Papa vindt een gaatje tussen de flesjes, de papjes, de potjes en de luiertjes en zet een cd'tje met "Lieder" van Schubert op. Het eerste nummer is het Ave Maria, hemels mooi. Het wordt begeleid door een eenvoudige pianopartituur, en moet door een zeer zuivere, heldere stem gezongen worden.
De piano akkoorden beginnen, en peuter Sarah kijkt op. Nog voor de "a" van Ave is aangeheven zegt ze "dat is Schubert".
Hoeveel keer zou die cd de laatste, zeg, vijf maanden hebben opgestaan. Vijf keer? Als het vijf keer was, is het veel.
Ik heb dat zelf ook. Laat me drie noten van een symfonie van Beethoven horen en ik zeg je welke symfonie het is, en welk deel. Het is gewoon een vorm van muzikaal geheugen, niet zo bijzonder, eigenlijk, want voor de rest is mijn muzikaal inzicht maar gewoontjes. Dus dat geheugen zal wel erfelijk bepaald zijn.
Maar van een peuter die net twee jaar en zes maanden is geworden vind ik het toch sterk.
"once help is assured to such an extent that it is apt to reduce individuals' efforts, it seems an obvious corollary to compel them to insure (or otherwise provide) against those common hazards of life." (F.A. Hayek, The Constitution of Liberty, hoofdstuk 19, over een mandaat tot verplichte ziekteverzekering)
vrijdag 29 februari 2008
donderdag 28 februari 2008
Een maat voor complexiteit ("het ontstaan van het leven")
Bij mijn ideeën over het verband tussen het ontstaan van het leven en toenemende complexiteit (1) rijst vaak een heel precies bezwaar. Het zou fijn zijn, zegt dat bezwaar, als “complexiteit” werkelijk iets was dat je op een ééndimensionale schaal kon uitdrukken, zodat “meer” en “minder” eenduidig overeenkomen met “grotere” en “kleinere” getallen uit de rekenkunde, en heel mijn schema zou er zowaar nog interessant gaan uitzien.
Helaas, volgt daarop het op droevige toon uitgesproken vonnis, complexiteit kan je niet uitdrukken op die ééndimensionale schaal en het boeiend idee verdwijnt slurpend door het rioolputteke. En ik, die van dat soort ervaringen met boeiende ideeën ongeveer “the story of my life” zou kunnen schrijven, legde me noodgedwongen neer op het oordeel van mensen die, bijvoorbeeld, zomaar iets over fysica, of wiskunde wisten.
Maar nu blader ik even in hoofdstuk 16 van één van de allerbeste boeken die ik tot hiertoe heb gelezen, Smolin, The Life of the Cosmos (1997). En wat lees ik daar? Er bestaat een maat voor de complexiteit van een systeem! Die is blijkbaar vrij ingewikkeld, want hij probeert niet eens daar veel meer dan een intuïtief begrip van over te brengen, maar intussen bestaat het toch maar.
Het idee is: een systeem is complexer naarmate het vanuit het standpunt van één onderdeel gemakkelijker is te zeggen waar je je in het systeem bevindt, door simpel om je heen te kijken. Bijvoorbeeld, als je als molecuul in een levend organisme - een zeer complex systeem – om je heen kijkt zal je hersencellen zien, of hartcellen, of levercellen, en je zal een goed idee hebben van waar je zit: de diversiteit van het systeem vertelt het je.
En als je in een zonnestelsel om je heen kijkt en overal om je heen is waterstof druk bezig te fuseren tot helium, dan weet je dat je in de zon zit. Evengoed zijn er veel punten waar je niet veel meer dan lege, zwarte ruimte ziet, en moet je veel meer moeite doen om informatie te vinden die je zegt waar je bent. Bijvoorbeeld omdat je op een bepaalde plaats de zon ziet in een bepaalde grootte, en nu weet je al meer. Een zonnestelsel is al vrij complex, maar toch lang niet zo complex als een levend wezen.
