Papa stapt via de vernieuwde keuken de lege eethoek binnen. In het heldere daglicht dat via de grote maar isolerende ramen naar binnen valt, merkt hij meteen een flinke plas melk op die afsteekt tegen de heldere, recent vernieuwde vloertegels. Enkele stappen verder, voorbij de tafel, merkt hij een nieuwe plas melk op, met daarnaast enkele witte vlekken die vaag de vorm van kleine voetjes lijken te hebben.
Even het geluid van naderende voetstappen, en daar komt mama binnen met een emmer en een dweil. Twee woorden uitleg, maar die zijn overbodig. Papa begeeft zich één hoek verder waar Peuter Sarah rondwaart over de nieuwe tegels van de woonkamer, terwijl ze een beetje onverschillig haar blikken over boekenkasten laat gaan. Als ze papa ziet begroet ze hem met de karakteristieke brede glimlach, maar om eerlijk te zijn ziet die er deze keer toch een beetje onzeker uit.
"Saartje! Kom eens even mee" zegt papa, niet onvriendelijk, maar toch ook niet even enthousiast als normaal. Nog steeds een beetje onzeker kijkend dribbelt peuter Sarah achter papa aan de keuken in. Bij de plas die nog niet door de vakkundige ingreep van mama verwijderd is houdt papa stil. Hij kijkt peuter Sarah recht aan en wijst naar de plas.
"Wat is dat?" vraag papa.
Peuter Sarah zegt niets.
"Een groooote plas melk!" antwoordt mama in haar plaats.
Peuter Sarah staart beteuterd naar de plas.
"Dat is eigenlijk niet zo goed, hé?" zegt papa.
Peuter Sarah staart nog steeds naar de plas. Haar onderlip begint licht te trillen.
"Saartje mag toch geen melkske morsen?" vraagt papa.
Peuter Sarah houdt zich nog steeds goed, maar het mondje maakt nu duidelijk trillende bewegingen. Dit moet niet verder gaan. Ze weet heel goed dat het mis is, en wat kan je nu van zo'n kleine kadodder nog meer verwachten? Alle ukken van net twee jaar morsen toch wel eens met de melk, zeker? Natuurlijk, de sporen wijzen er op dat peuter daarbij een tikje bokkig is geweest, maar alle peuters van twee jaar vertonen toch al puberstreken?
Terwijl peuter Sarah zichtbaar op het punt komt waarvoor de uitdrukking "het huilen stond haar nader dan het lachen" uitgevonden is, overschrijden mama en papa het punt waar ze het niet meer kunnen aanzien van vertedering. Gehurkt trekt papa peuter Sarah tegen zich aan. "Het is niet zo erg, hoor" zegt papa troostend, "maar Saartje moet toch een beetje oppassen."
"Mama is niet meer boos, hoor", zegt mama koesterend, "het is al bijna opgekuist en dan mag Saartje nog melkske drinken."
Peuter Sarah fleurt helemaal op. Het onweer trekt over, de wolken breken open, de blauwe lucht komt erdoor en op haar gezichtje begint de zon te schijnen . "De Pastorale": de zesde symfonie van Beethoven, bij de overgang van het derde naar het vierde deel, als de donder wegsterft en de natuur weer herleeft. Het universum valt terug in de plooi.
"once help is assured to such an extent that it is apt to reduce individuals' efforts, it seems an obvious corollary to compel them to insure (or otherwise provide) against those common hazards of life." (F.A. Hayek, The Constitution of Liberty, hoofdstuk 19, over een mandaat tot verplichte ziekteverzekering)
donderdag 30 augustus 2007
woensdag 29 augustus 2007
Zouden die cijfers wel kloppen?
Lezer Benny vroeg zich bij de post over de vruchtbaarheidscijfers van de Islamlanden af of die wel correct waren (1). Dat is natuurlijk een goede vraag, maar tegelijk moet je toch eens durven kijken naar de bron zelf: lijkt die geloofwaardig? Als ze één of ander politiek-religieus dogma te verdedigen hebben zie je dat gewoonlijk zeer snel. Tegelijk kan je je desondanks ook altijd laten inpakken. Dus als ik vind dat de cijfers van de “Gapminder” (2) er serieus uitzien, dan hoef ik die niet in alle richtingen te controleren. Maar even vanzelfsprekend mag iemand anders ze wel in vraag stellen, en op de duur benader je toch zoiets als de realiteit.
Ideaal is dat je dat in vraag stellen dan ineens goed doet. Als je aan de bron of de cijfers zelf niet kan aanvoelen dat er iets mis is, en je hebt er toch problemen mee, dan probeer je een andere bron, en iedereen kan zien of het al dan niet klopt.
Dat heb ik in dit geval dan toch maar eens zelf gedaan. De site waarop ik ben gaan grasduinen is de volgende:
http://www.nationmaster.com/index.php
Op die site heb ik ook vruchtbaarheidscijfers voor diverse landen gevonden, maar voor zover ik kan zien zijn het geen historische, maar alleen “de meest recente” cijfers. En ik ben er niet in geslaagd de exacte jaartallen van die “meest recente” cijfers te vinden. De site is dan ook enorm uitgebreid, en ik ken er nog niet erg goed de weg, en ik heb ook niet oneindig veel tijd. Een job, een vrouw, twee kleine kindjes, en een blog heb ik allemaal, maar oneindig veel tijd niet.
Dus heb ik maar gewoon die “meest recente” cijfers vastgegrabbeld, en aangenomen dat ze toch wel van ergens na het jaar 2,000, maar voor het jaar 2,007 zullen zijn. En ik heb copy and paste gedaan van mijn tabel uit die eerdere post, en ik heb er tussen haakjes de cijfers voor dezelfde landen van “Nationmaster” aan toegevoegd. Dubbel punt:
Alge: 7.26 - 4.59 - 2.47 (2.80)
Bahr: 4.87 - 3.65 - 2.39 (2.60)
Bang: 5.82 - 4.32 - 2.99 (3.40)
Egyp: 5.58 - 4.26 - 3.17 (3.30)
Indon: 4.92 - 3.1 - 2.32 (2.30)
Iran: 6.46 - 4.84 - 2.09 (2.30)
Jord: 7.54 - 5.43 - 3.37 (3.50)
Male: 4.56 - 3.77 - 2.81 (2.90)
Maro: 6.3 - 3.97 - 2.52 (2.70)
Paki: 7.00 - 5.84 - 4.31 (5.00)
Saud: 7.29 - 5.89 - 3.96 (4.50)
Syri: 7.47 - 5.23 - 3.31 (3.30)
Tune: 5.86 - 3.50 - 2.02 (2.00)
Turk: 4.72 - 3.00 - 2.20 (2.40)
Wat we zien is dat de cijfers volgens “Nationmaster” hoger liggen dan die van “Gapminder”. Ik tel zeven gevallen waarin die echt heel weinig hoger liggen: minder dan, of tot, 0.20 kinderen per vrouw. In de andere gevallen liggen de cijfers hoger dan dat. Als ik het goed zie hebben we één geval waar het verschil tot 0.69 oploopt (Pakistan), en enkele gevallen waar we een verschil van ongeveer een half kind per vrouw zien. De rest lijkt me tussen de 0.20 en de 0.50 te liggen.
Dus: een andere bron geeft hogere cijfers dan de cijfers die ik zo geruststellend vond. Maar de vraag is natuurlijk ook hoeveel hoger. Pakistan – de grootste afwijking – daalt nog steeds van 7 naar 5. En Tunesië daalt wel degelijk van 5.85 naar 2.00. Het beeld blijft nog altijd hetzelfde: op één generatie dalen de cijfers spectaculair, van cijfers uit 1,975 die oplopen van 5 tot boven de 7, naar cijfers die meestal 2 à 3 te zien geven, met nog enkele vieren en één vijf rond.
Dus alles bij elkaar blijf ik maar bij mijn verhaal: de Islamlanden zitten volop in een vruchtbaarheidscrash, die op één generatie tijd spectaculaire vormen aanneemt. Zeker, mensen die in de “Baarmoederstrategie” (3) willen geloven, zullen er natuurlijk ook in geloven. Maar we hebben, anno 2,007 AD, sterke aanwijzingen dat het een geloof betreft, en niet een weten.
-----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/08/de-bevolkingsexplosie-van-de-islam.html
(2) http://tools.google.com/gapminder/howto.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/de-baarmoederstrategie.html
Ideaal is dat je dat in vraag stellen dan ineens goed doet. Als je aan de bron of de cijfers zelf niet kan aanvoelen dat er iets mis is, en je hebt er toch problemen mee, dan probeer je een andere bron, en iedereen kan zien of het al dan niet klopt.
Dat heb ik in dit geval dan toch maar eens zelf gedaan. De site waarop ik ben gaan grasduinen is de volgende:
http://www.nationmaster.com/index.php
Op die site heb ik ook vruchtbaarheidscijfers voor diverse landen gevonden, maar voor zover ik kan zien zijn het geen historische, maar alleen “de meest recente” cijfers. En ik ben er niet in geslaagd de exacte jaartallen van die “meest recente” cijfers te vinden. De site is dan ook enorm uitgebreid, en ik ken er nog niet erg goed de weg, en ik heb ook niet oneindig veel tijd. Een job, een vrouw, twee kleine kindjes, en een blog heb ik allemaal, maar oneindig veel tijd niet.
Dus heb ik maar gewoon die “meest recente” cijfers vastgegrabbeld, en aangenomen dat ze toch wel van ergens na het jaar 2,000, maar voor het jaar 2,007 zullen zijn. En ik heb copy and paste gedaan van mijn tabel uit die eerdere post, en ik heb er tussen haakjes de cijfers voor dezelfde landen van “Nationmaster” aan toegevoegd. Dubbel punt:
Alge: 7.26 - 4.59 - 2.47 (2.80)
Bahr: 4.87 - 3.65 - 2.39 (2.60)
Bang: 5.82 - 4.32 - 2.99 (3.40)
Egyp: 5.58 - 4.26 - 3.17 (3.30)
Indon: 4.92 - 3.1 - 2.32 (2.30)
Iran: 6.46 - 4.84 - 2.09 (2.30)
Jord: 7.54 - 5.43 - 3.37 (3.50)
Male: 4.56 - 3.77 - 2.81 (2.90)
Maro: 6.3 - 3.97 - 2.52 (2.70)
Paki: 7.00 - 5.84 - 4.31 (5.00)
Saud: 7.29 - 5.89 - 3.96 (4.50)
Syri: 7.47 - 5.23 - 3.31 (3.30)
Tune: 5.86 - 3.50 - 2.02 (2.00)
Turk: 4.72 - 3.00 - 2.20 (2.40)
Wat we zien is dat de cijfers volgens “Nationmaster” hoger liggen dan die van “Gapminder”. Ik tel zeven gevallen waarin die echt heel weinig hoger liggen: minder dan, of tot, 0.20 kinderen per vrouw. In de andere gevallen liggen de cijfers hoger dan dat. Als ik het goed zie hebben we één geval waar het verschil tot 0.69 oploopt (Pakistan), en enkele gevallen waar we een verschil van ongeveer een half kind per vrouw zien. De rest lijkt me tussen de 0.20 en de 0.50 te liggen.
Dus: een andere bron geeft hogere cijfers dan de cijfers die ik zo geruststellend vond. Maar de vraag is natuurlijk ook hoeveel hoger. Pakistan – de grootste afwijking – daalt nog steeds van 7 naar 5. En Tunesië daalt wel degelijk van 5.85 naar 2.00. Het beeld blijft nog altijd hetzelfde: op één generatie dalen de cijfers spectaculair, van cijfers uit 1,975 die oplopen van 5 tot boven de 7, naar cijfers die meestal 2 à 3 te zien geven, met nog enkele vieren en één vijf rond.
Dus alles bij elkaar blijf ik maar bij mijn verhaal: de Islamlanden zitten volop in een vruchtbaarheidscrash, die op één generatie tijd spectaculaire vormen aanneemt. Zeker, mensen die in de “Baarmoederstrategie” (3) willen geloven, zullen er natuurlijk ook in geloven. Maar we hebben, anno 2,007 AD, sterke aanwijzingen dat het een geloof betreft, en niet een weten.
-----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/08/de-bevolkingsexplosie-van-de-islam.html
(2) http://tools.google.com/gapminder/howto.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/de-baarmoederstrategie.html
dinsdag 28 augustus 2007
Tolkien
Ik ben opnieuw beginnen lezen in Tolkiens Lord of the Rings. Ik ben een ongeduldige, oppervlakkige lezer, wat maakt dat ik boeken die me niet snel aanstaan weer wegleg, en boeken die ik wel goed vind zeer snel uit heb. Alleen, als ik ze echt goed vond lees ik ze daarna opnieuw. En opnieuw en nog een keer, en paradoxaal genoeg word je zo iemand die op het eind een hoop boeken heeft gelezen en van de meest relevante (voor mezelf, natuurlijk) goed weet wat er in staat ook.
LOTR heb ik enorm vaak herlezen: logisch als je bedenkt hoe veel details en verhaalwendingen en achtergrond ik bij de eerste keer (“keren”) nog niet meehad. Na tien keer heb je alles echt wel één maal gezien, maar dan nog is er nog het plezier van het nog eens uitpikken van de favoriete passages. Er zullen grotere kenners op de wereld rondlopen, maar ik denk dat ik het verhaal toch wel een beetje begin te kennen.
Intussen vele jaren geleden heb ik nog een ander aspect ontdekt. Niet in het boek ontdek je nieuwe dingen, maar aan je eigen perspectief. Meestal betekent dat dat je jeugdliefdes er min of meer verschaald beginnen uit te zien. Met LOTR heb ik dat evenwel maar zeer, zeer beperkt gehad. Maar ik herinner me wel nog, kort nadat ik een afgestudeerd filosoof was geworden (als late twintiger), dat ik opmerkte in hoeveel aspecten ik het een “reactionair” boek was gaan vinden: vrouwonvriendelijk, klassebewust, vroeger was het beter en “zulke mensen maken ze tegenwoordig niet meer”.
Het was me nooit eerder opgevallen, maar opmerkelijk genoeg daalde het verhaal er niet echt mee in mijn achting. Het ging van “ik heb nu al aangenomen dat er elfen, trollen en tovenaars rondlopen, ik zal nu ook maar aannemen dat de wereld goed beschreven wordt door een reactionaire filosofie, en als het uit is gaan we over tot de orde van de dag.”
Natuurlijk verschaalde het verhaal met de jaren wel een beetje in mijn opinie. Het blijft tenslotte een oefening in escapisme, bestemd voor de flower power generatie, in een boek dat ook nog eens vrij humorloos is, en waar de slechten gehuld in zwarte mantels en zittend op zwarte paarden gestuit worden door witte elfen en tovenaars. En het loopt goed af. Bij mij moet dat gewoon, maar dat neemt niet weg dat ik (soms) naiviteit herken, wanneer ze in mijn eigen hoofd zit.
Maar toch, man, man, man, wat een verhaal! Dat vrolijke, kneuterige begin met het verjaardagsfeest, die plotse ontdekking van “hey, die ring is eigenlijk verschrikkelijk gevaarlijk”, dat opgejaagd worden door onbekende vijanden, alleen gesteund door bondgenoten die meestal niet zelf bij het gezelschap kunnen zijn en dus vanop een afstand moeten werken. En dan, als je het gevoel hebt dat je helden al enorme avonturen hebben beleefd, maar het boek nog lang geen kwart gevorderd is, die almaar breder opengaande wereld, die evolueert van het simpele Hobbit dorpsleven via de Raad van Elrond naar het conflict tussen Saruman en de Ruiters van Rohan... En eens je daar bent gaat het in galop naar het punt waar heel de wereld in oorlog is, met als hoogtepunt het beleg van Minas Tirith. Terwijl je als lezer haast niets in de gaten hebt evolueren je hobbits van een stelle lamme goedzakken, die hier al eens een zwaardje oppikken, en daar een schild meeritsen, en geleidelijk lastiger problemen oplossen en vijanden verslaan, naar een groep heuse helden die nauwelijks hoeven onder te doen voor de echt grote kanonnen. Ik weet niet of de lezer die het boek oppervlakkig kent er al bij heeft stilgestaan, maar als je het lijstje prestaties van Merry, met als kroon het neerhalen van de opper Zwarte Ruiter optelt – wel, niet slecht voor een hobbitje uit Buckland.
Ik was nog eens echt aan het begin begonnen, compleet met Bilbo’s party en de eerste vlucht binnen de Shire. En ik moet zeggen, deze keer was ik zelfs weer aangenaam verrast! De lezer raadt wellicht wel wat er gebeurd is. Een soort “ik wou dat ik ook zoiets kon maken” gevoel bekruipt me, en als je maar een beetje probeert kijk je er ineens met heel andere ogen naar. En ja, de “criticus” die vindt dat er niks aan is, wanneer Tolkien in één zin de sfeer van terreur die een snuivende Zwarte Ruiter uitstraalt weet op te roepen, of een “wit schijnende elfenvorst in razernij”, die moet misschien eerst zelf eens aan evocatie proberen te doen, en wie weet schijnt er een heel ander licht.
LOTR heb ik enorm vaak herlezen: logisch als je bedenkt hoe veel details en verhaalwendingen en achtergrond ik bij de eerste keer (“keren”) nog niet meehad. Na tien keer heb je alles echt wel één maal gezien, maar dan nog is er nog het plezier van het nog eens uitpikken van de favoriete passages. Er zullen grotere kenners op de wereld rondlopen, maar ik denk dat ik het verhaal toch wel een beetje begin te kennen.
Intussen vele jaren geleden heb ik nog een ander aspect ontdekt. Niet in het boek ontdek je nieuwe dingen, maar aan je eigen perspectief. Meestal betekent dat dat je jeugdliefdes er min of meer verschaald beginnen uit te zien. Met LOTR heb ik dat evenwel maar zeer, zeer beperkt gehad. Maar ik herinner me wel nog, kort nadat ik een afgestudeerd filosoof was geworden (als late twintiger), dat ik opmerkte in hoeveel aspecten ik het een “reactionair” boek was gaan vinden: vrouwonvriendelijk, klassebewust, vroeger was het beter en “zulke mensen maken ze tegenwoordig niet meer”.
Het was me nooit eerder opgevallen, maar opmerkelijk genoeg daalde het verhaal er niet echt mee in mijn achting. Het ging van “ik heb nu al aangenomen dat er elfen, trollen en tovenaars rondlopen, ik zal nu ook maar aannemen dat de wereld goed beschreven wordt door een reactionaire filosofie, en als het uit is gaan we over tot de orde van de dag.”
Natuurlijk verschaalde het verhaal met de jaren wel een beetje in mijn opinie. Het blijft tenslotte een oefening in escapisme, bestemd voor de flower power generatie, in een boek dat ook nog eens vrij humorloos is, en waar de slechten gehuld in zwarte mantels en zittend op zwarte paarden gestuit worden door witte elfen en tovenaars. En het loopt goed af. Bij mij moet dat gewoon, maar dat neemt niet weg dat ik (soms) naiviteit herken, wanneer ze in mijn eigen hoofd zit.
Maar toch, man, man, man, wat een verhaal! Dat vrolijke, kneuterige begin met het verjaardagsfeest, die plotse ontdekking van “hey, die ring is eigenlijk verschrikkelijk gevaarlijk”, dat opgejaagd worden door onbekende vijanden, alleen gesteund door bondgenoten die meestal niet zelf bij het gezelschap kunnen zijn en dus vanop een afstand moeten werken. En dan, als je het gevoel hebt dat je helden al enorme avonturen hebben beleefd, maar het boek nog lang geen kwart gevorderd is, die almaar breder opengaande wereld, die evolueert van het simpele Hobbit dorpsleven via de Raad van Elrond naar het conflict tussen Saruman en de Ruiters van Rohan... En eens je daar bent gaat het in galop naar het punt waar heel de wereld in oorlog is, met als hoogtepunt het beleg van Minas Tirith. Terwijl je als lezer haast niets in de gaten hebt evolueren je hobbits van een stelle lamme goedzakken, die hier al eens een zwaardje oppikken, en daar een schild meeritsen, en geleidelijk lastiger problemen oplossen en vijanden verslaan, naar een groep heuse helden die nauwelijks hoeven onder te doen voor de echt grote kanonnen. Ik weet niet of de lezer die het boek oppervlakkig kent er al bij heeft stilgestaan, maar als je het lijstje prestaties van Merry, met als kroon het neerhalen van de opper Zwarte Ruiter optelt – wel, niet slecht voor een hobbitje uit Buckland.
