggen dat China (en/of Indië) helemaal niet de dominante factor in het wereldgebeuren zal zijn; al was het maar vanaf 2,100, dan zijn ze eigenlijk zeer rare dingen aan het beweren. Dan zijn ze de facto aan het beweren dat ze kunnen voorspellen dat er oorlogen zullen uitbreken, of dat kometen zullen neerknallen, of dat politieke omwentelingen zomaar ineens, na zes millennia beschavingsgeschiedenis, niet meer kunnen. Of voor mijn part dat de Chinezen (en de Indiërs, natuurlijk) “genetisch” niet in staat zijn om de “superieure blanke” bij te benen – of welk idee uit het menu van de totaal onvoorspelbare dingen ook.

Maar zeg nu zelf, zou dat soort woeste fantasieën niet een tikje vreemd staan, komend van de kant van mensen die net gezegd hebben dat al die extrapolaties die toch een vrij grote mate van berekende waarschijnlijkheid hebben, eigenlijk veel te veel op los zand gebaseerd zijn?

---------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/06/het-einde-van-het-europesche.html

woensdag 21 februari 2007

Peuter Sarah heeft net vijf stapjes gezet!!!

Gewoon, met een gezicht alsof er niets aan de hand was, heeft peuter Sarah, zonder zich ergens aan vast te houden, zonder hulp, vijf, v - i - j - f volle stapjes gezet.

Grote euforie in het huishouden, natuurlijk.

Jammer genoeg moet ik de bijhorende, en meer dan verdiende, lyrische beschouwingen laten passeren.

Met barstende hoofdpijn, maar toch blij,

Koen

dinsdag 20 februari 2007

Heden geen post

De dokter had het vorig jaar nog gezegd - ik woon al jààààren in Mechelen op loopafstand van zijn huis, maar hij had me nog nooit gezien. "Dat zal wel veranderen als je een baby hebt" had hij gezegd.

En inderdaad. Ik ben grieperig. Mijn hoofd is leeg, ik heb niets te zeggen. Critici zullen zeggen: niets bijzonders. Misschien, maar het verschil is dat ik ook de uitgesponnen, langdradige bewoordingen niet vind waarin ik gewoonlijk niets zeg.

Dus heden geen post. Afwezig. Wegens ziekte ziek. Tot binnenkort.

zaterdag 17 februari 2007

Easterly vs. Sachs: Gemeenschappelijke Grond

Na het stukje over William Easterly (1) vertelde iemand me IRL ("In Real Life") met een diepe zucht hoe ontmoedigend hij het vond dat mensen die grotendeels hetzelfde denken er in slagen om zulke polemieken op te zetten. Er is (a) iets van aan, (b) hoewel je kan twisten in welke mate ze ook werkelijk hetzelfde denken, terwijl (c) soortgelijke discussies (denk opnieuw aan Dawkins en Gould, om over de natuurkunde maar te zwijgen) het menselijk inzicht vaak enorm vooruit hebben geholpen.

Maar zelfs als je vindt dat Easterly en Sachs scherp tegengestelde ideeën verkondigen kan je nog een aantal punten van "common ground" vinden. Ik heb net het vierde hoofdstuk "Planners and Gangsters" uit, overigens opnieuw een hoofdstuk dat ik een beetje verwijt een "litanie" te zijn. Een eindeloze reeks voorbeelden van het punt dat hij wil maken voor (verhoudingsgewijs) weinig abstract theoretisch inzicht. Maar dit terzijde.

Het hoofdstuk eindigt met een pleidooi om dingen als "shock therapy" en "universal blueprints" maar zo te laten. Aangezien Sachs één van de grote promotoren, nee: toedieners, van "shock therapy was: "take that, Jeff". Maar als we even kijken naar het opgeven van "universal blueprints" lezen we de volgende specificatie:

"Any of these changes should be tried in a gradual, piecemeal, experimental way, and the answers will be different in different countries and different sectors."

Dat klinkt goed, maar daarmee is er niet zo heel veel verschil meer met Sachs' "klinische economie", die ook pleit voor het aanpassen van de therapie aan de omstandigheden. En ja, Sachs pleit dan om dat te doen door er eens goed over na te denken en te analyseren, terwijl Easterly meer denkt aan "experimentele" en "trial and error" benaderingen. Maar zowel de reden van de benadering als de verhoopte resultaten liggen nu toch wel erg dicht bijeen.

Op het eerste zicht ligt het iets moeilijker met Easterly's "principe van nonintervention". Hij wil "slechte regeringen" niet belonen door de hulpstromen te kanalizeren via die mensen die er tenslotte in grote mate mee vandoor gaan, maar hij wil ze tegelijk ook niet proberen tegen te werken of bij te sturen met de beruchte "voorwaarden": je stuurt daar immers alleen maar nieuwe geldstromen mee door de handen van de plunderaars.

Dat is behoorlijk verschillend van Sachs die de aanwezigheid van (bijzonder) slechte overheden nogal actief probeert weg te poetsen. Maar zouden de conclusies zo verschillend zijn? Als Sachs niet denkt dat de overheden erg slecht zijn, dan zal hij alvast niet moeten pleiten om ze met condities voor hulpverlening bij te sturen. Dus laat hem dan maar werken met die overheden die hij zo, wel, "aanvaardbaar" vindt. Ik kan niet geloven dat hij nooit ende jamais zal vaststellen dat er toch wel enkele gevallen zijn waarin de machthebbers niets anders zijn dan een bende ordinaire criminelen. En ik kan me moeilijk voorstellen dat hij in die gevallen vrolijk zal verklaren dat het eigenlijk nog niet zo'n slechte regering is, en dat hij er optimistisch pakken geld heen wil sturen.

Maar dit gezegd zijnde, nogmaals, ik ben helemaal niet ontevreden over het feit dat de verschillen tussen de standpunten sterk in de verf worden gezet. Want het is nu eenmaal zo dat het precies dat soort hevige debatten is, die maken dat andere mensen een houvast hebben, waartegen ze hun eigen standpunten kunnen formuleren en aftoetsen.

----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/william-easterly.html

vrijdag 16 februari 2007

En kunnen peuters van 18 maanden...

Papa zit te computeren, peuter Sarah dribbelt rond terwijl ze zich overal vasthoudt - ze kan nog altijd niet alleen stappen. Dan laat ze zich op handjes en voetjes zakken, en met het klassieke "pets pets pets" geluid kruipt ze er vandoor om een Formule 1 rijder het nakijken te geven. Dra verdwijnt ze achter de hoek en de peutergeluidjes nemen af.

Ineens gaat het mis. Uuuuuhhh! Uuuuuhhh! UUUUHHHH!!!!! (Enzovoort). Papa komt haastig toegesneld. Daar staat peuter Sarah, recht op de voetjes, met in haar ene handje haar jas, en in haar andere handje haar sjaal. Papa neemt gehoorzaam de spullen aan en begeeft zich naar de kapstok waar ze nog niet waren opgehangen.

Alarm! Niet goed! Alert! Uuuuuuhhh! Uuuuuuhhhh! UUUUUHHHH!!!!!

Wat nu?

Papa geeft het jasje terug en peuter Sarah probeert er zowaar haar armpje in te wurmen! Met een beetje hulp van hogerhand lukt het en nu grijpt ze haar sjaal en begint die rond haar hals te leggen.

Juist een hondje dat met zijn leiband komt aangedraafd, omdat het wil gaan wandelen, gaat door mijn hoofd.

Doingggg! De euro van papa is eindelijk gevallen! Peuter Sarah kan met moeite "mama" en nog geen "papa" zeggen, maar ze kan wel duidelijk maken dat ze wil gaan wandelen. Het is zacht weer! De avond is nog jong! Papa trekt gehoorzaam zijn schoenen aan, en luid kraaiend laat peuter Sarah zich naar buiten dragen.

Dat is nog maar achttien maanden oud, dat is nog maar een turf hoog, maar dat weet potverdikke goed wat dat wil.

donderdag 15 februari 2007

De Vraag van Brad DeLong

http://delong.typepad.com/sdj/2007/02/econ_210a_febru_1.html

"Econ 210a: February 21: Question: Why Isn't the Whole World Developed? The economic history of the world both in the post-WWII period 1945-1990 and, in broader perspective, over the past two centuries has been one in which the world has shrunken enormously in distance along every conceivable measurement, and yet in which income and productivity differences between societies have grown enormously. What, in your judgment, are the possible big-picture theories for explaining this phenomenon that are worth investigating?"

Kunnen peuters van 18 maanden...

Tafereel één: Stilleven: Een computertafeltje, een gevuld glas water, een peuter van 18 maanden die nog niet kan stappen, maar die zich wel kan optrekken aan tafeltjes om op de tast te verkennen wat er zoal op die tafeltjes te ontdekken valt, en een mama die een fles pap aan het klaarmaken is.

Tafereel twee: Huiselijk geluk. Een mama zit in de zetel met in haar armen een peuter van 18 maanden die tevreden een fles pap aan het leegdrinken is. Ineens merkt mama op dat de peuter helemaal nat is. Papa merkt verwonderd rondkijkend op dat het glas dat daarnet vol was, nu leeg op dezelfde plaats staat. Er is ook een grote natte plek op de grond.