En als je in eenzeer simpel systeem zit, zoals een gas in evenwicht, kan je om je heen kijken zoveel je wil, en al wat je zal zien zijn andere moleculen zoals jijzelf. Dus is er nog veel meer moeite nodig om te weten te komen waar je bent, of beter gezegd, veel meer informatie, en per definitie is een systeem waar meer informatie nodig is een systeem dat minder complex is.
Mocht de geïnformeerde lezer het gevoel hebben dat dat allemaal nog zeer verward is, dan heeft de geïnformeerde lezer gelijk. De geïnformeerde lezer moet in dat geval overigens niet aarzelen het goede voorbeeld te geven, maar dit terzijde. Maar dat is hier het punt niet. Het punt is dat er wel degelijk een maat kan bestaan, een getal, dat complexiteit uitdrukt. En als de simpele wetten van de materie de organizatie toelaten van eenvoudige materie tot steeds meer uitgewerkte constructies, zal (overeenkomstig de beschrijvingen uit die eerdere posts) de gemiddelde complexiteit toenemen, tot één of andere oorzaak (zeg: snel toenemende problemen met entropie (2) en dat soort stoten) daar een bovengrens op zet. In dat geval is het maar een heel aanvaardbare hypothese dat het soort organisatie waar wij het woord “leven” op plakken de manier was om die “bovengrens” te overwinnen, kortom, dat het ontstaan van leven dichter bij een mathematische noodzaak ligt, dan bij een buitengewoon onwaarschijnlijk gebeuren.
Natuurlijk, we missen nog steeds elk concreet mechanisme. Maar toch...
------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/het-ontstaan-van-het-leven-vervolg.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/kom-ik-vraag-het-nog-eens-het-ontstaan.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/entropie-een-nieuw-inzicht.html
Helaas, volgt daarop het op droevige toon uitgesproken vonnis, complexiteit kan je niet uitdrukken op die ééndimensionale schaal en het boeiend idee verdwijnt slurpend door het rioolputteke. En ik, die van dat soort ervaringen met boeiende ideeën ongeveer “the story of my life” zou kunnen schrijven, legde me noodgedwongen neer op het oordeel van mensen die, bijvoorbeeld, zomaar iets over fysica, of wiskunde wisten.
Maar nu blader ik even in hoofdstuk 16 van één van de allerbeste boeken die ik tot hiertoe heb gelezen, Smolin, The Life of the Cosmos (1997). En wat lees ik daar? Er bestaat een maat voor de complexiteit van een systeem! Die is blijkbaar vrij ingewikkeld, want hij probeert niet eens daar veel meer dan een intuïtief begrip van over te brengen, maar intussen bestaat het toch maar.
Het idee is: een systeem is complexer naarmate het vanuit het standpunt van één onderdeel gemakkelijker is te zeggen waar je je in het systeem bevindt, door simpel om je heen te kijken. Bijvoorbeeld, als je als molecuul in een levend organisme - een zeer complex systeem – om je heen kijkt zal je hersencellen zien, of hartcellen, of levercellen, en je zal een goed idee hebben van waar je zit: de diversiteit van het systeem vertelt het je.
En als je in een zonnestelsel om je heen kijkt en overal om je heen is waterstof druk bezig te fuseren tot helium, dan weet je dat je in de zon zit. Evengoed zijn er veel punten waar je niet veel meer dan lege, zwarte ruimte ziet, en moet je veel meer moeite doen om informatie te vinden die je zegt waar je bent. Bijvoorbeeld omdat je op een bepaalde plaats de zon ziet in een bepaalde grootte, en nu weet je al meer. Een zonnestelsel is al vrij complex, maar toch lang niet zo complex als een levend wezen.
