Het onderwerp is interessant, en ook nog actueel, dus laten we er nog wat over doorgaan. Ik bedoel, natuurlijk, vragen als de mate waarin de Islam ooit een grote beschaving was, en zelfs hoeveel de ontwikkeling van Europa aan de Islam te danken heeft. De reden waarom het belangrijk is volgt uit de regel die we aan René Girard hebben ontleend (1): hoe meer de partijen in een conflict op elkaar lijken, hoe meer ze zullen proberen er verschillend uit te zien. Vandaar de grote emotionele behoefte om een verhaal te vertellen waarin de Islam alleen maar een inferieure pseudo-beschaving was, die weinig of niets heeft bijgedragen aan de mensheid, en zeer zeker niet aan Europa. In de mate dat ze daarbij simpele feiten moeten ontkennen heb ik ze “dom rechts” genoemd. Dat irriteert sommigen in hoge mate, maar dat is gemakkelijk op te lossen! Zij houden op met het ontkennen van simpele feiten, en ik zal ophouden met ze “dom rechts” te noemen.
Het onderwerp kwam een hele tijd geleden voor op het blog van Luc Van Braekel, en als het voor iemand van de betrokkenen belangrijk is kan ik meteen url’s opzoeken. Maar zelf denk ik dat het een vorm van consideratie is om die maar met de mantel der liefde te bedekken. Het volstaat op te merken dat ik eerst had herinnerd aan die simpele historische feiten, en vervolgens als verwijt kreeg dat ik snel wat dingen bijeen had gezocht op het web. Daarop heb ik een aardig lijstje gepost met werken van bekende historici die precies dezelfde feiten meegaven, en toen kreeg ik een zeer merkwaardig effect. Op zeer korte tijd vernamen we tegelijk dat ik me baseerde op verouderde werken van halverwege de twintigste eeuw, en dat ik me baseerde op pseudo-moderne nieuwlichterij van de generatie van mei ’68. Links, dus! (En David Landes en Angus Maddison stonden er nog wel tussen...) Dat alleen al scoort het punt, nietwaar? Mensen zullen geloven wat ze willen geloven (2). Als het niet klopt met de geschiedenisboeken, dan zijn die te oud; of misschien juist te nieuw. Als ze niet zeggen wat de mensen willen geloven zijn ze dat ook nog allebei tegelijk - en David Landes (!) is desnoods links - maar wat ze willen geloven, dat is in elk geval juist.
En ook ongeveer in die periode, maar tenzij ik me dat slecht herinner niet in die discussie (en in dat geval niet in een context waarin die persoon zich nu aangevallen hoeft te voelen), raadde iemand me aan Bernard Lewis te lezen, een bekende rechtse historicus en specialist van het Midden Oosten. En ik heb Bernard Lewis (3) gelezen, en ik vond het een zeer goed boek. Ik denk wel dat ik er nog boeken van zal lezen, en dat geldt bepaald niet voor alle auteurs die ik ken.
Maar het is dus ook een vooraanstaande auteur van de rechterzijde, en daarom kunnen we even nakijken wat die van ons onderwerp zegt. En raad eens? Het is bepaald zorgwekkend! Ook een gezonde rechtse auteur als Bernard Lewis vertoont enkele verontrustende linkse trekken! Bijvoorbeeld, rechtstreeks over mijn punt dat we weten dat de Islam grote beschavingen kan dragen (en dus géén “inferieure” cultuur is), omdat ze het gedaan hebben, en nog wel in een periode waarin Europa tot barbarij was vervallen:
“[in tegenstelling tot Byzantium] in the early centuries they [= de Islam] neither feared nor respected the barbarous infidels of northern and western Europe, whom they saw as uncouth primitives offering neither threat nor attraction, and of no use except for enslavement.” (hoofdstuk 14)
En wie zich illusies maakt over hoe de Islam nooit een grote beschaving heeft gedragen kan misschien even over het volgende nadenken:
“The Islamic civilization of the Middle East, at its peak, presented a proud spectacle – in many ways the apex of human achievement to that date. There were other civilizations at the time – in India, in China, and, to a lesser extent, in Europe – that were advanced and sophisticated, and perhaps in some inidivudual respects or areas they may have been ahead of Islam. But all of them remained essentially local, or at best regional, civilizations.” (hoofdstuk 13)
Géén mei ’68 auteur, heel gewoon: Bernard Lewis, rechts.
Kunnen we ons misschien vastklampen aan het idee dat de Islam alleen maar alles van “de anderen” had ontleend? Natuurlijk kunnen we ons daaraan vastklampen, maar we zullen eens te meer onze ogen moeten dichtknijpen voor de feiten, dat we er kramp van krijgen in onze tenen. Ik zei het al, ik noem ze “dom rechts” juist omdat ze zo selectief citeren. Hier is eens te meer Bernard Lewis:
“The frescos that adorn some of the surviving Umayyad palaces illustrate vividly a certain continuity of culture, and in many ways resemble (...) the still vigorous artistic traditions of Byzantium and pre-Islamic Persia. But in this as in so much else, the older traditions were gradually assimilated and recreated into something new – into an art which, like the civilization that it expressed, is enriched but not dominated by earlier traditions (…).” (hoofdstuk 13)
Weer die verwijzing naar originaliteit, een vooraanstaand niveau en het vermogen om de erfenis van andere culturen een heel eigen richting te geven. Heel gewoon wat de andere grote beschavingen ook altijd gedaan hebben, dus. En daarom, om te besluiten, mijn favoriet:
“The Islamic contribution to Europe is enormous, both of its own creations and its borrowings – reworked and adapted – from the ancient civilizations of the eastern mediterranean and from the remoter cultures of Asia. Greek science and philosophy, preserved and improved by the Muslims, but forgotten in Europe; Indian numbers and Chinese paper (…) all these are but a few of the many things that medieval Europe learned or acquired from the vastly more advanced and more sophisticated civilization of the Mediterranean Islamic World”. (hoofdstuk 14)
Ik zou nogmaals zeggen, “neenee, dat is geen tekst van een linkse mei ’68-iger. Dat is doodgewoon een beschrijving van de simpele historische feiten waarover ik het al eerder had (en die ik al in zovele andere boeken van uiteenlopende historici had gelezen), door een auteur die best wel rechts zal zijn, maar daarom nog niet de feiten aanpast aan wat hij graag wil geloven”.
Het is met dit soort dingen in het achterhoofd dat ik die verhalen over de “inferieure Islam” altijd zo wantrouwend bekijk. Mogelijk hebben al die historici uit al die uiteenlopende tijdperken en strekkingen het gewoon mis. En mogelijk komt dat juist naar boven op een moment waarop de twee betrokken partijen, die eigenlijk zo goed op elkaar lijken, in een verbeten conflict liggen, zodat het soort beperkte geesten dat op dat moment het hoge woord voert precies kan gaan verkondigen wat, oh toeval, past in het voorspelbare vooroordeel. En dus geloof ik er niet in. Ik weet één en ander van propaganda, van de creationisten en van “dom links”, en ik herken de symptomen (4). De symptomen suggereren dat dom rechts aan het proberen is zijn benepen vooroordelen voor te stellen als feitelijke waarheden, en zich daarbij een air van geleerdheid probeert aan te meten die ze doodeenvoudig niet bezitten. De vorige post had het al over hoe verbazingwekkend gemakkelijk je daarmee vaak wegkomt. Ik stel voor dat we er niet inlopen.
--------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/300-de-perzen-zijn-boos.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/de-islam-en-de-wetenschap.html
(3) Lewis, The Middle East, 2,000 Years of History from the Rise of Christianity to the Present Day, 1995
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/de-assymetrie-in-de-propagandastrijd.html
"once help is assured to such an extent that it is apt to reduce individuals' efforts, it seems an obvious corollary to compel them to insure (or otherwise provide) against those common hazards of life." (F.A. Hayek, The Constitution of Liberty, hoofdstuk 19, over een mandaat tot verplichte ziekteverzekering)
vrijdag 30 maart 2007
donderdag 29 maart 2007
De Assymetrie in de Propagandastrijd
Op het tafeltje naast de computer, die gisteravond door mijn vrouw was in beslag genomen (verbouwingen, keukens, beslissingen...zucht) slingert een boekje van heel gewoon formaat. “Heb je het tenminste zien liggen?”, vroeg ik glimlachend. Ze zag meteen wat ik bedoelde – ze kent me. Het was The Origin of Species, van Charles Darwin. Daar zat ze, uren naar keukens en tegels te kijken, en onopgemerkt naast haar lag al die tijd één van de grote boeken van de mensheid. (Terzijde, toen ik haar een hele tijd geleden het concept “natuurlijke selectie” uitlegde, had ze het meteen beet. Ik zei het al: ze kent me...)
Alleen schoot het onderwerp voor de volgende post me meteen te binnen! Eergisteren had ik het toch over de assymetrie in de propagandastrijd, nietwaar? Propaganda verkopen is veel gemakkelijker dan propaganda doorprikken. Hoe zou je, bijvoorbeeld, reageren als een creationist je kwam vertellen dat Darwin zelf gezegd heeft dat het absurd is met zijn evolutie iets als het oog te verklaren: véél te complex!
Wel? Hoe zou je reageren? Je denkt maar meteen dat de theorie misschien niet zo veel soeps is? Of misschien iets als “het bestaat niet dat Darwin dat gezegd heeft”? In het eerste geval heeft de propaganda al gewonnen voor je je mond hebt opengedaan, in het tweede geval vegen ze je van de mat bij je eerste zet. Hier is heel precies wat Darwin heeft gezegd:
“To suppose that the eye, with all its inimitable contrivances [plus een serie andere redenen] could have been formed by natural selection, seems, I freely confess, absurd in the highest possible degree.”
Zo staat het er! En als jij niet beter weet en zegt dat dat wel niet waar zal zijn, wel, 1 – 0 voor de propaganda, nietwaar? Wat je moet doen is The Origin openslaan (natuurlijk heb je er er geen, alleen nerds hebben er één, dat is nu juist waar de propagandisten op rekenen), en in heel dat pak (mijn Penguin exemplaar heeft 460 bladzijden) opzoeken wat er nu eigenlijk staat.
Ik weet het, het is onwaarschijnlijk dat iemand het doet, maar wat gebeurt als iemand het toch doet? Wel, je zou onmiddellijk zien dat de creationisten er alle belang bij hadden op te houden met citeren bij dat punt. Want in de volgende zin staat er dat het mits enig nadenken helemààl niet zo moeilijk is om dat oog via natuurlijke selectie te zien ontstaan. Al wat je moet doen, zegt Darwin, is je afvragen of enkele simpele condities zijn voldaan.
Nu ja, “simpel”. Simpel als je weet wat “natuurlijke selectie” betekent. Nog héél recent heb ik er op een ander forum één een volle maand zien kafferen tegen de evolutietheorie, en toen iemand opmerkte dat het via “natuurlijke selectie” gebeurde antwoordde hij “ja, zeg, natuurlijke selectie, excuseer me, maar wat betekent dat?” – of iets dat daar heel goed op leek.
Eerst een volle maand opspelen tegen de theorie en dan moeten komen vragen wat er eigenlijk instaat... En als hij op het idee komt zich af te vragen waarom ik het niet de moeitde vond om me er mee te bemoeien, dan zal hij daar wéér geen enkel idee van hebben.
Maar het punt is, het is even lichtzinnig de theorie te bestrijden als je zelfs dat niet weet, als wanneer je dat niet weet de theorie te verdedigen. Immers, dan neem je alleen maar de theorie aan omdat “de wetenschap” (of zoiets) het zegt; kortom, je hebt alleen het ene geloof ingeruild voor het andere: wéér een fraai doelpunt voor de propaganda.
Maar laten we aannemen dat de propaganda botst op iemand die wel The Origin of Species kan openslaan, en die wel in die 460 bladzijden op pagina 217 terecht komt, en wel het verband ziet tussen “natuurlijke selectie” en de condities die Darwin aanhaalt. Hij krijgt nu een tekst te zien met veel woorden als “vertebrata” en “articulata” en verschillende soorten “crustaceans” waar “lateral pencils of light are convex at their upper ends”... Ik weet zeker dat als ik destijds (de lezer heeft natuurlijk al lang door dat dit verhaal een “been there, done that, bought the T-shirt” verhaal is) niet ook nog uit Dawkins (The Blind Watchmaker en Climbing Mount Improbable) had kunnen citeren, de propaganda alweer een mooie goal had gescoord.
Het punt is, de creationisten doen alsof ze even aannemen dat het oog door evolutie is ontstaan. Dus, zeggen ze (terecht) moet het in kleine stapjes gebeurd zijn. Dus moeten er heel primitieve, “halve” en “kwart” en “één percent” ogen bestaan hebben. En de vraag is: waar was dat goed voor? Hoe verhoogt een oog dat voor één percent werkt de “fitness” van dat organisme? Lijkt een moeilijke, nietwaar? Terwijl als je natuurlijke selectie begrijpt, en je Darwins’ (en Dawkins’) voorbeelden doorworstelt, je ziet wat voor simpel antwoord Darwin heeft. Je hoeft helemaal niet te weten waar dat half oog goed voor was, omdat je doodeenvoudig tot vandaag in de levende natuur kan zien dat er organismen zijn met alle stadia die je op weg naar het oog nodig hebt. En dus dat al die stadia inderdaad levensvatbaar zijn.
Begin je een beetje te zien hoe oneindig veel gemakkelijker het is om halve waarheden, verhakkelde citaten en irrelevante vragen de wereld in te sturen, dan om de hele waarheid te doorgronden, het echte citaat terug te vinden, en sofismen te weerleggen? Het begon ermee dat ze parmantig kwamen verklaren dat Darwin zelf zijn theorie absurd noemde, en het is alleen maar met veel moeite dat je ze gillend, spartelend en schoppend van dat punt kan wegslepen - waarbij ze de hele tijd proberen het gesprek snel op iets anders te brengen. En ik ben er zeer trots op, hoor, dat ik kan vertellen hoe de creationisten aan mij hun handen vol hadden. Alleen hoef je waarschijnlijk geen specialist in middeleeuwse geschiedenis te zijn om te weten waarom ik niet ook nog kan ingaan op opmerkingen als “er waren misschien wel enkele grote geleerden bij de Islam, maar ze werden vervolgd”. Ik voel wel dat het goed zou zijn om het hele verhaal te kennen, maar voor mezelf zal ik volstaan te bedenken dat het Westen natuurlijk nooit zijn grote geleerden heeft vervolgd. Tiens, ik moet ophouden, Socrates en Galileï en Einstein en Freud bellen aan de deur: ze komen kaarten.
Alleen schoot het onderwerp voor de volgende post me meteen te binnen! Eergisteren had ik het toch over de assymetrie in de propagandastrijd, nietwaar? Propaganda verkopen is veel gemakkelijker dan propaganda doorprikken. Hoe zou je, bijvoorbeeld, reageren als een creationist je kwam vertellen dat Darwin zelf gezegd heeft dat het absurd is met zijn evolutie iets als het oog te verklaren: véél te complex!
Wel? Hoe zou je reageren? Je denkt maar meteen dat de theorie misschien niet zo veel soeps is? Of misschien iets als “het bestaat niet dat Darwin dat gezegd heeft”? In het eerste geval heeft de propaganda al gewonnen voor je je mond hebt opengedaan, in het tweede geval vegen ze je van de mat bij je eerste zet. Hier is heel precies wat Darwin heeft gezegd:
“To suppose that the eye, with all its inimitable contrivances [plus een serie andere redenen] could have been formed by natural selection, seems, I freely confess, absurd in the highest possible degree.”
Zo staat het er! En als jij niet beter weet en zegt dat dat wel niet waar zal zijn, wel, 1 – 0 voor de propaganda, nietwaar? Wat je moet doen is The Origin openslaan (natuurlijk heb je er er geen, alleen nerds hebben er één, dat is nu juist waar de propagandisten op rekenen), en in heel dat pak (mijn Penguin exemplaar heeft 460 bladzijden) opzoeken wat er nu eigenlijk staat.
Ik weet het, het is onwaarschijnlijk dat iemand het doet, maar wat gebeurt als iemand het toch doet? Wel, je zou onmiddellijk zien dat de creationisten er alle belang bij hadden op te houden met citeren bij dat punt. Want in de volgende zin staat er dat het mits enig nadenken helemààl niet zo moeilijk is om dat oog via natuurlijke selectie te zien ontstaan. Al wat je moet doen, zegt Darwin, is je afvragen of enkele simpele condities zijn voldaan.
Nu ja, “simpel”. Simpel als je weet wat “natuurlijke selectie” betekent. Nog héél recent heb ik er op een ander forum één een volle maand zien kafferen tegen de evolutietheorie, en toen iemand opmerkte dat het via “natuurlijke selectie” gebeurde antwoordde hij “ja, zeg, natuurlijke selectie, excuseer me, maar wat betekent dat?” – of iets dat daar heel goed op leek.
Eerst een volle maand opspelen tegen de theorie en dan moeten komen vragen wat er eigenlijk instaat... En als hij op het idee komt zich af te vragen waarom ik het niet de moeitde vond om me er mee te bemoeien, dan zal hij daar wéér geen enkel idee van hebben.
Maar het punt is, het is even lichtzinnig de theorie te bestrijden als je zelfs dat niet weet, als wanneer je dat niet weet de theorie te verdedigen. Immers, dan neem je alleen maar de theorie aan omdat “de wetenschap” (of zoiets) het zegt; kortom, je hebt alleen het ene geloof ingeruild voor het andere: wéér een fraai doelpunt voor de propaganda.
Maar laten we aannemen dat de propaganda botst op iemand die wel The Origin of Species kan openslaan, en die wel in die 460 bladzijden op pagina 217 terecht komt, en wel het verband ziet tussen “natuurlijke selectie” en de condities die Darwin aanhaalt. Hij krijgt nu een tekst te zien met veel woorden als “vertebrata” en “articulata” en verschillende soorten “crustaceans” waar “lateral pencils of light are convex at their upper ends”... Ik weet zeker dat als ik destijds (de lezer heeft natuurlijk al lang door dat dit verhaal een “been there, done that, bought the T-shirt” verhaal is) niet ook nog uit Dawkins (The Blind Watchmaker en Climbing Mount Improbable) had kunnen citeren, de propaganda alweer een mooie goal had gescoord.
Het punt is, de creationisten doen alsof ze even aannemen dat het oog door evolutie is ontstaan. Dus, zeggen ze (terecht) moet het in kleine stapjes gebeurd zijn. Dus moeten er heel primitieve, “halve” en “kwart” en “één percent” ogen bestaan hebben. En de vraag is: waar was dat goed voor? Hoe verhoogt een oog dat voor één percent werkt de “fitness” van dat organisme? Lijkt een moeilijke, nietwaar? Terwijl als je natuurlijke selectie begrijpt, en je Darwins’ (en Dawkins’) voorbeelden doorworstelt, je ziet wat voor simpel antwoord Darwin heeft. Je hoeft helemaal niet te weten waar dat half oog goed voor was, omdat je doodeenvoudig tot vandaag in de levende natuur kan zien dat er organismen zijn met alle stadia die je op weg naar het oog nodig hebt. En dus dat al die stadia inderdaad levensvatbaar zijn.
Begin je een beetje te zien hoe oneindig veel gemakkelijker het is om halve waarheden, verhakkelde citaten en irrelevante vragen de wereld in te sturen, dan om de hele waarheid te doorgronden, het echte citaat terug te vinden, en sofismen te weerleggen? Het begon ermee dat ze parmantig kwamen verklaren dat Darwin zelf zijn theorie absurd noemde, en het is alleen maar met veel moeite dat je ze gillend, spartelend en schoppend van dat punt kan wegslepen - waarbij ze de hele tijd proberen het gesprek snel op iets anders te brengen. En ik ben er zeer trots op, hoor, dat ik kan vertellen hoe de creationisten aan mij hun handen vol hadden. Alleen hoef je waarschijnlijk geen specialist in middeleeuwse geschiedenis te zijn om te weten waarom ik niet ook nog kan ingaan op opmerkingen als “er waren misschien wel enkele grote geleerden bij de Islam, maar ze werden vervolgd”. Ik voel wel dat het goed zou zijn om het hele verhaal te kennen, maar voor mezelf zal ik volstaan te bedenken dat het Westen natuurlijk nooit zijn grote geleerden heeft vervolgd. Tiens, ik moet ophouden, Socrates en Galileï en Einstein en Freud bellen aan de deur: ze komen kaarten.
dinsdag 27 maart 2007
De Islam en de Wetenschap
Op het blog van Luc Van Braekel staat een “gastcommentaar” (1) dat wel gemaakt lijkt om mijn punt van enkele dagen geleden (2) te illustreren. Hoe meer de partijen in een conflict op elkaar lijken, des te hardnekkiger is het conflict en des te verbetener proberen ze zichzelf als verschillend af te schilderen. Aldus de filosoof René Girard. En dus, schreef ik, kan je een constante stroom aan propaganda verwachten tussen het Westen en de Islam. Eén van die propagandastromen is het ontkennen dat de Islam grote beschavingen heeft gedragen, bij de grootste die de planeet ooit gekend heeft.
En dus vernemen we dat de Islam helemaal geen grote wetenschap en/of cultuur heeft gekend, en dat ze eigenlijk helemaal niet veel invloed op het Westen hebben gehad, en daarbij, ze hebben het toch allemaal afgekeken van de joden, en van de Indiërs, en van de Grieken, en van de antieke Perzen, en van de Assyriërs, en van de Egyptenaren, en van de Chinezen... Ja, als ze niet oppassen gaan ze nog beweren dat de Islam het van zwarten heeft overgenomen.
De gebruikte techniek is precies dezelfde die we van andere propagandaverkopers kennen: de litanie. Je kent dat van dom links: er komt een lange jammerklacht over de uitbuiting van de wereld, met veel voorbeelden als Bhopal, en als je er op wijst dat in de eeuw van Bhopal, voor het eerst in vele millennia, de levensverwachting in het getroffen land verdubbeld is, wel, dan worden ze gewoon boos.
Het is evenwel veel gemakkelijker een litanie op te stellen, dan die punt per punt te gaan weerleggen. Het is veel gemakkelijker te beweren dat één of andere obscure naam uit de dertiende eeuw helemààl geen grote bijdrage heeft geleverd aan de wetenschap, dan de historische feiten op te zoeken, je ook nog een idee te verwerven van het onderwerp in kwestie – zeg: wiskunde – en vervolgens een oordeel te vellen. Om maar te zwijgen van de ontmoediging die je wel eens treft als een ander stuk propaganda toevallig wel in je kennisgebied valt, zodat je het weerlegt, en er een geloei en gescheld opstijgt dat horen en zien vergaan.