Ik was nog eens echt aan het begin begonnen, compleet met Bilbo’s party en de eerste vlucht binnen de Shire. En ik moet zeggen, deze keer was ik zelfs weer aangenaam verrast! De lezer raadt wellicht wel wat er gebeurd is. Een soort “ik wou dat ik ook zoiets kon maken” gevoel bekruipt me, en als je maar een beetje probeert kijk je er ineens met heel andere ogen naar. En ja, de “criticus” die vindt dat er niks aan is, wanneer Tolkien in één zin de sfeer van terreur die een snuivende Zwarte Ruiter uitstraalt weet op te roepen, of een “wit schijnende elfenvorst in razernij”, die moet misschien eerst zelf eens aan evocatie proberen te doen, en wie weet schijnt er een heel ander licht.
Het Communautaire of het Economische?
Een tijdje geleden was er één en ander te doen over Reynders die had verklaard liever geen bevoegdheden over te hevelen naar de gemeenschappen. Namelijk, vond hij, hadden de liberalen nu eindelijk de socialisten verslagen in een verkiezing, en nu zouden de overwinnaars bevoegdheden overhevelen naar een niveau waar geen verkiezingen waren, zodat de socialisten daar wel nog aan de macht waren?
De verontwaardiging was groot. Wéér zo'n franstalig manoeuvre om de staatshervorming uit te stellen! Perfide Walen!
Wel, misschien. Maar... misschien ook niet? Ik moet zeggen dat ik van bij het begin vond dat hij daar een punt had. Maakt hij dat punt omdat hij er de communautaire kwestie mee wil omzeilen? Of maakt hij het omdat hij werkelijk de socialisten zo weinig mogelijk armslag wil laten?
Wie me hier al een tijdje heeft bezig gezien weet dat ik de Waalse Socialisten wel degelijk als oorzaak zie van veel van de problemen van België: van de economische problemen, welteverstaan (1). Natuurlijk, ik heb niet altijd de cijfers opgezocht om die mening te motiveren, maar ik heb die mening nu. En als je dat nu voor het gemak even aanneemt: wat willen we nu eigenlijk echt? Willen we een grooooote overwinning op dat Franstalig addergebroed, zelfs als de PS'ers bijgevolg nog minstens twee jaar kunnen potverteren, en wie weet opnieuw de verkiezingen winnen? Of willen we een bewind met liberalen aan de macht, en zonder socialisten, dat in een aantal economische opzichten orde op zaken wil stellen, zodat de boel tenminste wat beter draait?
Ik begrijp dat het juiste antwoord is: we willen allebei tegelijk. Maar stel nu eens, gewoon "for argument's sake", desnoods voor de grap, dat de toestand zo is dat het niet allebei tegelijk kan? Moeten we dan niet die beslissing nemen? Dreigen we momenteel niet alle voorstellen, afkomstig van alle Franstaligen, los van de vraag of ze liberaal zijn of socialist, af te kammen omdat ze Franstaligen zijn? Met als gevolg dat we een goed punt missen - jaja, een goed punt en toch afkomstig van een Franstalige? Is het ondenkbaar dat sommige Franstalige liberalen werkelijk voor de economische heropleving van hun eigen regio zijn, en als gevolg daarvan voor alles de socialisten met hun graaihanden uit de potten van de staat willen houden?
Kijk, ik weet het niet. Misschien zijn alle Franstalige politici inderdaad opgezadeld met een genetische hypocrisie, zoals trouwens bewezen wordt door de inferieure prestaties van hun economie. Maar is het een heel gek idee om ons dat tenminste eens af te vragen?
----------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/economisch-separatisme.html
OF http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/over-walen-socialisten-en-solidariteit.html
... en zo nog wel een paar...
De verontwaardiging was groot. Wéér zo'n franstalig manoeuvre om de staatshervorming uit te stellen! Perfide Walen!
Wel, misschien. Maar... misschien ook niet? Ik moet zeggen dat ik van bij het begin vond dat hij daar een punt had. Maakt hij dat punt omdat hij er de communautaire kwestie mee wil omzeilen? Of maakt hij het omdat hij werkelijk de socialisten zo weinig mogelijk armslag wil laten?
Wie me hier al een tijdje heeft bezig gezien weet dat ik de Waalse Socialisten wel degelijk als oorzaak zie van veel van de problemen van België: van de economische problemen, welteverstaan (1). Natuurlijk, ik heb niet altijd de cijfers opgezocht om die mening te motiveren, maar ik heb die mening nu. En als je dat nu voor het gemak even aanneemt: wat willen we nu eigenlijk echt? Willen we een grooooote overwinning op dat Franstalig addergebroed, zelfs als de PS'ers bijgevolg nog minstens twee jaar kunnen potverteren, en wie weet opnieuw de verkiezingen winnen? Of willen we een bewind met liberalen aan de macht, en zonder socialisten, dat in een aantal economische opzichten orde op zaken wil stellen, zodat de boel tenminste wat beter draait?
Ik begrijp dat het juiste antwoord is: we willen allebei tegelijk. Maar stel nu eens, gewoon "for argument's sake", desnoods voor de grap, dat de toestand zo is dat het niet allebei tegelijk kan? Moeten we dan niet die beslissing nemen? Dreigen we momenteel niet alle voorstellen, afkomstig van alle Franstaligen, los van de vraag of ze liberaal zijn of socialist, af te kammen omdat ze Franstaligen zijn? Met als gevolg dat we een goed punt missen - jaja, een goed punt en toch afkomstig van een Franstalige? Is het ondenkbaar dat sommige Franstalige liberalen werkelijk voor de economische heropleving van hun eigen regio zijn, en als gevolg daarvan voor alles de socialisten met hun graaihanden uit de potten van de staat willen houden?
Kijk, ik weet het niet. Misschien zijn alle Franstalige politici inderdaad opgezadeld met een genetische hypocrisie, zoals trouwens bewezen wordt door de inferieure prestaties van hun economie. Maar is het een heel gek idee om ons dat tenminste eens af te vragen?
----------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/economisch-separatisme.html
OF http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/over-walen-socialisten-en-solidariteit.html
... en zo nog wel een paar...
maandag 27 augustus 2007
De Evolutie van een Religie
Mijn boek over de historische evolutie van de teksten die uiteindelijk ons Nieuw Testament geworden zijn (1) is intussen al goed opgeschoten, en de “geïnteresseerde niet-specialist” (mensen zoals ik) komt enkele boeiende dingen te weten. Laat me er eerst aan herinneren dat ikzelf, onder invloed van de filosoof Charles Vergeer, vertrek van wat ik een soort minimalistische lectuur van de teksten zou noemen (2). Dat wil zeggen, we doen niet aan verwoede pogingen om te ontkennen dat Jezus zelfs maar bestaan heeft, maar we doen ook niet mee aan zonen van God die naar de Aarde komen en zich laten kruisigen, omdat de God van Liefde anders niet meer weet wat hij met al die menselijke zonden aanmoet.
In dat geval houden we een politieke rebel over, die in een traditie van voortdurende rebellie in het toenmalige Judea probeert een locale, Joodse Koning tegenover een universele, Romeinse Keizer te plaatsen. Dat is de reden waarom hij, zoals het bordje bij het kruis volgens de evangelieën zelf zegt, gekruisigd wordt. Zoals de Romeinen doorheen de generaties joodse opstandelingen immers met honderden gekruisigd hebben.
Maar voor de toenmalige aanhangers van Jezus, voor wie de scheiding van kerk en staat nog even ondenkbaar was als voor alle andere beschavingen van die tijd, bleef de spirituele kant van het verhaal doorzinderen tot lang nadat de materiële onderneming was geëindigd op de Romeinse executieplaatsen. En dat is het punt vanwaar het boek een blik werpt op de twee tot drie volgende eeuwen.
In die eerste decennia ontstond een waaier van verhalen en versies van verhalen, allemaal met hun eigen interpretaties van wat Jezus had gedaan, plus nog eens de brieven die ze aan elkaar schreven, plus nog eens de neergeschreven versies daarvan, die op hun beurt in die pré-boekdrukkunst tijdperk manueel (en dus vaak foutief) gecopiëerd werden, kortom, een enorme wildgroei. En in die wildgroei leefden allerlei groepen mensen die op de meest overtuigde toon uitriepen dat ze volgelingen van Jezus Christus waren, maar die ideeën aanhingen die er voor hedendaagse Christenen erg vreemd kunnen uitzien.
Zo waren er groepen voor wie er één God was, maar andere voor wie er twee waren. De God van het Oude Testament bestond, maar dat was een andere, wrede God die door de machtiger God van de Liefde van zijn wraakmogelijkheden was beroofd. En analoog waren er voor wie er twaalf goden waren, en nog anderen riepen er in naam van Jezus 365 uit. Monotheïsme, iemand?
Parallel daarmee waren er voor wie Jezus zelf God, en niets anders dan God was, anderen voor wie Jezus alleen maar een mens, zoals andere mensen was, en nog anderen zagen in Jezus een wezen dat tegelijk God en tegelijk mens was. En soortgelijke verschillen ontstonden over de vraag of God nu de wereld had geschapen, dan wel dat dat een onafhankelijk “kosmisch accident” was, waarin God vervolgens kwam ingrijpen. Enzovoort.
Al die groepen hadden niet alleen hun eigen versies, die ze als de “ware leer” (in het Grieks: “orthodox”) beschouwden, en tegenover de “orthodoxie” van al de anderen plaatsten, maar ook beriepen ze zich allemaal op hun eigen verhalen (al dan niet geschreven), om daaruit uitgerekend hun gelijk te halen. En dus ontstond er een neiging om (a) die verhalen op te schrijven die goed uitkwamen, (b) tussen de vele verhalen alleen die verhalen uit te kiezen die het eigen geloof goed uitkwamen, en (c) in de uitgeselecteerde verhalen die “fouten” te copiëren die ook beter uitkwamen.
Pas een hele tijd – eeuwen – later kwam een moment waarop één van al die verschillende strijdende groepen de overhand behaalde, en het woord “orthodox” niet langer sloeg op iedereen die zichzelf “correct” noemde, maar op die ene versie die het temidden van alle andere had gehaald. Vanaf dat punt werd de geschiedenis geschreven door deze overwinnaars, en vandaag “geloven” wij dat er één God is, dat zijn zoon Jezus een “geboren, niet geschapen” Goddelijke persoon is, die als mens gestorven is aan het kruis, en de rest van het credo.
Ironisch, nietwaar? Wat we te zien krijgen is het resultaat van een “selectie effect”. Er is variatie van de verschillende teksten, al die teksten worden gecopiëerd en krijgen dus nakomelingen die licht van elkaar verschillen, sommige teksten kunnen meer nakomelingen naar latere periodes sturen dan andere, en na nog wat “struggle for life” is er één die alle andere elimineert. En als je er op wijst dat die laatste helemaal geen uitdrukking is van een eeuwige waarheid, maar het resultaat van een contingent proces, dat evengoed heel anders had kunnen verlopen, dan kijken ze je aan alsof je had beweerd dat de mens afstamt van de aap...
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/08/de-splinter-en-de-balk.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/geef-aan-de-keizer.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/04/judas.html
In dat geval houden we een politieke rebel over, die in een traditie van voortdurende rebellie in het toenmalige Judea probeert een locale, Joodse Koning tegenover een universele, Romeinse Keizer te plaatsen. Dat is de reden waarom hij, zoals het bordje bij het kruis volgens de evangelieën zelf zegt, gekruisigd wordt. Zoals de Romeinen doorheen de generaties joodse opstandelingen immers met honderden gekruisigd hebben.
Maar voor de toenmalige aanhangers van Jezus, voor wie de scheiding van kerk en staat nog even ondenkbaar was als voor alle andere beschavingen van die tijd, bleef de spirituele kant van het verhaal doorzinderen tot lang nadat de materiële onderneming was geëindigd op de Romeinse executieplaatsen. En dat is het punt vanwaar het boek een blik werpt op de twee tot drie volgende eeuwen.
In die eerste decennia ontstond een waaier van verhalen en versies van verhalen, allemaal met hun eigen interpretaties van wat Jezus had gedaan, plus nog eens de brieven die ze aan elkaar schreven, plus nog eens de neergeschreven versies daarvan, die op hun beurt in die pré-boekdrukkunst tijdperk manueel (en dus vaak foutief) gecopiëerd werden, kortom, een enorme wildgroei. En in die wildgroei leefden allerlei groepen mensen die op de meest overtuigde toon uitriepen dat ze volgelingen van Jezus Christus waren, maar die ideeën aanhingen die er voor hedendaagse Christenen erg vreemd kunnen uitzien.
Zo waren er groepen voor wie er één God was, maar andere voor wie er twee waren. De God van het Oude Testament bestond, maar dat was een andere, wrede God die door de machtiger God van de Liefde van zijn wraakmogelijkheden was beroofd. En analoog waren er voor wie er twaalf goden waren, en nog anderen riepen er in naam van Jezus 365 uit. Monotheïsme, iemand?
Parallel daarmee waren er voor wie Jezus zelf God, en niets anders dan God was, anderen voor wie Jezus alleen maar een mens, zoals andere mensen was, en nog anderen zagen in Jezus een wezen dat tegelijk God en tegelijk mens was. En soortgelijke verschillen ontstonden over de vraag of God nu de wereld had geschapen, dan wel dat dat een onafhankelijk “kosmisch accident” was, waarin God vervolgens kwam ingrijpen. Enzovoort.
Al die groepen hadden niet alleen hun eigen versies, die ze als de “ware leer” (in het Grieks: “orthodox”) beschouwden, en tegenover de “orthodoxie” van al de anderen plaatsten, maar ook beriepen ze zich allemaal op hun eigen verhalen (al dan niet geschreven), om daaruit uitgerekend hun gelijk te halen. En dus ontstond er een neiging om (a) die verhalen op te schrijven die goed uitkwamen, (b) tussen de vele verhalen alleen die verhalen uit te kiezen die het eigen geloof goed uitkwamen, en (c) in de uitgeselecteerde verhalen die “fouten” te copiëren die ook beter uitkwamen.
Pas een hele tijd – eeuwen – later kwam een moment waarop één van al die verschillende strijdende groepen de overhand behaalde, en het woord “orthodox” niet langer sloeg op iedereen die zichzelf “correct” noemde, maar op die ene versie die het temidden van alle andere had gehaald. Vanaf dat punt werd de geschiedenis geschreven door deze overwinnaars, en vandaag “geloven” wij dat er één God is, dat zijn zoon Jezus een “geboren, niet geschapen” Goddelijke persoon is, die als mens gestorven is aan het kruis, en de rest van het credo.
Ironisch, nietwaar? Wat we te zien krijgen is het resultaat van een “selectie effect”. Er is variatie van de verschillende teksten, al die teksten worden gecopiëerd en krijgen dus nakomelingen die licht van elkaar verschillen, sommige teksten kunnen meer nakomelingen naar latere periodes sturen dan andere, en na nog wat “struggle for life” is er één die alle andere elimineert. En als je er op wijst dat die laatste helemaal geen uitdrukking is van een eeuwige waarheid, maar het resultaat van een contingent proces, dat evengoed heel anders had kunnen verlopen, dan kijken ze je aan alsof je had beweerd dat de mens afstamt van de aap...
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/08/de-splinter-en-de-balk.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/geef-aan-de-keizer.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/04/judas.html
zondag 26 augustus 2007
Applaus! Words of Wisdom!
Zoals je dat van een politiek blok als http://lvb.net/nederlands.php met een rechts-liberale inslag mag verwachten, zijn de moeilijkheden rond de regeringsvorming er al dagen het onderwerp van gesprek. Eén van de draden waarin de debatten hoog oplopen is de volgende:
http://lvb.net/item/5222
Op een bepaald ogenblik vergelijkt iemand daarin het Belgisch establishment, of beter gezegd, de Vlaamse aanhangers daarvan, met "collaborateurs". En hij spreekt zelfs dreigende taal! Als "het" eenmaal "zover" zal zijn, dan zullen "ze" de collaborateurs "niet vergeten". Laten we eerlijk zijn: verder dan dat gaat het niet: er is geen sprake van executies, niet zoals ooit toen ik met extreem-links in, in... uimmmm... in "gesprek" was, en de hoogste lantaarn al voor mijn strop bleek klaar te staan, ook voor de dag waarop "het" ging gebeuren.
Maar toch. Wie dit blog volgt weet dat ik ook al mijn frustraties met dat establishment heb geventileerd (maar ik zal desondanks een nog grotere vijand zijn: ik heb al tamelijk positieve dingen gezegd over de Islam!), maar ik zat toch even met de ogen te knipperen.
Maar even later volgde van niemand minder dan LVB zelf de volgende repliek (citaat in italics):
Elke demonisering en/of uitsluiting legt de basis voor een toekomstige nederlaag. Als de Vlaamse Beweging vandaag een bedreiging is voor het overleven van de Belgische Staat, dan is de repressie en het gebrek aan een "verzoening" na WO2 daar volgens mij niet vreemd aan: dat heeft ervoor gezorgd dat in sommige families de België-haat met de moedermelk werd ingelepeld, en verder gevoed werd door het gevoel van uitsluiting. De Belgische Staat had dit volledig kunnen vermijden via een verzoenings- en recuperatie-operatie.
En ik heb de indruk dat sommigen na het uitroepen van de Vlaamse onafhankelijkheid zo snel mogelijk een groep van machtige vijanden willen kweken. En het is niet door Will Tura (of Baron Buysse) met pek en veren besmeurd of kaalgeschoren in de Antwerpse Zoo tentoon te stellen dat men sympathie gaat opwekken voor de Vlaamse Staat.
Het is nochtans gemakkelijk om dergelijke fouten te vermijden, het volstaat te kijken welke fouten en contra-productieve acties de Belgische Staat zoal gemaakt heeft en nog altijd aan het maken is.
Rechts en toch goed! Zeer goed zelfs! Words of Wisdom! En dus zou ik willen vragen aan een hoop aanhangers van een heel ander soort rechts: ziet dat er nu zo onoverkomelijk uit? Even rustig nadenken en de zaken overwegen, zonder meteen in een "en anders slaan we er op" perspectief te zitten; zou dat nu echt zo moeilijk zijn?
http://lvb.net/item/5222
Op een bepaald ogenblik vergelijkt iemand daarin het Belgisch establishment, of beter gezegd, de Vlaamse aanhangers daarvan, met "collaborateurs". En hij spreekt zelfs dreigende taal! Als "het" eenmaal "zover" zal zijn, dan zullen "ze" de collaborateurs "niet vergeten". Laten we eerlijk zijn: verder dan dat gaat het niet: er is geen sprake van executies, niet zoals ooit toen ik met extreem-links in, in... uimmmm... in "gesprek" was, en de hoogste lantaarn al voor mijn strop bleek klaar te staan, ook voor de dag waarop "het" ging gebeuren.
Maar toch. Wie dit blog volgt weet dat ik ook al mijn frustraties met dat establishment heb geventileerd (maar ik zal desondanks een nog grotere vijand zijn: ik heb al tamelijk positieve dingen gezegd over de Islam!), maar ik zat toch even met de ogen te knipperen.
Maar even later volgde van niemand minder dan LVB zelf de volgende repliek (citaat in italics):
Elke demonisering en/of uitsluiting legt de basis voor een toekomstige nederlaag. Als de Vlaamse Beweging vandaag een bedreiging is voor het overleven van de Belgische Staat, dan is de repressie en het gebrek aan een "verzoening" na WO2 daar volgens mij niet vreemd aan: dat heeft ervoor gezorgd dat in sommige families de België-haat met de moedermelk werd ingelepeld, en verder gevoed werd door het gevoel van uitsluiting. De Belgische Staat had dit volledig kunnen vermijden via een verzoenings- en recuperatie-operatie.
En ik heb de indruk dat sommigen na het uitroepen van de Vlaamse onafhankelijkheid zo snel mogelijk een groep van machtige vijanden willen kweken. En het is niet door Will Tura (of Baron Buysse) met pek en veren besmeurd of kaalgeschoren in de Antwerpse Zoo tentoon te stellen dat men sympathie gaat opwekken voor de Vlaamse Staat.
Het is nochtans gemakkelijk om dergelijke fouten te vermijden, het volstaat te kijken welke fouten en contra-productieve acties de Belgische Staat zoal gemaakt heeft en nog altijd aan het maken is.