Tafereel drie: Transcendentale epistemologie. Papa ziet een scène voor zijn ogen waarbij een peuter van 18 maanden zich optrekt aan het tafeltje en op de tast een glas water vindt. De peuter reikt helemaal tot aan de rand van het glas, en trekt dat naar zich toe. Het glas rolt om en giet zijn inhoud neer over de peuter, die aan de plotse afkoeling voelt dat er iets niet helemaal in de haak is. De peuter vermoedt dat ze iets mispeuterd heeft, maar zet geen keel op omdat ze begrijpt dat ze daarmee alleen maar de aandacht trekt. Ze probeert zo goed en zo kwaad als dat kan de zaak te camoufleren. Op één of andere manier zet ze het glas terug recht en begint met grote oogjes en een onschuldig gezicht rond te kruipen.

Met een beetje geluk hebben mama en papa niet eens iets bemerkt...

Is dit nu een "market failure"?

Met een paar bezoekers ga ik lunchen in een aangenaam etablissementje in Brussel: niet zo officiëel als wanneer je er je klanten uitnodigt, maar beter dan voor een warme hap met een collega. Het restaurantje heeft blijkbaar succes, en verbaasd kijk ik toe hoe ze in een half leeg restaurent eerst moeten checken of er wel plaats is voor iemand die niet gereserveerd heeft. Eind goed, al goed enzovoort, maar dat is hier het punt niet.

Mijn gepieker gaat over dat reserveren. Waarom doen ze dat eigenlijk - ik bedoel: de restauranthouders. Als je mensen moet weigeren in halflege restaurants, dan zal dat niet zo best zijn voor de omzet. Terwijl, als ze zo vol zitten dat ze moeten weigeren, dan zal het toch ook wel vol zitten zonder reserveringen? Dus een politiek van "wie eerst komt, eerst maalt" lijkt op het eerste zicht toch voor vollere zalen te zorgen?

Waarschijnlijk zie ik iets over het hoofd. Maar stel dat één of andere gewoonte, historisch gegroeid, maakt dat restauranthouders in hun eigen vlees snijden, omdat ze denken niet te kunnen weigeren als iemand reserveert. Is dat dan geen "market failure"? Hebben we hier te maken met een sub-optimaal resultaat, in termen van geld, dat in een systeem van vrijheid, waar restauranthouders kunnen beslissen of ze reserveringen aanvaarden of niet, toch niet naar het optimaal resultaat wipt?

Of heb ik gewoon iets over het hoofd gezien (1)?

---------------------------------------------
(1) Het is tenslotte niet de eerste keer dat ik uitgerekend in de horeca "market failures" denk te zien: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/market-failure.html

woensdag 14 februari 2007

Ontwikkeling, maar dan concreet!

Een tijdje geleden schreef ik hier over ons vriendenclubje, waarin “experts” zaten die zoals ikzelf een paar boeken hebben gelezen over ontwikkeling, en waarin ook enkele mensen zaten die echt in Afrika zijn geweest, en er ook echt terug gaan. Met dat vriendenclubje hebben we een bijenproject (1) lopen dat de lokale bevolking wil helpen overschakelen van (sterk gesimplifiëerd) een bestaan van jagen op een bestaan van de landbouw – als je de bijenkweek even als landbouw omschrijft.

En nu krijg ik een berichtje van Lien Verstraete, 25 jaar, en volop bezig aan een project temidden van de Pygmeeën in Kameroen! Ik word er dus wel degelijk een beetje stil van, van dat contrast tussen figuurtjes die vanop hun computer zitten te orakelen, en jonge mensen die echt in Afrika dingen doen.

Het is een hele boterham, dat berichtje van Lien, en ik geef maar even haar omschrijving mee van wat ze daar hoopt te gaan doen: “Het doel van ons project is om naast het duurzaam beheer van het woud, de Baka van betere levensomstandigheden te voorzien, hen minder afhankelijk te maken van het woud dat stilaan verdwijnt door al dan niet legale houtkap en illegale jacht.” Ha, dat klopt weer precies met al die dingen waarvan ik al langer droomde, nietwaar? Duurzaam beheer, minder afhankelijk van het woud, meer ontwikkelde economische activiteit die de druk op de wouden doet afnemen, en in the end... ach, je kent me al een beetje, zeker? Save the bonobo’s, natuurlijk!

Maar er is een ander stukje in die boterham dat mijn aandacht trekt. Ja, het leven in die dorpen in de jungle is geen lachertje: het is een leven van kinderen die spelen in het vuil, een verhaal van ziekte en hoge kindersterfte. En, vraagt Lien zich nu af, “Ik vind het moeilijk om in te schatten waar de ontwikkeling dan weer even stopt, op welk niveau ze een confortabel leven kunnen leiden, in overeenstemming met hun cultuur. Ik stel me vaak de vraag waar dat naartoe gaat. Wat is het doel?”. Kijk, doet dat niet juist denken aan de post van enkele dagen geleden (2), waarin het ging over het contrast tussen de planners, die van bovenaf allerlei abstracte schema’s komen doorduwen, en mensen die integendeel tussen de mensen proberen op een heel concrete manier de toestand een beetje naar boven te duwen? Bij Lien geen hoogdravende academische principes, maar iemand die aan het werk is en zich goed realiseert dat je de zaken niet altijd in de hand hebt.

Hier, nog één: “Ik zou het ontzettend jammer vinden moest al hun kennis die al gedurende vele generaties wordt doorgegeven (kennis van medicinale planten, hun unieke taal, dansen, rituelen, authentieke jacht,...) op die manier verloren gaan. Waar trek je de lijn?” Zie je het gebeuren? Hier hebben we zowaar iemand die beseft dat ontwikkeling ook wel eens zou kunnen samengaan met het verlies van bestaande culturen. Moeten we niet ook eens nadenken over wat daar de gevolgen van kunnen zijn?

Alleen, en dat is iets wat ik een beetje mis bij sommige critici van de ontwikkeling, je moet natuurlijk ook durven kijken hoe de toestand er uitziet als je niet gaat ontwikkelen, en alles bij het oude blijft: “Hoe weet je wat de mensen zelf willen? Zij kunnen het zich ook niet inbeelden waar alles naartoe evolueert... Ik denk persoonlijk op dit moment dat een leven waarin ze dezelfde rechten hebben als de Bantu, en waarin de kindersterfte fors gedaald is, waarin de kinderen naar school kunnen gaan, en waarin ze in hun eigen voedsel kunnen voorzien, voldoende is.”

Het komt bijna letterlijk uit Easterly! Hoe weet je wat de mensen zelf willen! Hoe weten ze dat eigenlijk zelf? Terwijl, als je op basis van dat soort twijfels dan maar niets doet, dan blijven ze zitten in een toestand waarin ze geen scholen hebben, waarin de kindersterfte hoog is, en waarin ze een minderwaardig statuut blijven hebben ten opzichte van de Bantu’s - door wie ze dan ook vaak worden uitgebuit.

Kijk, mensen die weten dat ze het niet weten, maar die toch de handen uit de mouwen steken, dat vind ik nu duizend keer geloofwaardiger dan alle glanzende brochures van de wereld, hé. Die Lien toch... En zeggen dat ik er een half jaar geleden, bij onze barbecue (3) rond dat bijenproject, nog een uurke samen mee heb staan afwassen...

-----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-bijen-van-kameroen.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/william-easterly.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/bij-de-barbecue.html

dinsdag 13 februari 2007

Metafysica (rare jongens, die filosofen)

Op een dag toen ik weer eens aan het opscheppen was over filosofie wilde iemand weten wat “metafysica” eigenlijk betekende. Toen sprak een vriend van mij de wijze woorden: “metafysica is dat onderdeel van de filosofie dat de filosofen een slechte naam bezorgt”. En nu ik vele jaren de tijd heb gehad om daar over na te denken moet ik besluiten dat daar veel van waar is.

Metafysica, bijvoorbeeld, is het domein waarin je uitspraken krijgt als “zijn is datgene wat de zijnden zijnden doet zijn”. En deze! “In de voorstelling van het voorgestelde wordt de voorsteller zelf voorgesteld”. Allebei van Martin Heidegger, zij het dat ik uit het blote hoofd citeer. En laat me duidelijk zijn; als je een beetje weet waar hij het over heeft, dan kan je daar wel degelijk een touw aan vastknopen. Maar ik begrijp: dit is dus wat filosofen een slechte naam bezorgt.

Toch is die slechte naam nergens voor nodig. Filosofie bestaat in verschillende vormen en kleuren! Sommige filosofie is echte komedie: Hier komt bijvoorbeeld Socrates, in gesprek met een sofist, die in het fragement de vragensteller is en van mening leek te zijn dat hij Socrates lelijk in het nauw dreef...