Dus daar begin ik niet meer aan: nog een belangrijke regel is dat mensen de dingen geloven die ze willen geloven. En omdat twee conflicterende partijen meer willen geloven dat ze niet op elkaar lijken, naarmate ze juist wel op elkaar lijken, willen ze geloven dat ze helemaal niet op elkaar lijken. Onbegonnen werk om al die details uit te vlooien, en dan tegen dat soort stroom in te roeien. Maar we kunnen wel in algemene termen enkele dingen opmerken die niet kloppen.
Daarbij zijn er twee verschillende perspectieven. Bij het eerste perspectief kijk je terug vanuit het Westen naar de geschiedenis. En dan tref je het grote punt aan van wat ik eerder “rechts en toch goed” (3) heb genoemd. Geen enkele andere beschaving, nul, zero, nada, noppes, is er bij benadering in geslaagd de technologische en wetenschappelijke prestaties te evenaren, waarmee het Westen het armoede evenwicht heeft doorbroken. Dus kan je er terugkijkend vanuit die prestaties terecht op wijzen dat de prestaties van de Islam daarbij in het niets verzinken. Maar dan wegen ze wel met twee maten en gewichten (4). De vraag is waarom de criteria van het hedendaagse Westen wel worden toegepast op de Islam van eeuwen geleden, om daaruit af te leiden dat het niet veel voorstelt, terwijl dezelfde operatie niet gebeurt met al die andere beschavingen, Indiërs, Chinezen, en heel de rest, waarvoor nochtans precies hetzelfde geldt.
Bij het tweede perspectief kijk je enkel naar de beschavingen van het verleden. Op dat moment slaat de hele litanie weer toe. Nogmaals, ik ga ze niet punt per punt opzoeken, omdat enkele illustraties zullen volstaan. Zo krijgen we te horen dat de Islam “het” allemaal heeft ontleend aan “andere” beschavingen. Maar enige rondneuzen in de geschiedenisboeken leert dat precies hetzelfde geldt voor alle beschavingen. Een heel groot deel van de prestaties van alle beschavingen (met als uitzondering telkens dat Europa van het jongste millennium) zijn prestaties die ze hebben ontleend aan anderen. Dat geldt voor de Grieken even goed als voor de Chinezen, of de Europeanen van voor die uitzonderlijke groei, enzovoort. Ik heb het al gehad over hoe je volgens dat criterium kan ontkennen dat de Romeinen een grote beschaving hadden (5) (noem eens een Romeinse wetenschapper?). En guess what? Ik lees juist in mijn boekje over de Perzen dat er een hele strekking bestaan heeft om te ontkennen dat de Perzen onder de Parthen een beschaving hadden: ze hadden het allemaal ontleend aan de anderen!
Een variant is dat het eigenlijk allemaal te danken was aan joden en Grieken enzovoort. Ik zie het gewoon al voor me, hoe binnen 500 jaar het dom rechts van een andere beschaving de behoefte zal hebben om te ontkennen dat het Westen veel heeft bijgedragen aan de menselijke ontwikkeling. Ik zie ze er op wijzen dat Einstein en Freud en vele anderen eigenlijk joden waren, en dus heeft het Westen niet veel bijgedragen, etcetera.
En deze! Ibn Sina en Averroes waren eigenlijk een Spanjaard en een Pers! Ja, dat de Perzen deel uitmaakten van de Islam, dat is waarlijk een grote ontdekking. Maar Ibn Sina en Averroes waren, vanzelfsprekend, moslims, die leefden en werkten in de geürbanizeerde cultuur van de Islam van die dagen, met scholen waar ze hun opleiding kregen, en een spirituele cultuur die hen deed deel uitmaken van een wereldbeschaving. Ik zie een dom rechts van binnen enkele eeuwen al beweren dat Galileï “eigenlijk” een Italiaan was, en dus, uim, uim, en dus eigenlijk een Romein! En dus heeft het Westen niet veel bijgedragen, en omdat dom rechts van alle tijden zal geloven wat ze willen geloven – etcetera.
En hier is er nog één. Die grote geleerden van de Islam, waarvan ze toch wel voelen dat ze ze niet krijgen weggepoetst, werden door hun eigen Islam ook nog vervolgd! Dat is één van die verhalen die je, om het goed te doen, eerst eens met opgetrokken wenkbrauwen zou moeten natrekken. Want ik heb een beetje ervaring met propagandisten, en ik twijfel er geen seconde aan dat ze moeilijkheden hebben gehad. Maar toch, ik zou wel eens het hele verhaal willen kennen, en dan zal ik er eens het proces van Socrates naastleggen, en de wedervaren van de Pythagoreërs, en ik vergeet het proces van Galileï, en trouwens, had ik het niet over Einstein en Freud? Allebei op de vlucht geslagen voor de vervolgingen van hun thuisland! Je ziet, natuurlijk heeft het Westen maar heel weinig bijgedragen aan de mensheid, het kwam allemaal van de vervolgde joden en de antieke Romeinen enzovoort.
Twee maten en gewichten, ik zei het al, en mijn conclusie is dat we ze maar niet te serieus moeten nemen. Ze doen me denken aan de propaganda van dom links, en daarmee is de cirkel rond: dom links en dom rechts lijken enorm sterk op elkaar (7) – zal ik maar als oefening aan de lezer laten welke filosoof voorspeld heeft dat ze dan ook enorm veel moeite zouden doen om die opvallende overeenkomsten niet te moeten zien?
---------------------------------------------
(1) http://lvb.net/item/4393
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/300-de-perzen-zijn-boos.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/rechts-maar-toch-goed-david-landes.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/islam-ups-en-downs.html
(5) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/op-wandel-in-het-vierde-millennium.html
(6) Brosius, The Persians, An Introduction, 2,006
(7) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/de-opvallende-parallel-tussen-dom_26.html
En dus vernemen we dat de Islam helemaal geen grote wetenschap en/of cultuur heeft gekend, en dat ze eigenlijk helemaal niet veel invloed op het Westen hebben gehad, en daarbij, ze hebben het toch allemaal afgekeken van de joden, en van de Indiërs, en van de Grieken, en van de antieke Perzen, en van de Assyriërs, en van de Egyptenaren, en van de Chinezen... Ja, als ze niet oppassen gaan ze nog beweren dat de Islam het van zwarten heeft overgenomen.
De gebruikte techniek is precies dezelfde die we van andere propagandaverkopers kennen: de litanie. Je kent dat van dom links: er komt een lange jammerklacht over de uitbuiting van de wereld, met veel voorbeelden als Bhopal, en als je er op wijst dat in de eeuw van Bhopal, voor het eerst in vele millennia, de levensverwachting in het getroffen land verdubbeld is, wel, dan worden ze gewoon boos.
Het is evenwel veel gemakkelijker een litanie op te stellen, dan die punt per punt te gaan weerleggen. Het is veel gemakkelijker te beweren dat één of andere obscure naam uit de dertiende eeuw helemààl geen grote bijdrage heeft geleverd aan de wetenschap, dan de historische feiten op te zoeken, je ook nog een idee te verwerven van het onderwerp in kwestie – zeg: wiskunde – en vervolgens een oordeel te vellen. Om maar te zwijgen van de ontmoediging die je wel eens treft als een ander stuk propaganda toevallig wel in je kennisgebied valt, zodat je het weerlegt, en er een geloei en gescheld opstijgt dat horen en zien vergaan.
Dus daar begin ik niet meer aan: nog een belangrijke regel is dat mensen de dingen geloven die ze willen geloven. En omdat twee conflicterende partijen meer willen geloven dat ze niet op elkaar lijken, naarmate ze juist wel op elkaar lijken, willen ze geloven dat ze helemaal niet op elkaar lijken. Onbegonnen werk om al die details uit te vlooien, en dan tegen dat soort stroom in te roeien. Maar we kunnen wel in algemene termen enkele dingen opmerken die niet kloppen.
Daarbij zijn er twee verschillende perspectieven. Bij het eerste perspectief kijk je terug vanuit het Westen naar de geschiedenis. En dan tref je het grote punt aan van wat ik eerder “rechts en toch goed” (3) heb genoemd. Geen enkele andere beschaving, nul, zero, nada, noppes, is er bij benadering in geslaagd de technologische en wetenschappelijke prestaties te evenaren, waarmee het Westen het armoede evenwicht heeft doorbroken. Dus kan je er terugkijkend vanuit die prestaties terecht op wijzen dat de prestaties van de Islam daarbij in het niets verzinken. Maar dan wegen ze wel met twee maten en gewichten (4). De vraag is waarom de criteria van het hedendaagse Westen wel worden toegepast op de Islam van eeuwen geleden, om daaruit af te leiden dat het niet veel voorstelt, terwijl dezelfde operatie niet gebeurt met al die andere beschavingen, Indiërs, Chinezen, en heel de rest, waarvoor nochtans precies hetzelfde geldt.
Bij het tweede perspectief kijk je enkel naar de beschavingen van het verleden. Op dat moment slaat de hele litanie weer toe. Nogmaals, ik ga ze niet punt per punt opzoeken, omdat enkele illustraties zullen volstaan. Zo krijgen we te horen dat de Islam “het” allemaal heeft ontleend aan “andere” beschavingen. Maar enige rondneuzen in de geschiedenisboeken leert dat precies hetzelfde geldt voor alle beschavingen. Een heel groot deel van de prestaties van alle beschavingen (met als uitzondering telkens dat Europa van het jongste millennium) zijn prestaties die ze hebben ontleend aan anderen. Dat geldt voor de Grieken even goed als voor de Chinezen, of de Europeanen van voor die uitzonderlijke groei, enzovoort. Ik heb het al gehad over hoe je volgens dat criterium kan ontkennen dat de Romeinen een grote beschaving hadden (5) (noem eens een Romeinse wetenschapper?). En guess what? Ik lees juist in mijn boekje over de Perzen dat er een hele strekking bestaan heeft om te ontkennen dat de Perzen onder de Parthen een beschaving hadden: ze hadden het allemaal ontleend aan de anderen!
Een variant is dat het eigenlijk allemaal te danken was aan joden en Grieken enzovoort. Ik zie het gewoon al voor me, hoe binnen 500 jaar het dom rechts van een andere beschaving de behoefte zal hebben om te ontkennen dat het Westen veel heeft bijgedragen aan de menselijke ontwikkeling. Ik zie ze er op wijzen dat Einstein en Freud en vele anderen eigenlijk joden waren, en dus heeft het Westen niet veel bijgedragen, etcetera.
En deze! Ibn Sina en Averroes waren eigenlijk een Spanjaard en een Pers! Ja, dat de Perzen deel uitmaakten van de Islam, dat is waarlijk een grote ontdekking. Maar Ibn Sina en Averroes waren, vanzelfsprekend, moslims, die leefden en werkten in de geürbanizeerde cultuur van de Islam van die dagen, met scholen waar ze hun opleiding kregen, en een spirituele cultuur die hen deed deel uitmaken van een wereldbeschaving. Ik zie een dom rechts van binnen enkele eeuwen al beweren dat Galileï “eigenlijk” een Italiaan was, en dus, uim, uim, en dus eigenlijk een Romein! En dus heeft het Westen niet veel bijgedragen, en omdat dom rechts van alle tijden zal geloven wat ze willen geloven – etcetera.
En hier is er nog één. Die grote geleerden van de Islam, waarvan ze toch wel voelen dat ze ze niet krijgen weggepoetst, werden door hun eigen Islam ook nog vervolgd! Dat is één van die verhalen die je, om het goed te doen, eerst eens met opgetrokken wenkbrauwen zou moeten natrekken. Want ik heb een beetje ervaring met propagandisten, en ik twijfel er geen seconde aan dat ze moeilijkheden hebben gehad. Maar toch, ik zou wel eens het hele verhaal willen kennen, en dan zal ik er eens het proces van Socrates naastleggen, en de wedervaren van de Pythagoreërs, en ik vergeet het proces van Galileï, en trouwens, had ik het niet over Einstein en Freud? Allebei op de vlucht geslagen voor de vervolgingen van hun thuisland! Je ziet, natuurlijk heeft het Westen maar heel weinig bijgedragen aan de mensheid, het kwam allemaal van de vervolgde joden en de antieke Romeinen enzovoort.
Twee maten en gewichten, ik zei het al, en mijn conclusie is dat we ze maar niet te serieus moeten nemen. Ze doen me denken aan de propaganda van dom links, en daarmee is de cirkel rond: dom links en dom rechts lijken enorm sterk op elkaar (7) – zal ik maar als oefening aan de lezer laten welke filosoof voorspeld heeft dat ze dan ook enorm veel moeite zouden doen om die opvallende overeenkomsten niet te moeten zien?
---------------------------------------------
(1) http://lvb.net/item/4393
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/300-de-perzen-zijn-boos.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/rechts-maar-toch-goed-david-landes.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/islam-ups-en-downs.html
(5) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/op-wandel-in-het-vierde-millennium.html
(6) Brosius, The Persians, An Introduction, 2,006
(7) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/de-opvallende-parallel-tussen-dom_26.html
maandag 26 maart 2007
Wij zijn Sterrenstof
Veel mensen kennen wel een onderwerp waar ze met open mond stonden op te kijken toen ze doorhadden "hoe het eigenlijk zat". Een voorbeeld uit mijn schooltijd was dat ik me afvroeg wat er gebeurde als ik waterdruppels alsmaar kleiner zou maken. Eerst kreeg je steeds kleinere druppels, maar die bestonden zelf nog steeds uit water. Toch bleek er zoiets te bestaan als de kleinst mogelijke waterdruppel. Als je dààr begon in te snijden, dan kreeg je nog wel stukken , maar die waren zelf geen water meer. Het waren de atomen waaruit water bestond, in casu "waterstof" en "zuurstof".
En wat voor water gold, gold ook voor de rest: auto's, kleren, mensen, noem maar op... Uiteindelijk bestonden ze allemaal uit combinaties van atomen, waarvan er tientallen soorten waren. Zuurstof, bijvoorbeeld, maar ook koolstof, en stikstof, en ijzer, en vele andere. En dat deed de vraag rijzen: waarvan zijn dan die atomen gemaakt?
Een eerste verrassing kwam toen er maar één factor was die bepaalde wat voor soort een gegeven atoom is. Atomen bestaan wel uit drie bestanddelen (protonen, neutronen en electronen), maar daarvan is alleen het aantal protonen van belang. Zo simpel was dat! Als een atoom één en slechts één proton had, dan was het waterstof. Er konden verschillen zijn met aantallen neutronen en electronen, maar het bleven allemaal varianten op waterstof. Terwijl het volstond om aan dat ene proton een tweede toe te voegen, en hop! Nu was het geen waterstof meer, maar wel helium. En zo kan je doorgaan: zuurstof heeft er 8, en ijzer heeft er 26, enzovoort. Grabbel een atoom met 8 protonen vast en pruts met electronen en neutronen zoveel je wil, maar het blijft zuurstof. Maar maak dat het een proton verliest, en je atoom is niet langer zuurstof, maar stikstof.
Ja, met wat vereenvoudiging kan je zeggen dat de hele ons bekende materiële wereld bestaat uit welbepaalde combinaties van protonen. Bovendien hebben we een goed beeld van hoe al die protonen en neutronen afkomstig zijn uit één bepaalde gebeurtenis: de Big Bang (1).
En daarmee begint het pas echt. Nu (na de Big Bang, dus) hebben we gaswolken van voornamelijk protonen, en onder invloed van de zwaartekracht beginnen delen daarvan in grote massa’s te klonteren. Hoe zwaarder ze worden, hoe meer ze nog meer gas aantrekken, en dat eindigt met een effect om alle sneeuwballen het nakijken te geven: Onder invloed van de enorme zwaartekracht raken de protonen in één enkele kern bij elkaar gekwakt, en bijgevolg, aangezien enkel aantallen protonen bepalen wat voor een atoom we hebben, weten we hiermee hoe uit de protonen van de Big Bang de ons bekende materie ontstond.
Dit gaat om heel preciese vergelijkingen! Het gaat om processen waarover we een heel nauwkeurig inzicht hebben! Ze zijn vergelijkbaar met de chemische reacties die water maken van waterstof en zuurstof, maar ze vragen enorm veel meer energie om op gang te komen. En eenmaal ze op gang zijn geven ze ook enorm veel meer energie af: dat gaat zo met reacties die zich afspelen in de kernen van atomen, "kernreacties".
Voor de gigantische gasbollen die onder invloed van de zwaartekracht ontvlammen in een uitbarsting van nucleaire energie hebben we ook een naam: het zijn de sterren, waarvan onze zon de dichtstbijzijnde is. De astronomie geeft ons dus heel preciese vergelijkingen, die niet alleen de nucleaire reacties beschrijven waarmee waterstof wordt omgezet in zwaardere atomen, maar ook de energie die daarmee vrijkomt. Daarmee was één van de grote raadsels van destijds opgelost, namelijk de vraag waar de zon haar energie vandaan haalde, alsook hoe sterren op die gigantische afstanden van hier, desondanks nog steeds zichtbaar konden zijn.
Maar er zat, voor mij dan toch, een nog veel grotere verrassing te wachten aan de horizon. Als we van de Big Bang een erfenis van protonen meekregen, en als we sterren nodig hebben om te weten waar alle zwaardere atomen (op het helium dat onmiddellijk na de Big Bang ontstond na dan) vandaan komen – dan is alles wat we rondom ons aan zwaardere atomen zien materiaal dat ooit in het binnenste van een ster heeft gezeten. En wijzelf, die bestaan uit koolstof en stikstof en zuurstof en vele andere, inclusief het silicium waarmee ons verstand over dit onderwerp nadenkt, bestaan uit materiaal dat ooit in het binnenste van een ster heeft gezeten. En die sterren hebben hun materiaal weer uitgespuwd in de interstellaire nevelen, en opnieuw zijn gaswolken, verrijkt met dat zwaardere materiaal uit die sterren van de vorige generatie, in elkaar beginnen draaien, en één van die gasbollen is opnieuw ontvlamd tot een ster... En een klein deeltje van het materiaal is terechtgekomen op een planeet die rond die ster is blijven draaien, en er is leven tot stand gekomen en dat leven is geëvolueerd, en nog enkele miljarden jaren later zitten kleine onderdeeltjes daarvan op een computerklavier het verhaal na te vertellen.
Verfrissend, nietwaar?
---------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/kosmologie-weemoedig-wegdromend.html
En wat voor water gold, gold ook voor de rest: auto's, kleren, mensen, noem maar op... Uiteindelijk bestonden ze allemaal uit combinaties van atomen, waarvan er tientallen soorten waren. Zuurstof, bijvoorbeeld, maar ook koolstof, en stikstof, en ijzer, en vele andere. En dat deed de vraag rijzen: waarvan zijn dan die atomen gemaakt?
Een eerste verrassing kwam toen er maar één factor was die bepaalde wat voor soort een gegeven atoom is. Atomen bestaan wel uit drie bestanddelen (protonen, neutronen en electronen), maar daarvan is alleen het aantal protonen van belang. Zo simpel was dat! Als een atoom één en slechts één proton had, dan was het waterstof. Er konden verschillen zijn met aantallen neutronen en electronen, maar het bleven allemaal varianten op waterstof. Terwijl het volstond om aan dat ene proton een tweede toe te voegen, en hop! Nu was het geen waterstof meer, maar wel helium. En zo kan je doorgaan: zuurstof heeft er 8, en ijzer heeft er 26, enzovoort. Grabbel een atoom met 8 protonen vast en pruts met electronen en neutronen zoveel je wil, maar het blijft zuurstof. Maar maak dat het een proton verliest, en je atoom is niet langer zuurstof, maar stikstof.
Ja, met wat vereenvoudiging kan je zeggen dat de hele ons bekende materiële wereld bestaat uit welbepaalde combinaties van protonen. Bovendien hebben we een goed beeld van hoe al die protonen en neutronen afkomstig zijn uit één bepaalde gebeurtenis: de Big Bang (1).
En daarmee begint het pas echt. Nu (na de Big Bang, dus) hebben we gaswolken van voornamelijk protonen, en onder invloed van de zwaartekracht beginnen delen daarvan in grote massa’s te klonteren. Hoe zwaarder ze worden, hoe meer ze nog meer gas aantrekken, en dat eindigt met een effect om alle sneeuwballen het nakijken te geven: Onder invloed van de enorme zwaartekracht raken de protonen in één enkele kern bij elkaar gekwakt, en bijgevolg, aangezien enkel aantallen protonen bepalen wat voor een atoom we hebben, weten we hiermee hoe uit de protonen van de Big Bang de ons bekende materie ontstond.
Dit gaat om heel preciese vergelijkingen! Het gaat om processen waarover we een heel nauwkeurig inzicht hebben! Ze zijn vergelijkbaar met de chemische reacties die water maken van waterstof en zuurstof, maar ze vragen enorm veel meer energie om op gang te komen. En eenmaal ze op gang zijn geven ze ook enorm veel meer energie af: dat gaat zo met reacties die zich afspelen in de kernen van atomen, "kernreacties".
Voor de gigantische gasbollen die onder invloed van de zwaartekracht ontvlammen in een uitbarsting van nucleaire energie hebben we ook een naam: het zijn de sterren, waarvan onze zon de dichtstbijzijnde is. De astronomie geeft ons dus heel preciese vergelijkingen, die niet alleen de nucleaire reacties beschrijven waarmee waterstof wordt omgezet in zwaardere atomen, maar ook de energie die daarmee vrijkomt. Daarmee was één van de grote raadsels van destijds opgelost, namelijk de vraag waar de zon haar energie vandaan haalde, alsook hoe sterren op die gigantische afstanden van hier, desondanks nog steeds zichtbaar konden zijn.