Rechts en toch goed! Zeer goed zelfs! Words of Wisdom! En dus zou ik willen vragen aan een hoop aanhangers van een heel ander soort rechts: ziet dat er nu zo onoverkomelijk uit? Even rustig nadenken en de zaken overwegen, zonder meteen in een "en anders slaan we er op" perspectief te zitten; zou dat nu echt zo moeilijk zijn?
zaterdag 25 augustus 2007
(Dorps)politiek
Voor ik mijn mond opentrek moet er een grote nuance komen. Politiek: ik ken er niet veel van op het niveau van de feiten, ik begrijp er nog minder van op het niveau van hoe het werkt, en ik voel er ook heel weinig interesse voor naast de spectakelwaarde die het vaak heeft. Natuurlijk kan een mens soms van iets beseffen dat het belangrijk is, zonder dat hij het interessant vindt. Bij mij uit zich dat dan in een neiging om discussies op het niveau van Belgische politiek af te doen als "dorpspolitiek" en een artikel te lezen over China. Want laten we eerlijk zijn, met zijn tien mio inwoners en zijn kleine oppervlak zouden we België beter besturen als een stad. We hebben dan nog een burgemeester nodig, en iemand die de financieën beheert en nog een paar dingen, maar niet langer al die zever rond "buitenlandse zaken" (of een leger! Flahaut!) waarbij dwergen zich mengen in discussies tussen, pakweg de VS en Indië.
Al die opinies van me moeten we dus sterk nuanceren: maar ik weet het tenminste zelf! Dus ik spreek bewust maar goedgehumeurd op het niveau van cafétoogpraat, en herinner me levendig hoe iemand me wel eens fraai op mijn nummer zet. De vorige keer dat ik het over "dorpspolitiek" had liet iemand weten dat het wachten was op de volgende staking van de vuilnisdiensten in mijn wijk, en dat we er dan nog eens over gingen praten. Nul - één voor de goeie...
De huidige Belgische politiek lijkt te gaan over (onder andere) de splitsing van BHV. Is het niet eigenlijk een "oorlogsverklaring" als we dat zouden doen, Vlaamse meerderheid tegen Franstalige minderheid, zoals dat blijkbaar kan (1)? Maar aan de andere kant: so what? Hebben Wij Er Niet Al Lang Schoon Genoeg Van, Altijd Te Moeten Betalen? Of toch nog: zouden de moeilijkheden niet veel groter blijken dan we zo op het eerste zicht denken?
Wat ben ik op zo'n momenten blij dat ik geen politieker ben, maar blijgemutst aan cafétoogpraat kan doen...
Intussen schiet het volgende me te binnen. De vastgoedprijzen stijgen. Maar in Wallonië zijn ze nog betaalbaar. Dus trekken veel Vlaamse rijke stinkerds naar Wallonië. Eens er voldoende kritische massa is zouden ze zich daar cultureel en linguistiek wel eens even goed kunnen handhaven als de huidige francophonie in Rode. Misschien moeten we de huidige argumenten voor faciliteiten en uitbreiding van Brussel maar goed noteren, dateren en bijhouden? Als ze vandaag voor Mangain zo overtuigend lijken, dan zullen ze binnen tien of twintig jaar wel nog altijd overtuigend zijn, zou ik zeggen...?
Faciliteiten voor Vlamingen in Charleroi: die mensen zouden er nog blij om zijn ook. Ze zouden op onze eigen middelmaten kunnen stemmen. Stukken beter dan alleen maar de mafia, nietwaar?
-------------------------------------------
(1) http://lvb.net/item/5196
Al die opinies van me moeten we dus sterk nuanceren: maar ik weet het tenminste zelf! Dus ik spreek bewust maar goedgehumeurd op het niveau van cafétoogpraat, en herinner me levendig hoe iemand me wel eens fraai op mijn nummer zet. De vorige keer dat ik het over "dorpspolitiek" had liet iemand weten dat het wachten was op de volgende staking van de vuilnisdiensten in mijn wijk, en dat we er dan nog eens over gingen praten. Nul - één voor de goeie...
De huidige Belgische politiek lijkt te gaan over (onder andere) de splitsing van BHV. Is het niet eigenlijk een "oorlogsverklaring" als we dat zouden doen, Vlaamse meerderheid tegen Franstalige minderheid, zoals dat blijkbaar kan (1)? Maar aan de andere kant: so what? Hebben Wij Er Niet Al Lang Schoon Genoeg Van, Altijd Te Moeten Betalen? Of toch nog: zouden de moeilijkheden niet veel groter blijken dan we zo op het eerste zicht denken?
Wat ben ik op zo'n momenten blij dat ik geen politieker ben, maar blijgemutst aan cafétoogpraat kan doen...
Intussen schiet het volgende me te binnen. De vastgoedprijzen stijgen. Maar in Wallonië zijn ze nog betaalbaar. Dus trekken veel Vlaamse rijke stinkerds naar Wallonië. Eens er voldoende kritische massa is zouden ze zich daar cultureel en linguistiek wel eens even goed kunnen handhaven als de huidige francophonie in Rode. Misschien moeten we de huidige argumenten voor faciliteiten en uitbreiding van Brussel maar goed noteren, dateren en bijhouden? Als ze vandaag voor Mangain zo overtuigend lijken, dan zullen ze binnen tien of twintig jaar wel nog altijd overtuigend zijn, zou ik zeggen...?
Faciliteiten voor Vlamingen in Charleroi: die mensen zouden er nog blij om zijn ook. Ze zouden op onze eigen middelmaten kunnen stemmen. Stukken beter dan alleen maar de mafia, nietwaar?
-------------------------------------------
(1) http://lvb.net/item/5196
donderdag 23 augustus 2007
De "Bevolkingsexplosie" van de Islam
Na de post over "Eurabië" (1) kreeg ik enkele "real life" reacties die me pas goed deden beseffen in welke mate een hoop mensen, en heus niet alleen dom rechts, gewoon niet beseffen dat er in de wereld sinds pakweg een generatie een hoop dingen veranderd zijn. Een hoop dingen die in de jaren zeventig zo vaak zijn gezegd en herhaald dat we ze bijna als vaststaand gegeven beschouwen, zijn anno 2,007 doodeenvoudig niet meer waar. Eén van die dingen is dat de wereld slachtoffer is van een onbeheersbare bevolkingsexplosie, die ging leiden (ergens, tien of twintig jaar geleden) tot vreselijke, wereldwijde hongersnoden. De realiteit, dertig jaar later, is dat de wereldevolking weliswaar nog steeds groeit, maar dat het tempo van die groei afneemt terwijl je ernaar kijkt.
Nu ben ik geen aanhanger van de neoliberale variant die zegt dat daarmee bewezen is dat de problemen "vanzelf" opgelost raken. Ik ben eerder aanhanger van de strekking Jared Diamond, die zegt dat in het verleden sommige beschavingen aan ecologische problemen zijn ten onder gegaan, terwijl andere ze hebben opgelost, een beetje afhankelijk van de vraag of ze die problemen hebben willen aanpakken (2). Ook herinner ik me ergens dat hij iets geschreven heeft als "indien de mens vandaag volledig van de planeet zou verdwijnen, dan zou de ecologische degradatie die er als gevolg van de mens aan het gebeuren is eerst nog enkele decennia doorgaan, voor de natuur een nieuw evenwicht zou vinden." Let wel, helemaal uit het blote hoofd.
Hoe dan ook, de verhalen over Eurabië gaan over een klein onderdeeltje van dat voorbijgestreefd beeld: de geboortecijfers wereldwijd zijn fors aan het dalen, en dat geldt zeer zeker ook voor de geboortecijfers van de Islamlanden. Als ik zie hoe weinig mensen zich daarvan bewust zijn kan ik nog nauwelijks dom rechts ervan beschuldigen dat ze die cijfers opzettelijk manipuleren om hun haatverhaaltjes aan de man te brengen: een hoop brave mensen is gewoon zichzelf aan het bedriegen omdat ze nooit de krant of het internet raadplegen.
Eén manier om dat te verhelpen is een url raadplegen als de volgende:
http://tools.google.com/gapminder/index.html
Daar ben ik voor een hoop Islamlanden (enkele kleinere heb ik laten vallen) de cijfers gaan opzoeken. De volgende tabel geeft eerst het land, dan het aantal kinderen per vrouw van dat land, voor de jaren 1,975, 1,990 en 2,004.
Alge: 7.26 - 4.59 - 2.47
Bahr: 4.87 - 3.65 - 2.39 (het eerste cijfer is voor 1,980)
Bang: 5.82 - 4.32 - 2.99
Egyp: 5.58 - 4.26 - 3.17
Indon: 4.92 - 3.1 - 2.32
Iran: 6.46 - 4.84 - 2.09
Jord: 7.54 - 5.43 - 3.37
Male: 4.56 - 3.77 - 2.81
Maro: 6.3 - 3.97 - 2.52
Nede: 1.66 - 1.62 - 1.73
Paki: 7.00 - 5.84 - 4.31
Saud: 7.29 - 5.89 - 3.96
Syri: 7.47 - 5.23 - 3.31
Tune: 5.86 - 3.50 - 2.02
Turk: 4.72 - 3.00 - 2.20
En daarmee is het wel een beetje gezegd. Ik zie wel dat een hoop mensen willen geloven dat we bedreigd zijn door de geboortecijfers van de Islam uit de jaren zeventig, en dus zullen die mensen dat ook geloven. Maar andere mensen houden liever rekening met wat de realiteit zegt, en aan die mensen geef ik deze cijfers maar even mee. Een groot verschil, die cijfers van nu en die cijfers van 1,975, nietwaar?
------------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/08/eurabi-de-cijfers-kloppen-niet.html
(2) Diamond, Collapse: How Societies Choose to Fail or Succeed, 2,004
Nu ben ik geen aanhanger van de neoliberale variant die zegt dat daarmee bewezen is dat de problemen "vanzelf" opgelost raken. Ik ben eerder aanhanger van de strekking Jared Diamond, die zegt dat in het verleden sommige beschavingen aan ecologische problemen zijn ten onder gegaan, terwijl andere ze hebben opgelost, een beetje afhankelijk van de vraag of ze die problemen hebben willen aanpakken (2). Ook herinner ik me ergens dat hij iets geschreven heeft als "indien de mens vandaag volledig van de planeet zou verdwijnen, dan zou de ecologische degradatie die er als gevolg van de mens aan het gebeuren is eerst nog enkele decennia doorgaan, voor de natuur een nieuw evenwicht zou vinden." Let wel, helemaal uit het blote hoofd.
Hoe dan ook, de verhalen over Eurabië gaan over een klein onderdeeltje van dat voorbijgestreefd beeld: de geboortecijfers wereldwijd zijn fors aan het dalen, en dat geldt zeer zeker ook voor de geboortecijfers van de Islamlanden. Als ik zie hoe weinig mensen zich daarvan bewust zijn kan ik nog nauwelijks dom rechts ervan beschuldigen dat ze die cijfers opzettelijk manipuleren om hun haatverhaaltjes aan de man te brengen: een hoop brave mensen is gewoon zichzelf aan het bedriegen omdat ze nooit de krant of het internet raadplegen.
Eén manier om dat te verhelpen is een url raadplegen als de volgende:
http://tools.google.com/gapminder/index.html
Daar ben ik voor een hoop Islamlanden (enkele kleinere heb ik laten vallen) de cijfers gaan opzoeken. De volgende tabel geeft eerst het land, dan het aantal kinderen per vrouw van dat land, voor de jaren 1,975, 1,990 en 2,004.
Alge: 7.26 - 4.59 - 2.47
Bahr: 4.87 - 3.65 - 2.39 (het eerste cijfer is voor 1,980)
Bang: 5.82 - 4.32 - 2.99
Egyp: 5.58 - 4.26 - 3.17
Indon: 4.92 - 3.1 - 2.32
Iran: 6.46 - 4.84 - 2.09
Jord: 7.54 - 5.43 - 3.37
Male: 4.56 - 3.77 - 2.81
Maro: 6.3 - 3.97 - 2.52
Nede: 1.66 - 1.62 - 1.73
Paki: 7.00 - 5.84 - 4.31
Saud: 7.29 - 5.89 - 3.96
Syri: 7.47 - 5.23 - 3.31
Tune: 5.86 - 3.50 - 2.02
Turk: 4.72 - 3.00 - 2.20
En daarmee is het wel een beetje gezegd. Ik zie wel dat een hoop mensen willen geloven dat we bedreigd zijn door de geboortecijfers van de Islam uit de jaren zeventig, en dus zullen die mensen dat ook geloven. Maar andere mensen houden liever rekening met wat de realiteit zegt, en aan die mensen geef ik deze cijfers maar even mee. Een groot verschil, die cijfers van nu en die cijfers van 1,975, nietwaar?
------------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/08/eurabi-de-cijfers-kloppen-niet.html
(2) Diamond, Collapse: How Societies Choose to Fail or Succeed, 2,004
woensdag 22 augustus 2007
2.5 kilo papier
Bij Smetty vind ik een blogpostje dat me wel een voorbeeld lijkt van hoe het moet:
http://www.smetty.be/2007/08/21/gouden-gids-en-de-afvalberg
In een beknopt postje raakt Smetty een topic aan dat voor meer mensen een irritatie zal zijn. Elk jaar ligt daar op je stoep twee en een halve kilo papier: de telefoongidsen waar veel mensen nooit in kijken. Vermenigvuldigd met het aantal gezinnen dat plechtig de vorige versie bij het oud papier zet... en wij maar spaarlampen opgedrongen krijgen. Hoewel, nuance, je moet die spaarlampen gaan afhalen op een postkantoor dat tientallen kilometers verder alleen open is als jouw werk ook open is.
Maar soit, Smetty voelt een frustratie en kan die kwijt op haar blog. We kunnen dat herkenbaar vinden, en er zelfs een eigen blogpostje over schrijven. Maar er zit nog veel meer in het vat! Meteen verschijnt er namelijk ook een commentaar dat er op wijst dat je kan uitschrijven. Daarvoor bestaat een url, en dat alleen al maakt die commentaar zo relevant dat ik die url maar even overneem:
http://www.1207.be/nl/jsp/1x07be_opt_out.jsp
En als je blogposts commentaren uitlokken die heel relevant zijn, dan doe je toch iets goeds op je blog, nietwaar?
De volgende stap is: met Smetty erbij schrijven er meteen 5 lezers uit, ofte 12.5 maal 5 kilo oud papier vermeden, op jaar basis. Maar een goed bekend blog als dat van Smetty zal wel een hoop lezers hebben die het wel lezen, en het misschien ook doen, maar dat daarom niet meeposten: dus zeg dat we die 62.5 nog eens vermenigvuldigen met een factor 5, zijnde 312.5 kilo! Per jaar!
En het is nog niet gedaan. Er is ook nog Lien, en die vindt het een beetje jammer dat het "nieuws" al lang geleden op haar blog stond, en dat het blijkbaar niet zo goed gelezen was. Uim, ja, dat is nu waar een blogosfeer voor zou dienen. Als iedereen het al gelezen had hoefden anderen het niet op te pikken. Maar goed, zo kijken de bezoekers van Smetty ook eens op het blog van Lien, en dat ziet er best in orde uit:
http://www.lienweb.be/
Natuurlijk, Lien verwacht elk moment een kindje (we duimen voor Lien! We kunnen er hier van meespreken!) en dus gaat het blog tegenwoordig vooral over zwangerschap. Iedereen die dit blog een beetje volgt weet dat ikzelf ook niet vies ben van nieuwtjes over peuter Sarah en baby Thomas, maar het blijft voorlopig wel een beetje "personal" - dus dat trekt misschien niet veel publiek aan? (Niet dat ik het weet, hoor, ik trek ook heel weinig publiek aan, dus ik zit gewoon te raden.) In elk geval zie ik nog snel dat het normaal een "politiek blog" is, en dat er een "Sp.a Spirit" icoontje opstaat, dus ik breng in gedachten nog snel Lien mijn hartelijkste en neoliberaalste groeten en gelukwensen over, en ga terug naar Smetty.
Lien heeft zelf nog de relevante commentaar gegeven dat het uitschrijven bij haar niet gewerkt heeft: ze heeft de leverancier het pakket terug doen meenemen! Het begin een vrouw naar mijn hart te worden, die Lien: één van die poezen (uim, wacht met boos worden tot je de rest van de uitdrukking die ik nodig heb hebt gelezen) die gewoonlijk in één adem met handschoenen worden genoemd. De brave postbode, vermoed ik, heeft nog geluk gehad dat hij zijn 2.5 kilo papier niet blad per blad heeft moeten opeten.
Analoog is er ook nog een commentaar die het briljante idee had de papierberg terug op de stoep van Promedia te gaan deponeren. Wéér zo'n idee dat ik zelf had willen bedenken! Als dat uitschrijven echt niet werkt en we dat allemaal zouden doen, dan zou dat een signaal zijn dat nauwelijks mis te verstaan is.
En zo zie je, een klein postje, een herkenbare frustratie, een internet en... wel, het blijft allemaal zeer bescheiden, natuurlijk, maar je ziet hoe het zou kunnen zijn...
http://www.smetty.be/2007/08/21/gouden-gids-en-de-afvalberg
In een beknopt postje raakt Smetty een topic aan dat voor meer mensen een irritatie zal zijn. Elk jaar ligt daar op je stoep twee en een halve kilo papier: de telefoongidsen waar veel mensen nooit in kijken. Vermenigvuldigd met het aantal gezinnen dat plechtig de vorige versie bij het oud papier zet... en wij maar spaarlampen opgedrongen krijgen. Hoewel, nuance, je moet die spaarlampen gaan afhalen op een postkantoor dat tientallen kilometers verder alleen open is als jouw werk ook open is.
Maar soit, Smetty voelt een frustratie en kan die kwijt op haar blog. We kunnen dat herkenbaar vinden, en er zelfs een eigen blogpostje over schrijven. Maar er zit nog veel meer in het vat! Meteen verschijnt er namelijk ook een commentaar dat er op wijst dat je kan uitschrijven. Daarvoor bestaat een url, en dat alleen al maakt die commentaar zo relevant dat ik die url maar even overneem:
http://www.1207.be/nl/jsp/1x07be_opt_out.jsp
En als je blogposts commentaren uitlokken die heel relevant zijn, dan doe je toch iets goeds op je blog, nietwaar?
De volgende stap is: met Smetty erbij schrijven er meteen 5 lezers uit, ofte 12.5 maal 5 kilo oud papier vermeden, op jaar basis. Maar een goed bekend blog als dat van Smetty zal wel een hoop lezers hebben die het wel lezen, en het misschien ook doen, maar dat daarom niet meeposten: dus zeg dat we die 62.5 nog eens vermenigvuldigen met een factor 5, zijnde 312.5 kilo! Per jaar!
En het is nog niet gedaan. Er is ook nog Lien, en die vindt het een beetje jammer dat het "nieuws" al lang geleden op haar blog stond, en dat het blijkbaar niet zo goed gelezen was. Uim, ja, dat is nu waar een blogosfeer voor zou dienen. Als iedereen het al gelezen had hoefden anderen het niet op te pikken. Maar goed, zo kijken de bezoekers van Smetty ook eens op het blog van Lien, en dat ziet er best in orde uit:
http://www.lienweb.be/
Natuurlijk, Lien verwacht elk moment een kindje (we duimen voor Lien! We kunnen er hier van meespreken!) en dus gaat het blog tegenwoordig vooral over zwangerschap. Iedereen die dit blog een beetje volgt weet dat ikzelf ook niet vies ben van nieuwtjes over peuter Sarah en baby Thomas, maar het blijft voorlopig wel een beetje "personal" - dus dat trekt misschien niet veel publiek aan? (Niet dat ik het weet, hoor, ik trek ook heel weinig publiek aan, dus ik zit gewoon te raden.) In elk geval zie ik nog snel dat het normaal een "politiek blog" is, en dat er een "Sp.a Spirit" icoontje opstaat, dus ik breng in gedachten nog snel Lien mijn hartelijkste en neoliberaalste groeten en gelukwensen over, en ga terug naar Smetty.
Lien heeft zelf nog de relevante commentaar gegeven dat het uitschrijven bij haar niet gewerkt heeft: ze heeft de leverancier het pakket terug doen meenemen! Het begin een vrouw naar mijn hart te worden, die Lien: één van die poezen (uim, wacht met boos worden tot je de rest van de uitdrukking die ik nodig heb hebt gelezen) die gewoonlijk in één adem met handschoenen worden genoemd. De brave postbode, vermoed ik, heeft nog geluk gehad dat hij zijn 2.5 kilo papier niet blad per blad heeft moeten opeten.
Analoog is er ook nog een commentaar die het briljante idee had de papierberg terug op de stoep van Promedia te gaan deponeren. Wéér zo'n idee dat ik zelf had willen bedenken! Als dat uitschrijven echt niet werkt en we dat allemaal zouden doen, dan zou dat een signaal zijn dat nauwelijks mis te verstaan is.