"(...) weet ge wien het past te smeden?
- Zeker, de smid
-En potten te bakken?
- De pottenbakker.
- En wien past het te slachten en te villen en in stukken te snijden en te koken en te braden?
- de kok, zei ik.
- En als iemand doet wat past, zal hij juist handelen?
- Zeer zeker.
- En het past, zoals ge zegt, de kok in stukken te snijden en te villen? Geeft ge dat toe, ja of neen?
- Dat gaf ik toe, ja; maar, excuseer me...
- 't Is dus duidelijk, viel hij in; wie een kok keelt en in stukken snijdt en kookt en braadt, doet wat past. En als iemand de smid-in-hoogsteigen-persoon op het aambeeld legt of de pottenbakker bakt, dan zou ook die doen wat past?
- Hemel, geweldig! riep ik uit. Daarmee zet ge de kroon op het werk uwer geleerdheid." (1)

Maar niet alle filosofen zie je zo frivool en lichtvoetig door de tuinen van onsterfelijkheid dartelen. Er zijn ook de woorden van filosofen die duidelijk maken dat er met hun standpunten absoluut niet te lachen valt: somber, dreigend en zwaar:

"(...) that the individual bourgeois can continue to exploit the other classes and to enjoy undisturbed property, family, religion and order only on condition that their class be condemned along with the other classes to similar political nullity; that, in order to save its purse, it must forfeit the crown, and the sword that is to safeguard it must at the same time be hung over its own head as a sword of Damocles. (2)"

Men begrijpt meteen waarom de coalitie van landeigenaren, bourgeoisie en kapitalisten niet lichtvaardig over communiqués van dit kaliber heen stapte!

Sommige filosofieën blinken uit door compromisloze helderheid:

"Some people dislike seeing their fellow men burning at the stake, and others do not. (3)"

Andere zijn dan weer iets minder doorzichtig:

"Allein die Verbindung (conjunctio) eines Mannigfaltigen überhaupt, kan niemals durch Sinne in uns kommen, und kan also auch nicht in der reinen Form der sinnlichen Anschauung zugleich mit enthalten sein; denn sie ist ein Actus der Spontaneität der Vorstellungskraft, und, da man diese, zum Unterschiede von der Sinnlichkeit, Verstand nennen muß, so ist alle Verbindung, wir mögen uns ihrer bewußt werden oder nicht, es mag eine Verbindung des Mannigfaltigen der Anschauung, oder mancherlei Begriffe, und an der ersteren der sinnlichen, oder nicht sinnlichen Anschauung sein, eine Verstandeshandlung, die wir mit der allgemeinen Benennung Synthesis belegen würden, um dadurch zugleich bemerklich zu machen, daß wir uns nichts, als im Objekt verbunden, vorstellen können, ohne es vorher selbst verbunden zu haben, und unter allen Vorstellungen die Verbindung die einzige ist, die nicht durch objekte gegeben, sondern nur vom Subjekte selbst verrichtet werden kann, weil sie ein Actus seiner Selbsttätigkeit ist. (4)"

Deze zin punt hoeveel. Maar in ieder geval - wie zou het tegendeel durven beweren?

Bij sommige filosofen klinkt in hun werk een grote wanhoop door. We moeten er niet aan twijfelen dat de Opperrechter daar bij het Laatste Oordeel wel begrip voor zal hebben:

"Ik ga liever dobbelen, naar de hoeren, stelen, zuipen en moorden, dan dat ik er nog aan meewerk God voor de gek te houden met datgene wat bisschop Martensen Christelijke ernst noemt. Dan houd ik liever God recht in zijn gezicht voor de gek en ga op een berg staan of in het vrije veld, waar ik met Hem alleen ben om rechtuit tegen Hem te zeggen: 'Je bent een nul, God, niets anders waard dan dat men je voor de gek houdt!'(5)"

En anderen blijven luciede genoeg om maar liever dan God hun eigen collega’s de schuld van alle problemen te geven geven:

"Wat is funester dan te werken, te denken en te voelen zonder innerlijke noodzaak, zonder een diep-persoonlijke keuze, zonder lust? Als een automaat van de 'plicht'? Dat is gewoonweg het recept voor de décadence, ja voor de idiotie... Kant is idioot geworden. - En dat was een tijdgenoot van Goethe! Deze fatale kletsmeier heeft doorgegaan voor dé Duitse filosoof - gaat daar nog voor door!" (6)

Je ziet, een vlugge bloemlezing en de filosofie ziet er al meteen stukken kleurrijker uit. Een mens vraagt zich af waar die woordenkramerij van een metafysica voor nodig is. Welnu, je kan een verhaal vertellen dat aan de hand van een vereenvoudiging veel duidelijk maakt. In de tijd van Aristoteles bestond er al zoiets als de studie van de natuur. Omdat in het Grieks “natuur” met “fysis” werd aangeduid, was de studie van de natuur de “fysika”. Maar zoals iedereen die zich bezighoudt met horoscopen, beurskoersen of de Lotto weet, hebben mensen de neiging om achter die natuur nog heel andere, verborgen krachten te vermoeden. Goden en demonen, of de invloed van de planeten, of complotten gesmeed in rokerige achterkamertjes... In ieder geval dingen die je niet kon zien; die zich “achter” die “natuur” bevonden. In het Grieks kan je “achter (de studie van) de natuur” vertalen met “meta ta fysika”; voorbij de fysica.

En zeker, dat was het domein van goden en demonen, en verder van een hoop woordenkramerij waarin allerlei Principes en Krachten en Mirakels het hoge woord voeren. Maar zelfs nadat wij grote delen van de metafysica van het etiket “bijgeloof” hebben voorzien zit er in onze huidige wetenschap nog veel metafysica, hoewel die wetenschap dat veel beter aanpakt dan vroeger. “Wat was er voor de Big Bang?” – het is een vraag die binnen de kosmologische modellen geen plaats heeft (hoewel ook daar alweer veel schijnt veranderd te zijn), maar het neemt niet weg dat wetenschappers daarover durven, uim – filosoferen? Trouwens, “Pluriversum” (7), iemand?

Natuurlijk, op een bepaald moment blijft dat allemaal veel te moeilijk, te gedisciplineerd, te mathematisch, logisch, of epistemologisch verantwoord. Dààrmee ga je geen aanhang op een Vlaamse Kermis bij mekaar prediken of op een andere manier in het centrum van de belangstelling komen. Dus blijft metafysica ook in zijn oorspronkelijke gedaante springlevend. Zo krijg je van die uiteenzettingen waarover een normaal weldenkend mens zich alleen maar wenkbrauwfronsend kan verbazen: die filosofen toch.

-----------------------------------------------------------
(1) Plato, Euthydemus
(2) Marx, The eighteenth Brumaire, geciteerd in Elster, making sense of Marx
(3) Popper, The Open Society and its Enemies
(4) Kant, Kritik der Reinen Vernunft
(5) Kierkegaard, Schotschriften tegen Gevestigde Kerkelijkheid
(6) Nietzsche, De Antichrist
(7) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/het-pluriversum.html

maandag 12 februari 2007

William Easterly

Af en toe krijg je binnen een bepaalde discipline discussies tussen twee van de grote tenoren in het debat. Newton versus Leibniz of Einstein versus Bohr zullen voorbeelden zijn die qua intellectuele inhoud op zeer eenzame hoogte staan. In de evolutiebiologie hebben we Dawkins en Gould gehad. Vaak hebben de deelnemers het moeilijk om het verschil te zien tussen “een andere zienswijze” en “een persoonlijke aanval”. Het gevolg is dat de toon niet altijd zo hartverheffend is als geïnteresseerde mindere goden graag zouden zien. Maar iedereen die ooit aan debatten, zeg, op usenet heeft deelgenomen weet dat achter de snel verzurende toon vaak interessante uitwisselingen zitten. De uitdaging is de inhoud te zien waar de vorm het laat afweten.

Momenteel loopt dat soort discussies tussen twee economisten, William Easterly en Jeffrey Sachs. Het onderwerp is niet de eigenschappen van het univsersum of de vraag “waar komen wij vandaan?”, maar toch nog steeds een zeer belangrijk thema. Het gaat om de vraag of, en hoe, we de armoede in de wereld kunnen oplossen. En geen van beiden is het soort “crackpot” dat je altijd in die discussies terugvindt, en die reden te over zijn om je te ergeren. Het gaat wel degelijk om twee denkers die weten waar ze over praten en die niet alleen “gepraat” hebben, maar ook al veel gedaan hebben.

Het begint er mee dat Easterly, na decennia bij de Wereldbank, een werkelijk zeer goed boek schrijft: The Elusive Quest for Growth, 2001. In dat boek beschrijft hij hoe decennia, en vooral fortuinen van ontwikkelingshulp uiteindelijk tot zeer teleurstellende resultaten hebben geleid. Er waren teveel luchtspiegelingen in het spel. Te vaak werd gedacht in termen van “als we dat ene probleem opgelost krijgen, dan volgt al de rest vanzelf”. En te weinig hield men rekening met het feit dat ontwikkeling een kwestie was van al die individuen, honderdduizenden en miljoenen individuen, die allemaal tesamen een bijdrage aan de productiviteit moeten leveren, en die dat alleen maar zullen doen wanneer ze daar zelf het voordeel van inzien. Dat laatste is niet het geval als ze, om een zeer simpel voorbeeld te noemen, denken dat het resultaat van hun inspanningen daarna geplunderd zal worden. En er staan veel andere voorbeelden in het boek.