En als je in eenzeer simpel systeem zit, zoals een gas in evenwicht, kan je om je heen kijken zoveel je wil, en al wat je zal zien zijn andere moleculen zoals jijzelf. Dus is er nog veel meer moeite nodig om te weten te komen waar je bent, of beter gezegd, veel meer informatie, en per definitie is een systeem waar meer informatie nodig is een systeem dat minder complex is.
Mocht de geïnformeerde lezer het gevoel hebben dat dat allemaal nog zeer verward is, dan heeft de geïnformeerde lezer gelijk. De geïnformeerde lezer moet in dat geval overigens niet aarzelen het goede voorbeeld te geven, maar dit terzijde. Maar dat is hier het punt niet. Het punt is dat er wel degelijk een maat kan bestaan, een getal, dat complexiteit uitdrukt. En als de simpele wetten van de materie de organizatie toelaten van eenvoudige materie tot steeds meer uitgewerkte constructies, zal (overeenkomstig de beschrijvingen uit die eerdere posts) de gemiddelde complexiteit toenemen, tot één of andere oorzaak (zeg: snel toenemende problemen met entropie (2) en dat soort stoten) daar een bovengrens op zet. In dat geval is het maar een heel aanvaardbare hypothese dat het soort organisatie waar wij het woord “leven” op plakken de manier was om die “bovengrens” te overwinnen, kortom, dat het ontstaan van leven dichter bij een mathematische noodzaak ligt, dan bij een buitengewoon onwaarschijnlijk gebeuren.
Natuurlijk, we missen nog steeds elk concreet mechanisme. Maar toch...
------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/het-ontstaan-van-het-leven-vervolg.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/kom-ik-vraag-het-nog-eens-het-ontstaan.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/entropie-een-nieuw-inzicht.html
woensdag 27 februari 2008
De Liberale Filosofie en haar Vijanden ("Rechts maar Steengoed")
(Voor de betekenis van de subtitel "rechts maar steengoed" verwijs ik maar weer naar de oude post (1) in voetnoot. De "boeken die iedereen zou moeten lezen"...)
De filosofisch geïnteresseerde lezer herkent in de titel van deze post de klassieker van Karl Popper, The Open Society and its Enemies (1,945). Dat boek maakte Popper één van de intellectuele helden van mijn jeugd – meer dan de wetenschapsfilosofie die hem beroemd maakte. Popper beschrijft een samenleving die “vrij en rationalistisch” is, en “democratisch”, kortom, “open”. Maar die “open samenleving” is bedreigd langs twee kanten tegelijk: het boek dateert van een deel van de twintigste eeuw waar “Hitler” en “Stalin” belangrijke namen zijn, niet van de geschiedenis, maar van de politieke actualiteit. Je moet het je maar eens voorstellen...
Dus voel je op je klompen aan dat "de vijanden van de open samenleving” de dictaturen van extreem-links en van extreem-rechts zullen zijn. En de link tussen de termen “links” en “rechts” (die ons op dit blog eerder (2) hebben geïnteresseerd) legt Popper als volgt:
“(...) the historical philosophy of racialism or fascism on the one (the right) hand and the Marxian historical philosophy on the other (the left). (…) Both theories base their historical forecasts on an interpretation of history which leads to the discovery of a law of its development. In the case of racialism, this is thought of as a kind of natural law; the biological superiority of the blood of the chosen race explains the course of history, past, present and future; it is nothing but the struggle of races for mastery. In the case of Marx’s philosophy of history, the law is economic; all history has to be interpreted as a struggle of classes for economic supremacy.” (OSE, I, chapter 1)
Dus, zegt Popper, de oorsprong van de dubbele dreiging ligt bij twee materialistische filosofieën die op hun beurt uit één enkele “spirituele” bron zijn voortgevloeid, namelijk de mythe van het uitverkoren volk (l.c.) en later de mythe van Hegels “ontwikkeling van de geest”. De dreiging voor de “Open Samenleving” ontstaat wanneer die niet langer vrij en rationeel is, maar onderworpen aan (een mythisch geloof in) een historische natuurwet, waarbij (respectievelijk) de “uitverkoren” klasse en het “uitverkoren” ras de macht zal grijpen. En wij individuen kunnen aan het verloop van die natuurwet maar beter meewerken, tot het punt waar enkel concentratie- en heropvoedingskampen nog iets nuttigs kunnen maken van mensen die dat anders zien.