En zo zie je, een klein postje, een herkenbare frustratie, een internet en... wel, het blijft allemaal zeer bescheiden, natuurlijk, maar je ziet hoe het zou kunnen zijn...
dinsdag 21 augustus 2007
Somebody for President!
Het is alweer van vorige winter geleden dat ik naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2,008 keek. Ook vandaag is het nog zeer, zeer vroeg om dat te doen, maar het is wel eens goed om voor jezelf te registreren hoe het plaatje er uitzag toen geen kat er nog naar keek.
Tot nu toe zijn de ontwikkelingen eerder teleurstellend. Bij de Democraten lijken we inderdaad al te weten wie de zwaargewichten uit de campagne zullen worden. Alleen had ik toch wel verwacht, zelfs een beetje gehoopt, dat Obama en Edwards grotere druk konden plaatsen op favoriet Clinton. Dat “hopen” moet je overigens niet lezen alsof ik tegen Hillary ben. Hoe meer ik het zie evolueren, hoe meer ik meeschuif met de rest van de opiniepeilingen: ze komt met de tijd eerder meer dan minder capabel over om president te worden. En met “capabel” bedoel ik dan weer niet de kans dat ze het wordt (met dat criterium zou Bush een “capabele” president zijn! Hahahahaha!) maar dat ze een goede, of toch minstens een degelijke president zou zijn.
Maar anders dan ik had verwacht lijkt Clintons kandidatuur nu toch dat aura van “onvermijdelijkheid” te krijgen dat zij had gehoopt, en de anderen hadden gevreesd. Ik heb wel altijd verwacht dat Obama uiteindelijk te licht zou wegen en in het beste geval een mooie Veep zou zijn. Ik blijf me dan ook eerder verwonderen over hoe goed hij alles bij elkaar toch nog in de race zit. Maar van Edwards had ik dan weer verwacht dat hij veel zwaarder zou gaan wegen. Natuurlijk, het is zeer vroeg dag, en mijn voorspellingen kunnen nog altijd uitkomen. Maar omdat ze wel degelijk ook over nu gingen, blijf ik wat verwonderd achter. OK, de grote namen van toen zijn ook de grote namen van nu, en Clinton op kop, dat blijft wel ongeveer kloppen.
Bij de Republikeinen lijkt de enige grote naam van het begin, McCain, er nu al ongeveer uit te liggen. Er zijn natuurlijk andere koplopers, maar ik blijf denken dat we daar binnen een goed jaar alleen maar eens om zullen glimlachen. Giuliani op kop – ik moet er nu al eens hard om lachen, en ik besef dat Bill Clinton en Jimmy Carter er op dit punt van hun respectieve campagens even grappig uitzagen.
Ik blijf verwachten dat de Republikeinen een kandidaat zullen vinden met veel relevante politieke ervaring, de broodnodige liberale (in onze Europese zin) ideeën over economie, en de doordachte zin voor internationale politiek die, laten we het niet vergeten, nog niet zo heel lang geleden het handelsmerk van de Republikeinen was. Ik reken op een blanke, Anglosaksische man met een rustige maar licht charismatische uitstraling, een charmante hint van humor onder zijn aura van doodserieus, en met een bewezen vermogen om te werken over de partijgrenzen heen. En ouder dan de Democratische kandidaat, tegen de zeventig aan of zo. Back to the basics, zeg maar, en dat op de grootst denkbare schaal.
En ik denk dat die kandidaat Hillary (want hier in augustus 2,007 ziet het er toch echt naar uit dat zij het wordt) het leven nog serieus zuur zal kunnen maken. En zo zal er temidden van de onvermijdelijke gooi- en scheldpartijen toch nog een restant van inhoudelijk debat overblijven, en moge de beste winnen.
En moge, vooral, we er opnieuw mee in een wereld terechtkomen waarin ik me pro-Amerikaans zal kunnen voelen en uitspreken, zonder me ipso facto een dwaas te voelen.
Tot nu toe zijn de ontwikkelingen eerder teleurstellend. Bij de Democraten lijken we inderdaad al te weten wie de zwaargewichten uit de campagne zullen worden. Alleen had ik toch wel verwacht, zelfs een beetje gehoopt, dat Obama en Edwards grotere druk konden plaatsen op favoriet Clinton. Dat “hopen” moet je overigens niet lezen alsof ik tegen Hillary ben. Hoe meer ik het zie evolueren, hoe meer ik meeschuif met de rest van de opiniepeilingen: ze komt met de tijd eerder meer dan minder capabel over om president te worden. En met “capabel” bedoel ik dan weer niet de kans dat ze het wordt (met dat criterium zou Bush een “capabele” president zijn! Hahahahaha!) maar dat ze een goede, of toch minstens een degelijke president zou zijn.
Maar anders dan ik had verwacht lijkt Clintons kandidatuur nu toch dat aura van “onvermijdelijkheid” te krijgen dat zij had gehoopt, en de anderen hadden gevreesd. Ik heb wel altijd verwacht dat Obama uiteindelijk te licht zou wegen en in het beste geval een mooie Veep zou zijn. Ik blijf me dan ook eerder verwonderen over hoe goed hij alles bij elkaar toch nog in de race zit. Maar van Edwards had ik dan weer verwacht dat hij veel zwaarder zou gaan wegen. Natuurlijk, het is zeer vroeg dag, en mijn voorspellingen kunnen nog altijd uitkomen. Maar omdat ze wel degelijk ook over nu gingen, blijf ik wat verwonderd achter. OK, de grote namen van toen zijn ook de grote namen van nu, en Clinton op kop, dat blijft wel ongeveer kloppen.
Bij de Republikeinen lijkt de enige grote naam van het begin, McCain, er nu al ongeveer uit te liggen. Er zijn natuurlijk andere koplopers, maar ik blijf denken dat we daar binnen een goed jaar alleen maar eens om zullen glimlachen. Giuliani op kop – ik moet er nu al eens hard om lachen, en ik besef dat Bill Clinton en Jimmy Carter er op dit punt van hun respectieve campagens even grappig uitzagen.
Ik blijf verwachten dat de Republikeinen een kandidaat zullen vinden met veel relevante politieke ervaring, de broodnodige liberale (in onze Europese zin) ideeën over economie, en de doordachte zin voor internationale politiek die, laten we het niet vergeten, nog niet zo heel lang geleden het handelsmerk van de Republikeinen was. Ik reken op een blanke, Anglosaksische man met een rustige maar licht charismatische uitstraling, een charmante hint van humor onder zijn aura van doodserieus, en met een bewezen vermogen om te werken over de partijgrenzen heen. En ouder dan de Democratische kandidaat, tegen de zeventig aan of zo. Back to the basics, zeg maar, en dat op de grootst denkbare schaal.
En ik denk dat die kandidaat Hillary (want hier in augustus 2,007 ziet het er toch echt naar uit dat zij het wordt) het leven nog serieus zuur zal kunnen maken. En zo zal er temidden van de onvermijdelijke gooi- en scheldpartijen toch nog een restant van inhoudelijk debat overblijven, en moge de beste winnen.
En moge, vooral, we er opnieuw mee in een wereld terechtkomen waarin ik me pro-Amerikaans zal kunnen voelen en uitspreken, zonder me ipso facto een dwaas te voelen.
maandag 20 augustus 2007
Eurabië: De cijfers kloppen niet
Vandaag lees ik in de Financial Times dat de vruchtbaarheidscijfers van Moslim immigranten in Europa aan het dalen zijn, en zich al dicht bij het vervangingsniveau (ongeveer 2.1 kinderen per vrouw) bevinden. Daarmee zitten ze niet veel hoger dan de autochtone Europese cijfers, die in sommige landen zelfs wat aan het stijgen zijn. Maatregelen om kinderopvang en dergelijke voor tweeverdieners te stimuleren werpen blijkbaar vruchten af. Waar overheidsoptreden al eens goed voor kan zijn...
Daarmee valt weer één van de stokpaardjes van dom rechts, wanneer dat beweert dat de Islam een bedreiging is voor het Westen. Bijna op de kop af een jaar geleden schreef ik daarover een stukje met als titel "De Baarmoederstrategie" (1). Daarin stond een lijstje van drie mogelijke manieren waarop een beschaving historisch door andere beschaving kon bedreigd worden.
De eerste was de "algemene regel" dat bij botsingen tussen beschavingen de "superieure" (in de zin van materiëel verst gevorderde) beschaving de inferieure inlijft. Op mijn vraag wie vreesde dat het Westen dreigde ingepakt te worden door de Islam omdat dat een verder gevorderde beschaving was, waren er geen kandidaten.
De tweede was de historisch bekende uitzondering dat "inferieure" beschavingen wel eens een militair superieure techniek bedachten (gewoonlijk het paard en de manier om dat te gebruiken) en daarmee "superieure" beschavingen onder de voet liepen. Er waren ook geen kandidaten die dachten dat de Islam vandaag het Westen bedreigt met militair superieure technologieën.
Dus moest de bedreiging van ergens anders komen, en dat was "de baarmoederstrategie". De Islam ging het Westen, Europa op kop, inlijven door geboortecijfers die de onze ver overtroffen. En inderdaad, een eenvoudig inzicht in "samengestelde interest" (2) toont dat een bevolkingsaangroei van een kleine 3% per jaar leidt tot verdubbeling op één generatie tijd. En van het lijstje "100 - 200 - 400 - 800 - 1,600" - dit is een lijstje van hoe verdubbeling per 25 jaar er uitziet op een eeuw tijd - naar een bedreiging door overspoeling is maar een kleine stap, nietwaar?
Alleen moeten er dan wel dergelijke grote verschillen in bevolkingsaangroei zijn. Maar wat bleek aan de hand van een url die ik er in die post had bijgezet was dat de bevolkingsgroei van een brede waaier Moslimlanden, van Noord Afrika tot Iran (en verder) op één generatie tijd gecrashed is alsof de Industriële Revolutie en de Verlichting er al drie generaties waren uitgebroken.
En toen ik opmerkte dat de "bedreiging" van het Westen door de hoge geboortecijfers blijkbaar berustte op de extrapolatie van verouderde cijfers, en dat er in combinatie met de twee voorgaande afgewezen kandidaten niet meer zoveel overbleef, toen vernamen we dat het probleem niet zozeer lag in de cijfers van de Islamlanden, maar wel van de moslims die al in Europa waren.
Wel, goed geprobeerd, maar dat blijkt dus ook niet zo te zijn. Dat is overigens iets dat mensen die zo graag schermen met "de geschiedenis toont dat" eigenlijk wel hadden mogen weten. Mensen die plots veel rijker worden, zoals Noord Afrikanen die in het Europa van omstreeks 2,000 AD terechtkomen, krijgen heel snel heel veel minder kinderen. Het zou natuurlijk heel erg te verwonderen geweest zijn dat moslims een uitzondering waren op een patroon dat zo algemeen voorkomt.
En dat blijkt nu ook te kloppen! De cijfers van de moslim immigranten zijn nu al gedaald naar een niveau waarop ze van geen kanten in de afzienbare toekomst tot een demografische bedreiging kunnen leiden, en ze dalen nog steeds verder.
Daarom ben ik erg blij de bezorgdheden van veel mensen te kunnen kalmeren! We worden niet bedreigd door een "superieure beschaving", noch door een superieure militaire technologie, noch door de dreigende export van de Noord Afrikaanse bevolkingsexplosie, en tenslotte al evenmin door de geboortecijfers van de immigranten. We worden door geen van al die dingen bedreigd, want ze zijn er doodeenvoudig niet.
---------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/de-baarmoederstrategie.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html
Daarmee valt weer één van de stokpaardjes van dom rechts, wanneer dat beweert dat de Islam een bedreiging is voor het Westen. Bijna op de kop af een jaar geleden schreef ik daarover een stukje met als titel "De Baarmoederstrategie" (1). Daarin stond een lijstje van drie mogelijke manieren waarop een beschaving historisch door andere beschaving kon bedreigd worden.
De eerste was de "algemene regel" dat bij botsingen tussen beschavingen de "superieure" (in de zin van materiëel verst gevorderde) beschaving de inferieure inlijft. Op mijn vraag wie vreesde dat het Westen dreigde ingepakt te worden door de Islam omdat dat een verder gevorderde beschaving was, waren er geen kandidaten.
De tweede was de historisch bekende uitzondering dat "inferieure" beschavingen wel eens een militair superieure techniek bedachten (gewoonlijk het paard en de manier om dat te gebruiken) en daarmee "superieure" beschavingen onder de voet liepen. Er waren ook geen kandidaten die dachten dat de Islam vandaag het Westen bedreigt met militair superieure technologieën.
Dus moest de bedreiging van ergens anders komen, en dat was "de baarmoederstrategie". De Islam ging het Westen, Europa op kop, inlijven door geboortecijfers die de onze ver overtroffen. En inderdaad, een eenvoudig inzicht in "samengestelde interest" (2) toont dat een bevolkingsaangroei van een kleine 3% per jaar leidt tot verdubbeling op één generatie tijd. En van het lijstje "100 - 200 - 400 - 800 - 1,600" - dit is een lijstje van hoe verdubbeling per 25 jaar er uitziet op een eeuw tijd - naar een bedreiging door overspoeling is maar een kleine stap, nietwaar?
Alleen moeten er dan wel dergelijke grote verschillen in bevolkingsaangroei zijn. Maar wat bleek aan de hand van een url die ik er in die post had bijgezet was dat de bevolkingsgroei van een brede waaier Moslimlanden, van Noord Afrika tot Iran (en verder) op één generatie tijd gecrashed is alsof de Industriële Revolutie en de Verlichting er al drie generaties waren uitgebroken.
En toen ik opmerkte dat de "bedreiging" van het Westen door de hoge geboortecijfers blijkbaar berustte op de extrapolatie van verouderde cijfers, en dat er in combinatie met de twee voorgaande afgewezen kandidaten niet meer zoveel overbleef, toen vernamen we dat het probleem niet zozeer lag in de cijfers van de Islamlanden, maar wel van de moslims die al in Europa waren.
Wel, goed geprobeerd, maar dat blijkt dus ook niet zo te zijn. Dat is overigens iets dat mensen die zo graag schermen met "de geschiedenis toont dat" eigenlijk wel hadden mogen weten. Mensen die plots veel rijker worden, zoals Noord Afrikanen die in het Europa van omstreeks 2,000 AD terechtkomen, krijgen heel snel heel veel minder kinderen. Het zou natuurlijk heel erg te verwonderen geweest zijn dat moslims een uitzondering waren op een patroon dat zo algemeen voorkomt.
En dat blijkt nu ook te kloppen! De cijfers van de moslim immigranten zijn nu al gedaald naar een niveau waarop ze van geen kanten in de afzienbare toekomst tot een demografische bedreiging kunnen leiden, en ze dalen nog steeds verder.
Daarom ben ik erg blij de bezorgdheden van veel mensen te kunnen kalmeren! We worden niet bedreigd door een "superieure beschaving", noch door een superieure militaire technologie, noch door de dreigende export van de Noord Afrikaanse bevolkingsexplosie, en tenslotte al evenmin door de geboortecijfers van de immigranten. We worden door geen van al die dingen bedreigd, want ze zijn er doodeenvoudig niet.
---------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/de-baarmoederstrategie.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html
zondag 19 augustus 2007
De Splinter en de Balk
Ik ben beginnen lezen in een boek over de historische evolutie van de teksten die uiteindelijk het Nieuw Testament van onze Bijbel zijn geworden (1). Het boek lijkt me geen ongelofelijke zwaargewicht, maar op mijn kennisniveau hoeft dat ook niet. In feite wist ik door mijn interesse voor de “historische Jezus” (2) al dat (a) de chronologisch oudste teksten van het Nieuw Testament de brieven van Paulus zijn, en (b) dat de evangelieën geschreven zijn tussen ruwweg 70 en 100 AD: 40 jaar en meer na de kruisiging.
Dat is niet bepaald revolutionaire kennis, maar het is toch al beter dan denken dat de Bijbel een objectief verslag is van de gebeurtenissen die we zo goed denken te kennen. Het punt is: wij “kennen” die gebeurtenissen niet omdat ze gebeurd en geboekstaafd zijn. Wij "kennen" ze omdat er verhalen tot ons gekomen zijn die in termen van “hier is wat je moet geloven” beweren dat die verhalen ook echte gebeurtenissen zijn. Zoals we net zagen is er echter maar weinig chronologisch verband tussen de beweerde gebeurtenissen en de verhalen.
Het boek gaat op dat inzicht in. Eens de teksten van Paulus en de evangelisten er waren ging er nog een hele geschiedenis vooraf aan de “canonizering” ervan, dat wil zeggen: voor ze “officiëel” als Gods Woord werden aangeduid. Die geschiedenis is een geschiedenis van selecties uit een enorme veelheid aan teksten, van copieën, van fouten, van interpretaties, van pogingen om fouten weer recht te zetten, tot er een stortvloed aan diverse versies van de teksten bestond om de vermenigvuldiging van de broden en vissen te doen afdruipen.
Mensen zoals ik lezen dat met een dubbel perspectief. Ten eerste, als je er zo weinig van weet als ik is dat allemaal nieuw. Niet “onverwacht”, maar wel “nieuw”, en daarom interessant. Daarnaast is de inspanning van de schrijver om je te overtuigen van wat vanzelfsprekend lijkt op zich boeiend. Als je niet gelooft in God die de boekhouding der zonden bijhoudt geloof je ook niet dat antieke teksten Zijn Woord voorstellen. En dus heb je menselijke teksten en menselijke fouten, precies zoals je had verwacht, zonder dat je de concrete historische details hoefde te kennen.
Het is duidelijk dat de schrijver, misschien onbewust, een heel ander publiek voor ogen had: het milieu waaruit hij zelf afkomstig is. Dat kan je niet beter vertellen dan hij zelf in de inleiding deed. Voor zijn post-universitaire studies, als ik dat goed begrijp, kiest de auteur voor het “Princeton Theological Seminar”. Het klinkt niet als een opleiding waar veel Freud en Darwin op het programma staan. Toch werd hij vanuit zijn schoolmilieu gewaarschuwd voor het risico dat hij er geen “echte Christenen” zou vinden. Dat milieu was Wheaton College in Chicago, en Ehrman omschrijft het als “evangelical”.
Nu denk je waarschijnlijk, als je me een beetje kent, dat ik me allerlei sappige dingen zat in te beelden bij de groep mensen die zo “evangelisch” (whatever that may mean) waren dat ze in het “Princeton Theological Seminar” even weinig Christenen vonden als rechtvaardigen in Soddom en Gomorra. Wel: neen, fout. Het is zelfs nog erger dan dat.
De schrijver was afkomstig uit Kansas, en “involved with the Episcopal Church”. Daar raakte hij betrokken bij de “Born Again Christians” via welke hij als vijftienjarige terechtkomt in the Moody Bible Institute. Dat komt qua leeftijd ongeveer neer op onze humaniora, en intellectueel, of beter gezegd spiritueel moet het er naast de glooiingen van de Epsicopale Kerk uitgezien hebben als het Himalayagebergte. Het definiërende idee van de school voor Born again Christians was dat de Bijbel het letterlijke woord van God was, integraal, tot de laatste komma, en dat al de rest daaruit voortvloeide.
En toen hij in die school aankondigde dat hij zou studeren aan Wheaton College, geloof het of niet, maar hij schrijft het zelf, toen werd hij gewaarschuwd dat hij tussen die “evangelicals” misschien wel geen echte Christenen zou aantreffen!
Dat waren diezelfde evangelicals die op hun beurt vreesden dat er aan “Princeton Theological Seminar” misschien wel geen echte Christenen zouden zijn!
Met die achtergrond, en met als onderwerp “tekstkritiek” van het Nieuwe Testament, schrijft hij aan het “Princeton Theological Seminar” een verhandeling over een Bijbelcitaat, dat foutief verwijst naar een ander: het citaat beweerde dat een bepaalde persoon op een bepaald moment hogepriester was, terwijl nachecken van het bijhorend citaat laat zien dat volgens dat andere Bijbelboek iemand anders hogepriester was.
Zijn verhandeling was een lange reeks “argumenten” - bochten en kronkels zou een beter woord zijn - met veel uitstappen naar mogelijke betekenissen van Griekse woorden, waaruit moest blijken dat er “eigenlijk” bedoeld was dat de persoon in kwestie gewoon een belangrijk man was. Alleen was het Seminarie nuchter genoeg opdat de “revered and pious” professor de hele zaak met één zin afdeed: misschien stond er gewoon een fout in de tekst?”.