Vervolgens schreef de andere tenor in het zich ontwikkelende debat, Jeffrey Sachs, het boek The End of Poverty, 2005 (1). Daar was het thema dat “wij” (het rijke Westen) de middelen hebben om de armoede eenvoudig te doen ophouden. Het boek heeft een beetje de vorm van een plan. Er is een analyse van de behoeften, er is een budget van wat er nodig is om die behoeften te voldoen, er is een vergelijking met de middelen waarover het Westen beschikt, en ziet ende kijkt, de ondertitel van het boek bevat de mededeling “we can make it happen in our lifetime”.

Maar met het woord “plan” is het hoge woord er uit. Op iemand als Easterly, die al die decennia bij de Wereldbank had gezien wat ervan kwam, had het woord “plan” hetzelfde effect als het in de aanwezigheid van Friedrich von Hayek zou hebben (“een rode lap op een stier” of “een plan bij Hayek” – dat zijn equivalente uitdrukkingen). En dus zat ik een beetje uit te kijken naar het nieuwe boek van Easterly: The White man’s Burden, 2006.

In eerste instantie viel het wat tegen. Het woord “plan” is inderdaad slecht gevallen, en het boek begint met een litanie nadelen en onmogelijkheden die kleven aan het Grote Alomvattende Plan. En zoals dat bij dit soort debatten gaat verschijnt Sachs in de gedaante van de favoriete vijand, de man die ondanks alle falen toch een Plan voorstaat.

Nu is dat een stuk onheus. Sachs heeft het in zijn boek over de nood aan een “klinische analyse”, en die is echt wel het lijnrechte tegendeel van het “one fits for all” model waar Easterly zich zo tegen verzet. Sachs wil geval per geval nagaan waar het precies aan schort, in die concrete omstandigheden van dat concreet land. En het is voor oplossingen aan die concrete problemen, en niet voor de toepassing van hoogdravende abstracties dat hij de financiële kant nagaat.

Maar intussen blijft het wel een behandeling die van bovenaf neerdaalt op de lokale bevolking, vaak zonder dat het plan zich afvraagt of die bevolking dat eigenlijk wel wil. We weten niet eens erg zeker of de meeste volkeren wel democratie willen, nietwaar? Dus af en toe kraakt Easterly dat af alsof Sachs geen rationele analyse, maar wel de onteigening van de privé eigendom en de collectivizering van de economie had voorgesteld. Terwijl Sachs, voor een stuk, toch alleen maar opwerpt dat je mensen de juiste “incentives” (om de term van Easterly te gebruiken) kan geven, en dat ze nog steeds niet veel zullen doen als één stap verder in de keten de resultaten nog altijd geplunderd worden. Dit lijkt me een simpele realiteit waar een Sachs volgens mij echt aan mag herinneren; omdat die een eenvoudige organische groei, van beneden naar boven, zoals Easterly die voorstaat serieus in de weg kan staan.

Intussen zit ik enkele hoofdstukken verder in The White Man’s Burden, en ik kan zeggen dat het niveau stijgt. Tot nu toe vind ik nog niet dat het kan tippen aan zijn The Elusive Quest for Growth. Maar wanneer hij uiteenzet dat markten wel werken, maar dat dat iets heel anders is dan dat je markten kan plannen, is het verhaal stukken subtieler dan de simpele litanie van hoofdstuk één. Ik denk wel dat Easterly zich een “marktfundamentalist” zal moeten laten noemen - maar als je met zulk een genuanceerde opvatting over de mogelijkheden en nadelen van “de markt” een fundamentalist bent – wel dan ben ik ook een marktfundamentalist.

En hetzelfde doet hij nog eens over met “democratie”. Democratieën werken, dat is het punt niet. Het punt is dat je geen democratieën kan plannen. Laat staan met militaire middelen opleggen. Dat is een inzicht waar twee seconden nadenken voor kon volstaan, maar dat toevallig juist vandaag ook nog door de internationale politiek wordt geïllustreerd.

En daarmee ben ik vier hoofdstukken ver, in een boek dat vrij zwak begint, ongetwijfeld beïnvloed door de ruzie die er ergens bovenhangt, maar dat al snel goed op gang komt. Ik hoop dat het op dat élan doorgaat. De discussie zelf, maar nog veel meer het onderwerp - het bestrijden van de armoede - is het meer dan waard. Het is opvallend hoe deelnemers aan dit soort debatten over de fundamentele vragen van hun discipline, achter het gekibbel zo gepassioneerd naar hetzelfde op zoek zijn. En hebben ze er alles bij elkaar ons inzicht niet enorm mee vooruitgeholpen?

-------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/een-wereld-zonder-armoede.html

zaterdag 10 februari 2007

Oei, vlug een update

Ik lees in een artikel op de site van CNN dat een hoop mensen uit de staff van Al Gore willen proberen hem te recruteren voor een kandidatuur voor het presidentschap.

Nu zijn er daarmee, bij mijn weten, twee problemen. Ten eerste, ik denk echt dat hij geen zin heeft. Denk je heus dat het plezant is om maanden en maanden in vliegtuigen te slapen, te lachen naar om het even wie, handjes te schudden, je stem hees te speechen en de hele tijd te moeten oppassen wat je zegt, hoe je het zegt, enzovoort enzovoort? Volgens mij denkt Gore iets van "been there, done that, thanks but no thanks". Ik denk dat hij het meent; ik kan het mis hebben.

Een tweede probleem, denk ik, is dat mensen die al eens een campagne verloren hebben er uitzien als "losers". Natuurlijk, er zijn uitzonderingen mogelijk. Als ik me niet sterk vergis is Nixon daar een voorbeeld van. Uim, ik denk dat, als Gore een Nixon was geweest, hij in 2,000 niet had verloren. Bijvoorbeeld, als Nixon een Bill Clinton als bondgenoot in de campagne had kunnen hebben, dan had hij die zeker niet afgewezen.

Nu kan Gore, ondanks alle problemen, natuurlijk bezwijken voor de lokroep. Het blijft tenslotte een politieker. En het idee van "Ik Ben Zeer Belangrijk" oefent op het mannelijk testosteron nu eenmaal een invloed uit, die het mannetje van onze soort wel meer domme dingen laat doen. Misschien minstens vier jaar lang, bij elk woord dat je zegt, "yes, mister president" horen; de aantrekkingskracht moet groot zijn.

En dus zal hij het misschien wel doen. En dan heb ik, vanzelfsprekend, al mijn eerste voorspelling grandioos mis. Die voorspelling is dat we onder de Democraten nu al, februari 2,007, weten wie de zwaargewichten van de campagne zullen zijn; wie er tot het laatst in hun primaries zullen zitten. Namelijk, denk ik, zijn dat namen die nu al officiëel kandidaat zijn. Terwijl, bij de Republikeinen, denk ik, zullen we namen zien meedoen tot het einde, die nu nog geen kandidaat zijn, ja, waar we nu nog niet eens van gehoord hebben - toch niet hier in Europa.

Maar als Gore zich morgen (of volgend jaar) kandidaat stelt - wel, Koen: nul - realiteit: één, nietwaar?

Ik ben al benieuwd...

Giuliani? President???

Volgens de één of andere poll zou de Republikein Giuliani het in een duel met Democraat Hillary Clinton halen met enkele percenten verschil. Om eerlijk te zijn: ik geloof er geen woord van. Voorlopig houd ik me maar aan een eerder commentaar van me, dat we wel al de zwaargewichten van de Democraten voor de komende presidentsverkiezingen kennen, maar nog niet bij de Republikeinen. En dus geloof ik dat Hillary nog zal meedoen als er van Giuliani al lang geen sprake meer is.

Laten we niet vergeten dat de media er belang bij hebben in dit stadium iedereen met een beetje naam zo serieus mogelijk te behandelen. Als ze dat niet doen – wel, minder verkochte kranten en tijdschriften, minder aangeklikte websites, enzovoort. En dus maken en lezen we nu analyses, met veel Giuliani en consoorten, en de vraag is eigenlijk alleen hoe lang hij de schijn kan ophouden. Steeds volgens mij, natuurlijk!

En zoals ik al zei, natuurlijk mag je me hieraan herinneren, als hij ongeveer twee jaar na nu net is ingehuldigd als nieuwe president. De echte reden waarom ik dit allemaal neerschrijf is immers alleen maar om een soort foto te maken. Om te registreren hoe nu, in 2,007, de situatie er uitziet, waarop we dan, begin 2,009 vol vertedering zullen terugkijken.

Giuliani, dus. Het enige dat de wereld van hem weet, is dat hij op het juiste moment, en vanuit een zekere symboolfunctie, aanwezig was op de juiste plaats. Hij begaf zich naar de plaats van de aanslagen van 9/11 en vertoonde zich aan den volke (alle grammaticale correcties welkom). Daar heb je eigenlijk ook niet zo heel veel voor nodig. Natuurlijk heb je een uitstraling en een zelfvertrouwen nodig dat lang niet iedereen heeft, maar toch. Erg veel stelt het nog altijd niet voor. Laten we niet vergeten, zelfs Bush heeft af en toe dergelijke dingen kunnen neerzetten.