Maar er zat, voor mij dan toch, een nog veel grotere verrassing te wachten aan de horizon. Als we van de Big Bang een erfenis van protonen meekregen, en als we sterren nodig hebben om te weten waar alle zwaardere atomen (op het helium dat onmiddellijk na de Big Bang ontstond na dan) vandaan komen – dan is alles wat we rondom ons aan zwaardere atomen zien materiaal dat ooit in het binnenste van een ster heeft gezeten. En wijzelf, die bestaan uit koolstof en stikstof en zuurstof en vele andere, inclusief het silicium waarmee ons verstand over dit onderwerp nadenkt, bestaan uit materiaal dat ooit in het binnenste van een ster heeft gezeten. En die sterren hebben hun materiaal weer uitgespuwd in de interstellaire nevelen, en opnieuw zijn gaswolken, verrijkt met dat zwaardere materiaal uit die sterren van de vorige generatie, in elkaar beginnen draaien, en één van die gasbollen is opnieuw ontvlamd tot een ster... En een klein deeltje van het materiaal is terechtgekomen op een planeet die rond die ster is blijven draaien, en er is leven tot stand gekomen en dat leven is geëvolueerd, en nog enkele miljarden jaren later zitten kleine onderdeeltjes daarvan op een computerklavier het verhaal na te vertellen.
Verfrissend, nietwaar?
---------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/kosmologie-weemoedig-wegdromend.html
zondag 25 maart 2007
Verkeersagressie
Verkeersagressie, ik heb er ook een gloeiende hekel aan. Dus ik geef maar even de link naar het verhaal mee:
http://blog.zog.org/2007/03/agressie.html
De foto van de dader is vaag, een nummerplaat staat er niet bij, maar ik denk toch: als die man zijn eigen gezicht vaak genoeg op het net terugvindt, dan is er een kleine kans dat hij de volgende keer toch eens wat nadenkt.
http://blog.zog.org/2007/03/agressie.html
De foto van de dader is vaag, een nummerplaat staat er niet bij, maar ik denk toch: als die man zijn eigen gezicht vaak genoeg op het net terugvindt, dan is er een kleine kans dat hij de volgende keer toch eens wat nadenkt.
Meer bij "ziekte als luxe"
Vorige week, ik schreef het al, was het hier een moeilijk week-end. Met koorts, hoofdpijn, misselijkheid en slappe beentjes bleef ik full time aan de slag: de verbouwingen gingen vroeger beginnen dan verwacht. Overigens was ik ook de voorafgaande dagen niet thuisgebleven, want toevallig zat ik in het buitenland toen de aanval toesloeg, en meer dan “wat vroeger naar je hotel” zit er dan ook niet in. Momenteel zijn de werken goed vertrokken, en zijn er heel wat minder klussen, en dus zit ik nog wat te mijmeren bij vorige week.
Midden in die tekst vol zelfbeklag waren er twee boeken die zomaar in mijn hoofd opkwamen. Het eerste was The Forgotten Soldier van Guy Sajer. Die is ongeveer 16 jaar als hij (zoon van een gemengd Frans-Duits echtpaar) rond 1,942 voor het Duitse leger naar het oostfront vertrekt. En hij komt terug met letterlijk ongelofelijke verhalen: ten eerste, hij leeft nog (na drie jaar oostfront, dus). Ik heb het eens gevraagd aan iemand die heel wat gestudeerd heeft op die woelige tijden, en het ziet er naar uit dat het boek toch wel authentiek is. En dus kan je je er niets bij voorstellen, wanneer de schrijver vertelt hoe hij in zijn putje zit, en merkt dat de takken beginnen te kraken bij min dertig, maar dat de stenen pas beginnen te kraken als het min vijftig is: hij weet dat omdat hij er zelf bij was.
Drie van die winters maakt hij mee, het grootste deel van de tijd al op de terugtocht. Je zit in je greppeltje en je hebt nog drie Panzerfaustgranaten, en opeens hoor je het gekletter dat je maar al te goed kent, en je ziet dertien Russische tanks van eerste kwaliteit op je afkomen, en achter je ruist de Oostzee. Taak: verzin een manoeuvre (en voer het uit) zodat je enkele weken later door de Amerikanen wordt gevangen genomen, hetgeen het voordeel heeft dat je niet ter plekke wordt neergeknald, en dat ze je nog te eten geven ook.
Maar dit terzijde. Ook Sajer maakt een moment mee dat hij rillend van de koorts, met slappe benen en barstende hoofdpijn aan de slag moet. Immers, daar zijn alweer die eerste kwaliteit Russische tanks die op de linies afkomen, en de kracht van de artillerie is zodanig dat jij, in je greppel, heen en weer gesmeten wordt als een erwt in een trommel. En dus kan jij, koortsig of niet, van onder je soldantenjas en je paardendeken komen kruipen, en bij min tientallen graden proberen ze tegen te houden voor ze gewoon over je heen rijden.
En daar zat ik allemaal aan te denken toen ik mijn tekstje schreef, dat tekstje vol zelfbeklag, over hoe ik niet eens in mijn bed kon liggen, en het was nog wel week-end!
Maar daarmee was het niet eens gedaan. Het andere boek waaraan ik moest denken was Primo Levi, Is dit een Mens. Levi is een Italiaanse jood die in 1,944 als zodanig wordt opgepakt en zichzelf terugvindt in het concentratiekamp van Auschwitz. Daar krijg je elke dag één kleine, zeer kleine homp “brood” (wij zouden het waarschijnlijk nog niet aan de kippen voeren) en één zeer kleine portie “soep”, en daarmee verricht je de hele dag zware arbeid. Bijvoorbeeld, zware houten en stalen balken dragen, hetgeen op uitgemergelde schouders natuurlijk nog veel moeilijker en pijnlijker is.
Met dat soort rantsoen heeft iederéén al snel slappe benen, barstende hoofdpijn en de rest van de klachten. Maar dat neemt niet weg dat het werk door gaat, zomer en winter, regen en sneeuw. Ja, er is het moment waarop Levi denkt aan het paradijs. Het paradijs, dat is een droge lap om tussen zijn rug en zijn hemd - dat doornat is in de ijskoude regen en dus des te pijnlijker aan hem kleeft - te steken.
Aan die dingen zat ik te denken terwijl ik de post schreef over mijn moeilijk week-end. En je kan het er aan zien! Had ik niet geschreven over de gelukkige wereld, die in geval van ziekte gewoon in zijn bed ligt te ijlen? Had ik niet beloofd dat er een preek zat aan te komen over het feit dat het denkbaar is, ergens aan de rand van het waarneembare, dat er nog ergere dingen zijn in het leven? Bij deze.
Midden in die tekst vol zelfbeklag waren er twee boeken die zomaar in mijn hoofd opkwamen. Het eerste was The Forgotten Soldier van Guy Sajer. Die is ongeveer 16 jaar als hij (zoon van een gemengd Frans-Duits echtpaar) rond 1,942 voor het Duitse leger naar het oostfront vertrekt. En hij komt terug met letterlijk ongelofelijke verhalen: ten eerste, hij leeft nog (na drie jaar oostfront, dus). Ik heb het eens gevraagd aan iemand die heel wat gestudeerd heeft op die woelige tijden, en het ziet er naar uit dat het boek toch wel authentiek is. En dus kan je je er niets bij voorstellen, wanneer de schrijver vertelt hoe hij in zijn putje zit, en merkt dat de takken beginnen te kraken bij min dertig, maar dat de stenen pas beginnen te kraken als het min vijftig is: hij weet dat omdat hij er zelf bij was.
Drie van die winters maakt hij mee, het grootste deel van de tijd al op de terugtocht. Je zit in je greppeltje en je hebt nog drie Panzerfaustgranaten, en opeens hoor je het gekletter dat je maar al te goed kent, en je ziet dertien Russische tanks van eerste kwaliteit op je afkomen, en achter je ruist de Oostzee. Taak: verzin een manoeuvre (en voer het uit) zodat je enkele weken later door de Amerikanen wordt gevangen genomen, hetgeen het voordeel heeft dat je niet ter plekke wordt neergeknald, en dat ze je nog te eten geven ook.
Maar dit terzijde. Ook Sajer maakt een moment mee dat hij rillend van de koorts, met slappe benen en barstende hoofdpijn aan de slag moet. Immers, daar zijn alweer die eerste kwaliteit Russische tanks die op de linies afkomen, en de kracht van de artillerie is zodanig dat jij, in je greppel, heen en weer gesmeten wordt als een erwt in een trommel. En dus kan jij, koortsig of niet, van onder je soldantenjas en je paardendeken komen kruipen, en bij min tientallen graden proberen ze tegen te houden voor ze gewoon over je heen rijden.
En daar zat ik allemaal aan te denken toen ik mijn tekstje schreef, dat tekstje vol zelfbeklag, over hoe ik niet eens in mijn bed kon liggen, en het was nog wel week-end!
Maar daarmee was het niet eens gedaan. Het andere boek waaraan ik moest denken was Primo Levi, Is dit een Mens. Levi is een Italiaanse jood die in 1,944 als zodanig wordt opgepakt en zichzelf terugvindt in het concentratiekamp van Auschwitz. Daar krijg je elke dag één kleine, zeer kleine homp “brood” (wij zouden het waarschijnlijk nog niet aan de kippen voeren) en één zeer kleine portie “soep”, en daarmee verricht je de hele dag zware arbeid. Bijvoorbeeld, zware houten en stalen balken dragen, hetgeen op uitgemergelde schouders natuurlijk nog veel moeilijker en pijnlijker is.
Met dat soort rantsoen heeft iederéén al snel slappe benen, barstende hoofdpijn en de rest van de klachten. Maar dat neemt niet weg dat het werk door gaat, zomer en winter, regen en sneeuw. Ja, er is het moment waarop Levi denkt aan het paradijs. Het paradijs, dat is een droge lap om tussen zijn rug en zijn hemd - dat doornat is in de ijskoude regen en dus des te pijnlijker aan hem kleeft - te steken.
Aan die dingen zat ik te denken terwijl ik de post schreef over mijn moeilijk week-end. En je kan het er aan zien! Had ik niet geschreven over de gelukkige wereld, die in geval van ziekte gewoon in zijn bed ligt te ijlen? Had ik niet beloofd dat er een preek zat aan te komen over het feit dat het denkbaar is, ergens aan de rand van het waarneembare, dat er nog ergere dingen zijn in het leven? Bij deze.
zaterdag 24 maart 2007
"300" (De Perzen zijn boos.)
Filosoof René Girard schreef het al. Conflicten zijn heviger naarmate de partijen meer op elkaar lijken. Geen dodelijker vijanden dan twee broers in een familievete, of twee ambtenaren uit op dezelfde promotie. Op een andere schaal geldt hetzelfde voor twee dictators aan het hoofd van een politiestaat en op nog een andere schaal geldt hetzelfde voor twee beschavingen met een concurrerende universele boodschap. Zeg: Het Westen en de Islam.
Girard schreef er bij dat de partijen meer zullen proberen er verschillend uit te zien, naarmate ze meer op elkaar lijken. Dat doet een explosie aan propaganda verwachten, want de parallellen tussen “Islam” en “Westen” zijn werkelijk opvallend. Over een aantal hebben we het hier eerder gehad (1), maar andere gaan veel verder terug in de tijd dan de concurrerende boodschap zelf. Daar is tenslotte "nog maar” 1,500 jaar zoveel om te doen. Terwijl beide beschavingen zelf al de erfgenamen zijn van “antieke” voorgangers. Voor het Westen zijn dat de Grieken en Romeinen, en voor de Islam is dat het Perzische Rijk van Achaemeniden, Parthen en Sassaniden. (Over hoe Byzantium is versplinterd en deels naar het Westen, deels naar de Islam en deels naar Orthodox Rusland is gegaan zullen we het nu maar niet hebben.)
Die antieke voorouders hadden het met elkaar niet minder aan de stok dan hun erfgenamen vandaag. En precies daarover ontstaat alweer wrijving in de actualiteit. De film “300” evoceert een veldslag uit de oorlogen tussen de Grieken en de Perzen van 2,500 jaar geleden, en wel de slag om de Thermopylen. En Iran - niet minder de erfgenaam van het oude Perzië dan het huidige Griekenland het thuisland van het antieke Hellas betekent - is boos! De film stelt de Perzen voor als een stel verwijfde, decadente en barbaarse volkeren, die met een enorme overmacht de vrijheidslievende Grieken proberen te overmeesteren. In het Westen variëren de reacties op die boosheid dan weer tussen leedvermaak, via onverschilligheid, tot een zeker gewetensonderzoek.
Temidden van een serie vernietigende recensies (“pueriele geweldverheerlijking”, “avondvulling voor de “Bloed en Bodem” club”, “verkleutering van de geschiedenis”) klonk die van The Financial Times het meest evenwichtig: “hey, het is maar een film”. Maar als aanleiding om het over een hedendaags heet hangijzer met zéér diepe historische wortels te hebben, is de ruzie erg geschikt. De beide partijen lijken dus heel erg op elkaar, en daarom is (a) het conflict des te verbetener, en (b) proberen ze zoveel mogelijk die gelijkenis weg te moffelen achter vaak verzonnen verschillen: denk terug aan René Girard. Hier is wat mijn beginnersboekje over de Perzen (2) zegt over hoe de Romeinen dat deden:
“The Parthians were depicted as the stereotypes of the eastern barbarian. Their otherness was shown physically in their body posture, dress, their hair and beards (…).”
“The hair was depicted in wild and unruly curls (…). The men wore beards and moustaches, adding to their foreignness.”
“(…) at the same time as the Parthian was depicted as uncivilised, he was also ‘orientalised’ in traditional fashion, being described as luxury-loving, leading an effeminate lifestyle, and demonstrating excessive sexuality.”
Enzovoort. Dat is dan 2,000 jaar geschiedenis, met weinig nieuws onder de zon. Want waarom zijn de hedendaagse Perzen (Iran, dus) boos? Wel, de antieke Perzen worden voorgesteld als verwijfd en verweekt, en (met een verwijzing naar een hedendaagse obsessie) ook nog als een donkerharig, donkerkleurig volkje, met alle implicaties van “inferioriteit” die dat oproept. Terwijl de Perzen net zo goed als de Grieken Indo-Europese volkeren waren... jawel, hoe meer ze op elkaar lijken, hoe erger het conflict is – en hoe meer ze er de anderen willen laten “anders” uitzien!
En voor dat soort dingen is iedereen gevoelig. Ik heb verschillende exemplaren van dom rechts uit hun vel zien springen toen ik ze herinnerde aan wat nochtans zeer simpele historische feiten zijn: in de eeuwen voor, en rond, het jaar 1,000 kende de Islam een bloeiende beschaving, terwijl Europa was teruggevallen in een staat van quasi-barbarij. Zo groot is de behoefte om de ander als inferieur voor te stellen (“hoe meer ze op elkaar lijken”...) dat de feiten worden aangepast aan de psychologische nood, gekoppeld aan hevige emotionele uitbarstingen als het verhaal niet klopt. En als wij, rationele Westerlingen al boos worden omdat we onze propaganda niet kunnen volhouden – hoeveel bozer zouden we dan nog zijn als we slachtoffer werden van verhalen die ook werkelijk niet kloppen?
Nu al is het zo dat we een aantal minder gemakkelijke kanten van het verhaal van de Thermopylae eerder met de mantel der liefde bedekken. Bijvoorbeeld dat de slag naar alle maatstaven een klinkende overwinning was voor de Perzen. Hoe vaak zal het sindsdien niet voorgekomen zijn dat een leger van “onze” kant oprukte van punt A naar punt B, waar enkele tegenstanders zich op een quasi onneembare plaats hebben ingegraven? Alleen al WO II moet ervan uitpuilen. En als “wij” dan na list en omsingeling de blokkade opbreken – is dat dan ineens geen overwinning meer? Op dezelfde manier veegde Xerxes de Thermopylen schoon op drie dagen tijd, en nog wat later was Athene ingenomen. En verwoest. En daarmee had de Koning der Koningen zijn zin gehad. Over heel hun onmetelijk rijk vergolden de Perzen altijd daden van verraad en opstand met de vernietiging van de vijandelijke hoofdstad (of –steden), en dat was met de Grieken ook gebeurd. En ja, hij zal zich ervan bewust geweest zijn dat de overwinning niet zo totaal was als hij had kunnen hopen en verwachten.
De reden waarom dat er voor de Grieken zo heel anders uitzag ligt in een ander aspect dat we liever niet te veel in de verf zetten. Het waren wel degelijk de Perzen die een wereldbeschaving vertegenwoordigden, terwijl de Grieken op hun Gouden Eeuw nog een tijdje moesten wachten. De Grieken waren een bende vechtende en plunderende stadsstaatjes die er naar Perzische maatstaven primitief en onbehouwen bijlagen – precies het soort rijkjes waarvan ze er al heel veel vrede en beschaving hadden gebracht. En dus was het voor de Grieken een groot succes om niet helemààl van de kaart te worden geveegd. En aan iedereen die op dit punt zit te stomen van woede om zoveel relativering van ons Groots Verleden zeg ik: uitstekend, je begint begrip te krijgen voor de Iraniërs, doe zo voort!
Natuurlijk, er zitten ook enkele werkelijk hartverheffende kanten aan het verhaal; waarom denk je dat ik er zelf een hele serie posts aan heb gewijd? Zowel de verbluffende overwinning bij Marathon, als de heroïsche “last stand” van de 300 bij de Thermopylen, verkregen in de Griekse ogen een quasi spirituele betekenis. Het werd een bron van inspiratie die veel verder ging dan wat literatuur of mystiek. Het werd een inspiratie die zich haast onmiddellijk vertaalde in de overwinningen van Salamis en Plataea, de oorsprong van het besef dat de Perzen eigenlijk best wel bang waren van een Griekse phalanx. En het werd ook een inspiratiebron voor de explosie aan culturele uitstraling die ze vervolgens produceerden, die Grieken van de eeuw van Pericles. Naar alle maatstaven een hoogtepunt, niet alleen voor het Westen, maar ook voor de hele menselijke geschiedenis. Niet langer moesten ze beroep doen op de verhalen over de Mykeners bij Troje als ze extra glans aan hun verleden wilden verlenen: al wat ze moesten doen was vragen: “opa, waar stond jij, en waar zaten de Meden?”.
En het is in die laatste zin dat ook ik eerst even tegen de Perzen zou willen zeggen: hey, jongens, het is maar een film. Kalmeer. Bezoek Sparta en klamp iemand aan om hem te vertellen wat er op het bordje bij de pas van de Thermopylen staat: een beetje relativeringsvermogen! Maar tegelijk vrees ik ook een beetje voor een gemiste kans. Misschien bezorgen de recensies me een overdreven negatief beeld, maar ik vrees momenteel dat een belangrijk historisch gebeuren is gebruikt als aanleiding om een geweldorgie neer te zetten. Een beetje zoals met The Passion of The Christ. Terwijl het niet zo moeilijk moet zijn om dezelfde geestdrift voor dezelfde heroiek om te zetten in een beeld dat de 300 Spartanen het begin laat zijn van een beschaving die, millennia later, die van de Perzen zou evenaren en zelfs overvleugelen. Toch wat inspirerender dan 300 beenhouwers die het niet eens kunnen halen tegen een raciaal inferieure bende, die er in slaagt tegelijk primitief en verwijfd te zijn, vind je ook niet?
------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/de-baarmoederstrategie.html
(2) Brosius, The Persians, An introduction, 2,006
-------------------------------------------
Een post als deze lijkt me een geschikt moment om nog eens de hele sage zoals ik ze hier zelf heb verteld mee te geven:
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/de-studie-van-de-geschiedenis.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/marathon.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/ga-vreemdeling-de-spartanen-vertellen.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/recapitulatie-bij-de-studie-van-de.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/salamis.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/selectie-effect.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-beslissende-slag-plataea.html
Girard schreef er bij dat de partijen meer zullen proberen er verschillend uit te zien, naarmate ze meer op elkaar lijken. Dat doet een explosie aan propaganda verwachten, want de parallellen tussen “Islam” en “Westen” zijn werkelijk opvallend. Over een aantal hebben we het hier eerder gehad (1), maar andere gaan veel verder terug in de tijd dan de concurrerende boodschap zelf. Daar is tenslotte "nog maar” 1,500 jaar zoveel om te doen. Terwijl beide beschavingen zelf al de erfgenamen zijn van “antieke” voorgangers. Voor het Westen zijn dat de Grieken en Romeinen, en voor de Islam is dat het Perzische Rijk van Achaemeniden, Parthen en Sassaniden. (Over hoe Byzantium is versplinterd en deels naar het Westen, deels naar de Islam en deels naar Orthodox Rusland is gegaan zullen we het nu maar niet hebben.)
Die antieke voorouders hadden het met elkaar niet minder aan de stok dan hun erfgenamen vandaag. En precies daarover ontstaat alweer wrijving in de actualiteit. De film “300” evoceert een veldslag uit de oorlogen tussen de Grieken en de Perzen van 2,500 jaar geleden, en wel de slag om de Thermopylen. En Iran - niet minder de erfgenaam van het oude Perzië dan het huidige Griekenland het thuisland van het antieke Hellas betekent - is boos! De film stelt de Perzen voor als een stel verwijfde, decadente en barbaarse volkeren, die met een enorme overmacht de vrijheidslievende Grieken proberen te overmeesteren. In het Westen variëren de reacties op die boosheid dan weer tussen leedvermaak, via onverschilligheid, tot een zeker gewetensonderzoek.
Temidden van een serie vernietigende recensies (“pueriele geweldverheerlijking”, “avondvulling voor de “Bloed en Bodem” club”, “verkleutering van de geschiedenis”) klonk die van The Financial Times het meest evenwichtig: “hey, het is maar een film”. Maar als aanleiding om het over een hedendaags heet hangijzer met zéér diepe historische wortels te hebben, is de ruzie erg geschikt. De beide partijen lijken dus heel erg op elkaar, en daarom is (a) het conflict des te verbetener, en (b) proberen ze zoveel mogelijk die gelijkenis weg te moffelen achter vaak verzonnen verschillen: denk terug aan René Girard. Hier is wat mijn beginnersboekje over de Perzen (2) zegt over hoe de Romeinen dat deden:
“The Parthians were depicted as the stereotypes of the eastern barbarian. Their otherness was shown physically in their body posture, dress, their hair and beards (…).”
“The hair was depicted in wild and unruly curls (…). The men wore beards and moustaches, adding to their foreignness.”
“(…) at the same time as the Parthian was depicted as uncivilised, he was also ‘orientalised’ in traditional fashion, being described as luxury-loving, leading an effeminate lifestyle, and demonstrating excessive sexuality.”
Enzovoort. Dat is dan 2,000 jaar geschiedenis, met weinig nieuws onder de zon. Want waarom zijn de hedendaagse Perzen (Iran, dus) boos? Wel, de antieke Perzen worden voorgesteld als verwijfd en verweekt, en (met een verwijzing naar een hedendaagse obsessie) ook nog als een donkerharig, donkerkleurig volkje, met alle implicaties van “inferioriteit” die dat oproept. Terwijl de Perzen net zo goed als de Grieken Indo-Europese volkeren waren... jawel, hoe meer ze op elkaar lijken, hoe erger het conflict is – en hoe meer ze er de anderen willen laten “anders” uitzien!