Niet te verwonderen dat Wheaton, laat staan Moody, vreesde voor de Christelijkheid van een oord des verderfs als “Princeton Theological Seminar”. Daar dachten ze zomaar dat er fouten in de Bijbel konden staan: stel je voor, wat nog meer?
Intussen vertelt dat ons dat zoiets voorkomt, en dat instellingen met eerbiedwaardige namen als “school” en “college” zich evengoed Instituut voor Tekstverdraaiïng en Vervalsing” konden noemen. Het verhaal was voor mij ook enorm herkenbaar. Ik heb verschillende keren zwaar in de clinch gelegen (alles terugvindbaar via google en usenet) met creationisten over het boek Genesis. Misschien staat er wel een fout in! Hoe kan God op de derde dag “groene planten” geschapen hebben, als hij pas op de vierde dag de Zon schept? Hmmmm?
En weet je wat er toen gebeurde? Een enorm kronkel- en bochtenwerk om te “bewijzen” dat God “eigenlijk” de zon en de maan al op de eerste dag had geschapen. Echt waar! Ik weet zeker dat die “argumenten” ook allemaal afkomstig zijn uit “scholen” en “colleges” en dat je, als je het echt wil weten, ze allemaal op een wip terugvindt.
Ik kan het niet echt weten, maar ik zou weddenschappen afsluiten dat je in die kringen hopen mensen vindt die zich beklagen over het fundamentalisme van, bijvoorbeeld, de Islam. Ze kennen het verhaal van de splinter en de balk, hoor, ze passen het alleen niet op de juiste mensen toe.
-------------------------------------------
(1) Ehrman, Misquoting Jezus, The Story Behind Who Changed the bible and Why, 2,005.
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/geef-aan-de-keizer.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/de-historische-jezus.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/de-parabel-van-de-overspelige-vrouw.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/01/wordt-saddam-heilig-verklaard.html
Dat is niet bepaald revolutionaire kennis, maar het is toch al beter dan denken dat de Bijbel een objectief verslag is van de gebeurtenissen die we zo goed denken te kennen. Het punt is: wij “kennen” die gebeurtenissen niet omdat ze gebeurd en geboekstaafd zijn. Wij "kennen" ze omdat er verhalen tot ons gekomen zijn die in termen van “hier is wat je moet geloven” beweren dat die verhalen ook echte gebeurtenissen zijn. Zoals we net zagen is er echter maar weinig chronologisch verband tussen de beweerde gebeurtenissen en de verhalen.
Het boek gaat op dat inzicht in. Eens de teksten van Paulus en de evangelisten er waren ging er nog een hele geschiedenis vooraf aan de “canonizering” ervan, dat wil zeggen: voor ze “officiëel” als Gods Woord werden aangeduid. Die geschiedenis is een geschiedenis van selecties uit een enorme veelheid aan teksten, van copieën, van fouten, van interpretaties, van pogingen om fouten weer recht te zetten, tot er een stortvloed aan diverse versies van de teksten bestond om de vermenigvuldiging van de broden en vissen te doen afdruipen.
Mensen zoals ik lezen dat met een dubbel perspectief. Ten eerste, als je er zo weinig van weet als ik is dat allemaal nieuw. Niet “onverwacht”, maar wel “nieuw”, en daarom interessant. Daarnaast is de inspanning van de schrijver om je te overtuigen van wat vanzelfsprekend lijkt op zich boeiend. Als je niet gelooft in God die de boekhouding der zonden bijhoudt geloof je ook niet dat antieke teksten Zijn Woord voorstellen. En dus heb je menselijke teksten en menselijke fouten, precies zoals je had verwacht, zonder dat je de concrete historische details hoefde te kennen.
Het is duidelijk dat de schrijver, misschien onbewust, een heel ander publiek voor ogen had: het milieu waaruit hij zelf afkomstig is. Dat kan je niet beter vertellen dan hij zelf in de inleiding deed. Voor zijn post-universitaire studies, als ik dat goed begrijp, kiest de auteur voor het “Princeton Theological Seminar”. Het klinkt niet als een opleiding waar veel Freud en Darwin op het programma staan. Toch werd hij vanuit zijn schoolmilieu gewaarschuwd voor het risico dat hij er geen “echte Christenen” zou vinden. Dat milieu was Wheaton College in Chicago, en Ehrman omschrijft het als “evangelical”.
Nu denk je waarschijnlijk, als je me een beetje kent, dat ik me allerlei sappige dingen zat in te beelden bij de groep mensen die zo “evangelisch” (whatever that may mean) waren dat ze in het “Princeton Theological Seminar” even weinig Christenen vonden als rechtvaardigen in Soddom en Gomorra. Wel: neen, fout. Het is zelfs nog erger dan dat.
De schrijver was afkomstig uit Kansas, en “involved with the Episcopal Church”. Daar raakte hij betrokken bij de “Born Again Christians” via welke hij als vijftienjarige terechtkomt in the Moody Bible Institute. Dat komt qua leeftijd ongeveer neer op onze humaniora, en intellectueel, of beter gezegd spiritueel moet het er naast de glooiingen van de Epsicopale Kerk uitgezien hebben als het Himalayagebergte. Het definiërende idee van de school voor Born again Christians was dat de Bijbel het letterlijke woord van God was, integraal, tot de laatste komma, en dat al de rest daaruit voortvloeide.
En toen hij in die school aankondigde dat hij zou studeren aan Wheaton College, geloof het of niet, maar hij schrijft het zelf, toen werd hij gewaarschuwd dat hij tussen die “evangelicals” misschien wel geen echte Christenen zou aantreffen!
Dat waren diezelfde evangelicals die op hun beurt vreesden dat er aan “Princeton Theological Seminar” misschien wel geen echte Christenen zouden zijn!
Met die achtergrond, en met als onderwerp “tekstkritiek” van het Nieuwe Testament, schrijft hij aan het “Princeton Theological Seminar” een verhandeling over een Bijbelcitaat, dat foutief verwijst naar een ander: het citaat beweerde dat een bepaalde persoon op een bepaald moment hogepriester was, terwijl nachecken van het bijhorend citaat laat zien dat volgens dat andere Bijbelboek iemand anders hogepriester was.
Zijn verhandeling was een lange reeks “argumenten” - bochten en kronkels zou een beter woord zijn - met veel uitstappen naar mogelijke betekenissen van Griekse woorden, waaruit moest blijken dat er “eigenlijk” bedoeld was dat de persoon in kwestie gewoon een belangrijk man was. Alleen was het Seminarie nuchter genoeg opdat de “revered and pious” professor de hele zaak met één zin afdeed: misschien stond er gewoon een fout in de tekst?”.
Niet te verwonderen dat Wheaton, laat staan Moody, vreesde voor de Christelijkheid van een oord des verderfs als “Princeton Theological Seminar”. Daar dachten ze zomaar dat er fouten in de Bijbel konden staan: stel je voor, wat nog meer?
Intussen vertelt dat ons dat zoiets voorkomt, en dat instellingen met eerbiedwaardige namen als “school” en “college” zich evengoed Instituut voor Tekstverdraaiïng en Vervalsing” konden noemen. Het verhaal was voor mij ook enorm herkenbaar. Ik heb verschillende keren zwaar in de clinch gelegen (alles terugvindbaar via google en usenet) met creationisten over het boek Genesis. Misschien staat er wel een fout in! Hoe kan God op de derde dag “groene planten” geschapen hebben, als hij pas op de vierde dag de Zon schept? Hmmmm?
En weet je wat er toen gebeurde? Een enorm kronkel- en bochtenwerk om te “bewijzen” dat God “eigenlijk” de zon en de maan al op de eerste dag had geschapen. Echt waar! Ik weet zeker dat die “argumenten” ook allemaal afkomstig zijn uit “scholen” en “colleges” en dat je, als je het echt wil weten, ze allemaal op een wip terugvindt.
Ik kan het niet echt weten, maar ik zou weddenschappen afsluiten dat je in die kringen hopen mensen vindt die zich beklagen over het fundamentalisme van, bijvoorbeeld, de Islam. Ze kennen het verhaal van de splinter en de balk, hoor, ze passen het alleen niet op de juiste mensen toe.
-------------------------------------------
(1) Ehrman, Misquoting Jezus, The Story Behind Who Changed the bible and Why, 2,005.
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/geef-aan-de-keizer.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/de-historische-jezus.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/de-parabel-van-de-overspelige-vrouw.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/01/wordt-saddam-heilig-verklaard.html
woensdag 15 augustus 2007
Baby Thomas lacht
We zagen het al ruim een week aankomen: de grimassen die pas geboren baby's trekken begonnen minder en minder toevallig op lachjes te gelijken, en meer en meer deed hij zijn best om zich gezicht in de plooi te trekken als hij ons zag. Sinds enkele dagen is er geen enkele twijfel meer aan. Hij herkent ons, en als hij ons ziet lacht hij.
Ook zegt hij "arreu" als hij tevreden is. Toen peuter Sarah nog baby Sarah was, en zeven weken oud, deed ze precies hetzelfde. Maar Sarah sliep met vijf weken de hele nacht door, en Thomas wordt nog altijd één keer wakker.
Hoe dan ook: Hij Lacht.
Ook zegt hij "arreu" als hij tevreden is. Toen peuter Sarah nog baby Sarah was, en zeven weken oud, deed ze precies hetzelfde. Maar Sarah sliep met vijf weken de hele nacht door, en Thomas wordt nog altijd één keer wakker.
Hoe dan ook: Hij Lacht.
maandag 13 augustus 2007
Omsingeling
Baby Thomas ligt in de arm van papa verzaligd aan een flesje te drinken. Peuter Sarah heeft ook behoefte aan aandacht, en komt met haar pop zo hard ze kan op het het hoofdje van baby Thomas timmeren. Baby Thomas knippert met zijn oogjes.
Baby Thomas die met zijn oogjes knippert, dat is het Thomale equivalent van een 10 op de schaal van Richter. Peuter Sarah wordt vriendelijk maar beslist gewezen op de nadelen van haar handelwijze.
Peuter Sarah trekt zich twee stapjes terug. Met grote oogjes staat ze rond te kijken. Dan begint ze onopvallend, terwijl ze af en toe steelse blikken op papa werpt, langs de rand van een langwerpig tafeltje te schuifelen. Als ze dat tafeltje helemaal zou volgen, bereikt ze langs de andere kant opnieuw de zetel waarin papa zit, die op zijn beurt Thomas op zijn arm heeft, die op zijn beurt melkske zit te drinken.
Peuter Sarah staat op het punt iets belangrijks te ontdekken. Iemand die meerdere jaren in clubverband go heeft gespeeld, kan je niet zo gemakkelijk omsingelen zonder dat hij iets in de gaten heeft.
Mis, poes.
Baby Thomas die met zijn oogjes knippert, dat is het Thomale equivalent van een 10 op de schaal van Richter. Peuter Sarah wordt vriendelijk maar beslist gewezen op de nadelen van haar handelwijze.
Peuter Sarah trekt zich twee stapjes terug. Met grote oogjes staat ze rond te kijken. Dan begint ze onopvallend, terwijl ze af en toe steelse blikken op papa werpt, langs de rand van een langwerpig tafeltje te schuifelen. Als ze dat tafeltje helemaal zou volgen, bereikt ze langs de andere kant opnieuw de zetel waarin papa zit, die op zijn beurt Thomas op zijn arm heeft, die op zijn beurt melkske zit te drinken.
Peuter Sarah staat op het punt iets belangrijks te ontdekken. Iemand die meerdere jaren in clubverband go heeft gespeeld, kan je niet zo gemakkelijk omsingelen zonder dat hij iets in de gaten heeft.
Mis, poes.
zaterdag 11 augustus 2007
Ook creationisten kunnen goede vragen stellen
De lezer van Speels maar Serieus weet al langer dat ik van creationisten geen erg hoge dunk heb. Maar in het kader van moderne (nu, ja...) kennistheorie (1) mag iedereen op welke basis ook (dus ook religieus fanatisme) vragen stellen, en niets sluit a priori uit dat het wel degelijk om goede vragen gaat.
Bijvoorbeeld, toen iemand opmerkte dat het erg oppervlakkig was om op basis van een serie fossielen te concluderen tot iets alomvattends als de evolutietheorie, toen had die natuurlijk volkomen gelijk. Zijn opmerking was zelfs een heel goede beschrijving van de toestand in pakweg het jaar 1,800. Er waren allerlei reeksen fossielen, en het was opgevallen (2) dat ze een netjes evoluerende reeks zouden vormen, indien ze ook nog chronologisch in een bepaalde volgorde zouden passen.
Maar omdat er geen enkele manier was om die chronologie te checken, en omdat er geen enkel mechanisme bekend was dat kon maken dat organismen zouden evolueren, was elk evolutiedenken niets meer dan een woest idee. Zoals mijn gesprekspartner zei, het zou zijn alsof je op basis van enkele oude puzzelstukjes, nog wel verkleurd, beweerde te kunnen zeggen van welk schilderij de puzzel een afbeelding was.
Die kritiek was volkomen terecht in het jaar 1,800. Maar in het jaar 1,859 veranderde het plaatje: met de publicatie van Darwins The Origin of Species was er wel een mechanisme dat verklaarde hoe soorten konden evolueren. Het was, in onze analogie, alsof bekend werd gemaakt dat er ooit een grote puzzel was verloren gegaan die het schilderij De Kruisafneming voorstelde, en nu de vraag was van wat voor schilderij die paar stukjes toch afkomstig konden zijn. De Kruisafneming was nu heel wat minder absurd als hypothese, nietwaar? En als je nog een paar kleuren op de stukjes kon herkennen, en ze klopten wel degelijk met bepaalde patronen die er konden opstaan indien het werkelijk om dat schilderij ging, dan hielp dat ook, niet?
Nog een halve tot een hele eeuw later werd het mogelijk om fossielen alsnog chronologisch te dateren. Het was alsof we ineens in staat waren op onze gevonden puzzelstukjes ook nog de coördinaten af te lezen. We hebben er misschien maar tien van de duizend, maar het bevat, bijvoorbeeld, het stukje van de tiende rij en de éénenveertigste lijn. En iets dergelijks geldt ook voor de negen andere stukjes die we hebben. Dus nu kunnen we naar een afbeelding van De Kruisafneming kijken, nagaan waar de stukjes horen die we hebben gevonden, en zien of het kleurenpatroon klopt met hoe het er moet uitzien indien het inderdaad om stukjes van De Kruisafneming gaat.
Aangezien de fossielen de laatste eeuw in grote meerderheid chronologisch blijken te kloppen met de evolutietheorie, is het alsof we onze tien stukjes met het schilderij hebben vergeleken, en vaststelden dat ze er allemaal inderdaad precies zo uitzien als ze er moesten uitzien.
En dus had de creationist best een heel goede vraag gesteld: wat is eigenlijk het “wetenschappelijk” statuut van een theorie als de evolutietheorie? En zijn vraag was niet zo absurd dat het niet correct een heel preciese toestand uitdrukte. Alleen was het een toestand die intussen twee eeuwen verouderd was. De vraag was heel interessant omdat het ons toeliet ons nauwkeurig af te vragen wat de waarde was van de analogie, en hoe een correcte analogie er vandaag zou uitzien. Natuurlijk, op dat punt raakte de creationist nooit: hij begon meteen te zoeken naar redenen waarom de analogie met het schilderij, waarover hij nochtans zelf begonnen was, ineens niet langer geldig was.
Maar dat neemt niet weg dat het een goede, interessante vraag was. Waarmee we weer bij het filosofisch beginpunt zijn. Het doet er niet toe vanuit welke achtergrond je je vragen stelt. Het gaat pas mis als je vanuit je achtergrond eisen gaat stellen aan de antwoorden die je wil krijgen.
-----------------------------------------
(1) Bijvoorbeeld, Popper, en nog veel uitgesprokener, Feyerabend
(2) als ik me goed herinner: aan iemand als Cuvier
Bijvoorbeeld, toen iemand opmerkte dat het erg oppervlakkig was om op basis van een serie fossielen te concluderen tot iets alomvattends als de evolutietheorie, toen had die natuurlijk volkomen gelijk. Zijn opmerking was zelfs een heel goede beschrijving van de toestand in pakweg het jaar 1,800. Er waren allerlei reeksen fossielen, en het was opgevallen (2) dat ze een netjes evoluerende reeks zouden vormen, indien ze ook nog chronologisch in een bepaalde volgorde zouden passen.
Maar omdat er geen enkele manier was om die chronologie te checken, en omdat er geen enkel mechanisme bekend was dat kon maken dat organismen zouden evolueren, was elk evolutiedenken niets meer dan een woest idee. Zoals mijn gesprekspartner zei, het zou zijn alsof je op basis van enkele oude puzzelstukjes, nog wel verkleurd, beweerde te kunnen zeggen van welk schilderij de puzzel een afbeelding was.
Die kritiek was volkomen terecht in het jaar 1,800. Maar in het jaar 1,859 veranderde het plaatje: met de publicatie van Darwins The Origin of Species was er wel een mechanisme dat verklaarde hoe soorten konden evolueren. Het was, in onze analogie, alsof bekend werd gemaakt dat er ooit een grote puzzel was verloren gegaan die het schilderij De Kruisafneming voorstelde, en nu de vraag was van wat voor schilderij die paar stukjes toch afkomstig konden zijn. De Kruisafneming was nu heel wat minder absurd als hypothese, nietwaar? En als je nog een paar kleuren op de stukjes kon herkennen, en ze klopten wel degelijk met bepaalde patronen die er konden opstaan indien het werkelijk om dat schilderij ging, dan hielp dat ook, niet?
Nog een halve tot een hele eeuw later werd het mogelijk om fossielen alsnog chronologisch te dateren. Het was alsof we ineens in staat waren op onze gevonden puzzelstukjes ook nog de coördinaten af te lezen. We hebben er misschien maar tien van de duizend, maar het bevat, bijvoorbeeld, het stukje van de tiende rij en de éénenveertigste lijn. En iets dergelijks geldt ook voor de negen andere stukjes die we hebben. Dus nu kunnen we naar een afbeelding van De Kruisafneming kijken, nagaan waar de stukjes horen die we hebben gevonden, en zien of het kleurenpatroon klopt met hoe het er moet uitzien indien het inderdaad om stukjes van De Kruisafneming gaat.
Aangezien de fossielen de laatste eeuw in grote meerderheid chronologisch blijken te kloppen met de evolutietheorie, is het alsof we onze tien stukjes met het schilderij hebben vergeleken, en vaststelden dat ze er allemaal inderdaad precies zo uitzien als ze er moesten uitzien.
En dus had de creationist best een heel goede vraag gesteld: wat is eigenlijk het “wetenschappelijk” statuut van een theorie als de evolutietheorie? En zijn vraag was niet zo absurd dat het niet correct een heel preciese toestand uitdrukte. Alleen was het een toestand die intussen twee eeuwen verouderd was. De vraag was heel interessant omdat het ons toeliet ons nauwkeurig af te vragen wat de waarde was van de analogie, en hoe een correcte analogie er vandaag zou uitzien. Natuurlijk, op dat punt raakte de creationist nooit: hij begon meteen te zoeken naar redenen waarom de analogie met het schilderij, waarover hij nochtans zelf begonnen was, ineens niet langer geldig was.
Maar dat neemt niet weg dat het een goede, interessante vraag was. Waarmee we weer bij het filosofisch beginpunt zijn. Het doet er niet toe vanuit welke achtergrond je je vragen stelt. Het gaat pas mis als je vanuit je achtergrond eisen gaat stellen aan de antwoorden die je wil krijgen.
-----------------------------------------
(1) Bijvoorbeeld, Popper, en nog veel uitgesprokener, Feyerabend
(2) als ik me goed herinner: aan iemand als Cuvier
donderdag 9 augustus 2007
Weer zware storm in de financiële markten
Goed een half jaar geleden schreef ik een post over hoe de Westerse beurzen zich zorgen maakten over Chinese beursperikelen en het Iraanse kernwapenprogramma, en onder de vrolijke titel "geen paniek!" (1) wees ik er op dat we daar allemaal maar niet teveel belang aan moesten hechten.
Vandaag was het weer serieus gerommel in de markten. Het is sinds enige tijd zo, maar omdat ik met babyverlof was heb ik er niet veel naar gekeken. De lezer raadt het al: als je niet kan geeuwen wanneer je aandeel een paar percent (jaja, soms ook tien en twintig) verliest moet je misschien een belegging in Het Spaarboekje overwegen.