Natuurlijk, daarmee zijn we bij een belangrijk punt. Je voelt dat mijn bedenkingen tegen Giuliani van een soort inhoudelijke aard zijn. Maar alle bedenkingen van inhoudelijke aard lopen natuurlijk meteen stuk op dat laatste punt: Bush is ook president geworden. Natuurlijk kan ik daarop antwoorden: des te meer kans, gezien de consequenties stilaan in alle koppen beginnen door te dringen, dat de Amerikanen dat geen tweede keer zullen laten gebeuren. Maar ook daar bestaat een simpele tegenwerping. We kunnen denken dat ze in 2,000 niet wisten wat ze deden, maar in 2,004 wisten ze het wel.

En dus is het niet onmogelijk dat er wel degelijk opnieuw een uithangbord in het Witte Huis terechtkomt. Maar ikzelf, begin 2,007 geloof dat het niet zo zal zijn. Dat is ook de reden waarom ik niet erg in Obama geloof. Oh, ongetwijfeld een politiek talent dat misschien zelfs doet denken aan Bill Clinton himself, maar te vroeg. Die jongen gaat nu voor een geweldige publiciteitscampagne, en met wat geluk zelfs een vice-presidentschap, maar pas binnen acht jaar is het menens.

Maar hij zal er volgens mij stukken langer inzitten dan Giuliani.

En je mag me aan al die dingen herinneren. Sterker nog, ik zal mezelf vaak aan al die dingen herinneren. In feite kijk ik er een beetje naar uit. Het is alleen maar show, natuurlijk, maar ik vind het stukken beter dan, pakweg, “De Kampioenen”.

vrijdag 9 februari 2007

Als we het toch eens hadden geweten...

MSNBC heeft vandaag een artikel over de (toenmalige) Amerikaanse onderminister van Defensie, Douglas Feith.

http://www.msnbc.msn.com/id/17051786/

Laat ik dat maar even kaderen. We zagen recent grote voorstanders van de oorlog passeren, in termen van “als we geweten hadden wat we nu weten, dan waren we nooit aan de oorlog begonnen” (1). Je weet wel: er waren geen WMD’s, en het was allemaal toch veel moeilijker dan gedacht, enzovoort. Maar ja, zo klonk het verhaal, we waren nu eenmaal op het verkeerde spoor gezet door de inlichtingendiensten, de CIA op kop.

Dat is een deuntje waarover ik me de eerste keer heb vrolijk gemaakt, op de kop af drie jaar geleden, in een postje op usenet met als titel “Het is de schuld van de inlichtingendiensten!”, van 9 februari 2,004 (2). (Ik zie bij het terug opzoeken dat Powell toen al verklaarde dat hij met de informatie die hij “intussen” had een ander beleid had willen voeren. Sommige mensen hadden dat toen al ruim een jaar door, anderen hadden het pas nog eens drie jaar later door, en sommigen hebben het nu nog altijd niet door: “you can fool some of the people all of the time”(3))

De “vrolijkheid” ging er om dat het liedje nog maar één jaar daarvoor heel anders klonk. Toen klonk het nog alsof diensten als de CIA zelf in het complot zaten om de “imminent threat” van Saddam te helpen verdoezelen. En tot vandaag, drie jaar later, kan je nog steeds op Amazon (ik vrees dat de url te lang is voor Blogger, maar ik vond het op een wip terug) het boek zien (zij het aan “Bargain Price” – hoe zou dat toch komen?) waarin dat aan de wereld werd kond gedaan. Ik verwijs maar naar de post van toen, maar de uitleg ging van “Mylroie describes how the C.I.A. and the State Department have systematically discredited critical intelligence about Saddam's regime, including indisputable evidence of its possession of weapons of mass destruction."

(Tot vandaag laat ik me geregeld verwijten dat ik destijds de voostanders van de oorlog bekritizeerde in termen van “ze geloofden de leugens van Bush pink op de naad”. De lezer begrijpt natuurlijk onmiddellijk: “persiste et signe”, en het zal nog gebeuren.)

Het punt is natuurlijk: Ze hadden de informatie waarvan ze nu beweren dat ze er mèt die informatie nooit aan waren begonnen. De bewering dat ze die niet hadden was alleen maar het zielige schaamlapje waarachter ze nog probeerden weg te kruipen; het zieligste schaamlapje van de wereldgeschiedenis, toen al.

Maar intussen is er niet langer alleen dat boek, waarin hun eigen propaganda beweerde dat dezelfde CIA, die de schuld was van de overdreven claims, eigenlijk geprobeerd had de bewijzen ervan juist te verdoezelen! Ze krijgen dat deze weken nog eens extra op hun dak met het proces tegen “Scooter Libby”. Ook daar zien we het thema van de regering Bush die mensen, verbonden aan de CIA, met alle middelen probeerden te discrediteren, omdat ze, zogezegd, de link tussen Saddam en het terrorisme juist "minimalizeerden"! Dat was inderdaad wat ze ons destijds wilden doen geloven, daar niet van. Hetgeen me verbaast is de manier waarop velen nog jaren, sommigen tot vandaag, pink op de naad geloven dat Bush eigenlijk misleid was door de overdreven, en daarom foute informatie over de dreiging. Zelfs als de bewijzen van het tegendeel hen sinds jaren, vanop een afstand van drie centimeter voor hun neus, recht in het gezicht staren.

En vandaag, dus, is het een simpel nieuwsfeit dat zeer, zeer hoge functionarissen uit die regering de informatie die de regering Bush wilde horen, en die dom rechts pink op de naad bleef napraten, gewoon fabriceerden zoals dat uitkwam:

“Feith, who was defense policy chief before leaving the government in 2005, was one of the key contributors to the administration's rationale for war. His intelligence activities, authorized by then-Defense Secretary Donald H. Rumsfeld and his deputy, Paul D. Wolfowitz, and coordinated with Vice President Cheney's office, stemmed from an administration belief that the CIA was underplaying evidence of then-Iraqi leader Saddam Hussein's ties with al-Qaeda.”

Dus de vraag is of mensen die op dat soort problemen wezen nu “hysterische, anti-Amerikaanse extreem-linkse intellectuelen” waren, of integendeel de echte vrienden van Amerika, die in wanhoop de grootste exponent van de Westerse Beschaving in de handen zagen vallen van dat soort hoogverraad:

"The bottom line is that intelligence relating to the Iraq-al-Qaeda relationship was manipulated by high-ranking officials in the Department of Defense to support the administration's decision to invade Iraq," Levin said yesterday. "The inspector general's report is a devastating condemnation of inappropriate activities in the DOD policy office that helped take this nation to war."

Ach, de vraag stellen is haar beantwoorden. Het dronken nijlpaard in het Witte Huis heeft nog twee jaar te gaan: gelukkig al een lamme eend sinds toen hij pas herkozen was. Dus laten we besluiten met één puntje. Tot op de dag van vandaag blijven sommigen pink op de naad geloven dat Bush eigenlijk een rechtvaardige oorlog voerde, en dit deels gebaseerd op foute informatie. De waarheid, rijkelijk laat, is dat Bush en de rest een bende platte leugenaars waren, die een oorlog begonnen zijn die hen nu in ongelofelijke klodders van het gezicht aan het druipen is. Als het niet zo tragisch was zou ik zeggen dat elke donkere wolk nog wel een zilveren rand had.

--------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/voetje-voor-voetje.html
(2) Het Google ID is 4027c217$0$307$ba620e4c@news.skynet.be
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/you-can-fool-some-people-all-of-time.html

donderdag 8 februari 2007

Wiskunde (Wat valt het snelst?)

Voor mensen als ik is wiskunde altijd veel te moeilijk geweest. Je voelt dat het de ontoegankelijkheid, maar ook de zuiverheid en de schoonheid van een landschap uit het Himalayagebergte bezit. Je bekijkt er dan ook af en toe, en met een beetje een verdrietig gevoel, een afbeelding van, om toch een béétje een indruk te krijgen van waar het eigenlijk over gaat. Sta me toe u een madeliefje te tonen dat ik uit het wiskundegebergte heb geplukt:

F = m x a

"Eikkes! Een formule!" is wat elk fatsoenlijk Christenmensch nu zegt. Maar kom, alles bij elkaar staan hier maar vijf karakters in. En noch het teken "=", noch het teken "x" (voor de vermenigvuldiging) zou onoverkomelijke moeilijkheden moeten opleveren. Dus wat blijft er eigenlijk over?

Laat me even tellen. Stel dat ik u herinner aan het volgende. Wanneer je iets in beweging wil krijgen, dan zal je daarvoor een zekere kracht moeten uitoefenen. En de kracht die je nodig hebt is evenredig met hoe zwaar je "iets" is, en ook met hoeveel beweging je er wil in krijgen.

Voilà, ik tel hier een veertigtal woorden. En toch zeggen ze precies hetzelfde als de formule met vijf karaktertekens. Namelijk, "m" staat voor "massa", wat voor het gemak samenvalt met het gewicht van wat we in beweging willen krijgen. En "a" staat voor "versnelling", wat voor het gemak samenvalt met "hoeveel beweging je er wil in krijgen". Aangezien zowel gewicht en beweging dingen zijn waarop je een getal kan plakken, kan je die twee met elkaar vermenigvuldigen, en het resultaat is een nieuw getal, dat iets zegt over de kracht, "force", afgekort tot "F", die je nodig hebt.