En voor dat soort dingen is iedereen gevoelig. Ik heb verschillende exemplaren van dom rechts uit hun vel zien springen toen ik ze herinnerde aan wat nochtans zeer simpele historische feiten zijn: in de eeuwen voor, en rond, het jaar 1,000 kende de Islam een bloeiende beschaving, terwijl Europa was teruggevallen in een staat van quasi-barbarij. Zo groot is de behoefte om de ander als inferieur voor te stellen (“hoe meer ze op elkaar lijken”...) dat de feiten worden aangepast aan de psychologische nood, gekoppeld aan hevige emotionele uitbarstingen als het verhaal niet klopt. En als wij, rationele Westerlingen al boos worden omdat we onze propaganda niet kunnen volhouden – hoeveel bozer zouden we dan nog zijn als we slachtoffer werden van verhalen die ook werkelijk niet kloppen?
Nu al is het zo dat we een aantal minder gemakkelijke kanten van het verhaal van de Thermopylae eerder met de mantel der liefde bedekken. Bijvoorbeeld dat de slag naar alle maatstaven een klinkende overwinning was voor de Perzen. Hoe vaak zal het sindsdien niet voorgekomen zijn dat een leger van “onze” kant oprukte van punt A naar punt B, waar enkele tegenstanders zich op een quasi onneembare plaats hebben ingegraven? Alleen al WO II moet ervan uitpuilen. En als “wij” dan na list en omsingeling de blokkade opbreken – is dat dan ineens geen overwinning meer? Op dezelfde manier veegde Xerxes de Thermopylen schoon op drie dagen tijd, en nog wat later was Athene ingenomen. En verwoest. En daarmee had de Koning der Koningen zijn zin gehad. Over heel hun onmetelijk rijk vergolden de Perzen altijd daden van verraad en opstand met de vernietiging van de vijandelijke hoofdstad (of –steden), en dat was met de Grieken ook gebeurd. En ja, hij zal zich ervan bewust geweest zijn dat de overwinning niet zo totaal was als hij had kunnen hopen en verwachten.
De reden waarom dat er voor de Grieken zo heel anders uitzag ligt in een ander aspect dat we liever niet te veel in de verf zetten. Het waren wel degelijk de Perzen die een wereldbeschaving vertegenwoordigden, terwijl de Grieken op hun Gouden Eeuw nog een tijdje moesten wachten. De Grieken waren een bende vechtende en plunderende stadsstaatjes die er naar Perzische maatstaven primitief en onbehouwen bijlagen – precies het soort rijkjes waarvan ze er al heel veel vrede en beschaving hadden gebracht. En dus was het voor de Grieken een groot succes om niet helemààl van de kaart te worden geveegd. En aan iedereen die op dit punt zit te stomen van woede om zoveel relativering van ons Groots Verleden zeg ik: uitstekend, je begint begrip te krijgen voor de Iraniërs, doe zo voort!
Natuurlijk, er zitten ook enkele werkelijk hartverheffende kanten aan het verhaal; waarom denk je dat ik er zelf een hele serie posts aan heb gewijd? Zowel de verbluffende overwinning bij Marathon, als de heroïsche “last stand” van de 300 bij de Thermopylen, verkregen in de Griekse ogen een quasi spirituele betekenis. Het werd een bron van inspiratie die veel verder ging dan wat literatuur of mystiek. Het werd een inspiratie die zich haast onmiddellijk vertaalde in de overwinningen van Salamis en Plataea, de oorsprong van het besef dat de Perzen eigenlijk best wel bang waren van een Griekse phalanx. En het werd ook een inspiratiebron voor de explosie aan culturele uitstraling die ze vervolgens produceerden, die Grieken van de eeuw van Pericles. Naar alle maatstaven een hoogtepunt, niet alleen voor het Westen, maar ook voor de hele menselijke geschiedenis. Niet langer moesten ze beroep doen op de verhalen over de Mykeners bij Troje als ze extra glans aan hun verleden wilden verlenen: al wat ze moesten doen was vragen: “opa, waar stond jij, en waar zaten de Meden?”.
En het is in die laatste zin dat ook ik eerst even tegen de Perzen zou willen zeggen: hey, jongens, het is maar een film. Kalmeer. Bezoek Sparta en klamp iemand aan om hem te vertellen wat er op het bordje bij de pas van de Thermopylen staat: een beetje relativeringsvermogen! Maar tegelijk vrees ik ook een beetje voor een gemiste kans. Misschien bezorgen de recensies me een overdreven negatief beeld, maar ik vrees momenteel dat een belangrijk historisch gebeuren is gebruikt als aanleiding om een geweldorgie neer te zetten. Een beetje zoals met The Passion of The Christ. Terwijl het niet zo moeilijk moet zijn om dezelfde geestdrift voor dezelfde heroiek om te zetten in een beeld dat de 300 Spartanen het begin laat zijn van een beschaving die, millennia later, die van de Perzen zou evenaren en zelfs overvleugelen. Toch wat inspirerender dan 300 beenhouwers die het niet eens kunnen halen tegen een raciaal inferieure bende, die er in slaagt tegelijk primitief en verwijfd te zijn, vind je ook niet?
------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/de-baarmoederstrategie.html
(2) Brosius, The Persians, An introduction, 2,006
-------------------------------------------
Een post als deze lijkt me een geschikt moment om nog eens de hele sage zoals ik ze hier zelf heb verteld mee te geven:
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/de-studie-van-de-geschiedenis.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/marathon.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/ga-vreemdeling-de-spartanen-vertellen.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/recapitulatie-bij-de-studie-van-de.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/salamis.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/selectie-effect.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-beslissende-slag-plataea.html
donderdag 22 maart 2007
Onze rechters zijn veel te gezapig?
Er was wat beroering ontstaan over de rechters van de Hoven van Beroep. De edelachtbaren zijn niet productief genoeg. Ze schrijven gemiddeld slechts 2.5 arresten per week. En daarmee maken ze, voor hun prestige, vaste benoeming en royaal salaris, een eerder gezapige indruk.
Ik heb even nagedacht, en beslis me aan te sluiten bij het protest. Dit kan echt niet. Laten we immers even narekenen. 2.5 arresten per week, dat komt neer op één arrest per twee dagen. En wat stelt dat voor? Neem nu één simpel postje op “Speels maar Serieus”: dat kost toch al rap een half uurtje schrijfwerk. Daarvoor heb je twee bladzijden Word, geen opzoekwerk, geen referenties, gewoon iets dat bij je opkomt na het lezen van een krantenartikel.
Als het gaat over een onderwerp dat je goed kent, maar waar wat argumentatie aan vastzit, dan verandert het half uurtje al snel in een uurtje, en daarvoor heb je wat extra geschaafd aan de vorm van de redenering, en enkele referenties opgezocht die je van buiten weet staan. En als je iets schrijft over een serieus, moeilijk onderwerp, waarover je echt hebt nagedacht, en waar je een paar dingen speciaal voor hebt nagekeken, wel, ik zou zeggen, probeer het zelf maar eens. (Je onderwerp is: de parallellen tussen Das Unbehagen in der Kultur van Sigmund Freud en Zur Genealogie der Moral van Friedrich Nietzsche. Dat is heus geen belachelijk gesofisticeerd onderwerp; ik vermoed dat het een geregeld terugkerend practicum voor filosofiestudenten kan zijn.) Als je het onderwerp niet al kende, en je hebt op een halve dag iets fatsoenlijks bij elkaar - ik zou zeggen, begin een blog of zo.
Destijds, in de debatten met de creationisten (en toen ik nog vrijgezel was) kon het tijdsverbruik oplopen in de uren, vele uren. Hier heb je het verschijnsel van de propagandist die zeer geleerd “citeert” uit Darwin (en een hoop andere belangrijke auteurs), maar daarbij zorgvuldig heelder passages weglaat. Hij doet dat in de hoop betekenissen te fabriceren die niet zelden het tegendeel zijn van wat de auteurs eigenlijk zeggen, in de hoop dat niemand iets opmerkt. Om daar tegenin te gaan heb je gespecializeerd opzoekwerk nodig, en je moet er echt over nadenken. Sofismen zijn vaak gemakkelijker op te stellen dan te doorzien, en ik ken maar weinig mensen die al die basisboeken over evolutietheorie van buiten kennen. En daarna moet je het ook nog eens uitschrijven.
Het schrijven van Arresten is niet vergelijkbaar met debatten met creationisten, in de zin dat we het over rechters hebben; over serieuze mensen. Maar voor de rest zijn er wel overeenkomsten. Er zijn diverse, tegengestelde standpunten, en je zal allebei moeten doorgronden. Dan pas kan je aan het gespecializeerde opzoek- en nacheckwerk beginnen, dat je toelaat je rechterlijke opinie te vormen over hoe de vork aan de steel zit, en na te gaan of de specialisten – de advocaten die aan het woord komen in naam van hun cliënt – niet geprobeerd hebben jou, de rechter, een stel sofismen door je strot te wringen.
Al die dingen impliceren ook nog de zaak zelf. Misschien is het een ingewikkelde erfeniskwestie, met veel verre familieleden, vage verklaringen, onduidelijke testamenten met nog onduidelijker data, en lange inventarissen. En lange voorgeschiedenissen. Voor je je zelfs maar om die opinies kan bekommeren zal je die kwesties moeten kennen. En een groot deel van “de zaak” is het feit dat er al een vonnis van een eerste rechter is: anders hoefden de partijen niet in beroep te gaan. Dat vonnis zal je zeer goed moeten kennen. Want eerst een vonnis wijzigen in beroep, en later moeten opbiechten dat je eigenlijk niet goed wist wat er instond – het staat echt heel, heel kaal.
Dat impliceert allemaal een hoop studeerwerk. Ik kan niet voor de mensheid in het algemeen spreken, maar mijn ervaring is dat studeerwerk voor gespecializeerde, professionele onderwerpen niet iets is dat vanzelf gaat. Als je maar een beetje wil weten waar het over gaat moet je er al veel tijd in steken. En dat komt nog bovenop het uiteindelijke schrijfwerk. Laten we het niet vergeten, het heeft allemaal wel wat meer belang dan een postje voor Speels maar Serieus, of een lange lijst weerleggingen van sofismen door de creationisten. Het zal dus allemaal wat meer tijd in beslag nemen ook.
Kortom, ik protesteer. Het bestaat niet dat die mensen op niet meer dan twee dagen tijd dat soort werkstuk afleveren, en dan onmiddellijk opnieuw beginnen aan de volgende, en dan weer en dan opnieuw. Tenminste, het bestaat niet zonder dat de kwaliteit daar onder lijdt. We herkennen in feite alle symptomen van mensen die overwerkt zijn, en die daarom werken aan een tempo dat niet past bij het belang van het werk. En dus is dat werk slecht georganizeerd. Misschien zijn er te veel zaken die in beroep terechtkomen, misschien is er te weinig personeel, ik heb er niet het flauwste benul van. Maar ik weet iets over studeren, ik weet iets over schrijven, ik weet iets over de verschillende niveau’s die je kan opnemen in teksten en de consequenties daarvan qua tijdsbestek... En ik kan met de hand op het hart, zonder de minste ironie, als mijn mening te kennen geven dat één Arrest in Beroep afleveren, elke twee dagen, en dit op een gemiddelde basis, een werkdruk impliceert die vraagt om moeilijkheden.
Ik heb even nagedacht, en beslis me aan te sluiten bij het protest. Dit kan echt niet. Laten we immers even narekenen. 2.5 arresten per week, dat komt neer op één arrest per twee dagen. En wat stelt dat voor? Neem nu één simpel postje op “Speels maar Serieus”: dat kost toch al rap een half uurtje schrijfwerk. Daarvoor heb je twee bladzijden Word, geen opzoekwerk, geen referenties, gewoon iets dat bij je opkomt na het lezen van een krantenartikel.
Als het gaat over een onderwerp dat je goed kent, maar waar wat argumentatie aan vastzit, dan verandert het half uurtje al snel in een uurtje, en daarvoor heb je wat extra geschaafd aan de vorm van de redenering, en enkele referenties opgezocht die je van buiten weet staan. En als je iets schrijft over een serieus, moeilijk onderwerp, waarover je echt hebt nagedacht, en waar je een paar dingen speciaal voor hebt nagekeken, wel, ik zou zeggen, probeer het zelf maar eens. (Je onderwerp is: de parallellen tussen Das Unbehagen in der Kultur van Sigmund Freud en Zur Genealogie der Moral van Friedrich Nietzsche. Dat is heus geen belachelijk gesofisticeerd onderwerp; ik vermoed dat het een geregeld terugkerend practicum voor filosofiestudenten kan zijn.) Als je het onderwerp niet al kende, en je hebt op een halve dag iets fatsoenlijks bij elkaar - ik zou zeggen, begin een blog of zo.
Destijds, in de debatten met de creationisten (en toen ik nog vrijgezel was) kon het tijdsverbruik oplopen in de uren, vele uren. Hier heb je het verschijnsel van de propagandist die zeer geleerd “citeert” uit Darwin (en een hoop andere belangrijke auteurs), maar daarbij zorgvuldig heelder passages weglaat. Hij doet dat in de hoop betekenissen te fabriceren die niet zelden het tegendeel zijn van wat de auteurs eigenlijk zeggen, in de hoop dat niemand iets opmerkt. Om daar tegenin te gaan heb je gespecializeerd opzoekwerk nodig, en je moet er echt over nadenken. Sofismen zijn vaak gemakkelijker op te stellen dan te doorzien, en ik ken maar weinig mensen die al die basisboeken over evolutietheorie van buiten kennen. En daarna moet je het ook nog eens uitschrijven.
Het schrijven van Arresten is niet vergelijkbaar met debatten met creationisten, in de zin dat we het over rechters hebben; over serieuze mensen. Maar voor de rest zijn er wel overeenkomsten. Er zijn diverse, tegengestelde standpunten, en je zal allebei moeten doorgronden. Dan pas kan je aan het gespecializeerde opzoek- en nacheckwerk beginnen, dat je toelaat je rechterlijke opinie te vormen over hoe de vork aan de steel zit, en na te gaan of de specialisten – de advocaten die aan het woord komen in naam van hun cliënt – niet geprobeerd hebben jou, de rechter, een stel sofismen door je strot te wringen.
Al die dingen impliceren ook nog de zaak zelf. Misschien is het een ingewikkelde erfeniskwestie, met veel verre familieleden, vage verklaringen, onduidelijke testamenten met nog onduidelijker data, en lange inventarissen. En lange voorgeschiedenissen. Voor je je zelfs maar om die opinies kan bekommeren zal je die kwesties moeten kennen. En een groot deel van “de zaak” is het feit dat er al een vonnis van een eerste rechter is: anders hoefden de partijen niet in beroep te gaan. Dat vonnis zal je zeer goed moeten kennen. Want eerst een vonnis wijzigen in beroep, en later moeten opbiechten dat je eigenlijk niet goed wist wat er instond – het staat echt heel, heel kaal.
Dat impliceert allemaal een hoop studeerwerk. Ik kan niet voor de mensheid in het algemeen spreken, maar mijn ervaring is dat studeerwerk voor gespecializeerde, professionele onderwerpen niet iets is dat vanzelf gaat. Als je maar een beetje wil weten waar het over gaat moet je er al veel tijd in steken. En dat komt nog bovenop het uiteindelijke schrijfwerk. Laten we het niet vergeten, het heeft allemaal wel wat meer belang dan een postje voor Speels maar Serieus, of een lange lijst weerleggingen van sofismen door de creationisten. Het zal dus allemaal wat meer tijd in beslag nemen ook.
Kortom, ik protesteer. Het bestaat niet dat die mensen op niet meer dan twee dagen tijd dat soort werkstuk afleveren, en dan onmiddellijk opnieuw beginnen aan de volgende, en dan weer en dan opnieuw. Tenminste, het bestaat niet zonder dat de kwaliteit daar onder lijdt. We herkennen in feite alle symptomen van mensen die overwerkt zijn, en die daarom werken aan een tempo dat niet past bij het belang van het werk. En dus is dat werk slecht georganizeerd. Misschien zijn er te veel zaken die in beroep terechtkomen, misschien is er te weinig personeel, ik heb er niet het flauwste benul van. Maar ik weet iets over studeren, ik weet iets over schrijven, ik weet iets over de verschillende niveau’s die je kan opnemen in teksten en de consequenties daarvan qua tijdsbestek... En ik kan met de hand op het hart, zonder de minste ironie, als mijn mening te kennen geven dat één Arrest in Beroep afleveren, elke twee dagen, en dit op een gemiddelde basis, een werkdruk impliceert die vraagt om moeilijkheden.
woensdag 21 maart 2007
De Jeugd van Tegenwoordig
Volgens een studie die vermeld stond in De Standaard voelt de Vlaamse jeugd zich goed, en is ze niet geïnteresseerd in politiek. Ik kan me voorstellen dat dat alweer aanleiding gaf tot gejammer – bij politiekers. Maatschappelijke betrokkenheid! Verder zien dan je neus lang is!
Het doet me terugdenken aan een scène uit een SF verhaal van Robert Heinlein, Tunnel in the Sky. Een groep jongeren raakt gestrand op een geïsoleerde planeet, en moet er een leven zien te leiden. En wat, zo betogen enkele geëngageerde visionairen, maakt nu het mooiste en edelste van de mens uit? Wat onderscheidt uiteindelijk het dier van de mens?
“Government!” is het antwoord. “Organization!” Wel, OK, ik haal het uit het blote hoofd aan, het is lang geleden. Maar volgens mij is het echt zo dat het er staat. Ik heb het heel graag gelezen, en er is maar één klein probleem mee. Het is driedubbel overgehaald fout. Het is zo fout, dat het niet verder van de waarheid kon zijn.
Natuurlijk, het klinkt goed. En de politiekers zelf zullen het graag horen, en dus maken dat het ook werkelijk gehoord wordt. En in dat wereldbeeld is die jeugd die er zich niet voor interesseert het probleem. Waarschijnlijk te verwend, te decadent, kortom: de jeugd van tegenwoordig.
Toch kan je ook vertrekken van het idee dat wat een representatieve groep mensen denkt en doet niet de afwijking, maar integendeel de norm; “norm”-aal zal zijn. In dat geval is niet die ongeïnteresseerde jeugd het probleem, maar wel het wereldbeeld. En dat het wereldbeeld, met de politiekers als pinnakel van menselijk vernuft en kunnen, een probleem heeft – dat is wat de lezers van dit blog al vaker hebben kunnen vernemen. Een voorbeeld waar ik nog met plezier aan terugdenk is dit (1).
Het feit is dat een sociale structuur met een hiërarchische organizatie, waarin vooral de mannetjes met de ellebogen werken om omhoog te klimmen helemaal niet het toppunt van menselijk vernuft is, maar integendeel een biologische erfenis die we delen met onze neven de chimpansees (2). Dus kon het wereldbeeld van Heinlein, ter verontschuldiging daterend uit de jaren vijftig van de twintigste eeuw, niet verder van de waarheid zijn. En van het ene moment op het andere verandert de verwende, ongeïnteresseerde jeugd van tegenwoordig in een bewuste en kritische deelnemer aan het maatschappelijk gebeuren, die zich niet door de brede armbewegingen van onze alfamannetjes in de luren laat leggen.
Aangezien ik van mening ben dat onze politiekers vooral last hebben van “apengedrag” (3) ben ik absoluut niet verbaasd te vernemen dat de jeugd daar los doorheen kijkt. Ze zien niet de wijze, dynamische en visionaire bestuurders die de politiekers zo graag in zichzelf zien, maar het vervelende pubertje in de klas, dat alleen maar aandacht wil. Dat is nu eenmaal hoe alfamannetjes in elkaar zitten. En ja, als het krijgen van aandacht, en de bijhorende sociale macht, impliceert dat je toch een beetje doet alsof je het allemaal doet uit maatschappelijke motivatie, dan doe je alsof je het allemaal doet uit maatschappelijke motivatie, natuurlijk. En nog een stap verder geloven ze het nog zelf ook.
En als de jeugd het nu niet gelooft, maar er integendeel met een zekere deernis los doorheen kijkt? Ah, dat is de jeugd van tegenwoordig! Laks, decadent en verwend. Want zeg nu zelf, wijzelf kunnen toch zeker nooit het probleem zijn?
---------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/01/en-nog-mr-alfamannetjes.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/chimpanzee-politics-en-evolutietheorie.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/chimpanzee-politics-een-nieuwe.html
Het doet me terugdenken aan een scène uit een SF verhaal van Robert Heinlein, Tunnel in the Sky. Een groep jongeren raakt gestrand op een geïsoleerde planeet, en moet er een leven zien te leiden. En wat, zo betogen enkele geëngageerde visionairen, maakt nu het mooiste en edelste van de mens uit? Wat onderscheidt uiteindelijk het dier van de mens?
“Government!” is het antwoord. “Organization!” Wel, OK, ik haal het uit het blote hoofd aan, het is lang geleden. Maar volgens mij is het echt zo dat het er staat. Ik heb het heel graag gelezen, en er is maar één klein probleem mee. Het is driedubbel overgehaald fout. Het is zo fout, dat het niet verder van de waarheid kon zijn.
Natuurlijk, het klinkt goed. En de politiekers zelf zullen het graag horen, en dus maken dat het ook werkelijk gehoord wordt. En in dat wereldbeeld is die jeugd die er zich niet voor interesseert het probleem. Waarschijnlijk te verwend, te decadent, kortom: de jeugd van tegenwoordig.
Toch kan je ook vertrekken van het idee dat wat een representatieve groep mensen denkt en doet niet de afwijking, maar integendeel de norm; “norm”-aal zal zijn. In dat geval is niet die ongeïnteresseerde jeugd het probleem, maar wel het wereldbeeld. En dat het wereldbeeld, met de politiekers als pinnakel van menselijk vernuft en kunnen, een probleem heeft – dat is wat de lezers van dit blog al vaker hebben kunnen vernemen. Een voorbeeld waar ik nog met plezier aan terugdenk is dit (1).