En dus zat ik er vandaag weer met mijn armen over elkaar geslagen naar te kijken en te denken van "hop, het is weer paniek". Let wel, laat er geen misverstand over bestaan, als ik een collega tegen het lijf loop die zucht van "het is vandaag erg moeilijk voor ons, er zijn nergens prijzen te krijgen", dan doe ik daar absoluut niet denigrerend over, integendeel. Het verschil tussen de collega die geen prijzen kan krijgen en de paniekerende belegger is dat de collega op dat moment die prijzen nodig heeft, terwijl wat de paniekerende belegger nodig heeft een groot stuk chocolade, of zoiets, is.
Toch geef ik even mee dat deze keer tenminste de reden van al dat gerommel redelijk is. Om te weten dat de Amerikanen al een hele tijd serieus op krediet leven volstaat het dat je de laatste paar jaar af en toe een serieuze krant had gelezen. Leven op krediet hoeft absoluut niet fout te zijn, als je (a) dat krediet waard bent, en (b) de kredietgevers dat krediet blijven geven.
Maar met de stijging van de rentevoeten zien die twee verhalen er ineens heel anders uit. We weten niet werkelijk in welke mate dat aangetast Amerikaans krediet zich kan ontwikkelen in een gigantische financiële storm, en juist omdat het risico bestaat zijn een hoop mensen nu bereid te verkopen aan prijzen die tien percent en meer lager liggen dan de prijzen waartegen ze twee maand geleden niet genoeg konden kopen.
We weten dat dus niet. Maar ikzelf geloof er niet in, in die zware storm. Oh, zware correcties, overdrijvende markten, stijgende rentes, onzekerheid enzovoort: daar geloof ik natuurlijk wel in. Maar zelf geloof ik niet dat de huidige kredietperikelen de stabiliteit van het systeem kan en zal aantasten. Onder het motto "als je geschoren wordt moet je stilzitten" verkoop ik juist niks, en als iedereen dat voorbeeld zou volgen was de markt meteen weer kalm!
(Grapje, jongens, grapje!)
In elk geval: ik kan het ook mis hebben. Het leuke van markten is dat je het niet kan weten. En als iemand het wist, zou die het zeer zeker niet zeggen: maar dat had ik al gezegd (2).
---------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/beurscorrectie-geen-paniek.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/financile-voorspellingen.html
Vandaag was het weer serieus gerommel in de markten. Het is sinds enige tijd zo, maar omdat ik met babyverlof was heb ik er niet veel naar gekeken. De lezer raadt het al: als je niet kan geeuwen wanneer je aandeel een paar percent (jaja, soms ook tien en twintig) verliest moet je misschien een belegging in Het Spaarboekje overwegen.
En dus zat ik er vandaag weer met mijn armen over elkaar geslagen naar te kijken en te denken van "hop, het is weer paniek". Let wel, laat er geen misverstand over bestaan, als ik een collega tegen het lijf loop die zucht van "het is vandaag erg moeilijk voor ons, er zijn nergens prijzen te krijgen", dan doe ik daar absoluut niet denigrerend over, integendeel. Het verschil tussen de collega die geen prijzen kan krijgen en de paniekerende belegger is dat de collega op dat moment die prijzen nodig heeft, terwijl wat de paniekerende belegger nodig heeft een groot stuk chocolade, of zoiets, is.
Toch geef ik even mee dat deze keer tenminste de reden van al dat gerommel redelijk is. Om te weten dat de Amerikanen al een hele tijd serieus op krediet leven volstaat het dat je de laatste paar jaar af en toe een serieuze krant had gelezen. Leven op krediet hoeft absoluut niet fout te zijn, als je (a) dat krediet waard bent, en (b) de kredietgevers dat krediet blijven geven.
Maar met de stijging van de rentevoeten zien die twee verhalen er ineens heel anders uit. We weten niet werkelijk in welke mate dat aangetast Amerikaans krediet zich kan ontwikkelen in een gigantische financiële storm, en juist omdat het risico bestaat zijn een hoop mensen nu bereid te verkopen aan prijzen die tien percent en meer lager liggen dan de prijzen waartegen ze twee maand geleden niet genoeg konden kopen.
We weten dat dus niet. Maar ikzelf geloof er niet in, in die zware storm. Oh, zware correcties, overdrijvende markten, stijgende rentes, onzekerheid enzovoort: daar geloof ik natuurlijk wel in. Maar zelf geloof ik niet dat de huidige kredietperikelen de stabiliteit van het systeem kan en zal aantasten. Onder het motto "als je geschoren wordt moet je stilzitten" verkoop ik juist niks, en als iedereen dat voorbeeld zou volgen was de markt meteen weer kalm!
(Grapje, jongens, grapje!)
In elk geval: ik kan het ook mis hebben. Het leuke van markten is dat je het niet kan weten. En als iemand het wist, zou die het zeer zeker niet zeggen: maar dat had ik al gezegd (2).
---------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/beurscorrectie-geen-paniek.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/financile-voorspellingen.html
woensdag 8 augustus 2007
Kosmologische Natuurlijke Selectie
Een paar weken geleden verwees ik naar kosmoloog Lee Smolin, die van een aantal grote filosofische vragen zegt wat de wetenschap ervan denkt, en zich van een aantal grote wetenschappelijke problemen afvraagt of de filosofie er iets van zegt (1). Sommige vragen gingen over hoe ons universum heel preciese kenmerken heeft die heel anders konden zijn, terwijl geringe wijzigingen in die kenmerken vermoedelijk tot veel minder complexe universa hadden geleid. Bijvoorbeeld zonder sterren, en bijgevolg geen leven, enzovoort.
De combinatie van factoren die allemaal moeten staan op het punt waar ze ook werkelijk staan, is zodanig dat het Smolin doet denken aan een analoog probleem. Als je een levend wezen bekijkt zie je dat het bestaat uit dezelfde bouwstenen als de rest van de planeet, maar dat veel structuren en mechanismen zo fijn afgesteld zijn dat je onmogelijk op “toeval” kan beroep doen. En aangezien een beroep op “hogere machten” er alleen op zeer oppervlakkig niveau aantrekkelijk uitziet (2), vindt hij interessant dat de biologie daar een theorie voor heeft die géén beroep doet op toeval, en die ook géén beroep doet op hogere machten.
Die theorie is de evolutietheorie. Het mechanisme dat die verklaring geeft is “natuurlijke selectie” (3). Aangezien dat mechanisme zeer “onwaarschijnlijke” toestanden kan verklaren, kijkt Smolin hoever hij geraakt, wanneer hij probeert er de “onwaarschijnlijke” eigenschappen van ons universum mee te verklaren. (Merk op: dat is pure “metafysica”, en Smolin zegt dat zelf ook, maar het is nog altijd een stuk interessanter dan “Odin heeft het zo in elkaar gezet”.)
Het mechanisme heeft nodig: “variatie”, “erfelijkheid” en “selectie”. Per analogie is een universum lid van een populatie, en maakt copieën van zichzelf. Het mechanisme dat uit een universum een nieuw universum doet ontspruiten is een zwart gat. Wat voor ons een ontoegankelijke regio van het universum is, ziet er aan “de andere kant” uit als een nieuwe Big Bang. Elk universum uit de populatie, voortgekomen uit zijn eigen zwart gat/Big Bang, heeft licht verschillende kenmerken: variatie. Bij het maken van copieën van zichzelf moeten die kenmerken (steeds licht verschillend) worden doorgegeven aan de copie : erfelijkheid. En tenslotte is er selectie. Niet alle universa maken evenveel copieën. Dat laatste moet afhankelijk zijn van die variërende kenmerken, dus van de parameters die Smolin zo onwaarschijnlijk vond.
Lijkt het wartaal? Als ik het “science fiction” noem – bent u, lezer, één van die mensen die Jack Vance verder leest als er een “Jarnell intersplits” in voorkomt – zou dat dan helpen? Of als ik het “metafysica” noem: bent u, lezer, iemand die zou gaan persjonkelen (4) als uw ouders, school en hele cultuur u hadden wijsgemaakt dat dat moest? In beide gevallen, indien het antwoord “ja” is, waarom zouden we dan Smolin niet verder lezen? Al wat hij doet is een logica (“natuurlijke selectie”) die zijn waarde dubbel en dik heeft bewezen toepassen op een ander domein.
Aangezien het aantal sterren in een universum bepaalt hoeveel zwarte gaten er ontstaan, produceren universa met meer sterren ook meer zwarte gaten (en dus meer nieuwe universa) dan universa waar de parameters minder sterren toelaten. De universa waarvan de parameters zodanig zijn dat ze veel sterren, en dus zwarte gaten, vertonen zullen met verloop van tijd erg in de meerderheid raken. En omdat ze, op kleine wijzigingen na, hun eigen kenmerken doorgeven, moeten er na verloop van enkele generaties veel meer universa in de populatie zijn met parameters die sterren en zwarte gaten mogelijk maken, dan andere universa. Universa zoals dat van ons, zeg maar.
En nogmaals, heel dit verhaal dient alleen om de logica ervan te onderzoeken. We doen dat niet omdat er de geringste aanwijzing bestaat dat het ook werkelijk zo is. Niemand, Smolin zelf op kop, probeert hier ook maar het minste wetenschappelijk statuut aan te geven: het – is – science – fiction. Het punt is, waar dit wetenschappelijk gesproken slechts aan de minimale voorwaarden van sérieux beantwoordt (het is niet logisch in tegenspraak met zichzelf), denkt Smolin filosofisch gesproken in een belangrijk examen te slagen. Smolin denkt dat zijn “theorie” kan falsifiëerbaar gemaakt worden (5)!
(In feite heb ik daar sinds 1,997 nog zo weinig van gehoord dat ik aanneem dat de theorie sindsdien wellicht gefalsifiëerd is, zonder dat Smolin mij dat noodzakelijk gemaild heeft.)
Immers, ons kosmologisch onderzoek komt er op neer dat we één welbepaald lid uit een grote populatie bestuderen. Maar als we uit een grote populatie willekeurig één exemplaar uitpikken, dan is de kans evenredig groot dat dat exemplaar een typisch lid is van die populatie. Als er een groep van duizend schapen is, waarvan één zwart, dan is de kans dat je geblinddoekt tegen een wit schaap loopt veel groter dan dat je juist op dat zwart geval botst. Nu kunnen we vanzelfsprekend niet controleren of er werkelijk heel veel universa bestaan, en evenmin of zwarte gaten een soort voortplantingsorganen van universa zijn. Maar we kunnen wel nagaan of het klopt dat de parameters van dat “typisch universum” zich bevinden op of rond het punt waar ze zich moeten bevinden, indien de theorie van de “kosmologische natuurlijke selectie” waar is.
Als er géén verband was tussen de parameters en de productie van sterren (als het feit dat ons universum sterren produceert stom toeval was), dan zal ruwweg de helft van de parameters die dat beïnvloeden, bij redelijke wijzigingen, een negatieve invloed uitoefenen op de productie van sterren, terwijl de andere helft na wijziging een positieve invloed zou hebben. Maar als er een verband was zoals de theorie beschrijft mogen er nauwelijks of geen parameters zijn waarvan je de waarden mag veranderen, zonder dat de productie van sterren instort. In die theorie is ons universum immers een met zeer grote waarschijnlijkheid gekozen standaardexemplaar, dat de nakomeling is van een universum dat zwarte gaten maximalizeert.
Volgens Smolin laat de huidige stand van de technologie toe een zestal van de in totaal 40 factoren te checken, en voor alle zes geldt dat ze zich dicht bevinden bij het punt waar aantallen sterren gemaximalizeerd worden. Laat me er nogmaals aan herinneren: dat bewijst van geen kanten de theorie, dat toont alleen dat de theorie falsifiëerbaar is. De uitkomst had heel anders kunnen zijn, of de uitkomst kan later heel anders zijn voor nog meer tests die praktisch mogelijk worden.
Intussen heeft Smolin een filosofisch geldige theorie, waarover we nog heel weinig kunnen zeggen, maar die wel zou verklaren waarom al die parameters met zulke onwaarschijnlijke precisie staan op het punt waar ze sterren, en dus leven, en dus onszelf mogelijk maken. Zonder dat er hogere machten in het spel zijn, en zonder dat we domweg moeten zeggen dat het “toeval” is. Tof, hé?
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/vragen-allemaal-vragen.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/het-falen-van-de-hogere-machten.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten-3.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/04/persjonkelen.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/04/de-metafyscia-van-het-persjonkelen.html
(5) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/de-wetenschappelijke-methode.html
De combinatie van factoren die allemaal moeten staan op het punt waar ze ook werkelijk staan, is zodanig dat het Smolin doet denken aan een analoog probleem. Als je een levend wezen bekijkt zie je dat het bestaat uit dezelfde bouwstenen als de rest van de planeet, maar dat veel structuren en mechanismen zo fijn afgesteld zijn dat je onmogelijk op “toeval” kan beroep doen. En aangezien een beroep op “hogere machten” er alleen op zeer oppervlakkig niveau aantrekkelijk uitziet (2), vindt hij interessant dat de biologie daar een theorie voor heeft die géén beroep doet op toeval, en die ook géén beroep doet op hogere machten.
Die theorie is de evolutietheorie. Het mechanisme dat die verklaring geeft is “natuurlijke selectie” (3). Aangezien dat mechanisme zeer “onwaarschijnlijke” toestanden kan verklaren, kijkt Smolin hoever hij geraakt, wanneer hij probeert er de “onwaarschijnlijke” eigenschappen van ons universum mee te verklaren. (Merk op: dat is pure “metafysica”, en Smolin zegt dat zelf ook, maar het is nog altijd een stuk interessanter dan “Odin heeft het zo in elkaar gezet”.)
Het mechanisme heeft nodig: “variatie”, “erfelijkheid” en “selectie”. Per analogie is een universum lid van een populatie, en maakt copieën van zichzelf. Het mechanisme dat uit een universum een nieuw universum doet ontspruiten is een zwart gat. Wat voor ons een ontoegankelijke regio van het universum is, ziet er aan “de andere kant” uit als een nieuwe Big Bang. Elk universum uit de populatie, voortgekomen uit zijn eigen zwart gat/Big Bang, heeft licht verschillende kenmerken: variatie. Bij het maken van copieën van zichzelf moeten die kenmerken (steeds licht verschillend) worden doorgegeven aan de copie : erfelijkheid. En tenslotte is er selectie. Niet alle universa maken evenveel copieën. Dat laatste moet afhankelijk zijn van die variërende kenmerken, dus van de parameters die Smolin zo onwaarschijnlijk vond.
Lijkt het wartaal? Als ik het “science fiction” noem – bent u, lezer, één van die mensen die Jack Vance verder leest als er een “Jarnell intersplits” in voorkomt – zou dat dan helpen? Of als ik het “metafysica” noem: bent u, lezer, iemand die zou gaan persjonkelen (4) als uw ouders, school en hele cultuur u hadden wijsgemaakt dat dat moest? In beide gevallen, indien het antwoord “ja” is, waarom zouden we dan Smolin niet verder lezen? Al wat hij doet is een logica (“natuurlijke selectie”) die zijn waarde dubbel en dik heeft bewezen toepassen op een ander domein.
Aangezien het aantal sterren in een universum bepaalt hoeveel zwarte gaten er ontstaan, produceren universa met meer sterren ook meer zwarte gaten (en dus meer nieuwe universa) dan universa waar de parameters minder sterren toelaten. De universa waarvan de parameters zodanig zijn dat ze veel sterren, en dus zwarte gaten, vertonen zullen met verloop van tijd erg in de meerderheid raken. En omdat ze, op kleine wijzigingen na, hun eigen kenmerken doorgeven, moeten er na verloop van enkele generaties veel meer universa in de populatie zijn met parameters die sterren en zwarte gaten mogelijk maken, dan andere universa. Universa zoals dat van ons, zeg maar.
En nogmaals, heel dit verhaal dient alleen om de logica ervan te onderzoeken. We doen dat niet omdat er de geringste aanwijzing bestaat dat het ook werkelijk zo is. Niemand, Smolin zelf op kop, probeert hier ook maar het minste wetenschappelijk statuut aan te geven: het – is – science – fiction. Het punt is, waar dit wetenschappelijk gesproken slechts aan de minimale voorwaarden van sérieux beantwoordt (het is niet logisch in tegenspraak met zichzelf), denkt Smolin filosofisch gesproken in een belangrijk examen te slagen. Smolin denkt dat zijn “theorie” kan falsifiëerbaar gemaakt worden (5)!
(In feite heb ik daar sinds 1,997 nog zo weinig van gehoord dat ik aanneem dat de theorie sindsdien wellicht gefalsifiëerd is, zonder dat Smolin mij dat noodzakelijk gemaild heeft.)
Immers, ons kosmologisch onderzoek komt er op neer dat we één welbepaald lid uit een grote populatie bestuderen. Maar als we uit een grote populatie willekeurig één exemplaar uitpikken, dan is de kans evenredig groot dat dat exemplaar een typisch lid is van die populatie. Als er een groep van duizend schapen is, waarvan één zwart, dan is de kans dat je geblinddoekt tegen een wit schaap loopt veel groter dan dat je juist op dat zwart geval botst. Nu kunnen we vanzelfsprekend niet controleren of er werkelijk heel veel universa bestaan, en evenmin of zwarte gaten een soort voortplantingsorganen van universa zijn. Maar we kunnen wel nagaan of het klopt dat de parameters van dat “typisch universum” zich bevinden op of rond het punt waar ze zich moeten bevinden, indien de theorie van de “kosmologische natuurlijke selectie” waar is.
Als er géén verband was tussen de parameters en de productie van sterren (als het feit dat ons universum sterren produceert stom toeval was), dan zal ruwweg de helft van de parameters die dat beïnvloeden, bij redelijke wijzigingen, een negatieve invloed uitoefenen op de productie van sterren, terwijl de andere helft na wijziging een positieve invloed zou hebben. Maar als er een verband was zoals de theorie beschrijft mogen er nauwelijks of geen parameters zijn waarvan je de waarden mag veranderen, zonder dat de productie van sterren instort. In die theorie is ons universum immers een met zeer grote waarschijnlijkheid gekozen standaardexemplaar, dat de nakomeling is van een universum dat zwarte gaten maximalizeert.
Volgens Smolin laat de huidige stand van de technologie toe een zestal van de in totaal 40 factoren te checken, en voor alle zes geldt dat ze zich dicht bevinden bij het punt waar aantallen sterren gemaximalizeerd worden. Laat me er nogmaals aan herinneren: dat bewijst van geen kanten de theorie, dat toont alleen dat de theorie falsifiëerbaar is. De uitkomst had heel anders kunnen zijn, of de uitkomst kan later heel anders zijn voor nog meer tests die praktisch mogelijk worden.
Intussen heeft Smolin een filosofisch geldige theorie, waarover we nog heel weinig kunnen zeggen, maar die wel zou verklaren waarom al die parameters met zulke onwaarschijnlijke precisie staan op het punt waar ze sterren, en dus leven, en dus onszelf mogelijk maken. Zonder dat er hogere machten in het spel zijn, en zonder dat we domweg moeten zeggen dat het “toeval” is. Tof, hé?
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/vragen-allemaal-vragen.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/het-falen-van-de-hogere-machten.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten-3.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/04/persjonkelen.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/04/de-metafyscia-van-het-persjonkelen.html
(5) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/de-wetenschappelijke-methode.html
dinsdag 7 augustus 2007
Heel kleine vliegjes
We hebben ze het eerst gezien vorig jaar in de vroege herfst: oktober was als ik me goed herinner een heel zachte maand. In de keuken zaten heel kleine vliegjes, met tientallen tegelijk. Normaal bestrijd je dat een beetje door op te passen met kruimeltjes en zo, maar in ons geval... We hadden een baby van goed een jaar oud, en baby's eten fruitpap, en dus lag hier veel fruit, en dat was waar ook de vliegjes zaten. Dat, en de zachte temperatur, natuurlijk.
En de laatste tijd zitten ze hier weer. Nog steeds vooral bij de fruitmand: ik neem aan dat het fruitvliegjes zijn, maar dat is geen excuus: we zitten er toch maar mee.
Ik besef dat het volgende geen wereldschokkende ontdekking zal geweest zijn, maar wij hebben het ook maar bij toeval ontdekt, en dus zijn er misschien nog mensen die er iets aan hebben. Als je een fles wijn leeg hebt en je laat die open staan, met een klein restje wijn er in, vlak bij de fruitmand, dan trekt dat fruitvliegjes aan zoals, zoals... enfin, ze gaan er in als koek.
En zoals dat gaat met insecten komen ze er niet meer uit.