Alleen al om zijn pleidooi voor een samenleving van het vrije, rationele individu, als verzet tegen de rampen die de collectivistische filosofieën en hun politieke uitdrukkingen hebben teweeg gebracht, verdient Poppers boek een daverende vermelding op een blog als dit.
Daarnaast is er de relevantie voor de discussie over “links” en “rechts”, waarvan ik eerder (in de voetnoot (2), de derde post) schreef dat het een zeer moeilijk onderwerp was, maar dat ik hoopte er op terug te komen. In het bijzonder denk ik terug aan hoe we onder die begrippen kunnen proberen bepaalde tegenstellingen te groeperen. Uit mijn lijstje van voorbeelden daarvan denk ik er een paar te kunnen recupereren en onder Poppers terminologie te doen vallen. Als Popper de tegenstelling tussen een “klassegebonden” versus een “raciale” filosofie zo expliciet koppelt aan “links” en “rechts”, dan denk ik dat in mijn lijstje van destijds de volgende termen terecht resp. links en rechts van het streepje staan.
internationalistisch - nationalistisch
globalistisch - parochialistisch
universalistisch - xenofoob
Waarbij ik overigens erken dat het mogelijk lijkt om deze drie begrippenkoppels tot één enkele te reduceren. Maar voorlopig is dat het punt niet. Het punt was wel dat we aanzienlijke commotie zagen rijzen toen ik inging op de pogingen om Hitler als “links” af te schilderen. Ik liet zien dat een bepaalde website die probeerde dat met veel verwijzingen naar Hayek te doen wel heel hard moest hopen dat niemand ooit de moeide deed om Hayek ook werkelijk te lezen. Maar zoals de IRL gesprekspartner die toen ter sprake kwam ook al zei, daarmee was nog niet bewezen dat Hitler niet werkelijk links was, er was alleen bewezen dat je dat niet uit Hayek kon afleiden.
En dus rees de vraag naar definities van de termen “links” en “rechts”. Onder de zeer redelijke aanname dat definities kortere omschrijvingen moeten zijn van vaak zeer complexe realiteiten (OSE II, hoofdstuk 11, ii) lijkt het me niet absurd om rekening te houden met Poppers opinie over die betekenissen. Natuurlijk, daarmee raken mijn omschrijvingen ideologisch gekleurd. Als je je baseert op Popper en Hayek moet je niet proberen te ontkennen dat je eindresultaten beïnvloed zullen zijn door de favoriete filosofen van “Reagan en Thatcher”. Maar ik vind, zolang je dat soort assumpties maar goed expliciet maakt moeten zelfs mensen die dat heel anders zien daar maar niet te zwaar aan tillen.
Zo krijgt mijn eerste poging om aan de begrippen “links” en “rechts” een concrete inhoud te geven een welbepaalde uitdrukking. Iedereen mag het heus wel heel anders zien, maar als je vertrekt met de “liberale” filosofie van Popper, dan speelt de polariteit “internationalistisch/globalistisch/universalistisch <=> nationalistisch/parochialistisch/xenofoob” de hoofdrol.
En op deze redelijk lijkende schaal van deze redelijke filosofie was Hitler (natuurlijk) zo rechts als de pest. Zeker, in zijn economisch optreden, zijn methodologie; zijn “collectivisme”, vertoonde deze rechtse vijand van de open samenleving aanzienlijke overeenkomsten met de linkse vijanden van de open samenleving. Wie is er nog verbaasd op te merken dat je de hedendaagse rechtse vijanden van de open samenleving over dàt deeltje van Poppers filosofie nooit hoort...?