Ga maar na! Als je een knikker wil vooruit duwen, dan heb je een tikje van een vinger nodig. Maar als het een kanonskogel van 100 kilo is zal er iets meer nodig zijn. En als die kanonskogel een kilometer verder de vijand moet raken, dan heb je nog veel meer kracht nodig. Terwijl je je om een blok van tien ton niet hoeft te bekommeren, als die helemaal niet hoeft te bewegen. Een vermenigvuldiging met nul geeft als resultaat nul, dus ook een heel grote "m" die je in nul beweging wil zetten heeft nul kracht nodig.

Simpel, nietwaar? De formule heeft als voordeel dat het (a) op gebalde wijze dezelfde informatie geeft, die (b) meteen zo wordt voorgesteld dat je er resultaten heel precies mee kan uitrekenen. Dus dat is toch wel de moeite, nietwaar? Hier is er nog één.

g = (m1 x m2)/d²

Oeioeioei, dat ziet er al veel erger uit. Ik tel niet minder dan twaalf karakters! En dan staan er nog haakjes, schuine streepjes en van die kleine cijfertjes in de lucht in. Oeioeioeioeioei!

Eens kijken. De schuine streep is natuurlijk niets anders dan een simpele breuk. Dus zeggen de haakjes dat je het product van twee "m"-en moet delen door een variant op die "d". Met uw welnemen zal ik die variant - dat kleine cijfertje, dus - gewoon negeren: te moeilijk. Maar ik signaleer toch dat het nuttig is indien we ooit proberen cijfers in te vullen, om concrete resultaten te berekenen.

Wat overblijft is dat we een "g" hebben, die groter wordt naarmate twee factoren "m" groter zijn (dus zoals onze F van daarnet groter was naarmate de factoren "m" en "a" groter waren), maar kleiner naarmate de "d" groter wordt. Nu staat "m" alweer voor "massa", (die nu voor onze bedoelingen niet noodzakelijk hetzelfde als "gewicht" is, maar soit). Kom, ik verklap de show: ik heb het over de zwaartekracht - "g" voor "gravitatie" - die tussen voorwerpen sterker is naarmate ze meer massa hebben. Maar de sterkte neemt af wanneer de afstand tussen beide groter is: de "d" onder het schuine streepje staat voor "distance".

En weer zien we dat we in twaalf karakters kunnen uitdrukken wat we anders in veel woorden moeten zeggen - om niet te spreken van hoe ik in woorden maar wijselijk heb gezwegen van dat "kwadraat". De formule toont ons waarom vliegen over muren en plafonds kunnen lopen: hun massa is zo klein dat het product van hun massa met de massa van de Aarde ook klein is. Dus ondergaan ze heel weinig zwaartekracht en volstaat een beetje kleefstof aan hun poten..

Al die dingen kan je ook in woorden vertellen. Je zal veel woorden nodig hebben, maar het kan. Maar hoe zit het met het volgende vraagje? Ik sta op de Toren van Pisa, en ik laat een kogel van tien kilo vallen, tegelijk met een kogel van één kilo. Hoeveel sneller is de zwaarste kogel op de grond?

"g = (m1 x m2)/d²" verklapt ons het geheim. Iedereen ziet onmiddellijk dat de zwaarste kogel eerder op de grond zal zijn! Immers, de Aarde (zeg dat die door “m1” wordt voorgesteld) is voor beide kogels hetzelfde. En de hoogte waarop ze vertrekken is ook voor allebei hetzelfde: dat is “d²”. Dus het enige dat verschillend is, is “m2”, die voor de ene kogel 1 kilo is, en voor de andere 10. Dus is de oplossing van de vergelijking voor de tweede kogel met een factor tien groter dan voor de eerste. En die oplossing sloeg op “g”, de zwaartekracht die ze ondergaan. De zwaarste kogel ondergaat tien keer meer zwaartekracht, dus hij valt veel sneller, einde discussie.

Nietwaar?

Tja, als het zo simpel was, hoefden we het niet met zoveel nadruk te vragen. De formule "F = m x a" verklapt ons nog een ander geheim. De vraag was welke van de twee kogels het snelst valt. Dus hebben we het over de factor “a”: dat was immers de versnelling. Simpele algebra laat toe uit de formule af te leiden dat “a = F/m”. De schuine streep staat nog steeds voor een breuk: we delen de kracht (F) door de massa (m) om te weten hoe het zit met de versnelling (a). De versnelling die een kogel zal ondergaan is bijgevolg groter naarmate de kracht die hij ondergaat groter is, maar kleiner naarmate de massa die deze kracht ondergaat groter is. En dat is logisch: een bal ondergaat een grotere beweging naarmater je er harder tegen schopt, maar minder naarmate de bal zwaarder is.

Over welke massa die kleiner of groter kan zijn hebben we het eigenlijk? Niet over de massa van de Aarde: die is voor beide kogels gelijk. Het gaat dus over de massa van de kogel zelf. De beweging die de kogel ondergaat is kleiner naarmate hij zwaarder is, omdat het moeilijker is hem in beweging te krijgen. Een knikker had slechts een tikje van een vinger nodig, maar voor een zware kogel was meer nodig! En als dezelfde (zwaarte)kracht veel meer moeite heeft om de veel zwaardere kogel in beweging te krijgen, dan komt die in ons voorbeeld met een factor tien minder snel in beweging. Terwijl uit de vorige formule bleek dat de kracht sterker inwerkt naarmate de kogel zwaarder is, zodat de zwaartekracht er in ons voorbeeld een tien keer grotere invloed op uitoefent. Dezelfde factor die via de uitgeoefende kracht de kogel sneller doet vallen, is ook de factor die wegens de moeilijkheid om hem in gang te krijgen de kogel juist trager doet vallen. En dus neutralizeert deze factor, de massa van de kogel zichzelf. Of in andere woorden, de valversnelling van de twee kogels is onafhankelijk van hun massa! Ze vallen allebei even snel!

Dat hebben we loepzuiver berekend, en daarnaast ook parallel in woorden beredeneerd. En als je het niet gelooft, dan kan je je altijd met een zware en een lichte kogel naar een hoge positie begeven, en ze allebei tegelijk laten vallen. En hoe vaak je het ook probeert, je zal zien dat ze inderdaad allebei even snel vallen. Precies even snel. En kijk, ik kan dat allemaal in woorden vertellen. Maar als man van de letteren kan ik toch alleen maar iets toegeven. Pas toen ik een beetje algebra probeerde, en die factor “m” – die vanuit de teller van mijn breuken zo intuïtief correct de kogel sneller deed vallen als hij zwaarder was – ook in de noemer van mijn vergelijking verscheen, en dus dezelfde factor in de teller neutralizeerde, begreep ik waarom die factor (massa) verdween. Met andere woorden, waarom alle kogels onafhankelijk van hun massa even snel vallen. Intuïtief zou ik er nooit aan gedacht hebben.

woensdag 7 februari 2007

Het Museum van Laken

Na de post over hoe we de vertoning in Laken beter als een museum dan als een koninklijk gebeuren zouden zien (1) vertelde iemand me IRL dat hij dat toch wel een merkwaardig gezichtspunt vond. Wel, laten we even verder kijken. Laten we ons inbeelden dat we ons naar de Nationale Feestdag begeven, en het spektakel bekijken. De vraag is: krijgen we iets te zien dat meer lijkt op de middeleeuwse vorst die de troepen schouwt, of iets dat meer op een theatervoorstelling lijkt?

Daarbij nemen we het meest voor de hand liggende standpunt in: dat van het gepeupel. Let's face it, wij zijn zelf het gepeupel, dus is het redelijk aan te nemen dat we temidden van ander gepeupel langs de kant van de weg staan, met een driekleurig vlaggetje in de hand. We proberen een glimp op te vangen van de vorst die op het podium het gebeuren voorzit. Tussen hem en het gepeupel (wijzelf) trekken de troepen netjes in de pas voorbij.
Wat denk je, staat de koning hier omdat dat nodig is om de troepen te inspecteren, wat op zijn beurt nodig is om een beleid te voeren? En de troepen, zijn die hier om de vorst de gelegenheid te geven om zich een beeld van zijn relatieve kracht te vormen, in vergelijking met de Hertog van Bourgondië en de Graaf van Vlaanderen? Want in dat geval zijn al die mensen hier omdat het een zeldzame gelegenheid is om de vorst in al zijn pracht te aanschouwen, een gelegenheid die zich nu eenmaal niet vaak aandient. En dan staan wij, gepeupel, hier met ons vlaggetje om de gelegenheid niet te missen.

Gestileerd: de koning is hier omdat hij zijn werk doet, de troepen vervelen zich dood en het volk aanschouwt.