Het feit is dat een sociale structuur met een hiërarchische organizatie, waarin vooral de mannetjes met de ellebogen werken om omhoog te klimmen helemaal niet het toppunt van menselijk vernuft is, maar integendeel een biologische erfenis die we delen met onze neven de chimpansees (2). Dus kon het wereldbeeld van Heinlein, ter verontschuldiging daterend uit de jaren vijftig van de twintigste eeuw, niet verder van de waarheid zijn. En van het ene moment op het andere verandert de verwende, ongeïnteresseerde jeugd van tegenwoordig in een bewuste en kritische deelnemer aan het maatschappelijk gebeuren, die zich niet door de brede armbewegingen van onze alfamannetjes in de luren laat leggen.
Aangezien ik van mening ben dat onze politiekers vooral last hebben van “apengedrag” (3) ben ik absoluut niet verbaasd te vernemen dat de jeugd daar los doorheen kijkt. Ze zien niet de wijze, dynamische en visionaire bestuurders die de politiekers zo graag in zichzelf zien, maar het vervelende pubertje in de klas, dat alleen maar aandacht wil. Dat is nu eenmaal hoe alfamannetjes in elkaar zitten. En ja, als het krijgen van aandacht, en de bijhorende sociale macht, impliceert dat je toch een beetje doet alsof je het allemaal doet uit maatschappelijke motivatie, dan doe je alsof je het allemaal doet uit maatschappelijke motivatie, natuurlijk. En nog een stap verder geloven ze het nog zelf ook.
En als de jeugd het nu niet gelooft, maar er integendeel met een zekere deernis los doorheen kijkt? Ah, dat is de jeugd van tegenwoordig! Laks, decadent en verwend. Want zeg nu zelf, wijzelf kunnen toch zeker nooit het probleem zijn?
---------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/01/en-nog-mr-alfamannetjes.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/chimpanzee-politics-en-evolutietheorie.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/chimpanzee-politics-een-nieuwe.html
zondag 18 maart 2007
Ziekte als luxe
We lopen al een tijdje rond met verbouwingsplannen, en ineens (overigens tot onze grote tevredenheid) laat de firma weten dat ze vroeger kunnen beginnen: volgende dinsdag.
Goed, maar ik zit volop in een tweede aanval van het beest dat me drie weken geleden al velde. Niets aan te doen. Op één week-end tijd, met barstende hoofdpijn, duizelingen en koude rillingen moet er een halve verhuis door.
En zeggen dat je normaal in deze omstandigheden heerlijk kunt liggen ijlen in je bed. Wat leven we toch in een paradijselijke tijd waarin we ons dat kunnen veroorloven.
Ik ben te ziek om te bloggen, en hoe dan ook, ik heb er geen tijd voor. Het is pauze, hier, de keuken is net leeggemaakt en de laatste plank staat op de zolder. Vlug een krabbel om te zeggen waarom hier zo weinig gebeurt. Maar ik denk wel dat er een paar preken zitten aan te komen, over mensen die zich beklagen over hoe ze moeten "werken" terwijl ze ziek zijn.
Ooit al eens geprobeerd je in te beelden dat je als melaatse in de middeleeuwen dakloos rondzwierf?
Hoe zou het eigenlijk gezeten hebben met de ziekteverzekering voor de slaven in de zilvermijnen van onze verlichte Grieken uit de tijd van Socrates?
Etcetera. Dat zal dus nog even moeten wachten.
Goed, maar ik zit volop in een tweede aanval van het beest dat me drie weken geleden al velde. Niets aan te doen. Op één week-end tijd, met barstende hoofdpijn, duizelingen en koude rillingen moet er een halve verhuis door.
En zeggen dat je normaal in deze omstandigheden heerlijk kunt liggen ijlen in je bed. Wat leven we toch in een paradijselijke tijd waarin we ons dat kunnen veroorloven.
Ik ben te ziek om te bloggen, en hoe dan ook, ik heb er geen tijd voor. Het is pauze, hier, de keuken is net leeggemaakt en de laatste plank staat op de zolder. Vlug een krabbel om te zeggen waarom hier zo weinig gebeurt. Maar ik denk wel dat er een paar preken zitten aan te komen, over mensen die zich beklagen over hoe ze moeten "werken" terwijl ze ziek zijn.
Ooit al eens geprobeerd je in te beelden dat je als melaatse in de middeleeuwen dakloos rondzwierf?
Hoe zou het eigenlijk gezeten hebben met de ziekteverzekering voor de slaven in de zilvermijnen van onze verlichte Grieken uit de tijd van Socrates?
Etcetera. Dat zal dus nog even moeten wachten.
dinsdag 13 maart 2007
Les geven is toch wel vermoeiend...
Gisteren de hele dag: eerst vier uren "ex cathedra", dan de namiddag als "monitor" (of hoe je dat ook noemt) van een spel dat de deelnemers de theorie van de voormiddag deed toepassen. Vandaag had ik het rustiger: in de voormiddag was mijn deel van het "ex cathedra" gebeuren beperkt tot één uur, en in het spel van de namiddag was ik alleen maar de assistent van de monitor.
Natuurlijk, aangezien de assistent van de spelleider tegelijk ook de organizator van het hele driedaagse programma was, kwam die assisent toch nog tamelijk vaak in actie.
Morgen zal mijn bijdrage alweer lang niet zo zwaar zijn als die loodzware eerste dag, maar toch, als organizator... etcetera.
Dit zijn dingen die ik in mijn job vrij vaak doe. En voor jonge, gezonde mensen is dat allemaal natuurlijk geen probleem. Nu zullen we over dat "jong" maar zedig verder zwijgen, maar dat "gezond" is waar het knijpt. De griep waarover ik het had is intussen drie weken geleden, en hoewel het oneindig veel beter gaat, blijf ik veel hoesten. En ik word snel moe.
Bijvoorbeeld, na twee (van de vier) uur voor de klas te staan voelden mijn benen als flanel. Maar aangezien dat per definitie het punt was waarop de hele zwik in beweging begint te komen, was er hoogstens de pauze om even te gaan zitten, en dan was het weer vol vooruit.
De cursisten stelden voor om korte pauzes te nemen, zodat er meer tijd was voor de lunch en het avondprogramma.
Samengevat: niet zo heel gezond heb ik het gevoeld, hoe vermoeiend dat lesgeven kan zijn. Oh, ik blijf me verwonderd afvragen of er werkelijk jobs bestaan waarin de vakanties zijn zoals de schoolvakanties. En jajaja, er zijn de "lesvoorbereidingen" die natuurlijk véél zwaarder zijn dan wanneer je alle dagen gewoon tot lang na 16.00 uur op je job bent. Om eerlijk te zijn: op dat soort punten denk ik toch dat de leraars met minder mensen zouden willen wisselen dan ze zelf denken.
Maar dat het echt vermoeiend is, omdat ze het niet één dag doen, of desnoods twee of drie, maar elke dag opnieuw, winter en zomer (voor zover geen vakantie, natuurlijk) van 's morgens tot 's avonds, uitgeslapen of wakkergehuild door een baby (jaja, dat kennen wij ook, tegenwoordig), wel, dat heb ik nu toch ook gevoeld. Ze zullen niet allemaal 25 jaar zijn, die leraren, ze zullen ook wel eens "niet ziek genoeg om thuis te blijven" zijn, en ze staan de hele dag voor de klas.
Ooit al eens een hele dag voor een klas gestaan? Ooit al het verschil gevoeld tussen een groep die je vijandig zit aan te staren (of doodgewoon in slaap ligt of met potloden zit te spelen...) en een groep die je achteraf vertelt: ik heb er al 100 cusrsussen over gevolgd en nu weet ik eindelijk waar het over gaat? Als je dat verschil gevoeld hebt, en als je niet helemaal fit en deze nacht wakker gehuild het gevecht om dat verschil hebt gevoerd, dan ben je iets beter toegerust om die leraren toe te bijten dat ze het toch maar gemakkelijk hebben, met al die lange vakanties.
Moraal van het verhaal. Ik ben nog altijd niet erg in vorm. Misschien zal het even iets kalmer zijn, hier.
Natuurlijk, aangezien de assistent van de spelleider tegelijk ook de organizator van het hele driedaagse programma was, kwam die assisent toch nog tamelijk vaak in actie.
Morgen zal mijn bijdrage alweer lang niet zo zwaar zijn als die loodzware eerste dag, maar toch, als organizator... etcetera.
Dit zijn dingen die ik in mijn job vrij vaak doe. En voor jonge, gezonde mensen is dat allemaal natuurlijk geen probleem. Nu zullen we over dat "jong" maar zedig verder zwijgen, maar dat "gezond" is waar het knijpt. De griep waarover ik het had is intussen drie weken geleden, en hoewel het oneindig veel beter gaat, blijf ik veel hoesten. En ik word snel moe.
Bijvoorbeeld, na twee (van de vier) uur voor de klas te staan voelden mijn benen als flanel. Maar aangezien dat per definitie het punt was waarop de hele zwik in beweging begint te komen, was er hoogstens de pauze om even te gaan zitten, en dan was het weer vol vooruit.
De cursisten stelden voor om korte pauzes te nemen, zodat er meer tijd was voor de lunch en het avondprogramma.
Samengevat: niet zo heel gezond heb ik het gevoeld, hoe vermoeiend dat lesgeven kan zijn. Oh, ik blijf me verwonderd afvragen of er werkelijk jobs bestaan waarin de vakanties zijn zoals de schoolvakanties. En jajaja, er zijn de "lesvoorbereidingen" die natuurlijk véél zwaarder zijn dan wanneer je alle dagen gewoon tot lang na 16.00 uur op je job bent. Om eerlijk te zijn: op dat soort punten denk ik toch dat de leraars met minder mensen zouden willen wisselen dan ze zelf denken.
Maar dat het echt vermoeiend is, omdat ze het niet één dag doen, of desnoods twee of drie, maar elke dag opnieuw, winter en zomer (voor zover geen vakantie, natuurlijk) van 's morgens tot 's avonds, uitgeslapen of wakkergehuild door een baby (jaja, dat kennen wij ook, tegenwoordig), wel, dat heb ik nu toch ook gevoeld. Ze zullen niet allemaal 25 jaar zijn, die leraren, ze zullen ook wel eens "niet ziek genoeg om thuis te blijven" zijn, en ze staan de hele dag voor de klas.
Ooit al eens een hele dag voor een klas gestaan? Ooit al het verschil gevoeld tussen een groep die je vijandig zit aan te staren (of doodgewoon in slaap ligt of met potloden zit te spelen...) en een groep die je achteraf vertelt: ik heb er al 100 cusrsussen over gevolgd en nu weet ik eindelijk waar het over gaat? Als je dat verschil gevoeld hebt, en als je niet helemaal fit en deze nacht wakker gehuild het gevecht om dat verschil hebt gevoerd, dan ben je iets beter toegerust om die leraren toe te bijten dat ze het toch maar gemakkelijk hebben, met al die lange vakanties.
Moraal van het verhaal. Ik ben nog altijd niet erg in vorm. Misschien zal het even iets kalmer zijn, hier.
zondag 11 maart 2007
Sabotage
Terwijl papa zit te bloggen strompelt peuter Sarah tot bij hem, steekt twee vingers in de kraag van zijn hemd en trekt die met kracht open.
Papa, sterk geconcentreerd als altijd, geeft even mee, maar als peuter Sarah, nadat ze de ontstane ruimte aandachtig heeft geobserveerd, alweer wegkruifelt registreert de gebeurtenis niet echt op het niveau van zijn bewustzijn.
Nog steeds aan de rand van dat bewustzijn ("toen bereidden de Perzen een tegenaanval voor...") realiseert papa zich dat peuter Sarah zich naar het tafeltje waar haar drinkbeker staat heeft begeven en nadat ze die heeft meegegrabbeld zich opnieuw doelbewust in de richting van de bloggende papa begeeft.
("Trajanus nam Ctesiphon in, but fat lot of good it did to him...") Bij papa aangekomen gaat peuter Sarah met haar mondje open van de inspanning op haar teentjes staan. Ze steekt opnieuw twee vingers in de kraag van papa, die in gedachten diep in Mesopotamië verstrikt blijft. Ze trekt nogmaals de stof open, zoals een Romeins legioen een toren forceert. Met haar andere handje heft ze de drinkbeker omhoog, en begint de inhoud in de ontstane opening leeg te gieten.
Als Papa schreeuwend als de Atheense phalanx bij Marathon (1) tot tegen het plafond schiet moet peuter Sarah heel erg lachen. Eindelijk ambiance in de keet!
Dat zijn dan drie blogposts op één dag. Peuter Sarah zit voor straf het Gilgamesj Epos over te schrijven.
-------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/marathon.html
Papa, sterk geconcentreerd als altijd, geeft even mee, maar als peuter Sarah, nadat ze de ontstane ruimte aandachtig heeft geobserveerd, alweer wegkruifelt registreert de gebeurtenis niet echt op het niveau van zijn bewustzijn.
Nog steeds aan de rand van dat bewustzijn ("toen bereidden de Perzen een tegenaanval voor...") realiseert papa zich dat peuter Sarah zich naar het tafeltje waar haar drinkbeker staat heeft begeven en nadat ze die heeft meegegrabbeld zich opnieuw doelbewust in de richting van de bloggende papa begeeft.
("Trajanus nam Ctesiphon in, but fat lot of good it did to him...") Bij papa aangekomen gaat peuter Sarah met haar mondje open van de inspanning op haar teentjes staan. Ze steekt opnieuw twee vingers in de kraag van papa, die in gedachten diep in Mesopotamië verstrikt blijft. Ze trekt nogmaals de stof open, zoals een Romeins legioen een toren forceert. Met haar andere handje heft ze de drinkbeker omhoog, en begint de inhoud in de ontstane opening leeg te gieten.
Als Papa schreeuwend als de Atheense phalanx bij Marathon (1) tot tegen het plafond schiet moet peuter Sarah heel erg lachen. Eindelijk ambiance in de keet!
Dat zijn dan drie blogposts op één dag. Peuter Sarah zit voor straf het Gilgamesj Epos over te schrijven.
-------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/marathon.html
De "Perzische Oorlogen", aflevering "2,500 jaar later"
In mijn boekje over de oude Perzen, waar ik het enkele dagen geleden over had (1), staan enkele interessante overzichten van welke Romeinse generaals en keizers een leger een eind het Perzische Rijk hebben ingestuurd, en met welk resultaat.
Eén van de dingen die er bij staat is dat ze dat vaak deden vanuit een positie van totale onwetendheid over de grootte en de sterkte van hun tegenstander, die ze om het gemakkelijk te maken gewoon afschilderden als het zoveelste barbaarse volk aan de grenzen. Vervolgens hoopten ze dat het nog waar was ook, en de soldaten marcheerden binnen.
De volgende stap was dat ze ongeveer in Mesopotamië raakten, en daar min of meer tot de ontdekking kwamen wat de grootte was van de problemen die ze over zichzelf hadden afgeroepen, alsook een idee van hoe groot het rijk was waarvan ze net iets meer dan de marge hadden afgeknabbeld.
Intussen hadden ze wel een aantal militaire overwinningen geboekt en een paar steden ingenomen, hetgeen kon afgekondigd worden als "grote militaire veroveringen". Met dat op zak begonnen ze enkele jaren en duizenden dode soldaten later aan "een vernederende terugtocht".
De naam van een hedendaagse stad die uitgerekend in dat gebied ligt is Baghdad. En toch heb ik het over een lijstje Romeinse invallers, ruwweg 2,000 jaar geleden.
Dat geeft een heel nieuwe dimensie aan de uitdrukking "you can fool some of the people all of the time" (2), nietwaar?
--------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/van-oude-perzen-en-moderne-actualiteit.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/you-can-fool-some-people-all-of-time.html
Eén van de dingen die er bij staat is dat ze dat vaak deden vanuit een positie van totale onwetendheid over de grootte en de sterkte van hun tegenstander, die ze om het gemakkelijk te maken gewoon afschilderden als het zoveelste barbaarse volk aan de grenzen. Vervolgens hoopten ze dat het nog waar was ook, en de soldaten marcheerden binnen.
De volgende stap was dat ze ongeveer in Mesopotamië raakten, en daar min of meer tot de ontdekking kwamen wat de grootte was van de problemen die ze over zichzelf hadden afgeroepen, alsook een idee van hoe groot het rijk was waarvan ze net iets meer dan de marge hadden afgeknabbeld.
Intussen hadden ze wel een aantal militaire overwinningen geboekt en een paar steden ingenomen, hetgeen kon afgekondigd worden als "grote militaire veroveringen". Met dat op zak begonnen ze enkele jaren en duizenden dode soldaten later aan "een vernederende terugtocht".
De naam van een hedendaagse stad die uitgerekend in dat gebied ligt is Baghdad. En toch heb ik het over een lijstje Romeinse invallers, ruwweg 2,000 jaar geleden.
Dat geeft een heel nieuwe dimensie aan de uitdrukking "you can fool some of the people all of the time" (2), nietwaar?
--------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/van-oude-perzen-en-moderne-actualiteit.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/you-can-fool-some-people-all-of-time.html
Daar is de lente! Daar is de zon!
Peuter Sarah maakt op haar eigen, onovertroffen wijze duidelijk dat ze naar buiten wil, en tot mijn eigen verbazing zit ik enkele minuten later, nog in de winter, in hemdsmouwen in een tuinzetel. Een sierpruimelaar staat in volle bloei en de treurwilg (niet te verslaan als het buiten zijn bladeren dertig graden is) vertoont langs alle kanten openbloeiende knopjes.
Peuter Sarah wijst naar de auto van mama en zegt "auto". Ze is nu negentien maand, en in het spreken maakt ze tenminste vorderingen die haar wel niet supersnel maken, maar die me toch vergelijkbaar lijken met andere peuters.
En ik blijf denken dat er niets mis is, zolang je maar ontwikkeling ziet. Ze was al een vol jaar toen ze begon te kruipen, maar toen hield ze er ook niet meer mee op tot ze van uitputting in elkaar zakte. Nu stapt ze nog altijd niet, maar af en toe, als ze vergeet "dat ze het nog niet kan", heb ik haar meerdere - tot bij tien! - heel kleine pasjes zien zetten. Gewoon, wanneer ze bijvoorbeeld een beertje vast heeft en zich wil verplaatsen, en haar onderbewustzijn haar vertelt dat dat het gemakkelijkst rechtop lopend gebeurt.
Tegenwoordig geeft ze zodra ze uit haar bedje komt haar tutje af. Spontaan! Ze legt het dan meteen op het kastje naast haar bed, terwijl papa of mama haar op de arm heeft zitten. En sindsdien, als ze geen zin meer heeft om te slapen, haalt ze haar tutje uit haar mond en reikt ermee naar die kast. Als wij dat niet rap genoeg doorhebben, dan zeilt die tutter prompt door de lucht, om met een luide "tok" op de grond terecht te komen. Peuter Sarah strekt haar armpjes uit: zouden ze het dan nu doorhebben?
En ik zit in het zonnetje nog eens Stephen Gould's Wonderful Life, The Burgess shale and the Nature of History, 1989 (1991) te lezen. Het is die "nature of history" die me hier interesseert. Tussen totale gedetermineerdheid en puur toeval - maar oeps, tegen die "tussen" zet hij zich juist af. Geschiedenis (en de evolutietheorie is een theorie over de geschiedenis van het leven) plaatst zicht niet (zegt hij) op een artificiële, door mensen uitgedachte schaal - noodzaak versus willekeur - maar heeft een heel eigen kenmerk dat hij "contingency" noemt. Je kan miljoenen jaren alle aanpassing die je maar wil ophopen via "natuurlijke selectie", maar dan knalt er een komeet tegen de Aarde, en de wereld van vandaag is evengoed het resultaat van de consequenties dààrvan, als van al die wetmatig verlopende theorieën.
Het is lente. Er is terug veel licht. De peuter zet haar eerste pasjes en spreekt haar eerste woordjes, en papa kan terug in zijn tuin boeken lezen. Hoera!
Peuter Sarah wijst naar de auto van mama en zegt "auto". Ze is nu negentien maand, en in het spreken maakt ze tenminste vorderingen die haar wel niet supersnel maken, maar die me toch vergelijkbaar lijken met andere peuters.
En ik blijf denken dat er niets mis is, zolang je maar ontwikkeling ziet. Ze was al een vol jaar toen ze begon te kruipen, maar toen hield ze er ook niet meer mee op tot ze van uitputting in elkaar zakte. Nu stapt ze nog altijd niet, maar af en toe, als ze vergeet "dat ze het nog niet kan", heb ik haar meerdere - tot bij tien! - heel kleine pasjes zien zetten. Gewoon, wanneer ze bijvoorbeeld een beertje vast heeft en zich wil verplaatsen, en haar onderbewustzijn haar vertelt dat dat het gemakkelijkst rechtop lopend gebeurt.
Tegenwoordig geeft ze zodra ze uit haar bedje komt haar tutje af. Spontaan! Ze legt het dan meteen op het kastje naast haar bed, terwijl papa of mama haar op de arm heeft zitten. En sindsdien, als ze geen zin meer heeft om te slapen, haalt ze haar tutje uit haar mond en reikt ermee naar die kast. Als wij dat niet rap genoeg doorhebben, dan zeilt die tutter prompt door de lucht, om met een luide "tok" op de grond terecht te komen. Peuter Sarah strekt haar armpjes uit: zouden ze het dan nu doorhebben?
En ik zit in het zonnetje nog eens Stephen Gould's Wonderful Life, The Burgess shale and the Nature of History, 1989 (1991) te lezen. Het is die "nature of history" die me hier interesseert. Tussen totale gedetermineerdheid en puur toeval - maar oeps, tegen die "tussen" zet hij zich juist af. Geschiedenis (en de evolutietheorie is een theorie over de geschiedenis van het leven) plaatst zicht niet (zegt hij) op een artificiële, door mensen uitgedachte schaal - noodzaak versus willekeur - maar heeft een heel eigen kenmerk dat hij "contingency" noemt. Je kan miljoenen jaren alle aanpassing die je maar wil ophopen via "natuurlijke selectie", maar dan knalt er een komeet tegen de Aarde, en de wereld van vandaag is evengoed het resultaat van de consequenties dààrvan, als van al die wetmatig verlopende theorieën.
Het is lente. Er is terug veel licht. De peuter zet haar eerste pasjes en spreekt haar eerste woordjes, en papa kan terug in zijn tuin boeken lezen. Hoera!
vrijdag 9 maart 2007
Barack Obama, Zwart
Het is opvallend hoe een man met een zwarte vader en een blanke moeder als "zwart" kwalificeert. Puur racisme als je het mij vraagt: er is "blank", en er is de vuilbak, afgekort "zwart".