------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/rechts-maar-toch-goed.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/was-hitler-links.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/zin-en-onzin-van-definities.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/nog-over-links-en-rechts.html
De filosofisch geïnteresseerde lezer herkent in de titel van deze post de klassieker van Karl Popper, The Open Society and its Enemies (1,945). Dat boek maakte Popper één van de intellectuele helden van mijn jeugd – meer dan de wetenschapsfilosofie die hem beroemd maakte. Popper beschrijft een samenleving die “vrij en rationalistisch” is, en “democratisch”, kortom, “open”. Maar die “open samenleving” is bedreigd langs twee kanten tegelijk: het boek dateert van een deel van de twintigste eeuw waar “Hitler” en “Stalin” belangrijke namen zijn, niet van de geschiedenis, maar van de politieke actualiteit. Je moet het je maar eens voorstellen...
Dus voel je op je klompen aan dat "de vijanden van de open samenleving” de dictaturen van extreem-links en van extreem-rechts zullen zijn. En de link tussen de termen “links” en “rechts” (die ons op dit blog eerder (2) hebben geïnteresseerd) legt Popper als volgt:
“(...) the historical philosophy of racialism or fascism on the one (the right) hand and the Marxian historical philosophy on the other (the left). (…) Both theories base their historical forecasts on an interpretation of history which leads to the discovery of a law of its development. In the case of racialism, this is thought of as a kind of natural law; the biological superiority of the blood of the chosen race explains the course of history, past, present and future; it is nothing but the struggle of races for mastery. In the case of Marx’s philosophy of history, the law is economic; all history has to be interpreted as a struggle of classes for economic supremacy.” (OSE, I, chapter 1)
Dus, zegt Popper, de oorsprong van de dubbele dreiging ligt bij twee materialistische filosofieën die op hun beurt uit één enkele “spirituele” bron zijn voortgevloeid, namelijk de mythe van het uitverkoren volk (l.c.) en later de mythe van Hegels “ontwikkeling van de geest”. De dreiging voor de “Open Samenleving” ontstaat wanneer die niet langer vrij en rationeel is, maar onderworpen aan (een mythisch geloof in) een historische natuurwet, waarbij (respectievelijk) de “uitverkoren” klasse en het “uitverkoren” ras de macht zal grijpen. En wij individuen kunnen aan het verloop van die natuurwet maar beter meewerken, tot het punt waar enkel concentratie- en heropvoedingskampen nog iets nuttigs kunnen maken van mensen die dat anders zien.
Alleen al om zijn pleidooi voor een samenleving van het vrije, rationele individu, als verzet tegen de rampen die de collectivistische filosofieën en hun politieke uitdrukkingen hebben teweeg gebracht, verdient Poppers boek een daverende vermelding op een blog als dit.
Daarnaast is er de relevantie voor de discussie over “links” en “rechts”, waarvan ik eerder (in de voetnoot (2), de derde post) schreef dat het een zeer moeilijk onderwerp was, maar dat ik hoopte er op terug te komen. In het bijzonder denk ik terug aan hoe we onder die begrippen kunnen proberen bepaalde tegenstellingen te groeperen. Uit mijn lijstje van voorbeelden daarvan denk ik er een paar te kunnen recupereren en onder Poppers terminologie te doen vallen. Als Popper de tegenstelling tussen een “klassegebonden” versus een “raciale” filosofie zo expliciet koppelt aan “links” en “rechts”, dan denk ik dat in mijn lijstje van destijds de volgende termen terecht resp. links en rechts van het streepje staan.