Maar de waarheid, natuurlijk, is dat het er niet toe doet in welke staat de troepen zijn (de vele miljarden die het leger kost gaan grotendeels naar de pensioenen van hoge officieren en andere vormen van sociale zekerheid voor alfamannetjes), zolang de uniformen maar kleurig zijn, de pas nauwkeurig is en de knopen blinken. En de waarheid is dat de "koning" zich geen zorgen hoeft te maken - niet over de troepen in het bijzonder, en niet over het beleid in het algemeen. Op die manier krijgen we het nogal simpele feit boven water dat noch de koning, noch de troepen hier zijn om de reden waarom ze er in een soortgelijke parade waren, zeg, zeshonderd jaar geleden. De overeenkomsten mogen zeer sterk zijn, even nadenken toont dat enkele kleine details verschillen.

Gestileerd, de koning verveelt zich dood, de troepen zijn hier omdat ze hun werk doen, en het volk aanschouwt nog steeds.

Maar die kleine details zijn natuurlijk wel significant. Voor wie doen de verschillende deelnemers het nu eigenlijk? De koning doet het niet meer om zijn werk als bewindsman te doen. Is het echt heel moeilijk in te zien dat de "koning" veel liever gewoon in zijn kamerjas in zijn favoriete zetel een tijdschriftje zou zitten lezen? En die soldaten die zich lopen dood te vervelen - moet je een groot genie zijn om in te zien dat die allemaal, stuk voor stuk, lopen te blazen van ellende dat ze voor zoveel ingebeelde belangrijkheid moeten de clown komen uithangen?

En als de koning het tegen zijn zin doet, en de troepen doen het tegen hun zin, wie blijft er dan nog over voor wie ze het allemaal doen? Wel, dat is nog steeds dat volk dat daar staat te gapen, natuurlijk! De overeenkomsten met een authentieke troepenschouwing zijn groot, maar de kleine verschillen zijn significant. Waar het volk vroeger stond te gapen op een reële functie, staat het nu te gapen op een vertoning die nog maar om één reden wordt opgevoerd, en dat is dat het volk - dat is nog steeds dat gepeupel waar we zelf ook deel van uitmaken - de gelegenheid zou hebben om zich er aan te staan vergapen.

Kortom, het volk is het publiek van een theatervoorstelling. En zowel de koninklijke familie als de troepen zijn in die vertoning de acteurs. Dus zijn wij, het gepeupel, de klanten van een leverancier van een bepaalde dienst, de dienst van het entertainment; het vermaak. Wij, de klanten, betalen aan de leverancier om die dienst te leveren. Ik ben er niet altijd zeker van of we daarbij voldoende (kunnen/mogen) nadenken over de vraag hoeveel we daarvoor betalen, en of we ons vertier niet op een goedkopere manier zouden kunnen krijgen - maar laat dat nog passeren. Het gaat er om dat we naar iets staan te kijken dat meer, veel meer, weg heeft van een theatervoorstelling, dan van een staatshoofd. En dat is waarom ik vind dat het complex in Laken meer, veel meer weg heeft van een museum, dan van een paleis.

---------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/01/hij-wil-respect-en-ontzag.html

dinsdag 6 februari 2007

Lezing

Ik ben terug van een lezing over de wisselmarkten die ik (via de bank waar ik werk) heb gegeven voor een beroepsorganizatie. Het tarief blijkt 75 euro per uur te zijn. Ik wist het al, want het is al het derde jaar dat ze me vragen, dus blijkbaar vinden ze dat ik hun geld waard ben.

Eens kijken. Het ging over vragen zoals waarom er wisselmarkten zijn "in the first place" (waarom organizeren we niet een "euro" over heel de wereld?) alsook waarom er een euro is, of juist niet zou mogen zijn. Vragen als of het niet beter zou zijn met een Belgische frank en een Nederlandse gulden, en een Beierse mark en een Westfaalse daalder. Of misschien is dat allemaal nog veel te veel overheid, en zouden we er beter aan doen een Antwerpse kroon te hebben, een Gentse dukaat en een Brugse blomme en een Mechelse koekoek?

En verder ging het over hoe je van de concrete manier waarop het nu eenmaal in elkaar zit kan nadenken over hoe je met de bijhorende koersschommelingen kan omgaan. Ik beleef altijd veel plezier met het uitleggen van hoe er een zeer simpel verband bestaat tussen eenvoudige transacties (als kopen en verkopen) en dingen die iedereen altijd als erg gevaarlijk en mysterieus en zelfs magisch (zwarte magie, natuurlijk) ervaart, namelijk opties. Het is weer eens gebeurd dat er aan het einde een paar mensen nog even napraten en zuchten: het is nu de zesde keer dat ik naar een uiteenzetting over wisselmarkten (en opties) ga, en het is de eerste keer dat ik het gesnapt heb.

En dat vind ik een groot compliment.

Een deel van de kunst zal wel zijn dat het onderwerp zeer serieus is, maar dat niets je belet het een beetje speels te brengen.

Maar dit terzijde.

Wat ik interessant vind is dat tarief. Het is een heel gespecializeerd onderwerp, maar het is niet iets waarin je een diploma kan halen. Dus veronderstel ik dat, als een beroepsorganizatie een lezing nodig had van een gediplomeerd filosoof over, zeg, ethiek in zakendoen (ik heb al meteen een paar ideeën...) daar nog meer dan 75 euro per uur voor betaald wordt? En als de spreker ook nog een bekende figuur is komt er ook wel een heel pak bij. 75 euro, dat is het tarief voor een gespecializeerde professional, zonder academische baggage (toch niet in dat onderwerp) en zonder naambekendheid.

Ik denk dat je er voor een lezing door Bill Clinton niet komt als je er alleen maar een paar nulletjes bijzet...

maandag 5 februari 2007

Ik zal het doen!

Ik lees in de krant dat "veel politici wel weten hoe ze de klimaatproblemen moeten opzoeken, maar niet hoe ze daarna moeten herkozen worden". En dus worden de problemen niet opgelost! Hmmm, zal ik hier mijn url's naar alfamannetjes neerpoten, of gelooft iedereen het zo ook wel? Komaan, wat is er nu het belangrijkste, dat de wereldproblemen worden opgelost, of dat de Zeer Belangrijke Personaliteiten uit (pakweg) de Belgische politiek op hun postjes kunnen blijven zitten?

Soit. Ik heb een ideale oplossing. Ik zal het doen! Al die zeer geleerde politici die weten hoe ze het moeten oplossen, stellen een gedetailleerde lijst op van de nodige maatregelen. Daarna benoemen we mij tot Eerste Minister, en ik voer die maatregelen uit. Ik word, vanzelfsprekend, uitgescholden voor rotte vis, maar wie zou zich dààr iets van aantrekken? De maatregelen komen er dus door, en de klimaatproblemen zijn opgelost. Meteen daarna organizeren we verkiezingen, ik word, vanzelfsprekend weggestemd, en de serieuze politiekers kunnen zich weer bezighouden met de echt belangrijke dingen van de wereld: zijzelf, en hun positie in het centrum van de belangstelling.

Het zegt iets, nietwaar? Je zou je gaan afvragen of ze stilaan niet eens zelf zouden gaan nadenken?

Waar, of Niet Waar?

De Franse president Chirac heeft een aantal uitspraken gedaan, en ze daarna haastig weer ingetrokken. Wat ik me afvraag is of hij ze intrekt omdat ze niet waar (op het domme af) zijn, dan wel omdat het niet mag gezegd worden. En natuurlijk kan ik dat niet weten. Maar ik kan wel speculeren...

1. "Een Iran met een kernbom zou niet erg gevaarlijk zijn". Ah? Mijn eerste reactie is: hoe zou den Jaak dat zelfs maar kunnen weten? In Iran zijn religieuze fundalentalisten aan de macht die (op het eerste zicht) in vergelijking de huidige machthebbers van de VS tot koorknapen doen verbleken (tot nader order). Het minimum lijkt me dat we het niet weten. Maar eigenlijk denk ik dat het wel gevaarlijk zou zijn. Gewoon op het niveau van "my two cents"! Maar netto denk ik dat hij het haastig intrekt omdat hij intussen heeft nagedacht.

2. De Israelische bestaande WMD's zijn veel doeltreffender dan die waar Iran momenteel aan werkt. OK, hij heeft het zo niet gezegd: hij heeft gezegd dat een Iraanse bom, op weg naar Israel, 200 meter ver zou raken, en Teheran zou al weggeveegd zijn. Ik voel meteen een "en wat had je misschien anders verwacht?" bij me opkomen. Maar toch trekt hij het onmiddellijk weer in! Dus denk ik dat het waar zal zijn, maar dat je het niet mag zeggen.

3. Verschillende Arabische landen zijn sterk in de verleiding om deel te nemen aan de nucleaire bewapeningswedloop. En opnieuw voel ik in me opkomen: "en wat had je nu eigenlijk verwacht?" Nog maar pas heeft het dronken nijlpaard in het Witte Huis (23 more months, helaas) een land binnen gevallen - en nu houdt hij het al vier jaar militair bezet, hoewel het niemand had aangevallen en niemand had bedreigd - om geen andere reden dan dat hij vond dat er "regime change" moest zijn. En nu gaan we doen alsof we opschrikken wanneer we zien dat allerlei landen werken aan wapens waar zelfs dronken nijlpaarden schrik van hebben? Komaan, zeg.
Maar toch trekt hij het dadelijk weer in! Blijkbaar geldt voor de Arabische landen wat ook voor Israel geldt. Je kan er praktisch je fortuin en je zielezaligheid op verwedden dat ze aan nucleaire bewapening (willen) doen, maar je kan het niet uitspreken. We doen alsof het er niet is.