Maar dat is hier niet het punt. Ik lees dat de enorme voorsprong van Hillary Clinton op haar Democratische tegenkandidaten (vooral Obama, zwart) serieus geslonken is. En ik lees dat voormalig kandidaat Bob Dole er op wijst dat nog niet alle kandidaten noodzakelijkerwijs al bekend zijn.
Dat zijn twee dingen die ik had voorspeld. Maar dan wel voor binnen een jaar of zo. Eerder meer. Het punt is, dit soort postjes is interessant om te tonen hoe de toestand er nu uitziet, en te contrasteren met hoe vertederend dat er zal uitzien binnen bijna twee jaar. En inderdaad, het evolueert allemaal nu al razendsnel. "Clinton twintig punten op kop in de peilingen", hahaha!
Intussen blijf ik erbij dat we de Democratische zwaargewichten al kennen - op misschien Gore na, dan - dat had ik al toegegeven. Dat wil zeggen dat we volgens de peilingen van vandaag toch nog gaan eindigen met een duel tussen Obama (zwart) en Clinton (vrouwtje).
Maar dat is hier niet het punt. Ik lees dat de enorme voorsprong van Hillary Clinton op haar Democratische tegenkandidaten (vooral Obama, zwart) serieus geslonken is. En ik lees dat voormalig kandidaat Bob Dole er op wijst dat nog niet alle kandidaten noodzakelijkerwijs al bekend zijn.
Dat zijn twee dingen die ik had voorspeld. Maar dan wel voor binnen een jaar of zo. Eerder meer. Het punt is, dit soort postjes is interessant om te tonen hoe de toestand er nu uitziet, en te contrasteren met hoe vertederend dat er zal uitzien binnen bijna twee jaar. En inderdaad, het evolueert allemaal nu al razendsnel. "Clinton twintig punten op kop in de peilingen", hahaha!
Intussen blijf ik erbij dat we de Democratische zwaargewichten al kennen - op misschien Gore na, dan - dat had ik al toegegeven. Dat wil zeggen dat we volgens de peilingen van vandaag toch nog gaan eindigen met een duel tussen Obama (zwart) en Clinton (vrouwtje).
donderdag 8 maart 2007
Vrouwtjesdag!
Vandaag was het Wereldvrouwtjesdag. Alleen al de vraag waar zoiets voor nodig is roept veel controverse op. Sta me toe een invalshoek te nemen die me nauw aan het hart ligt.
In het dierenrijk zijn de naaste verwanten van de mens de chimpansee en de bonobo. Die verwantschap is zo nauw dat de dichtste familie van de chimps en bonobo’s de mens is, en dan pas de gorilla, en dan pas de orang oetan. Dat plaatst mensen temidden van een groep mensapen, en niet ergens ver weg ernaast.
Simpele waarneming leert dat chimpmannetjes en een mensmannetjes in hun sociaal gedrag vrij veel overeenkomsten vertonen. Chimpmannetjes kunnen heel agressief zijn tegenover vrouwtjes. Bijvoorbeeld door hun kinderen te doden, zodat de vrouwtjes sneller weer vruchtbaar worden, waarna de mannetjes zelf kleintjes kunnen maken. Chimpmannetjes vormen ook patrouilles waarmee ze op strooptocht gaan op het gebied van andere groepen, waar ze de mannetjes doodslaan – zodat ze weer bij de vrouwtjes kleintjes maken. En natuurlijk is er de politieke hiërarchie. Veel armgezwaai, en in het centrum van de belangstelling willen staan, met als bedoeling zo hoog mogelijk in rang te klimmen. We hebben het er hier eerder over gehad.
Dus dat patroon kennen we! Geregeld oorlog, geregeld kindermoord, geregeld mishandeling van de vrouwtjes, en de president is een man. Het onderwerp is zoals ik al zei controversiëel, maar mijn opinie – de opinie van een hobbyfilosoof - is dat de opvallende overeenkomsten geen toeval zijn. Volgens mij hebben ze te maken met een gemeenschappelijke biologische erfenis. Het hoe en waarom laat ik er bij, het is gewoon mijn opinie.
Daarmee weten we waarom er een vrouwendag nodig is. Als de mensen lijken op chimpansees - los van de vraag of “mijn” theorie over waarom dat zo is ook klopt - dan verwachten we dat bij de mens de vrouwtjes het moeilijk zullen hebben om gelijk behandeld te worden. En als we dat belangrijk vinden – volgens Nobelprijswinnaar economie Amartya Sen is het de belangrijkste factor in de ontwikkelingsproblematiek – dan volgt daaruit dat we er moeite voor zullen moeten doen. De toestand zonder dat we er moeite voor doen lijkt immers op de toestand bij de chimpansees.
De reden waarom dat allemaal erg controversiëel is, is dat je het voorgaande gemakkelijk kan lezen alsof het de “natuurlijke” toestand is; in de zin dat er niets aan te doen is en/of dat het zo moet zijn. Gelukkig zijn er ook nog de bonobo’s. Vaak vraagt iemand me hoe het zit met de bonobo’s, en als ik dan antwoord dat bij de bonobo’s de vrouwtjes baas zijn, dan reageren vooral de mensvrouwtjes daarop met zichtbaar plezier. In één klap is het beeld van dominante mannetjes veranderd van iets dat “natuurlijk” is in één mogelijke uitkomst van het sociaal vraagstuk, zoals er ook heel andere mogelijke uitkomsten zijn; allemaal even “natuurlijk”.
Met andere woorden, ons inzicht in de chimpansees vertelt ons misschien waarom de mensheid anno 2,007 nog steeds een vrouwendag nodig heeft, maar beweert zeker niet dat het eigenlijk een hopeloos geval is. Ons inzicht in de bonobo’s vertelt ons dat we om redenen die ver in het verleden liggen terecht gekomen zijn in een evenwicht, met veel kindermishandeling en veel oorlogen om vrouwtjes, dat uiteindelijk absoluut nergens voor nodig is. Sociale structuren en instellingen zijn iets waar we zelf wel degelijk vrij veel in te zeggen hebben: denk gewoon aan al die vele voorbeelden die er zowel vandaag, als doorheen de geschiedenis bestaan (hebben). En dat is waarom er een vrouwtjesdag is! Je kan er niet omheen dat bij de mens de mannetjes dominant zijn, maar dat is noch “natuurlijk”, noch “nodig”. En wie weet, eens, ooit...
In het dierenrijk zijn de naaste verwanten van de mens de chimpansee en de bonobo. Die verwantschap is zo nauw dat de dichtste familie van de chimps en bonobo’s de mens is, en dan pas de gorilla, en dan pas de orang oetan. Dat plaatst mensen temidden van een groep mensapen, en niet ergens ver weg ernaast.
Simpele waarneming leert dat chimpmannetjes en een mensmannetjes in hun sociaal gedrag vrij veel overeenkomsten vertonen. Chimpmannetjes kunnen heel agressief zijn tegenover vrouwtjes. Bijvoorbeeld door hun kinderen te doden, zodat de vrouwtjes sneller weer vruchtbaar worden, waarna de mannetjes zelf kleintjes kunnen maken. Chimpmannetjes vormen ook patrouilles waarmee ze op strooptocht gaan op het gebied van andere groepen, waar ze de mannetjes doodslaan – zodat ze weer bij de vrouwtjes kleintjes maken. En natuurlijk is er de politieke hiërarchie. Veel armgezwaai, en in het centrum van de belangstelling willen staan, met als bedoeling zo hoog mogelijk in rang te klimmen. We hebben het er hier eerder over gehad.
Dus dat patroon kennen we! Geregeld oorlog, geregeld kindermoord, geregeld mishandeling van de vrouwtjes, en de president is een man. Het onderwerp is zoals ik al zei controversiëel, maar mijn opinie – de opinie van een hobbyfilosoof - is dat de opvallende overeenkomsten geen toeval zijn. Volgens mij hebben ze te maken met een gemeenschappelijke biologische erfenis. Het hoe en waarom laat ik er bij, het is gewoon mijn opinie.
Daarmee weten we waarom er een vrouwendag nodig is. Als de mensen lijken op chimpansees - los van de vraag of “mijn” theorie over waarom dat zo is ook klopt - dan verwachten we dat bij de mens de vrouwtjes het moeilijk zullen hebben om gelijk behandeld te worden. En als we dat belangrijk vinden – volgens Nobelprijswinnaar economie Amartya Sen is het de belangrijkste factor in de ontwikkelingsproblematiek – dan volgt daaruit dat we er moeite voor zullen moeten doen. De toestand zonder dat we er moeite voor doen lijkt immers op de toestand bij de chimpansees.
De reden waarom dat allemaal erg controversiëel is, is dat je het voorgaande gemakkelijk kan lezen alsof het de “natuurlijke” toestand is; in de zin dat er niets aan te doen is en/of dat het zo moet zijn. Gelukkig zijn er ook nog de bonobo’s. Vaak vraagt iemand me hoe het zit met de bonobo’s, en als ik dan antwoord dat bij de bonobo’s de vrouwtjes baas zijn, dan reageren vooral de mensvrouwtjes daarop met zichtbaar plezier. In één klap is het beeld van dominante mannetjes veranderd van iets dat “natuurlijk” is in één mogelijke uitkomst van het sociaal vraagstuk, zoals er ook heel andere mogelijke uitkomsten zijn; allemaal even “natuurlijk”.
Met andere woorden, ons inzicht in de chimpansees vertelt ons misschien waarom de mensheid anno 2,007 nog steeds een vrouwendag nodig heeft, maar beweert zeker niet dat het eigenlijk een hopeloos geval is. Ons inzicht in de bonobo’s vertelt ons dat we om redenen die ver in het verleden liggen terecht gekomen zijn in een evenwicht, met veel kindermishandeling en veel oorlogen om vrouwtjes, dat uiteindelijk absoluut nergens voor nodig is. Sociale structuren en instellingen zijn iets waar we zelf wel degelijk vrij veel in te zeggen hebben: denk gewoon aan al die vele voorbeelden die er zowel vandaag, als doorheen de geschiedenis bestaan (hebben). En dat is waarom er een vrouwtjesdag is! Je kan er niet omheen dat bij de mens de mannetjes dominant zijn, maar dat is noch “natuurlijk”, noch “nodig”. En wie weet, eens, ooit...
woensdag 7 maart 2007
Wesley Clark is een hysterische, anti-Amerikaanse (enzovoort)
Hier is een url:
http://www.democracynow.org/article.pl?sid=07/03/02/1440234
Dit is een interview met Wesley Clark. Ex Vier Sterren Generaal, destijds kandidaat bij de presidentsverkiezingen, dat soort dingen.
Het is dus droevig te moeten zien dat Wesley Clark een hysterische, extreem-linkse, anti-Amerikaanse, pseudo intellectueel is geworden. Hier is de tekst met het onweerlegbaar bewijs:
QUOTE
I knew why, because I had been through the Pentagon right after 9/11. About ten days after 9/11, I went through the Pentagon and I saw Secretary Rumsfeld and Deputy Secretary Wolfowitz. I went downstairs just to say hello to some of the people on the Joint Staff who used to work for me, and one of the generals called me in. He said, “Sir, you’ve got to come in and talk to me a second.” I said, “Well, you’re too busy.” He said, “No, no.” He says, “We’ve made the decision we’re going to war with Iraq.” This was on or about the 20th of September. I said, “We’re going to war with Iraq? Why?” He said, “I don’t know.” He said, “I guess they don’t know what else to do.” So I said, “Well, did they find some information connecting Saddam to al-Qaeda?” He said, “No, no.” He says, “There’s nothing new that way. They just made the decision to go to war with Iraq.” He said, “I guess it’s like we don’t know what to do about terrorists, but we’ve got a good military and we can take down governments.” And he said, “I guess if the only tool you have is a hammer, every problem has to look like a nail.”
So I came back to see him a few weeks later, and by that time we were bombing in Afghanistan. I said, “Are we still going to war with Iraq?” And he said, “Oh, it’s worse than that.” He reached over on his desk. He picked up a piece of paper. And he said, “I just got this down from upstairs” -- meaning the Secretary of Defense’s office -- “today.” And he said, “This is a memo that describes how we’re going to take out seven countries in five years, starting with Iraq, and then Syria, Lebanon, Libya, Somalia, Sudan and, finishing off, Iran.” I said, “Is it classified?” He said, “Yes, sir.” I said, “Well, don’t show it to me.” And I saw him a year or so ago, and I said, “You remember that?” He said, “Sir, I didn’t show you that memo! I didn’t show it to you!”
UNQUOTE
Brad DeLong zou zeggen: "impeach Bush, impeach Cheney, do it now."
Juist, maar dan wel gevolgd door een proces wegens oorlogsmisdaden.
http://www.democracynow.org/article.pl?sid=07/03/02/1440234
Dit is een interview met Wesley Clark. Ex Vier Sterren Generaal, destijds kandidaat bij de presidentsverkiezingen, dat soort dingen.
Het is dus droevig te moeten zien dat Wesley Clark een hysterische, extreem-linkse, anti-Amerikaanse, pseudo intellectueel is geworden. Hier is de tekst met het onweerlegbaar bewijs:
QUOTE
I knew why, because I had been through the Pentagon right after 9/11. About ten days after 9/11, I went through the Pentagon and I saw Secretary Rumsfeld and Deputy Secretary Wolfowitz. I went downstairs just to say hello to some of the people on the Joint Staff who used to work for me, and one of the generals called me in. He said, “Sir, you’ve got to come in and talk to me a second.” I said, “Well, you’re too busy.” He said, “No, no.” He says, “We’ve made the decision we’re going to war with Iraq.” This was on or about the 20th of September. I said, “We’re going to war with Iraq? Why?” He said, “I don’t know.” He said, “I guess they don’t know what else to do.” So I said, “Well, did they find some information connecting Saddam to al-Qaeda?” He said, “No, no.” He says, “There’s nothing new that way. They just made the decision to go to war with Iraq.” He said, “I guess it’s like we don’t know what to do about terrorists, but we’ve got a good military and we can take down governments.” And he said, “I guess if the only tool you have is a hammer, every problem has to look like a nail.”
So I came back to see him a few weeks later, and by that time we were bombing in Afghanistan. I said, “Are we still going to war with Iraq?” And he said, “Oh, it’s worse than that.” He reached over on his desk. He picked up a piece of paper. And he said, “I just got this down from upstairs” -- meaning the Secretary of Defense’s office -- “today.” And he said, “This is a memo that describes how we’re going to take out seven countries in five years, starting with Iraq, and then Syria, Lebanon, Libya, Somalia, Sudan and, finishing off, Iran.” I said, “Is it classified?” He said, “Yes, sir.” I said, “Well, don’t show it to me.” And I saw him a year or so ago, and I said, “You remember that?” He said, “Sir, I didn’t show you that memo! I didn’t show it to you!”
UNQUOTE
Brad DeLong zou zeggen: "impeach Bush, impeach Cheney, do it now."
Juist, maar dan wel gevolgd door een proces wegens oorlogsmisdaden.
dinsdag 6 maart 2007
Van Oude Perzen en Moderne Actualiteit
Ik ben beginnen lezen in een boekje over de Perzen. Brosius, The Persians, An Introduction, 2,006. Voor de komst van de Islam waren er bij de Perzen al drie grote dynastieën. Ruwweg, heel ruwweg, vallen die samen met beter bekende periodes uit onze eigen geschiedenis. De Achaemeniden hadden het aan de stok met de Grieken. De Romeinen hadden hun handen vol aan de Parthen. En de tijd van de Byzantijnen correspondeert met de tijd van de Sassaniden.
Juist omdat het een tijd van voortdurend conflict was tussen “oost” en west”, en omdat wij over dat conflict lezen in de termen van onze eigen voorlopers, hebben we over de Perzen een eerder negatief beeld. Toch was het de eerste grootmacht om een rijk op dat soort schaal op te bouwen, en we vernemen dat ze een hoogtepunt van cultuur en beschaving waren.
Men moet zich ook de wereld van die periode (“het vierde millennium” (1) zoals ik dat in mijn eigen tijdrekening noemde) voorstellen. De supermachten van het Bronzen Tijdperk (zeg: “het Derde Millennium”) waren al gereduceerd tot gewone grootmachten. En dus was het Midden Oosten een mengelmoes van Mesopotamiërs, Egyptenaren, Assyriërs, Elamieten en ongetwijfeld nog een hoop meer. Zoals dat toen al duizenden jaren aan de gang was, en nog duizenden jaren zou volgehouden worden, verschenen van de rand van de beschaving semi-beschaafde paardenvolkeren, die zich eerst in een stuk van de gebieden van de beschavingen nestelden, en vervolgens heel het pak veroverden. Dat waren de Perzen, en hun verwanten, de Meden.
Het gevolg van al die veroveringen was dat er over een heel breed grondgebied vrede kwam. Vrede, en beschaving, en zelfs markten, in een vroege versie welteverstaan. Pax Persica, het zal beter geweest zijn dan de voortdurende oorlogen van daarvoor - en dat is waarom de betrokken volkeren het vaak toch wel een goed idee vonden.
En dat doet me via een kleine omweg terugkomen naar onze eigen actualiteit. Die omweg is een post die ik geschreven heb over hoe de Romeinen in zo ruime mate de erfgenamen zijn van de Etrusken en de Grieken, dat je gemakkelijk kan ontkennen dat er ooit zoiets als een “Romeinse Beschaving” bestond (2). Ze hebben het immers allemaal overgenomen! En op dezelfde manier kunnen we van dat eerste grote wereldrijk ontkennen dat het een grote beschaving was. Ze hadden het immers allemaal overgenomen van de Egyptenaren en de Assyriërs (enzovoort).
Maar natuurlijk doet niemand dat, en iedereen heeft het over de Pax Romana, en de tolerantie die de diverse volkeren bijeen bracht, over hun architecturale kunstwerken, hun literatuur en hun filosofie enzovoort. En natuurlijk komt niemand op het idee om onderwerp per onderwerp te gaan vitten over de vraag van welk onderworpen volk de Perzen, resp. de Romeinen, al die dingen hadden afgepakt.
Maar zo natuurlijk is dat allemaal ook weer niet. Want het volstaat naar de conflicten tussen “oost” en “west” van vandaag te kijken, en de kritische zin die we allemaal zo natuurlijk vonden toen het over de Romeinen ging, verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ik heb het vanzelfsprekend over het conflict tussen “het Westen” en “de Islam”. Net zoals de Grieken en de Romeinen hun Perzische rivalen in een negatief daglicht plaatsten, doen wij dat met de Islam.
En dat is nergens voor nodig, want er is geen zinnig mens, niet in het Westen en niet in de Islam, die er een seconde aan twijfelt dat er met de huidige Islam serieuze problemen zijn. Dus verwonder ik me over al die pogingen om te ontkennen wat nochtans simpele historische feiten zijn. Bijvoorbeeld dat de Islam een hoogstaande beschaving droeg op een moment dat het Europese Christendom alweer eeuwen tot barbarij was afgegleden. Dat was tijdens de eeuwen rond het jaar 1,000. Het is bijna aandoenlijk om de beste krachten van dom rechts aan het werk te zien tuigen, om punt per punt te komen vertellen: jamaar, dat kwam eigenlijk van de Perzen! En jamaar, het kwam eigenlijk van de Assyriërs (!, echt gezien!). Enzovoort. Het is een geval van twee maten en twee gewichten, zo groot als een huis, maar daar komen ze nooit op.
Er is nog een tweede strategie. Je herinnert, dus, aan simpele historische feiten, en ze komen je op hoge toon aanspreken: noem eens één voorbeeld van een belangrijke wetenschappelijke ontwikkeling, gerealizeerd door de Islam? Jij hebt niet noodzakelijk een studie gemaakt van de economische en culturele geschiedenis van de Islam – en zij hebben wel het boek “propaganda voor Domme Blanke Man” (het is mogelijk dat de officiële titel licht anders klinkt) gelezen. Daar staat een handig lijstje in van voorbeelden die de brave man of vrouw in de straat vermoedelijk probeert te antwoorden, meteen vergezeld van welke niet-Islamitische beschaving die doorbraak “eigenlijk” afkomstig was.
En toch zouden ze nooit op het idee komen om dezelfde vraag over de Romeinen te stellen, en uit het feit dat de Romeinen zeer weinig grote wetenschappelijke doorbraken hebben gerealizeerd, af te leiden dat de Romeinen “eigenlijk” een inferieure cultuur waren. Uiteindelijk is er doorheen de hele wereldgeschiedenis slechts één beschaving geweest die uitzonderlijke wetenschappelijke doorbraken heeft gerealizeerd, en dat zijn de Europeërs, vanaf 1,500 – om het af te ronden. Dus als je je ogen sluit voor alles wat met bouwwerken, literatuur, spiritualiteit of filosofie te maken heeft, en je enkel concentreert op wetenschap, dan bestaan er helemaal geen “grote beschavingen”, tenzij dan die van Europa; wijzelf.
Juist aan het feit dat dat ook nooit de bedoeling is zie je de twee maten en twee gewichten aan het werk. Ze willen helemaal geen inzicht in historische ontwikkelingen, of oude beschavingen, en ze zijn absoluut niet gedreven door enige hang naar kennis. Ze hebben een dogma te verdedigen, hetzelfde dogma dat al maakte dat de Grieken de Perzen als een verwijfd volk afschilderden, en ze proberen juist genoeg te weten te komen om dat dogma telkens weer te kunnen herhalen. Tot ze het op de duur zelf geloven, en ze zich een heel stuk beter voelen. Niets nieuws onder de zon.
------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/het-zevende-millennium.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/op-wandel-in-het-vierde-millennium.html
Juist omdat het een tijd van voortdurend conflict was tussen “oost” en west”, en omdat wij over dat conflict lezen in de termen van onze eigen voorlopers, hebben we over de Perzen een eerder negatief beeld. Toch was het de eerste grootmacht om een rijk op dat soort schaal op te bouwen, en we vernemen dat ze een hoogtepunt van cultuur en beschaving waren.
Men moet zich ook de wereld van die periode (“het vierde millennium” (1) zoals ik dat in mijn eigen tijdrekening noemde) voorstellen. De supermachten van het Bronzen Tijdperk (zeg: “het Derde Millennium”) waren al gereduceerd tot gewone grootmachten. En dus was het Midden Oosten een mengelmoes van Mesopotamiërs, Egyptenaren, Assyriërs, Elamieten en ongetwijfeld nog een hoop meer. Zoals dat toen al duizenden jaren aan de gang was, en nog duizenden jaren zou volgehouden worden, verschenen van de rand van de beschaving semi-beschaafde paardenvolkeren, die zich eerst in een stuk van de gebieden van de beschavingen nestelden, en vervolgens heel het pak veroverden. Dat waren de Perzen, en hun verwanten, de Meden.