Ik zeg niet dat ze er mee weg zijn. Maar ik mag zeggen, het maakt het probleem heel, heel beheersbaar. Je ziet er hoogstens nog een paar, en soms zelfs helemaal geen. De beste resultaten heb ik overigens met die eerder eenvoudige Californische wijn van Ernesto en Julio Gallo. Een kennis van me die iets van wijn kent noemde dat ooit "de coca-cola onder de wijnen", maar intussen zitten de vliegjes toch maar in hun flessen.
Terwijl, toen we hier laatst een uitstekende Saint Emilion (Puisseguin, of zoiets) hadden soldaat gemaakt, ze er met geen stokken in te krijgen waren.
En de laatste tijd zitten ze hier weer. Nog steeds vooral bij de fruitmand: ik neem aan dat het fruitvliegjes zijn, maar dat is geen excuus: we zitten er toch maar mee.
Ik besef dat het volgende geen wereldschokkende ontdekking zal geweest zijn, maar wij hebben het ook maar bij toeval ontdekt, en dus zijn er misschien nog mensen die er iets aan hebben. Als je een fles wijn leeg hebt en je laat die open staan, met een klein restje wijn er in, vlak bij de fruitmand, dan trekt dat fruitvliegjes aan zoals, zoals... enfin, ze gaan er in als koek.
En zoals dat gaat met insecten komen ze er niet meer uit.
Ik zeg niet dat ze er mee weg zijn. Maar ik mag zeggen, het maakt het probleem heel, heel beheersbaar. Je ziet er hoogstens nog een paar, en soms zelfs helemaal geen. De beste resultaten heb ik overigens met die eerder eenvoudige Californische wijn van Ernesto en Julio Gallo. Een kennis van me die iets van wijn kent noemde dat ooit "de coca-cola onder de wijnen", maar intussen zitten de vliegjes toch maar in hun flessen.
Terwijl, toen we hier laatst een uitstekende Saint Emilion (Puisseguin, of zoiets) hadden soldaat gemaakt, ze er met geen stokken in te krijgen waren.
maandag 6 augustus 2007
Pot, Ketel... En het is zéér zwart, hé.
Ik zie op de nieuwssite van Reuters een artikel dat aangekondigd wordt met de titel "Bush calls Iranian leadership big disappointment".
Hmmmmmm...
Wat nog meer?
"Bush calls Iranian leadership big disappointment"
"Belgische nationale voetbalploeg vindt dat [iemand anders] slecht speelt"
"Waalse PS verwijt [iemand anders] onbekwaamheid en corruptie"
"Hitler verwijt [iemand anders] volkerenmoord"
"Stalin klaagt over gebrek aan democratie bij [iemand anders]"
"Djenghis Khan verwijt [iemand anders] imperialisme"
"Pot verwijt [iemand anders] dat hij zwart is"
Ik weet zeker dat er nog te bedenken zijn...
Hmmmmmm...
Wat nog meer?
"Bush calls Iranian leadership big disappointment"
"Belgische nationale voetbalploeg vindt dat [iemand anders] slecht speelt"
"Waalse PS verwijt [iemand anders] onbekwaamheid en corruptie"
"Hitler verwijt [iemand anders] volkerenmoord"
"Stalin klaagt over gebrek aan democratie bij [iemand anders]"
"Djenghis Khan verwijt [iemand anders] imperialisme"
"Pot verwijt [iemand anders] dat hij zwart is"
Ik weet zeker dat er nog te bedenken zijn...
Oei, ik ben de belastingbetaler vergeten! (deel 6)
Sinds ik 18 maanden geleden een postje had geplaatst, waarin ik signaleerde dat de Europese rente op 50 jaar 4.00 percent stond, en dat ik dat belachelijk laag vond, kom ik haast zonder mankeren rond de derde van elk kwartaal op dat verhaal terug. Immers, ik verdenk onze staat - waaraan ik belastingen betaal - ervan dat ze heel veel schulden hebben, en dat ze die schulden op kortlopende basis financieren.
Destijds, rond 3 februari 2,006 kostte het 2.50% om geld gedurende drie maand te ontlenen. Als de staat dat geld ineens op 50 jaar had ontleend, dan had dat 1.50% méér gekost. Een pak geld op de enorme bedragen waarover we spreken. Dus verdenk ik de staat ervan dat ze dat niet gedaan hebben. Niet omdat ze dachten dat ze de schuld na drie maand zouden terugbetalen - want de hele wereld wéét dat dat niet zo is - maar eenvoudig omdat dat goedkoper was.
Alleen moet je dan wel om de drie maand je schuld hernieuwen aan het nieuw geldende tarief. Aangezien we intussen vele maanden later zijn kunnen we een lijstje opmaken met de tarieven waaraan dat dan ook gebeurd is. Hier is het lijstje van drie maand geleden:
Feb 06: 2.50%
Mei 06: 2.86%
Aug 06: 3.17%
Nov 06: 3.55%
Feb 07: 3.79%
Mei 07: 4.03%
En daar voeg ik (met één werkdag vertraging) aan toe:
Aug 07: 4.30%
Een vlugge berekening leert dat de overheid die destijds mijn raad had opgevolgd voor een bedrag van 100 miljoen euro (een peulschil in dit soort onderwerpen) en nu aan 4.00% aan het ontlenen is, vandaag, en voor het eerstvolgende kwartaal, 75,000.- euro bespaart in vergelijking met de overheid die vandaag voor drie maanden moet verlengen aan 4.30%.
Zoals ik er altijd heb bijgezegd, het eerste jaar na mijn voorstel had dat alleen maar geld gekost. En wel ongeveer een miljoen euro. Maar daar tegenover had gestaan dat wij, de staat, en dus de belastingbetalers, nooit aan meer dan 4.00% hadden moeten ontlenen. Een verzekering, zeg maar, en verzekeringen kosten nu eenmaal een premie.
Dus waar ik de staat van verdenk, is dat ze beslist hebben dat miljoen euro niet te betalen (niemand wist overigens dat het een miljoen euro zou kosten; ook die onzekerheid moet een deel van het verhaal zijn) omdat ze liever "vandaag" mooi lijkende budgetten laten zien, dan hun eigen samenleving een langdurige voordelige financiële situatie te geven. Zij moeten immers "morgen" verkozen worden, en de kosten van hun "beleid" zullen pas later blijken.
Bijvoorbeeld: 18 maanden later, wanneer de socialistische minister van begroting al lang weer is weggestemd.
Let wel, ik kan het mis hebben met al die verdenkingen! Het is best mogelijk dat de overheid perfect in staat is ons tabellen te tonen, met daarin hoeveelheden schuld op korte, lange, en zeer lange periodes, vergezegd van de bijhorende interesten, en dat daaruit zou blijken dat ze een heel gezond financiëel beheer hebben gevoerd. Tot nog toe hebben ze dat niet gedaan. Het kan zijn dat dat komt omdat ze dat niet kunnen, en dat mijn verdenkingen waar zijn. Te vrezen valt evenwel dat ze Speels maar Serieus niet lezen...
--------------------------------------------
Ik geef maar even het pak voorgaande url's mee:
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/een-belastingbetaler-wil-weten.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/een-belastingbetaler-wil-weten-deel-2.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/een-belastingbetaler-wil-weten-deel-3.html
EN: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/een-belastingbetaler-wil-weten-deel-4.html
EN: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/een-belastingbetaler-wil-weten-deel-5.html
Destijds, rond 3 februari 2,006 kostte het 2.50% om geld gedurende drie maand te ontlenen. Als de staat dat geld ineens op 50 jaar had ontleend, dan had dat 1.50% méér gekost. Een pak geld op de enorme bedragen waarover we spreken. Dus verdenk ik de staat ervan dat ze dat niet gedaan hebben. Niet omdat ze dachten dat ze de schuld na drie maand zouden terugbetalen - want de hele wereld wéét dat dat niet zo is - maar eenvoudig omdat dat goedkoper was.
Alleen moet je dan wel om de drie maand je schuld hernieuwen aan het nieuw geldende tarief. Aangezien we intussen vele maanden later zijn kunnen we een lijstje opmaken met de tarieven waaraan dat dan ook gebeurd is. Hier is het lijstje van drie maand geleden:
Feb 06: 2.50%
Mei 06: 2.86%
Aug 06: 3.17%
Nov 06: 3.55%
Feb 07: 3.79%
Mei 07: 4.03%
En daar voeg ik (met één werkdag vertraging) aan toe:
Aug 07: 4.30%
Een vlugge berekening leert dat de overheid die destijds mijn raad had opgevolgd voor een bedrag van 100 miljoen euro (een peulschil in dit soort onderwerpen) en nu aan 4.00% aan het ontlenen is, vandaag, en voor het eerstvolgende kwartaal, 75,000.- euro bespaart in vergelijking met de overheid die vandaag voor drie maanden moet verlengen aan 4.30%.
Zoals ik er altijd heb bijgezegd, het eerste jaar na mijn voorstel had dat alleen maar geld gekost. En wel ongeveer een miljoen euro. Maar daar tegenover had gestaan dat wij, de staat, en dus de belastingbetalers, nooit aan meer dan 4.00% hadden moeten ontlenen. Een verzekering, zeg maar, en verzekeringen kosten nu eenmaal een premie.
Dus waar ik de staat van verdenk, is dat ze beslist hebben dat miljoen euro niet te betalen (niemand wist overigens dat het een miljoen euro zou kosten; ook die onzekerheid moet een deel van het verhaal zijn) omdat ze liever "vandaag" mooi lijkende budgetten laten zien, dan hun eigen samenleving een langdurige voordelige financiële situatie te geven. Zij moeten immers "morgen" verkozen worden, en de kosten van hun "beleid" zullen pas later blijken.
Bijvoorbeeld: 18 maanden later, wanneer de socialistische minister van begroting al lang weer is weggestemd.
Let wel, ik kan het mis hebben met al die verdenkingen! Het is best mogelijk dat de overheid perfect in staat is ons tabellen te tonen, met daarin hoeveelheden schuld op korte, lange, en zeer lange periodes, vergezegd van de bijhorende interesten, en dat daaruit zou blijken dat ze een heel gezond financiëel beheer hebben gevoerd. Tot nog toe hebben ze dat niet gedaan. Het kan zijn dat dat komt omdat ze dat niet kunnen, en dat mijn verdenkingen waar zijn. Te vrezen valt evenwel dat ze Speels maar Serieus niet lezen...
--------------------------------------------
Ik geef maar even het pak voorgaande url's mee:
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/een-belastingbetaler-wil-weten.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/een-belastingbetaler-wil-weten-deel-2.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/een-belastingbetaler-wil-weten-deel-3.html
EN: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/een-belastingbetaler-wil-weten-deel-4.html
EN: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/een-belastingbetaler-wil-weten-deel-5.html
zondag 5 augustus 2007
De Anatomie van de Melkweg
Zoals de meeste meeste mensen wel eens overkomt werd in een bepaalde periode van mijn leven mijn aandacht getrokken door de sterrenhemel. Hagar de Verschrikkelijke drukte het uit op zijn typische manier: “die sterren zijn toch zo klein en wij zijn toch zo groot”.
Dit soort verwondering overkomt de zogenaamde “filosofen” overigens nog vaker dan minder gestoorde, fatsoenlijke mensen, zelfs als ze zich op het niveau van hobby-filosofen bevinden. Op dit punt kan ik misschien op relevante wijze een klein trucje meegeven. De lezer zal wellicht al aangevoeld hebben dat er in de wereld meer zelfverklaarde dan echte filosofen zijn, waarbij de eerste groep alleen maar probeert interessant te doen, terwijl de tweede groep af en toe interessant is. Ja, misschien doen ze zelfs geen moeite om dat laatste ook nog uit te dragen.
Het probleem is dan te weten wie behoort tot welke groep. En het kleine trucje dat ik wil meegeven, en dat zeer zeker niet waterdicht zal zijn, maar mij toch een goede benadering lijkt, is dat echte filosofen ook meer weten naarmate ze echter zijn. Let wel, zoals niet alle vogels mussen zijn is niet elke pedante kwast een “echte filosoof”. Maar ik heb het erg moeilijk me iets voor te stellen bij iemand die “nadenkt” (in de meest algemene zin), zonder over een aantal onderwerpen voldoende te weten om er ook echt over na te denken.
En dat kan je checken aan de hand van de jou bekende hobby-filosofen! De hobby-filosoof maakt slechts aanspraken op een zeer bescheiden filosofisch statuut. Overeenkomstig volstaat het dat hij een bescheiden kennisniveau haalt – maar dat moet dan ook wel - en daarvan probeert het beste te maken. En dat was precies wat me overkwam toen ik naar de sterrenhemel keek! Een beetje neuzen in de boekjes die hier staan, een beetje snuffelen op het internet, en al gauw heb je een basisidee van de structuur van het zonnestelsel bij elkaar. De planeten in de juiste volgorde, een paar ideeën over relatieve afmetingen, een paar dingen over de zon en de maan... meer hoeft dat voor hobbyfilosofen niet te zijn.
En wat je ook heel snel bijeen hebt zijn een paar ideeën rond de Big Bang en het Ontstaan van Alles, alsook de processen waardoor sterren ontstaan en zo na neutronsterren via Chandrasekhar naar zwarte gaten. So far, so good.
Maar ik had een probleem! Ik heb het trouwens nog, maar omdat het enkele jaren geleden is voel ik het niet meer zo scherp aan. Mijn interesse was gewekt door het feit dat we aan de sterrenhemel enkele duizenden sterren kunnen zien met het blote oog. Terwijl er honderd(en) miljarden sterren zijn in de melkweg. Of ook: als we een blad afdrukken met die typische pannenkoek die het uitzicht van een spiraalmelkweg (zoals de onze) vormt, dan bestrijkt op die schaal één stip met een potlood een veel groter gebied dan al die sterren die wij met het blote oog kunnen zien.
En dus raakte ik geïnteresseerd in de vraag naar de structuur van de melkweg. Spiraalarmen, sterrenhopen, gasnevels, de kern, de halo, misschien nog wat donkere materie, het kwam allemaal heel mysterieus over. Maar weet je wat er toen gebeurde? Toen ik op zoek ging naar basisinformatie over de anatomie van de melkweg, viel dat dik tegen. Ik voelde me alsof ik gemakkelijk een kaart van België (het zonnestelsel) kon vinden, alsook een wereldbol (de Big Bang), maar een kaart van Europa (de melkweg) - dat leek nergens te vinden.
Na veel zoeken, met trefwoorden als “Betelgeuze” en “Antares” vond ik op een dag een internet cursus “inleiding tot de astronomie” (of zoiets). En dat was het helemaal! Het was heel goed gedaan, met veel doorklikmogelijkheden als je dat nodig vond, met veel verschillende niveau’s en op veel verschillende schalen, en hopen tabellen, cijfers en andere gegevens (formules! wiskunde!), inclusief het typisch ontstaan en evolueren van een spiraalmelkwg. Een url met “edu” er in, van één of andere Amerikaanse universiteit. Maar op een kwade dag, nadat ik enkele maanden door de melkweg had rondgezworven, werkte de link niet langer. En als ik niet toevallig op Aarde had gezeten was ik nu gestrand in de buurt van Rigel.
Andere dingen zijn sindsdien mijn aandacht beginnen trekken, ik heb niet echt veel meer gezocht, en de toestand kan intussen alweer heel anders zijn. Misschien zoek ik er nog wel eens opnieuw één en ander over op. Maar toch: als één van die lezers die me geregeld herinnert aan hoe bescheiden het inzicht van deze hobbyfilosoof in de natuurkunde wel is, me ook een goed idee aan de hand kan doen over de anatomie van de Melkweg, hetzij boek of url, wel, dan heel graag.
Dit soort verwondering overkomt de zogenaamde “filosofen” overigens nog vaker dan minder gestoorde, fatsoenlijke mensen, zelfs als ze zich op het niveau van hobby-filosofen bevinden. Op dit punt kan ik misschien op relevante wijze een klein trucje meegeven. De lezer zal wellicht al aangevoeld hebben dat er in de wereld meer zelfverklaarde dan echte filosofen zijn, waarbij de eerste groep alleen maar probeert interessant te doen, terwijl de tweede groep af en toe interessant is. Ja, misschien doen ze zelfs geen moeite om dat laatste ook nog uit te dragen.
Het probleem is dan te weten wie behoort tot welke groep. En het kleine trucje dat ik wil meegeven, en dat zeer zeker niet waterdicht zal zijn, maar mij toch een goede benadering lijkt, is dat echte filosofen ook meer weten naarmate ze echter zijn. Let wel, zoals niet alle vogels mussen zijn is niet elke pedante kwast een “echte filosoof”. Maar ik heb het erg moeilijk me iets voor te stellen bij iemand die “nadenkt” (in de meest algemene zin), zonder over een aantal onderwerpen voldoende te weten om er ook echt over na te denken.
En dat kan je checken aan de hand van de jou bekende hobby-filosofen! De hobby-filosoof maakt slechts aanspraken op een zeer bescheiden filosofisch statuut. Overeenkomstig volstaat het dat hij een bescheiden kennisniveau haalt – maar dat moet dan ook wel - en daarvan probeert het beste te maken. En dat was precies wat me overkwam toen ik naar de sterrenhemel keek! Een beetje neuzen in de boekjes die hier staan, een beetje snuffelen op het internet, en al gauw heb je een basisidee van de structuur van het zonnestelsel bij elkaar. De planeten in de juiste volgorde, een paar ideeën over relatieve afmetingen, een paar dingen over de zon en de maan... meer hoeft dat voor hobbyfilosofen niet te zijn.
En wat je ook heel snel bijeen hebt zijn een paar ideeën rond de Big Bang en het Ontstaan van Alles, alsook de processen waardoor sterren ontstaan en zo na neutronsterren via Chandrasekhar naar zwarte gaten. So far, so good.
Maar ik had een probleem! Ik heb het trouwens nog, maar omdat het enkele jaren geleden is voel ik het niet meer zo scherp aan. Mijn interesse was gewekt door het feit dat we aan de sterrenhemel enkele duizenden sterren kunnen zien met het blote oog. Terwijl er honderd(en) miljarden sterren zijn in de melkweg. Of ook: als we een blad afdrukken met die typische pannenkoek die het uitzicht van een spiraalmelkweg (zoals de onze) vormt, dan bestrijkt op die schaal één stip met een potlood een veel groter gebied dan al die sterren die wij met het blote oog kunnen zien.
En dus raakte ik geïnteresseerd in de vraag naar de structuur van de melkweg. Spiraalarmen, sterrenhopen, gasnevels, de kern, de halo, misschien nog wat donkere materie, het kwam allemaal heel mysterieus over. Maar weet je wat er toen gebeurde? Toen ik op zoek ging naar basisinformatie over de anatomie van de melkweg, viel dat dik tegen. Ik voelde me alsof ik gemakkelijk een kaart van België (het zonnestelsel) kon vinden, alsook een wereldbol (de Big Bang), maar een kaart van Europa (de melkweg) - dat leek nergens te vinden.
Na veel zoeken, met trefwoorden als “Betelgeuze” en “Antares” vond ik op een dag een internet cursus “inleiding tot de astronomie” (of zoiets). En dat was het helemaal! Het was heel goed gedaan, met veel doorklikmogelijkheden als je dat nodig vond, met veel verschillende niveau’s en op veel verschillende schalen, en hopen tabellen, cijfers en andere gegevens (formules! wiskunde!), inclusief het typisch ontstaan en evolueren van een spiraalmelkwg. Een url met “edu” er in, van één of andere Amerikaanse universiteit. Maar op een kwade dag, nadat ik enkele maanden door de melkweg had rondgezworven, werkte de link niet langer. En als ik niet toevallig op Aarde had gezeten was ik nu gestrand in de buurt van Rigel.
Andere dingen zijn sindsdien mijn aandacht beginnen trekken, ik heb niet echt veel meer gezocht, en de toestand kan intussen alweer heel anders zijn. Misschien zoek ik er nog wel eens opnieuw één en ander over op. Maar toch: als één van die lezers die me geregeld herinnert aan hoe bescheiden het inzicht van deze hobbyfilosoof in de natuurkunde wel is, me ook een goed idee aan de hand kan doen over de anatomie van de Melkweg, hetzij boek of url, wel, dan heel graag.