Mag ik terzijde opmerken dat het beledigend is om dat "struisvogelpolitiek" te noemen? Beledigend voor de struisvogels, welteverstaan.

Hoe dan ook.Waar of niet waar, het heeft in elk geval dezelfde conclusie.
Hij wordt oud, die Chirac.

zaterdag 3 februari 2007

Een belastingbetaler wil weten (deel 4)

We hebben hier al enkele keren "de belastingbetaler" aan het woord zien komen, die zich afvroeg waarom de staat niet (een deel van) de schulden die we nog lang zullen dragen, voorziet van een vaste interestvoet (1). De laatste keer stond er zelfs een berekening bij. Het korte termijn antwoord op die vraag was immers: de rente op lange termijn vastleggen geeft initiëel een hogere kost dan wanneer we het voorlopig maar zo laten.
Bijvoorbeeld was vorig jaar, toen ik er over begon, de rente op korte termijn 2.50%, terwijl de rente op 50 jaar een 4.00% was. Dus zouden we initiëel 1.50% meer betalen als we mijn voorstel volgden, in ruil voor het voordeel dat we nooit meer dan 4% zouden betalen. Tenminste, niet de eerste 50 jaar.

Dat liet toe voor de eerste serie periodes van 3 maanden de berekening te maken. Voor elk van die periodes bleek dat de korte termijn rente (waaraan de staat de kortlopende schuld moest herfinancieren) weliswaar gestegen was, maar toch onder de 4% was gebleven. Dus nam ik een fictief bedrag van 100 miljoen euro, rekende uit hoeveel het zou gekost hebben als de staat een jaar geleden voor dat bedrag mijn voorstel had opgevolgd, en stelde vast dat de totale rekening na 9 maanden was opgelopen tot bijna een miljoen euro. Vandaag is de korte termijn rente opgelopen tot 3.79 en dus komt daar (afgerond voor een drie maand periode) nog een slok van 52,500.- euro bij.

Maar zoals ik van in het begin zei, we moeten ons niet alleen om de absolute bedragen bekommeren. De staat die tot nu toe een dik miljoen heeft gespaard - tenminste in vergelijking met mijn voorstel - heeft dat gedaan door een risico te nemen. De staat zal de vlottende rente ook de komende periodes blijven betalen, en het is duidelijk dat we niet ver van de vier percent afstaan. Het is best mogelijk dat de korte termijn rentes hoger zullen oplopen dan 4%, en in dat geval begint het lopen van dat risico geld te kosten (steeds in vergelijking met mijn voorstel, waaronder we niet minder, maar ook nooit meer dan 4% zouden betalen). Het volstaat dat de rente gedurende één jaar 5% staat, en het verhaal kost al 1 miljoen euro (het verschil tussen 4% en 5% gedurende één jaar op een bedrag van 100 mio euro) Mijn voorstel was zijn geld dan al bijna waard geweest. Het is ook best mogelijk dat, gedurende toch nog steeds 49 jaar, de rente nog veel verder oploopt, met alle gevolgen vandien.

In mijn ogen moest (en moet) je proberen de lichtsnelheid te bereiken in je haast om die 50 jaar aan 4% vast te leggen, omdat (steeds in mijn opinie) de initiële kost het risico meer dan waard was. Of dat ook werkelijk zo zal zijn is iets dat alleen de toekomst zal uitwijzen. Het is dan ook een armoedige soort beoordeling van het voorstel wanneer we alleen nagaan, met "wijsheid achteraf", of het nu geld had gekost, dan wel had opgebracht. Volgens mij is de kans erg groot dat er een moment zal komen waarop het voorstel veel geld had opgebracht, en toch zal dat volgens mij geen reden zijn om op dat moment te denken dat het bewijs van de gezondheid van het voorstel is geleverd. Volgens mij moet ons denken meer gesofisticeerd zijn, en in staat zijn om vandaag, nu het nog geld kost, in te zien dat het risico de kost waard is - of juist niet.

Kortom, de belastingbetaler wil vandaag weten waarom de staat dit niet doet. De belastingbetaler hoopt dat de staat dit niet doet als gevolg van lange en complexe analyses van de manier waarop risico's gespreid zijn en vele andere factoren. Maar de belastingbetaler vreest dat de staat het niet doet omdat ze liever niet de negatieve korte termijn impact van de hogere kost op de budgetten zien. Kortom, dat een zeer benepen korte termijn denken onze politici in zijn greep heeft. Zoals ik in de eerste post al schreef: als het beleid binnen tien, of twintig, jaar heel veel geld kost, dan zal de belastingbetaler daar nog altijd belastingen voor betalen. Maar de politieker van vandaag zal al lang de verering van een wijs staatstman te beurt gevallen zijn.

----------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/een-belastingbetaler-wil-weten.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/een-belastingbetaler-wil-weten-deel-2.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/een-belastingbetaler-wil-weten-deel-3.html

donderdag 1 februari 2007

Het Pluriversum

Zopas steek ik een steenweg over, met twee maal twee baanvakken, en halfweg het eerste vak zie ik dat de wagen die van links komt veel sneller rijdt dan ik had ingeschat. Mijn drafje verandert in een looppas, en nog ziet het er niet goed uit. Drie passen sprint en daarmee sta ik op een vluchtheuvel - zonder echt in gevaar te zijn geweest. Geen gierende remmen, ook geen boze claxon, maar het is mogelijk dat de passerende voetganger die er op stond te kijken zich afvroeg of ik dronken was.

Een bepaalde soort gedachtenexperiment - ik zit ver beneden het niveau waar ik me kan afvragen of ik het over een "theorie" mag hebben - zegt dat ons universum een onderdeel is van een oneindig grote verzameling universa, waarin op elk moment alles wat kan gebeuren ook werkelijk gebeurt. Dus ben ik in oneindig veel gevallen heelhuids overgeraakt (terwijl in één van die universa een meeuw iets op mijn hoofd heeft laten vallen). Maar ook ben ik in enkele van die universa gestruikeld en de auto is gewoon over me heen gereden. In sommige universa die heel sterk lijken op ons universum - dat er voor de mensen die daar overeenkomen met mijn familie, vrienden, kennissen, collega's en lezers even reëel uitziet als het onze - ben ik nu dood. In sommige universa is voor de mensen uit de familie een ramp gebeurd, zitten collega's ontsteld te kijken (jaaajajajajajaaaaa, open doel, trap hem er maar in, komaan, hup, je kan het!) en duurt het nog even voor de lezers van het blog weten waarom er maar geen updates meer komen. Waarna ze schouderophalend denken "jammer, 't was af en toe toch wel geestig". Even reëel voor hen als het voor mij reëel is dat ik nu (maar wat betekent "nu"?) op een toetsenbord zit te hameren.

Dat concept van al die bestaande universa lijkt als idee absoluut waanzinnig. Ikzelf kom er tegen in opstand met als idee dat de materiële basis van een dergelijk pluriversum ontbreekt (maar hoe zou ik dat in godsnaam kunnen weten?). Maar in zijn "The Fabric of Reality, 1998" (een boek waar ik overigens zo goed als niets van gesnapt heb, dus vraag me er verder niets over) zegt David Deutsch dat de waarneembare realiteit een aantal eigenschappen vertoont die even waanzinnig zijn als dat idee. Natuurlijk staat het iedereen vrij om "theorieën" als het pluriversum wegens waanzinnig af te wimpelen, maar de gebeurtenissen die door allerlei quantumtheorieën worden beschreven, en ook werkelijk gebeuren zoals beschreven - die gebeurtenissen zijn er wel degelijk, of je ze nu wil afwimpelen of niet.

En als we weten dat die gebeurtenissen er zijn, omdat we ze kunnen zien, en als fysici nauwelijks theorieën kunnen bedenken waarom ze gebeuren zoals ze gebeuren, tenzij ze van het niveau zijn dat er een pluriversum bestaat waarin op elk moment alle mogelijke gebeurtenissen ook werkelijk gebeuren, terwijl wij er daarvan één waarnemen... Wel, als je eenmaal waanzinnige dingen aanneemt omdat je ze kan zien, dan kan je al even goed minstens even rekening houden met waanzinnige ideeën die er bij horen, nietwaar?

Het leuke is dat het je een voorzet geeft om vanuit een heel andere gezichtshoek over dingen na te denken. Zou ik mogen wedden dat iemand die tot hier heeft gelezen al een paar keer met de blik op heel ver weg zichzelf in oneindig veel varianten heeft zien bewegen door het pluriversum? Hey, heb je je daarbij afgevraagd wat (bijvoorbeeld) de vrije wil betekent, indien je tegelijk oneindig vaak bent overgestoken, en tegelijk oneindig vaak bent blijven staan, en bij dat oversteken enkele keren bent gestruikeld en overreden, en... Maar in elk geval, als je alles tegelijk hebt gedaan - hoe zit dat dan met die "vrije wil"?

Om alleen maar dit voorbeeld te noemen, natuurlijk...