Het gevolg van al die veroveringen was dat er over een heel breed grondgebied vrede kwam. Vrede, en beschaving, en zelfs markten, in een vroege versie welteverstaan. Pax Persica, het zal beter geweest zijn dan de voortdurende oorlogen van daarvoor - en dat is waarom de betrokken volkeren het vaak toch wel een goed idee vonden.
En dat doet me via een kleine omweg terugkomen naar onze eigen actualiteit. Die omweg is een post die ik geschreven heb over hoe de Romeinen in zo ruime mate de erfgenamen zijn van de Etrusken en de Grieken, dat je gemakkelijk kan ontkennen dat er ooit zoiets als een “Romeinse Beschaving” bestond (2). Ze hebben het immers allemaal overgenomen! En op dezelfde manier kunnen we van dat eerste grote wereldrijk ontkennen dat het een grote beschaving was. Ze hadden het immers allemaal overgenomen van de Egyptenaren en de Assyriërs (enzovoort).
Maar natuurlijk doet niemand dat, en iedereen heeft het over de Pax Romana, en de tolerantie die de diverse volkeren bijeen bracht, over hun architecturale kunstwerken, hun literatuur en hun filosofie enzovoort. En natuurlijk komt niemand op het idee om onderwerp per onderwerp te gaan vitten over de vraag van welk onderworpen volk de Perzen, resp. de Romeinen, al die dingen hadden afgepakt.
Maar zo natuurlijk is dat allemaal ook weer niet. Want het volstaat naar de conflicten tussen “oost” en “west” van vandaag te kijken, en de kritische zin die we allemaal zo natuurlijk vonden toen het over de Romeinen ging, verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ik heb het vanzelfsprekend over het conflict tussen “het Westen” en “de Islam”. Net zoals de Grieken en de Romeinen hun Perzische rivalen in een negatief daglicht plaatsten, doen wij dat met de Islam.
En dat is nergens voor nodig, want er is geen zinnig mens, niet in het Westen en niet in de Islam, die er een seconde aan twijfelt dat er met de huidige Islam serieuze problemen zijn. Dus verwonder ik me over al die pogingen om te ontkennen wat nochtans simpele historische feiten zijn. Bijvoorbeeld dat de Islam een hoogstaande beschaving droeg op een moment dat het Europese Christendom alweer eeuwen tot barbarij was afgegleden. Dat was tijdens de eeuwen rond het jaar 1,000. Het is bijna aandoenlijk om de beste krachten van dom rechts aan het werk te zien tuigen, om punt per punt te komen vertellen: jamaar, dat kwam eigenlijk van de Perzen! En jamaar, het kwam eigenlijk van de Assyriërs (!, echt gezien!). Enzovoort. Het is een geval van twee maten en twee gewichten, zo groot als een huis, maar daar komen ze nooit op.
Er is nog een tweede strategie. Je herinnert, dus, aan simpele historische feiten, en ze komen je op hoge toon aanspreken: noem eens één voorbeeld van een belangrijke wetenschappelijke ontwikkeling, gerealizeerd door de Islam? Jij hebt niet noodzakelijk een studie gemaakt van de economische en culturele geschiedenis van de Islam – en zij hebben wel het boek “propaganda voor Domme Blanke Man” (het is mogelijk dat de officiële titel licht anders klinkt) gelezen. Daar staat een handig lijstje in van voorbeelden die de brave man of vrouw in de straat vermoedelijk probeert te antwoorden, meteen vergezeld van welke niet-Islamitische beschaving die doorbraak “eigenlijk” afkomstig was.
En toch zouden ze nooit op het idee komen om dezelfde vraag over de Romeinen te stellen, en uit het feit dat de Romeinen zeer weinig grote wetenschappelijke doorbraken hebben gerealizeerd, af te leiden dat de Romeinen “eigenlijk” een inferieure cultuur waren. Uiteindelijk is er doorheen de hele wereldgeschiedenis slechts één beschaving geweest die uitzonderlijke wetenschappelijke doorbraken heeft gerealizeerd, en dat zijn de Europeërs, vanaf 1,500 – om het af te ronden. Dus als je je ogen sluit voor alles wat met bouwwerken, literatuur, spiritualiteit of filosofie te maken heeft, en je enkel concentreert op wetenschap, dan bestaan er helemaal geen “grote beschavingen”, tenzij dan die van Europa; wijzelf.
Juist aan het feit dat dat ook nooit de bedoeling is zie je de twee maten en twee gewichten aan het werk. Ze willen helemaal geen inzicht in historische ontwikkelingen, of oude beschavingen, en ze zijn absoluut niet gedreven door enige hang naar kennis. Ze hebben een dogma te verdedigen, hetzelfde dogma dat al maakte dat de Grieken de Perzen als een verwijfd volk afschilderden, en ze proberen juist genoeg te weten te komen om dat dogma telkens weer te kunnen herhalen. Tot ze het op de duur zelf geloven, en ze zich een heel stuk beter voelen. Niets nieuws onder de zon.
------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/het-zevende-millennium.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/op-wandel-in-het-vierde-millennium.html
maandag 5 maart 2007
Een Schooltje in Kameroen
Malen V is een dorpje aan de noordrand van het Dja Reservaat in Kameroen. De Romeinse vijf slaat op het feit dat er meer dorpjes zijn die Malen heten. Het is maar één dorpje uit een cluster dorpjes in de omgeving. Dit is oerwoudgebied – hier leven nog chimpansees in het wild. “Reservaat” betekent dat het woudleven nog iets van bescherming krijgt – en dat betekent dat de mensen in de dorpen voor de grote vraag staan: Als ze niet mogen jagen, waarvan gaan ze dan leven?
Nu ligt Malen V ook niet binnen, maar integendeel net buiten het reservaat. Het gevolg was zoals je kon verwachten. De mensen leefden van de jacht en de dieren stonden onder druk. Gelukkig hoefde een project als “Projet Grands Singes” van de Antwerpse Zoo zich niet aan officiële grenzen te houden. Wat van belang is of je de bevolking kan overtuigen een andere weg te kiezen – voor zover een dergelijke weg bestaat. In een eerste instantie lukte het om mensen te laten overschakelen op de teelt van cacao. Gezien de evolutie van de grondstoffenprijzen van de laatste jaren mogen we ook wel een beetje geluk hebben, als je het mij vraagt. Daarnaast is er ook het bijenproject (1), een activiteit waarvoor de dorpelingen zelf gekozen hebben. In ieder geval integreerde het Projet Grands Singes zich daarmee in het standaardprobleem van wie zich voor chimpansees en andere mensapen interesseert. Je kan de habitats en de dieren willen beschermen zoveel je wil, maar als je de lokale bevolking niet mee in de projecten betrekt heb je weinig kans dat er veel zal gebeuren. Preken over het wetenschappelijk belang van het woud helpen niet wanneer de kinderen van honger liggen te sterven.
En dus is het goede nieuws dat er in Malen een schooltje is: voor het dorp en de omliggende dorpjes. De school heeft ook een leerkracht, en de regering van Kameroen betaalt het salaris van die leerkracht. Dat is allemaal goede politiek! Onderwijs is niet iets waar de alfamannetjes mee kunnen pronken, omdat de resultaten zich pas vanaf een generatie later aftekenen. Maar als onderwijs er eenmaal is heeft het een groot effect op belangrijke ontwikkelingsproblemen, zoals overbevolking.
Dat betekent ook dat het jammer is dat er maar één leerkracht is. Als er meerdere dorpen zijn, en er is maar één leerkracht, dan zal het opvangen van de vele leerlingen met uiteenlopende leeftijden niet vanzelfsprekend zijn. Dat was ook de mening van een oudervereniging uit al die dorpjes. Ze vroegen van iedereen een kleine bijdrage, en slaagden er in om het salaris voor twee extra halftime leerkrachten bij elkaar te brengen.
Daarmee zijn we op het punt waarop ik wil herinneren aan ons vriendenclubje dat een VZW had opgericht (2). We organizeerden een barbecue, we werden zelf lid van onze eigen VZW, en na enkele maanden bezat de club het benijdenswaardig budget van ettelijke honderden euro. Daar stonden ze bij de Wereldbank serieus van te kijken! Alleen, met alle gekheid op het spreekwoordelijke stokje, twee jaarsalarissen voor een halftime leerkracht in de Kameroenese wouden, dat kwam neer op 200 euro. Dat is nu eenmaal één van de geheimen van mensen die echt iets willen doen, en niet alleen voor het oog van de camera’s miljardencongressen organiseren. Wat hier een peulschil is, stelt in de brousse zomaar een jaarsalaris voor.
Dus vergaderde onze club met het plechtig gezicht dat past bij het verschaffen van een extra halftime job aan twee leerkrachten, en we besloten 200 van onze honderden euro in cash naar het schooltje van Malen V te sturen. En zo kunnen er gedurende een jaar drie leerkrachten voltijds aan het werk!
Wat me nu opvalt is dat we precies doen wat in de aanbevelingen van het boek van Easterly staat, en waarover ik het al een paar keer gehad heb (3). Geen megalomane plannen die alles tegelijk willen doen, maar heel bescheiden één enkel project. Dat maakt dat we kunnen evalueren. Als er volgend jaar niet meer kinderen naar het schooltje komen, dan heeft onze investering weinig zin – en wij zijn niet meer dan 200 euro’kes kwijt. Toch minder slecht dan de miljarden dollar die volgens Easterly al in de bodemloze putten van de goede bedoelingen zijn verdwenen, nietwaar?
Bovendien volgen we een andere regel van Easterly, die ons optimistisch maakt dat onze 200 euro toch een goede kans maken. Die regel is dat je beter hulp geeft die de lokale bevolking zelf ook nodig vindt. En hoe konden ze hun intenties nu beter duidelijk maken dan door samen te leggen, en zelf al twee halve leerkrachten te financieren? Wat onze VZW gaat doen is naast elke cent die de ouders bijdragen, er nog één bijleggen. Het is de lokale bevolking die beslist dat hun eigen schaarse middelen de moeite waard zijn om in een schooltje te investeren. En wij zorgen er alleen maar voor dat het effect van hun inspanningen verdubbeld wordt.
En op die basis zeggen wij: give it a shot! Als de oudervereniging ermee ophoudt, dan houden wij er ook mee op. Als er geen resultaten komen in termen van toenemend schoolbezoek, dan hoeft het voor ons ook niet meer. Dat zijn allemaal controleerbare feiten die maken dat je er uit kan stappen voor je de zoveelste krater hebt geslagen. Terwijl, natuurlijk, als de oudervereniging er toch mee doorgaat, en het schoolbezoek toeneemt, wij met weinig middelen een hefboom creëren. Ik ben benieuwd.
------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-bijen-van-kameroen.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/save-bonobos.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/william-easterly.html
Nu ligt Malen V ook niet binnen, maar integendeel net buiten het reservaat. Het gevolg was zoals je kon verwachten. De mensen leefden van de jacht en de dieren stonden onder druk. Gelukkig hoefde een project als “Projet Grands Singes” van de Antwerpse Zoo zich niet aan officiële grenzen te houden. Wat van belang is of je de bevolking kan overtuigen een andere weg te kiezen – voor zover een dergelijke weg bestaat. In een eerste instantie lukte het om mensen te laten overschakelen op de teelt van cacao. Gezien de evolutie van de grondstoffenprijzen van de laatste jaren mogen we ook wel een beetje geluk hebben, als je het mij vraagt. Daarnaast is er ook het bijenproject (1), een activiteit waarvoor de dorpelingen zelf gekozen hebben. In ieder geval integreerde het Projet Grands Singes zich daarmee in het standaardprobleem van wie zich voor chimpansees en andere mensapen interesseert. Je kan de habitats en de dieren willen beschermen zoveel je wil, maar als je de lokale bevolking niet mee in de projecten betrekt heb je weinig kans dat er veel zal gebeuren. Preken over het wetenschappelijk belang van het woud helpen niet wanneer de kinderen van honger liggen te sterven.
En dus is het goede nieuws dat er in Malen een schooltje is: voor het dorp en de omliggende dorpjes. De school heeft ook een leerkracht, en de regering van Kameroen betaalt het salaris van die leerkracht. Dat is allemaal goede politiek! Onderwijs is niet iets waar de alfamannetjes mee kunnen pronken, omdat de resultaten zich pas vanaf een generatie later aftekenen. Maar als onderwijs er eenmaal is heeft het een groot effect op belangrijke ontwikkelingsproblemen, zoals overbevolking.
Dat betekent ook dat het jammer is dat er maar één leerkracht is. Als er meerdere dorpen zijn, en er is maar één leerkracht, dan zal het opvangen van de vele leerlingen met uiteenlopende leeftijden niet vanzelfsprekend zijn. Dat was ook de mening van een oudervereniging uit al die dorpjes. Ze vroegen van iedereen een kleine bijdrage, en slaagden er in om het salaris voor twee extra halftime leerkrachten bij elkaar te brengen.
Daarmee zijn we op het punt waarop ik wil herinneren aan ons vriendenclubje dat een VZW had opgericht (2). We organizeerden een barbecue, we werden zelf lid van onze eigen VZW, en na enkele maanden bezat de club het benijdenswaardig budget van ettelijke honderden euro. Daar stonden ze bij de Wereldbank serieus van te kijken! Alleen, met alle gekheid op het spreekwoordelijke stokje, twee jaarsalarissen voor een halftime leerkracht in de Kameroenese wouden, dat kwam neer op 200 euro. Dat is nu eenmaal één van de geheimen van mensen die echt iets willen doen, en niet alleen voor het oog van de camera’s miljardencongressen organiseren. Wat hier een peulschil is, stelt in de brousse zomaar een jaarsalaris voor.
Dus vergaderde onze club met het plechtig gezicht dat past bij het verschaffen van een extra halftime job aan twee leerkrachten, en we besloten 200 van onze honderden euro in cash naar het schooltje van Malen V te sturen. En zo kunnen er gedurende een jaar drie leerkrachten voltijds aan het werk!
Wat me nu opvalt is dat we precies doen wat in de aanbevelingen van het boek van Easterly staat, en waarover ik het al een paar keer gehad heb (3). Geen megalomane plannen die alles tegelijk willen doen, maar heel bescheiden één enkel project. Dat maakt dat we kunnen evalueren. Als er volgend jaar niet meer kinderen naar het schooltje komen, dan heeft onze investering weinig zin – en wij zijn niet meer dan 200 euro’kes kwijt. Toch minder slecht dan de miljarden dollar die volgens Easterly al in de bodemloze putten van de goede bedoelingen zijn verdwenen, nietwaar?
Bovendien volgen we een andere regel van Easterly, die ons optimistisch maakt dat onze 200 euro toch een goede kans maken. Die regel is dat je beter hulp geeft die de lokale bevolking zelf ook nodig vindt. En hoe konden ze hun intenties nu beter duidelijk maken dan door samen te leggen, en zelf al twee halve leerkrachten te financieren? Wat onze VZW gaat doen is naast elke cent die de ouders bijdragen, er nog één bijleggen. Het is de lokale bevolking die beslist dat hun eigen schaarse middelen de moeite waard zijn om in een schooltje te investeren. En wij zorgen er alleen maar voor dat het effect van hun inspanningen verdubbeld wordt.
En op die basis zeggen wij: give it a shot! Als de oudervereniging ermee ophoudt, dan houden wij er ook mee op. Als er geen resultaten komen in termen van toenemend schoolbezoek, dan hoeft het voor ons ook niet meer. Dat zijn allemaal controleerbare feiten die maken dat je er uit kan stappen voor je de zoveelste krater hebt geslagen. Terwijl, natuurlijk, als de oudervereniging er toch mee doorgaat, en het schoolbezoek toeneemt, wij met weinig middelen een hefboom creëren. Ik ben benieuwd.
------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-bijen-van-kameroen.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/save-bonobos.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/william-easterly.html
zondag 4 maart 2007
Het Ontstaan van het Leven (vervolg)
Enkele dagen geleden ging het hier (1) over een analogie tussen de onderwerpen van (aan de ene kant) het ontstaan van leven en (aan de andere kant) het evolueren van leven. Het ontstaan van het leven gaat over hoe uit simpele materie (moleculen en atomen) levende materie op het eenvoudigste niveau kon ontstaan: zeg bacteriën. Het evolueren van leven gaat over hoe uit heel eenvoudig leven (bacteriën) heel complex leven kan ontstaan: zeg mensen.
Voor beide geldt dat ze niet een probleem zijn in de zin dat ze iets onmogelijks zijn (“strijdig met de entropiewet”), want zoals we zagen: dat is niet zo. Ze zijn wel een probleem in de zin dat ze voldoende onwaarschijnlijk zijn om, als ze dan toch voorkomen, te willen weten hoe dat precies in zijn werk is gegaan.
Het verschil tussen beide onderwerpen is nu dat we voor de evolutie van leven een theorie met een werkend mechanisme hebben (2), terwijl we voor het ontstaan van leven geen theorie hebben. Hetgeen lezer Delirium destijds (zoals aangehaald in de post van enkele dagen geleden) deed besluiten dat het wachten was op het genie dat voor het ontstaan van leven zou doen wat Darwin voor het evolueren van leven deed.
Delirium drukte dat probleem voornamelijk uit in termen van entropie - waarover ik tenslotte zelf begonnen was. Soms vraag ik me echter af of we het probleem, inclusief de analogie tussen beide, niet ook kunnen uitdrukken in termen van pure wiskunde (lees: wat ik onder die term versta). Dat zou er ongeveer als volgt uitzien. Er bestaat een stuk getaltheorie die gaat over willekeurige variatie. Neem een gegeven hoeveelheid (zeg: "nul") die doorheen de tijd kleine wijzigingen ondergaat. Bijvoorbeeld per tijdseenheid neemt het met ofwel één eenheid toe of af. Dat geeft dan reeksen die er als volgt kunnen uitzien:
0,1,0,1,0,1,0,1... OF:
0,-1,-2,-3,-4,-5... OF:
0,1,2,3,2,1,0,1,2,3... enz.
Nu zie je meteen dat deze reeksen geen willekeurige reeksen zijn. De theorie zegt dat als je wel willekeurige reeksen neemt, de gemiddelde waarde van de reeks getallen in de buurt van nul blijft, maar de gemiddelde afstand van nul die je na een bepaald aantal pogingen krijgt zal groter worden naarmate je langer probeert. Dus nu kan onze reeks er bijvoorbeeld uitzien als volgt:
0, -1, 0, 1, 2, 1, 0, 1, 0, -1, -2, -1, -2, -3,...
Met de tijd zie je grotere (absolute) cijfers, maar in totaal zal je gemiddelde rond de nul blijven slingeren. (Iedereen is overigens meer dan welkom om correcties, specificaties of toevoegingen te geven – dit blog dient tenslotte gedeeltelijk om luidop over dit soort dingen na te denken. Probeer het wel zo te schrijven dat het ook voor geïnteresseerde maar ongecijferde leken leesbaar blijft, dank u.)
De laatste reeks beschrijft één aspect van evoluerend leven. Elke generatie zet nieuwe generaties op de wereld, die in kleine opzichten verschillen van de vorige. Dus kunnen ze een beetje complexer zijn, of een beetje minder complex, en die variatie is willekeurig. Maar als de getallenreeks de complexiteit van het evoluerend leven voorstelt, dan mist ons stukje wiskunde nog iets. Het mist dat er een ondergrens is aan de complexiteit die een biologische structuur moet hebben om levensvatbaar te zijn. Als een nakomeling van een organisme op het simpelst mogelijk niveau naar nog simpeler variëert zal die niet overleven, en zich dus niet voortplanten.
Dat heeft op dat stukje wiskunde een welbepaald effect. De gemiddelde afstand (van de reeks getallen) van een bepaald gemiddelde zal nog steeds fluctueren. Maar nu zal dat gemiddelde zelf met de tijd verder van het beginpunt weg bewegen. Het zal niet langer fluctueren rond nul, maar weg van de nul: in de richting van meer complex, dus. En dit omdat er een ondergrens is, puur abstract geredeneerd (3).
In dat geval kunnen we “zuiver abstract geredeneerd” een grafiek opmaken die een goede beschrijving is van de geschiedenis van het leven. Zeg dat de X-as de tijd voorstelt. Vanuit het nulpunt vertrekken twee lijnen: eerst dat gemiddelde dat geleidelijk van het beginpunt in stijgende lijn wegbeweegt. En de tweede grafiek, een heel stuk hoger, is de lijn die het meest complex organisme van dat moment voorstelt. Op die hoogste lijn kunnen sterke fluctuaties naar boven, of naar beneden voorkomen. Toen de dinosaurussen uitstierven, denk ik toch, kreeg die grafiek een serieuze knauw.
Tussen de lijn van “het meest complexe leven van dat moment” en het biologisch minimumpunt kan je de “oneindig veel lijnen” tekenen, van alle levende organismen op al die momenten. Zij stellen evolutionaire geschiedenissen voor van organismen die minder complex zijn dan het meest complexe. De overgrote meerderheid daarvan is zelfs nog steeds minimaal complex: de bacteriën. En als deze (of een soortgelijke) mathematische beschrijving een goede beschrijving is van de geschiedenis van het leven, dan hebben we die mathematische beschrijving onafhankelijk van de fysische (de evolutietheorie) beschrijving.
En nu is de vraag: is de toestand voor het ontstaan van het leven ook hier niet analoog? De chemie heeft ook een ondergrens: het atoom. Als bijgevolg met de tijd de gemiddelde complexiteit (of welk criterium ook relevant is) van combinaties van atomen stijgt, dan is het ontstaan van het leven misschien ook slechts één stap in dat proces van complexer worden? Kunnen we als hypothese stellen dat het ontstaan van leven een quasi noodzakelijke manier was om moleculen te blijven dragen, waarvan we mathematisch beredeneerd hadden dat ze gemiddeld wegbewegen van het nulpunt? Waarna het verder evolueren van dat leven vanzelfsprekend alleen maar een nieuwe stap in datzelfde proces was.
Dit is, ik geef het natuurlijk meteen toe, science fiction. Maar soms kan je, door duidelijk te maken wat je al van iets weet, iemand helpen inzien wat je nog meer moet weten, opdat je vorderingen maakt. Eeuwige dankbaarheid..., enzovoort.