Bloggers en Politiek
Msnbc heeft er een artikel over.
http://www.msnbc.msn.com/id/20124091/
Het kan natuurlijk (voorlopig) alleen in de VS gebeuren. Hoe dan ook, een hoop "liberale" (daarmee bedoelen ze in de VS "links", en dat betekent dan weer dat ze eerder aanleunen bij de Democraten, die natuurlijk wel één van de establishmentpartijen van de VS blijven: maar soit) bloggers houden er sinds enkele jaren een jaarlijkse bijeenkomst. En wat blijkt is dat deze bijeenkomst, en a fortiori het bestaan van die bloggers zelf, de aandacht van de presidentskandidaten heeft getrokken:
"Plunging headlong into the Internet era, Democratic presidential candidates on Saturday fought for the support of powerful and polarizing liberal bloggers (...). Seven of the eight leading candidates attended the second Yearly Kos convention, participating in a candidate forum and conducting individual sessions designed to be more freewheeling."
Voorlopig zie ik het in België niet gebeuren. En dan hebben we het nog niet over het feit dat een Amerikaanse presidentskandidaat toch een stukje zwaarder weegt dan een Belgische kandidaat Eerste Minister. Desondanks lijkt me de dag dat zo'n Belgische kandidaat afzakt naar een bloggersbijeenkomst nog veraf. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat er in België om te beginnen nog nauwelijks politieke blogs zijn (1). Maar het heeft ook met iets heel anders te maken, en dat is het feit dat de VS nu eenmaal koploper zijn in technologische èn politieke ontwikkelingen:
"The convention drew 1,500 bloggers, most of them liberal, who represent the latest advancement in communicating and community.
Gone are the days when candidates and political parties could talk to passive voters through mass media, largely controlling what messages were distributed, how the messages went out and who heard them.
The Internet has help create millions of media outlets and given anyone the power to express an opinion or disseminate information (...)."
En het lijkt er op dat de bloggers niet alleen op de kandidaten wegen in het feit dat die tijd aan de conventie spenderen:
"Some political bloggers have huge audiences of people who trust their opinions. One such new media powerbroker is the convention's spiritual leader, Markos Moulitsas Zuniga, founder of Daily Kos, among the first and most widely read political blogs. (...) While there is little hard data to support the theory, Zuniga and other observers contend that Clinton is viewed skeptically by the netroots community. The knock against her is that she is too moderate or too calculating, or both, particularly when it comes to the Iraq war. She has evolved from a hawkish Democrat to a candidate determined to improve her standing in the anti-war community."
Het staat dus allemaal nog wat in de kinderschoenen en de theorieën zijn blijkbaar nog een beetje moeilijk te testen. Maar als ze van mening waren dat ze de mogelijkheid dat het waar is helemaal links konden laten liggen, dan zouden ze nu niet met zeven kandidaten op dat soort bloggersbijeenkomst staan, zeker?
Het lijkt me dat in het bijzonder de paragraaf over hoe het internet de wereld aan het veranderen is een grote betekenis heeft. Ik heb het zelf wel eens over hoe het internet (hopelijk) vergelijkbaar zal zijn met de impact van de boekdrukkunst in het Europa van de vijftiende eeuw. Er ontstonden totaal nieuwe mogelijkheden tot communicatie, en het ging een enorme intellectuele revolutie vooraf; een revolutie die later de wetenschappelijke en zo de Industriële Revolutie werd.
Het zal wel ergens logisch zijn dat dat aspect me nog het meest aanspreekt. Tenslotte ben ik een cerebraal type, eerder dan een politicus. Maar zelfs al gaat het dan om een ontwikkeling die zich afspeelt op een gebied dat nogal buiten mijn natuurlijke interessesefeer valt - ik vind het toch allemaal wel spannend...
-----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/die-ontbrekende-blogosfeer.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/die-ontbrekende-blogosfeer.html
http://www.msnbc.msn.com/id/20124091/
Het kan natuurlijk (voorlopig) alleen in de VS gebeuren. Hoe dan ook, een hoop "liberale" (daarmee bedoelen ze in de VS "links", en dat betekent dan weer dat ze eerder aanleunen bij de Democraten, die natuurlijk wel één van de establishmentpartijen van de VS blijven: maar soit) bloggers houden er sinds enkele jaren een jaarlijkse bijeenkomst. En wat blijkt is dat deze bijeenkomst, en a fortiori het bestaan van die bloggers zelf, de aandacht van de presidentskandidaten heeft getrokken:
"Plunging headlong into the Internet era, Democratic presidential candidates on Saturday fought for the support of powerful and polarizing liberal bloggers (...). Seven of the eight leading candidates attended the second Yearly Kos convention, participating in a candidate forum and conducting individual sessions designed to be more freewheeling."
Voorlopig zie ik het in België niet gebeuren. En dan hebben we het nog niet over het feit dat een Amerikaanse presidentskandidaat toch een stukje zwaarder weegt dan een Belgische kandidaat Eerste Minister. Desondanks lijkt me de dag dat zo'n Belgische kandidaat afzakt naar een bloggersbijeenkomst nog veraf. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat er in België om te beginnen nog nauwelijks politieke blogs zijn (1). Maar het heeft ook met iets heel anders te maken, en dat is het feit dat de VS nu eenmaal koploper zijn in technologische èn politieke ontwikkelingen:
"The convention drew 1,500 bloggers, most of them liberal, who represent the latest advancement in communicating and community.
Gone are the days when candidates and political parties could talk to passive voters through mass media, largely controlling what messages were distributed, how the messages went out and who heard them.
The Internet has help create millions of media outlets and given anyone the power to express an opinion or disseminate information (...)."
En het lijkt er op dat de bloggers niet alleen op de kandidaten wegen in het feit dat die tijd aan de conventie spenderen:
"Some political bloggers have huge audiences of people who trust their opinions. One such new media powerbroker is the convention's spiritual leader, Markos Moulitsas Zuniga, founder of Daily Kos, among the first and most widely read political blogs. (...) While there is little hard data to support the theory, Zuniga and other observers contend that Clinton is viewed skeptically by the netroots community. The knock against her is that she is too moderate or too calculating, or both, particularly when it comes to the Iraq war. She has evolved from a hawkish Democrat to a candidate determined to improve her standing in the anti-war community."
Het staat dus allemaal nog wat in de kinderschoenen en de theorieën zijn blijkbaar nog een beetje moeilijk te testen. Maar als ze van mening waren dat ze de mogelijkheid dat het waar is helemaal links konden laten liggen, dan zouden ze nu niet met zeven kandidaten op dat soort bloggersbijeenkomst staan, zeker?
Het lijkt me dat in het bijzonder de paragraaf over hoe het internet de wereld aan het veranderen is een grote betekenis heeft. Ik heb het zelf wel eens over hoe het internet (hopelijk) vergelijkbaar zal zijn met de impact van de boekdrukkunst in het Europa van de vijftiende eeuw. Er ontstonden totaal nieuwe mogelijkheden tot communicatie, en het ging een enorme intellectuele revolutie vooraf; een revolutie die later de wetenschappelijke en zo de Industriële Revolutie werd.
Het zal wel ergens logisch zijn dat dat aspect me nog het meest aanspreekt. Tenslotte ben ik een cerebraal type, eerder dan een politicus. Maar zelfs al gaat het dan om een ontwikkeling die zich afspeelt op een gebied dat nogal buiten mijn natuurlijke interessesefeer valt - ik vind het toch allemaal wel spannend...
-----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/die-ontbrekende-blogosfeer.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/die-ontbrekende-blogosfeer.html
zaterdag 4 augustus 2007
Het Niets dat niet Bestaat (of zoiets)
“Hoe kan iets ontstaan uit niets?” is de vraag die je wel eens te horen krijgt, oh, altijd op heel redelijke toon, alsof ze denken te kunnen verbergen dat achter de hoek hun godheidje al op de loer ligt. Ze verwachten dat het antwoord is dat dat niet kan, verder dat er toch “iets” is, dat dat dan toch ergens vandaan moet gekomen zijn, enzovoort etcetera, enfin: zucht.
Wat kunnen we ons voorstellen bij “niets”? Niets? Niet slecht, maar ik vrees dat dat ons niet veel vooruit helpt. Laten we proberen met een vacuum. Maar we moeten fanatiek zijn! Een aards “vacuum” bevat nog altijd veel meer materie dan een willekeurig stuk interstellaire ruimte, en wij willen het hebben over “niets”. Dus er moeten geen materiedeeltjes zijn, niet “weinig”, niet “zeer weinig”, niet “bijna geen”, niet “zo weinig dat het verschil met geen onbeduidend wordt”, neenee, dat is allemaal niet goed genoeg. Er moeten geen materiedeeltjes zijn, nul, zero, bros, noppes, niks.
Zelfs dan zijn we er nog niet. Aangezien we allemaal weten dat materie equivalent is met energie (volgens de beroemde formule E = mc³...) mag er ook geen energie doorstralen. Dus, er schijnt geen licht, en... enneh...
Wel, nu zit ik een beetje in de s**t.
Ik ben het allemaal nogal braaf aan het navertellen uit Greene, The Fabric of the Cosmos, 2,004, hoofdstuk 12, maar ik heb een probleem. Hoe zit het met zwaartekracht?
We weten dat zwaartekracht werkt op alle afstanden, om het even hoe ver. Natuurlijk, de werking neemt af met het kwadraat van de afstand, maar evengoed daalt het nooit naar nul. Dus hoe kan er nu een plaats zijn waar er geen materie is en waar geen energievelden aanwezig zijn, vermits er altijd de invloed van de gravitatie is?
Soit, het is duidelijk dat ik het ben die iets over het hoofd zie, en dus neem ik aan: we hebben nu een echt vacuum, er – is – echt – niets.
Wel, dan volgt er nu een “troek miet het aai” (= “truc met het ei”, uitgesproken met wat wij denken dat een Slavisch accent is) om wat mij betreft de vorige “kermistruc van de wetenschap” (1) in de schaduw te stellen.
Quantumfluctuaties!
Dat zit zo. Ergens in de twintigste eeuw stelden fysici vast dat, naarmate je waarnemingen begon te doen over steeds kleinere dingen, je steeds meer op vreemde verschijnselen botste. Er bleek een soort grens te bestaan aan de totale hoeveelheid kennis die je van gegeven fysische systemen als (bijvoorbeeld) een electron kon opbouwen. Had je eenmaal bepaalde dingen van dat electron vastgesteld (bijvoorbeeld: welke weg is het aan het volgen), dan werd het onmogelijk om nog te checken waar het zich op een gegeven moment bevond. Je kan proberen je er iets bij voor te stellen door te bedenken dat je licht moet schijnen om iets te zien, en dat electronen zo klein zijn dat ze door licht worden verstoord, ergo, de act van het waarnemen bederft wat je wil waarnemen.
En dat schijnt wel te zijn hoe het zich gedraagt, maar nadat de beste natuurkundige breinen van de planeet (2) zich enkele decennia met de uitdaging hadden bezig gehouden (niet zelden met duivels inventieve ideeën en experimenten) kwamen ze tot de conclusie dat dat niet de oorzaak van het verschijnsel is. Het lijkt er op dat er werkelijk een “onzekerheidsprincipe” bestaat, dat zegt, dat eist, dat oplegt, dat maakt dat de hoeveelheid informatie die je kan verkrijgen beperkt is. Het is interessant dat de fysici van dit onderwerp zeggen dat niemand het begrijpt, dat ze er allemaal met open mond op staan te kijken, maar dat het tot mathematische beschrijvingen leidt die zo tot in detail bepaalde verschijnselen kunnen voorspellen (tegen de kost dat ze een aantal andere dingen niet meer kunnen, natuurlijk), dat het met grote voorsprong de beste theorie van zeer kleine verschijnselen is die we hebben. Maar niemand van al die Nobelprijswinnaars heeft een schijn van een begin van een idee waarom het zo is.
Terug naar dat vacuum. Eén van de onzekerheidsrelaties zegt dat je voor een bepaald ogenblik ofwel de kracht van een gegeven veld kan kennen, ofwel de verandering waaraan die kracht op dat moment onderhevig is, maar nooit allebei tegelijk. Maar wij zaten aan te kijken tegen een vacuum, gedefiniëerd en gecreëerd als een stuk ruimte waar zich geen velden bevinden. Dat wil zeggen, waar de waarde van alle velden nul is. Maar als de waarde van de velden op een gegeven moment nul is, dan kan de verandering van die waarde niet ook nul zijn, want anders schendt je het onzekerheidsbeginsel.
Dus: indien we ergens een vacuuum (dachten te) hebben, dan weten we dat de waarde van alle velden nul is. Maar in dat geval kunnen we niet meer weten dat de verandering van die waarde ook nul is. Dus is die verandering van waarde niet gegarandeerd nul, en als dat zo is, dan is het af en toe niet nul. Maar als een veld waar de waarde nul is een verandering ondergaat die niet gelijk is aan nul, dan is als gevolg daarvan de waarde van dat veld ook niet langer gelijk aan nul. En dus is er op dat moment “iets” op een plaats waar daarvoor “niets”, gedefiniëerd als een absoluut vacuum, was. Een “quantumfluctuatie”.
En daarmee hebben we een kermistruc om de vorige van schaamte te doen wegzinken in de onderwereld. Deze keer gaan ze niet op basis van allerlei onbegrepen feiten en abstracte redeneringen beweren dat tijd in sommige omstandigheden trager loopt dan in andere. Nee, deze keer gaan ze zelfs beweren dat uit “niets” wel degelijk “iets” kan ontstaan.
En weet je wat het gekke is? Het klopt met de waarnemingen...
-------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/een-wetenschappelijke-kermistruc.html
(2) En gewoon voor het geval iemand denkt beter te kunnen, daar zaten dan bijvoorbeeld Einstein, Bohr, Schrödinger, Heisenberg of Dirac tussen, plus de grote lichten van de meer hedendaagse generaties... Good luck?
Wat kunnen we ons voorstellen bij “niets”? Niets? Niet slecht, maar ik vrees dat dat ons niet veel vooruit helpt. Laten we proberen met een vacuum. Maar we moeten fanatiek zijn! Een aards “vacuum” bevat nog altijd veel meer materie dan een willekeurig stuk interstellaire ruimte, en wij willen het hebben over “niets”. Dus er moeten geen materiedeeltjes zijn, niet “weinig”, niet “zeer weinig”, niet “bijna geen”, niet “zo weinig dat het verschil met geen onbeduidend wordt”, neenee, dat is allemaal niet goed genoeg. Er moeten geen materiedeeltjes zijn, nul, zero, bros, noppes, niks.
Zelfs dan zijn we er nog niet. Aangezien we allemaal weten dat materie equivalent is met energie (volgens de beroemde formule E = mc³...) mag er ook geen energie doorstralen. Dus, er schijnt geen licht, en... enneh...
Wel, nu zit ik een beetje in de s**t.
Ik ben het allemaal nogal braaf aan het navertellen uit Greene, The Fabric of the Cosmos, 2,004, hoofdstuk 12, maar ik heb een probleem. Hoe zit het met zwaartekracht?
We weten dat zwaartekracht werkt op alle afstanden, om het even hoe ver. Natuurlijk, de werking neemt af met het kwadraat van de afstand, maar evengoed daalt het nooit naar nul. Dus hoe kan er nu een plaats zijn waar er geen materie is en waar geen energievelden aanwezig zijn, vermits er altijd de invloed van de gravitatie is?
Soit, het is duidelijk dat ik het ben die iets over het hoofd zie, en dus neem ik aan: we hebben nu een echt vacuum, er – is – echt – niets.
Wel, dan volgt er nu een “troek miet het aai” (= “truc met het ei”, uitgesproken met wat wij denken dat een Slavisch accent is) om wat mij betreft de vorige “kermistruc van de wetenschap” (1) in de schaduw te stellen.
Quantumfluctuaties!
Dat zit zo. Ergens in de twintigste eeuw stelden fysici vast dat, naarmate je waarnemingen begon te doen over steeds kleinere dingen, je steeds meer op vreemde verschijnselen botste. Er bleek een soort grens te bestaan aan de totale hoeveelheid kennis die je van gegeven fysische systemen als (bijvoorbeeld) een electron kon opbouwen. Had je eenmaal bepaalde dingen van dat electron vastgesteld (bijvoorbeeld: welke weg is het aan het volgen), dan werd het onmogelijk om nog te checken waar het zich op een gegeven moment bevond. Je kan proberen je er iets bij voor te stellen door te bedenken dat je licht moet schijnen om iets te zien, en dat electronen zo klein zijn dat ze door licht worden verstoord, ergo, de act van het waarnemen bederft wat je wil waarnemen.
En dat schijnt wel te zijn hoe het zich gedraagt, maar nadat de beste natuurkundige breinen van de planeet (2) zich enkele decennia met de uitdaging hadden bezig gehouden (niet zelden met duivels inventieve ideeën en experimenten) kwamen ze tot de conclusie dat dat niet de oorzaak van het verschijnsel is. Het lijkt er op dat er werkelijk een “onzekerheidsprincipe” bestaat, dat zegt, dat eist, dat oplegt, dat maakt dat de hoeveelheid informatie die je kan verkrijgen beperkt is. Het is interessant dat de fysici van dit onderwerp zeggen dat niemand het begrijpt, dat ze er allemaal met open mond op staan te kijken, maar dat het tot mathematische beschrijvingen leidt die zo tot in detail bepaalde verschijnselen kunnen voorspellen (tegen de kost dat ze een aantal andere dingen niet meer kunnen, natuurlijk), dat het met grote voorsprong de beste theorie van zeer kleine verschijnselen is die we hebben. Maar niemand van al die Nobelprijswinnaars heeft een schijn van een begin van een idee waarom het zo is.
Terug naar dat vacuum. Eén van de onzekerheidsrelaties zegt dat je voor een bepaald ogenblik ofwel de kracht van een gegeven veld kan kennen, ofwel de verandering waaraan die kracht op dat moment onderhevig is, maar nooit allebei tegelijk. Maar wij zaten aan te kijken tegen een vacuum, gedefiniëerd en gecreëerd als een stuk ruimte waar zich geen velden bevinden. Dat wil zeggen, waar de waarde van alle velden nul is. Maar als de waarde van de velden op een gegeven moment nul is, dan kan de verandering van die waarde niet ook nul zijn, want anders schendt je het onzekerheidsbeginsel.
Dus: indien we ergens een vacuuum (dachten te) hebben, dan weten we dat de waarde van alle velden nul is. Maar in dat geval kunnen we niet meer weten dat de verandering van die waarde ook nul is. Dus is die verandering van waarde niet gegarandeerd nul, en als dat zo is, dan is het af en toe niet nul. Maar als een veld waar de waarde nul is een verandering ondergaat die niet gelijk is aan nul, dan is als gevolg daarvan de waarde van dat veld ook niet langer gelijk aan nul. En dus is er op dat moment “iets” op een plaats waar daarvoor “niets”, gedefiniëerd als een absoluut vacuum, was. Een “quantumfluctuatie”.
En daarmee hebben we een kermistruc om de vorige van schaamte te doen wegzinken in de onderwereld. Deze keer gaan ze niet op basis van allerlei onbegrepen feiten en abstracte redeneringen beweren dat tijd in sommige omstandigheden trager loopt dan in andere. Nee, deze keer gaan ze zelfs beweren dat uit “niets” wel degelijk “iets” kan ontstaan.
En weet je wat het gekke is? Het klopt met de waarnemingen...
-------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/een-wetenschappelijke-kermistruc.html
(2) En gewoon voor het geval iemand denkt beter te kunnen, daar zaten dan bijvoorbeeld Einstein, Bohr, Schrödinger, Heisenberg of Dirac tussen, plus de grote lichten van de meer hedendaagse generaties... Good luck?
donderdag 2 augustus 2007
Het heeft TOCH pijn gedaan
Voor de bijhorende litanie aan jammerklachten verwijs ik maar naar de oude url's uit de post van gisteren. Op het eerste zicht (pun intended! pun intended!) is het zicht een pak verbeterd, maar ik moet rekening houden met de mogelijkheid dat het alleen maar het effect is van de tranen, de zalven, de druppels en de rest van de plakkerij. Intussen kan ik toch maar de wijzerplaat van mijn uurwerk lezen. Niet slecht voor iemand die een goed jaar geleden een zicht van een half op tien had.
OK, enkele lijn geblogd en ik krijg al schele hoofdpijn. De liefhebbers van Speels maar Serieus moeten noodgedwongen teleurgsteld worden: Het is hier even windstil. Misschien moet ik maar wat gaan nadenken over nieuwe onderwerpen: vragen, iemand?
Grijns (een tikje zuur, wel),
Koen
OK, enkele lijn geblogd en ik krijg al schele hoofdpijn. De liefhebbers van Speels maar Serieus moeten noodgedwongen teleurgsteld worden: Het is hier even windstil. Misschien moet ik maar wat gaan nadenken over nieuwe onderwerpen: vragen, iemand?
Grijns (een tikje zuur, wel),
Koen
Abonneren op:
Posts (Atom)