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/het-ontstaan-van-het-leven.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten-3.html
(3) Voor dit stuk laat ik me uitvoerig inspireren door Gould, Life's
Grandeur, 1997, en Gould, Wonderful Life, 1991
Voor beide geldt dat ze niet een probleem zijn in de zin dat ze iets onmogelijks zijn (“strijdig met de entropiewet”), want zoals we zagen: dat is niet zo. Ze zijn wel een probleem in de zin dat ze voldoende onwaarschijnlijk zijn om, als ze dan toch voorkomen, te willen weten hoe dat precies in zijn werk is gegaan.
Het verschil tussen beide onderwerpen is nu dat we voor de evolutie van leven een theorie met een werkend mechanisme hebben (2), terwijl we voor het ontstaan van leven geen theorie hebben. Hetgeen lezer Delirium destijds (zoals aangehaald in de post van enkele dagen geleden) deed besluiten dat het wachten was op het genie dat voor het ontstaan van leven zou doen wat Darwin voor het evolueren van leven deed.
Delirium drukte dat probleem voornamelijk uit in termen van entropie - waarover ik tenslotte zelf begonnen was. Soms vraag ik me echter af of we het probleem, inclusief de analogie tussen beide, niet ook kunnen uitdrukken in termen van pure wiskunde (lees: wat ik onder die term versta). Dat zou er ongeveer als volgt uitzien. Er bestaat een stuk getaltheorie die gaat over willekeurige variatie. Neem een gegeven hoeveelheid (zeg: "nul") die doorheen de tijd kleine wijzigingen ondergaat. Bijvoorbeeld per tijdseenheid neemt het met ofwel één eenheid toe of af. Dat geeft dan reeksen die er als volgt kunnen uitzien:
0,1,0,1,0,1,0,1... OF:
0,-1,-2,-3,-4,-5... OF:
0,1,2,3,2,1,0,1,2,3... enz.
Nu zie je meteen dat deze reeksen geen willekeurige reeksen zijn. De theorie zegt dat als je wel willekeurige reeksen neemt, de gemiddelde waarde van de reeks getallen in de buurt van nul blijft, maar de gemiddelde afstand van nul die je na een bepaald aantal pogingen krijgt zal groter worden naarmate je langer probeert. Dus nu kan onze reeks er bijvoorbeeld uitzien als volgt:
0, -1, 0, 1, 2, 1, 0, 1, 0, -1, -2, -1, -2, -3,...
Met de tijd zie je grotere (absolute) cijfers, maar in totaal zal je gemiddelde rond de nul blijven slingeren. (Iedereen is overigens meer dan welkom om correcties, specificaties of toevoegingen te geven – dit blog dient tenslotte gedeeltelijk om luidop over dit soort dingen na te denken. Probeer het wel zo te schrijven dat het ook voor geïnteresseerde maar ongecijferde leken leesbaar blijft, dank u.)
De laatste reeks beschrijft één aspect van evoluerend leven. Elke generatie zet nieuwe generaties op de wereld, die in kleine opzichten verschillen van de vorige. Dus kunnen ze een beetje complexer zijn, of een beetje minder complex, en die variatie is willekeurig. Maar als de getallenreeks de complexiteit van het evoluerend leven voorstelt, dan mist ons stukje wiskunde nog iets. Het mist dat er een ondergrens is aan de complexiteit die een biologische structuur moet hebben om levensvatbaar te zijn. Als een nakomeling van een organisme op het simpelst mogelijk niveau naar nog simpeler variëert zal die niet overleven, en zich dus niet voortplanten.
Dat heeft op dat stukje wiskunde een welbepaald effect. De gemiddelde afstand (van de reeks getallen) van een bepaald gemiddelde zal nog steeds fluctueren. Maar nu zal dat gemiddelde zelf met de tijd verder van het beginpunt weg bewegen. Het zal niet langer fluctueren rond nul, maar weg van de nul: in de richting van meer complex, dus. En dit omdat er een ondergrens is, puur abstract geredeneerd (3).
In dat geval kunnen we “zuiver abstract geredeneerd” een grafiek opmaken die een goede beschrijving is van de geschiedenis van het leven. Zeg dat de X-as de tijd voorstelt. Vanuit het nulpunt vertrekken twee lijnen: eerst dat gemiddelde dat geleidelijk van het beginpunt in stijgende lijn wegbeweegt. En de tweede grafiek, een heel stuk hoger, is de lijn die het meest complex organisme van dat moment voorstelt. Op die hoogste lijn kunnen sterke fluctuaties naar boven, of naar beneden voorkomen. Toen de dinosaurussen uitstierven, denk ik toch, kreeg die grafiek een serieuze knauw.
Tussen de lijn van “het meest complexe leven van dat moment” en het biologisch minimumpunt kan je de “oneindig veel lijnen” tekenen, van alle levende organismen op al die momenten. Zij stellen evolutionaire geschiedenissen voor van organismen die minder complex zijn dan het meest complexe. De overgrote meerderheid daarvan is zelfs nog steeds minimaal complex: de bacteriën. En als deze (of een soortgelijke) mathematische beschrijving een goede beschrijving is van de geschiedenis van het leven, dan hebben we die mathematische beschrijving onafhankelijk van de fysische (de evolutietheorie) beschrijving.
En nu is de vraag: is de toestand voor het ontstaan van het leven ook hier niet analoog? De chemie heeft ook een ondergrens: het atoom. Als bijgevolg met de tijd de gemiddelde complexiteit (of welk criterium ook relevant is) van combinaties van atomen stijgt, dan is het ontstaan van het leven misschien ook slechts één stap in dat proces van complexer worden? Kunnen we als hypothese stellen dat het ontstaan van leven een quasi noodzakelijke manier was om moleculen te blijven dragen, waarvan we mathematisch beredeneerd hadden dat ze gemiddeld wegbewegen van het nulpunt? Waarna het verder evolueren van dat leven vanzelfsprekend alleen maar een nieuwe stap in datzelfde proces was.
Dit is, ik geef het natuurlijk meteen toe, science fiction. Maar soms kan je, door duidelijk te maken wat je al van iets weet, iemand helpen inzien wat je nog meer moet weten, opdat je vorderingen maakt. Eeuwige dankbaarheid..., enzovoort.
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/het-ontstaan-van-het-leven.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten-3.html
(3) Voor dit stuk laat ik me uitvoerig inspireren door Gould, Life's
Grandeur, 1997, en Gould, Wonderful Life, 1991
vrijdag 2 maart 2007
De Evolutionaire Atlas
Gisteren was er een boek in het nieuws: “Atlas of Creationism”. Ik had er al van gehoord via een blog dat alleen maar over evolutie gaat, en niet zelden over het creationisme:
http://evolutie.blog.com
Nu heb ik op usenet mijn sporen met het creationisme ruim verdiend, en sinds de geboorte van baby (intussen peuter) Sarah heb ik er ook niet meer de tijd voor over. Maar gisteren in het nieuws klonk iets waar ik de rest van de dag liep over te piekeren. Als ik de nieuwsdienst mag geloven blijkt de boodschap van het boek nogal achteraan: het kwaad in de wereld zou voortkomen uit het Darwinisme.
Hmmmm. Laat ik dat even aannemen als stelling. En ik denk te weten dat de auteur een Turkse Moslim is. In die omstandigheden gaat de hobbyfilosoof met belangstelling voor geschiedenis die ik ben meteen aan het werk. We nemen de theorie, we proberen die te confronteren met de historische feiten, en we zien waar we uitkomen.
Eerst even een kader. Na de dood van Mohammed verspreidde de Islam zich verrassend snel over grote delen van de bekende wereld, en in de zevende eeuw waren de gebieden die wij vandaag Israel noemen veroverd. In de elfde eeuw begon het in Europa serieus te pruttelen, en klonk de nood aan de bevrijding van “het Heilig Land”. Men voelt onmiddellijk dat er tussen de werkelijke reden voor de resulterende oorlog, en die officiële reden (die bevrijding, dus) een nogal grote kloof gaapt. Het Heilig Land was immers al vier eeuwen bezet, dus het is moeilijk om daar die plotse hoogdringendheid van in te zien.
Veel dringender dan de bezetting van Palestina door de Arabieren (400 jaar daarvoor) waren echter de invallen in het Byzantijnse Rijk door de Turken. Dat waren nog niet de Ottomanen die een half millennium later Constantinopel innamen, maar de toenmalige Seldjoeken knabbelden ook al grote stukken (van wat zo later Turkije werd) van de Byzantijnen af. Die riepen de hulp in van hun primitieve (maar zeer krijgshaftige) neven uit het Westen, en om die uit hun kot te krijgen veranderde de missie maar vlug in “de bevrijding van het Heilig Land”.
En oorlog kwam over het land, en niet alleen de Seldjoeken hadden het onder de Kruisvaarders zwaar te verduren. En mijn vraag aan die Turkse moslim, die stelt dat het kwaad in de wereld afkomstig is van de evolutietheorie, is als volgt. Ten eerste, zijn de wreedheden die Turkse en andere Islamitische volkeren ondergingen goede voorbeelden van “het kwaad”? Zo neen, dan wil ik graag verder enkele details opzoeken. Zo ja, denk je dat dat kwaad, aangericht door de Krsuivaarders in de elfde eeuw, zonder de evolutietheorie – die tenslotte maar dateert van acht eeuwen nadien – niet zou zijn gebeurd?
Ach, ik zei het al, ik heb hier niet echt meer tijd voor. Af en toe borrelt het nog eens op, meer uit nostalgie dan iets anders. Als ik al mijn debatten met creationisten uitschreef - ik denk dat het duizenden bladzijden Word zou beslaan. En dikwijls nog zeer grappig ook! (Remember de poedels (1)?) Maar hier zullen we het maar beperken tot dat ene vraagje. De Kruisvaarders, dus, kreeg je maar zo ver dat ze slachtingen gingen aanrichten indien je ze verhaaltjes over hun Heilig Land wijsmaakte. Wat precies heeft dat met de theorie van Darwin te maken?
Wel?
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/socratische-dialoog-met-poedels.html
http://evolutie.blog.com
Nu heb ik op usenet mijn sporen met het creationisme ruim verdiend, en sinds de geboorte van baby (intussen peuter) Sarah heb ik er ook niet meer de tijd voor over. Maar gisteren in het nieuws klonk iets waar ik de rest van de dag liep over te piekeren. Als ik de nieuwsdienst mag geloven blijkt de boodschap van het boek nogal achteraan: het kwaad in de wereld zou voortkomen uit het Darwinisme.
Hmmmm. Laat ik dat even aannemen als stelling. En ik denk te weten dat de auteur een Turkse Moslim is. In die omstandigheden gaat de hobbyfilosoof met belangstelling voor geschiedenis die ik ben meteen aan het werk. We nemen de theorie, we proberen die te confronteren met de historische feiten, en we zien waar we uitkomen.
Eerst even een kader. Na de dood van Mohammed verspreidde de Islam zich verrassend snel over grote delen van de bekende wereld, en in de zevende eeuw waren de gebieden die wij vandaag Israel noemen veroverd. In de elfde eeuw begon het in Europa serieus te pruttelen, en klonk de nood aan de bevrijding van “het Heilig Land”. Men voelt onmiddellijk dat er tussen de werkelijke reden voor de resulterende oorlog, en die officiële reden (die bevrijding, dus) een nogal grote kloof gaapt. Het Heilig Land was immers al vier eeuwen bezet, dus het is moeilijk om daar die plotse hoogdringendheid van in te zien.
Veel dringender dan de bezetting van Palestina door de Arabieren (400 jaar daarvoor) waren echter de invallen in het Byzantijnse Rijk door de Turken. Dat waren nog niet de Ottomanen die een half millennium later Constantinopel innamen, maar de toenmalige Seldjoeken knabbelden ook al grote stukken (van wat zo later Turkije werd) van de Byzantijnen af. Die riepen de hulp in van hun primitieve (maar zeer krijgshaftige) neven uit het Westen, en om die uit hun kot te krijgen veranderde de missie maar vlug in “de bevrijding van het Heilig Land”.
En oorlog kwam over het land, en niet alleen de Seldjoeken hadden het onder de Kruisvaarders zwaar te verduren. En mijn vraag aan die Turkse moslim, die stelt dat het kwaad in de wereld afkomstig is van de evolutietheorie, is als volgt. Ten eerste, zijn de wreedheden die Turkse en andere Islamitische volkeren ondergingen goede voorbeelden van “het kwaad”? Zo neen, dan wil ik graag verder enkele details opzoeken. Zo ja, denk je dat dat kwaad, aangericht door de Krsuivaarders in de elfde eeuw, zonder de evolutietheorie – die tenslotte maar dateert van acht eeuwen nadien – niet zou zijn gebeurd?
Ach, ik zei het al, ik heb hier niet echt meer tijd voor. Af en toe borrelt het nog eens op, meer uit nostalgie dan iets anders. Als ik al mijn debatten met creationisten uitschreef - ik denk dat het duizenden bladzijden Word zou beslaan. En dikwijls nog zeer grappig ook! (Remember de poedels (1)?) Maar hier zullen we het maar beperken tot dat ene vraagje. De Kruisvaarders, dus, kreeg je maar zo ver dat ze slachtingen gingen aanrichten indien je ze verhaaltjes over hun Heilig Land wijsmaakte. Wat precies heeft dat met de theorie van Darwin te maken?
Wel?
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/socratische-dialoog-met-poedels.html
donderdag 1 maart 2007
Het Ontstaan van het Leven
Maanden geleden postte Delirium een commentaar waarover ik lang heb nagedacht. Het ging over de entropiewet; die zegt dat structuren met de tijd terechtkomen in de toestand met de grootste waarschijnlijkheid: wanorde (1). Een andere manier om dat uit te drukken was "een gesloten systeem neemt de temperatuur van zijn omgeving aan". Dat ging op zijn beurt naar "leven is een uitzondering op de entropiewet, omdat levende wezens een hogere temperatuur aanhouden dan hun omgeving" (en als ze dat niet doen, dan zijn ze juist dood). De reden dat leven die "uitzondering" vormt viel ook nog binnen mijn kennis. Leven handhaaft zich niet in een gesloten systeem. Het handhaaft zich op de planeet Aarde, waar een dichtbijzijnde ster, "zon" genaamd, een constante energiestroom doorstraalt. Leven was dus een "uitzondering" op - maar zeker geen contradictie met - de entropiewet, voor zover die wet gaat over gesloten systemen.
De commentaar van Delirium voegde twee dingen toe. Het eerste was dat je zelfs geen "uitzondering" nodig hebt om "ondanks" entropie geordende structuren te zien ontstaan. In eigen woorden naverteld: beschouw een afkoelende structuur. Zeg dat er zich in die strucuur een stuk glas ("venster") bevindt, en dat dat venster vochtig is. De lucht koelt sneller af dan het vocht op de ruit. (Is dat altijd zo, of is dat omdat er zich achter de ruit een warme huiskamer bevindt?) Dus is het vocht warmer dan de lucht, en geeft overeenkomstig de entropiewet warmte af aan die lucht. De meest efficiënte structuur waarbij water warmte kan afgeven is "een kristalstructuur met zijn steeds fijnere vertakkingen". En kristallen zijn precies wat je ziet ontstaan. Binnen een “gesloten systeem” ontstaat structuur!
Het tweede wat dat commentaar destijds toevoegde was dat al die dingen ook voor het leven gelden. Zoals "complexe" ijskristallen beter zijn in het afgeven van warmte aan de lucht, zo kan "levende" materie beter zijn in het opnemen of afgeven van warmte van en naar de omgeving. Daarmee hebben we niet langer alleen dat open systeem waar de zon op schijnt. Leven (“complexe structuren”) zou nu ook (minstens in theorie) zelfs binnen gesloten systemen kunnen ontstaan. Natuurlijk weten we daarmee nog lang niet dat het leven is ontstaan (het zou bijvoorbeeld ook kunnen geschapen zijn) of waarom het is ontstaan, of hoe het is ontstaan. We kunnen alleen niet volhouden dat het volgens de entropiewet onmogelijk kon ontstaan. Overigens weten we hiermee ook nog niet dat het leven, zo complex als het op zijn eenvoudigste niveau al is, zelf nog veel complexer kon worden. We weten alleen dat de stralen van de zon het mogelijk maken dat leven zich handhaaft en complexer wordt.
Maar een model dat we (a) kunnen vertalen naar een fysische realiteit, en (b) heel precies zegt hoe leven complexer kon worden is iets dat we intussen wel gevonden hebben. Die vondst was de evolutietheorie, en het verklarend concept was "natuurlijke selectie" (2). Dat is een stukje waterdichte logica, gebaseerd op de probaliteitsrekening. Op de langere duur zal gebeuren wat het meest waarschijnlijk is. Onder "variatie", "erfelijkheid" en "selectie" is het meest waarschijnlijk dat organismen zich doorheen de generaties aanpassen aan een omgeving. "Natuurlijke selectie" lijkt me dus een goed voorbeeld van het samenbrengen van het mathematische en het fysische bestanddeel van waar we naar op zoek zijn, en ziedaar: we hebben een theorie.
Delirium schreef destijds dat het wachten was op de briljante mathematische vondst die voor het ontstaan van leven zou doen wat we voor het evolueren van leven al weten. Maar op dat punt vraag ik me toch iets af, dat al in één van mijn allereerste posts stond (3). De evolutietheorie is op conceptueel niveau toch helemaal niet zo “mathematisch” of buitengewoon moeilijk? Die is integendeel zeer eenvoudig te begrijpen; zo eenvoudig dat veel mensen zich afvroegen waarom ze er zelf niet waren opgekomen. Dus steeds per analogie: dat geheim van het ontstaan van het leven, dat blijkt misschien ook wel een eenvoudig mechanisme te zijn. Wat ik me loop af te vragen, sinds die posts over entropie, en dat commentaar van Delirium: zoeken we het niet allemaal veel te ver? Hier zit een gegarandeerde Nobelprijs in! Sterker nog, de ontdekker van het het mechanisme van “het ontstaan van het leven”, staat het soort faam te wachten waarbij Nobelprijswinnaars zijn of haar schoenveters zullen willen vastknopen. Ineens in de club bij Newton en Darwin en Einstein! Niet te verwonderen, met dat soort inzet, als niemand er aan denkt dat het antwoord misschien recht onder onze neus ligt?
-------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/entropie-tussen-vereenvoudiging-en.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten-3.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/01/hoe-zat-dat-ook-alweer.html
De commentaar van Delirium voegde twee dingen toe. Het eerste was dat je zelfs geen "uitzondering" nodig hebt om "ondanks" entropie geordende structuren te zien ontstaan. In eigen woorden naverteld: beschouw een afkoelende structuur. Zeg dat er zich in die strucuur een stuk glas ("venster") bevindt, en dat dat venster vochtig is. De lucht koelt sneller af dan het vocht op de ruit. (Is dat altijd zo, of is dat omdat er zich achter de ruit een warme huiskamer bevindt?) Dus is het vocht warmer dan de lucht, en geeft overeenkomstig de entropiewet warmte af aan die lucht. De meest efficiënte structuur waarbij water warmte kan afgeven is "een kristalstructuur met zijn steeds fijnere vertakkingen". En kristallen zijn precies wat je ziet ontstaan. Binnen een “gesloten systeem” ontstaat structuur!
Het tweede wat dat commentaar destijds toevoegde was dat al die dingen ook voor het leven gelden. Zoals "complexe" ijskristallen beter zijn in het afgeven van warmte aan de lucht, zo kan "levende" materie beter zijn in het opnemen of afgeven van warmte van en naar de omgeving. Daarmee hebben we niet langer alleen dat open systeem waar de zon op schijnt. Leven (“complexe structuren”) zou nu ook (minstens in theorie) zelfs binnen gesloten systemen kunnen ontstaan. Natuurlijk weten we daarmee nog lang niet dat het leven is ontstaan (het zou bijvoorbeeld ook kunnen geschapen zijn) of waarom het is ontstaan, of hoe het is ontstaan. We kunnen alleen niet volhouden dat het volgens de entropiewet onmogelijk kon ontstaan. Overigens weten we hiermee ook nog niet dat het leven, zo complex als het op zijn eenvoudigste niveau al is, zelf nog veel complexer kon worden. We weten alleen dat de stralen van de zon het mogelijk maken dat leven zich handhaaft en complexer wordt.
Maar een model dat we (a) kunnen vertalen naar een fysische realiteit, en (b) heel precies zegt hoe leven complexer kon worden is iets dat we intussen wel gevonden hebben. Die vondst was de evolutietheorie, en het verklarend concept was "natuurlijke selectie" (2). Dat is een stukje waterdichte logica, gebaseerd op de probaliteitsrekening. Op de langere duur zal gebeuren wat het meest waarschijnlijk is. Onder "variatie", "erfelijkheid" en "selectie" is het meest waarschijnlijk dat organismen zich doorheen de generaties aanpassen aan een omgeving. "Natuurlijke selectie" lijkt me dus een goed voorbeeld van het samenbrengen van het mathematische en het fysische bestanddeel van waar we naar op zoek zijn, en ziedaar: we hebben een theorie.
Delirium schreef destijds dat het wachten was op de briljante mathematische vondst die voor het ontstaan van leven zou doen wat we voor het evolueren van leven al weten. Maar op dat punt vraag ik me toch iets af, dat al in één van mijn allereerste posts stond (3). De evolutietheorie is op conceptueel niveau toch helemaal niet zo “mathematisch” of buitengewoon moeilijk? Die is integendeel zeer eenvoudig te begrijpen; zo eenvoudig dat veel mensen zich afvroegen waarom ze er zelf niet waren opgekomen. Dus steeds per analogie: dat geheim van het ontstaan van het leven, dat blijkt misschien ook wel een eenvoudig mechanisme te zijn. Wat ik me loop af te vragen, sinds die posts over entropie, en dat commentaar van Delirium: zoeken we het niet allemaal veel te ver? Hier zit een gegarandeerde Nobelprijs in! Sterker nog, de ontdekker van het het mechanisme van “het ontstaan van het leven”, staat het soort faam te wachten waarbij Nobelprijswinnaars zijn of haar schoenveters zullen willen vastknopen. Ineens in de club bij Newton en Darwin en Einstein! Niet te verwonderen, met dat soort inzet, als niemand er aan denkt dat het antwoord misschien recht onder onze neus ligt?
-------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/entropie-tussen-vereenvoudiging-en.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten-3.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/01/hoe-zat-dat-ook-alweer.html
Abonneren op:
Posts (Atom)