internationalistisch - nationalistisch
globalistisch - parochialistisch
universalistisch - xenofoob
Waarbij ik overigens erken dat het mogelijk lijkt om deze drie begrippenkoppels tot één enkele te reduceren. Maar voorlopig is dat het punt niet. Het punt was wel dat we aanzienlijke commotie zagen rijzen toen ik inging op de pogingen om Hitler als “links” af te schilderen. Ik liet zien dat een bepaalde website die probeerde dat met veel verwijzingen naar Hayek te doen wel heel hard moest hopen dat niemand ooit de moeide deed om Hayek ook werkelijk te lezen. Maar zoals de IRL gesprekspartner die toen ter sprake kwam ook al zei, daarmee was nog niet bewezen dat Hitler niet werkelijk links was, er was alleen bewezen dat je dat niet uit Hayek kon afleiden.
En dus rees de vraag naar definities van de termen “links” en “rechts”. Onder de zeer redelijke aanname dat definities kortere omschrijvingen moeten zijn van vaak zeer complexe realiteiten (OSE II, hoofdstuk 11, ii) lijkt het me niet absurd om rekening te houden met Poppers opinie over die betekenissen. Natuurlijk, daarmee raken mijn omschrijvingen ideologisch gekleurd. Als je je baseert op Popper en Hayek moet je niet proberen te ontkennen dat je eindresultaten beïnvloed zullen zijn door de favoriete filosofen van “Reagan en Thatcher”. Maar ik vind, zolang je dat soort assumpties maar goed expliciet maakt moeten zelfs mensen die dat heel anders zien daar maar niet te zwaar aan tillen.
Zo krijgt mijn eerste poging om aan de begrippen “links” en “rechts” een concrete inhoud te geven een welbepaalde uitdrukking. Iedereen mag het heus wel heel anders zien, maar als je vertrekt met de “liberale” filosofie van Popper, dan speelt de polariteit “internationalistisch/globalistisch/universalistisch <=> nationalistisch/parochialistisch/xenofoob” de hoofdrol.
En op deze redelijk lijkende schaal van deze redelijke filosofie was Hitler (natuurlijk) zo rechts als de pest. Zeker, in zijn economisch optreden, zijn methodologie; zijn “collectivisme”, vertoonde deze rechtse vijand van de open samenleving aanzienlijke overeenkomsten met de linkse vijanden van de open samenleving. Wie is er nog verbaasd op te merken dat je de hedendaagse rechtse vijanden van de open samenleving over dàt deeltje van Poppers filosofie nooit hoort...?
------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/rechts-maar-toch-goed.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/was-hitler-links.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/zin-en-onzin-van-definities.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/nog-over-links-en-rechts.html
dinsdag 26 februari 2008
Green River Rising
In de zomer van 2,007 heb ik geschreven over een historische roman van Tim Willocks, The Religion (1). Aangezien ik het goed vond (let wel, mijn interesse gaat uit naar de vertelkunst, en niet of nauwelijks naar de taalkunst, dus tips voor “grote literatuur” zal je bij mij niet zo vaak aantreffen) heb ik maar een ander boek van hem geprobeerd, Green River Rising uit 1,994.
Het is het verhaal van een opstand in een gevangenis, en critici vinden alweer dat het veel te bloederig, te goor, te gedetailleerd en te wreed is. Nu, ik spreek als iemand die altijd met de grootst mogelijke boog om alles wat op horror lijkt heen loopt (2), maar ik had er geen last van. Zeker, er worden armen en benen afgesneden, de onedele kunst van de sodomie wordt er beoefend alsof ze een hemelse bestraffing willen uitlokken, en je komt daar een hoop dingen over te weten die je niet strikt nodig had om verder te kunnen leven, maar toch. In mijn ogen gebeurt het allemaal op de manier die (naar ik aanneem) “functioneel” heet. Als ik scènes met een gevangenis wil, en alles moet er zacht en lief aan toe gaan, dan zal ik eens bladeren door de Sprookjes van Grimm.
Als ik aanneem dat het tegendeel van “functioneel” misschien “voyeuristisch” is, dan denk ik dat ik Willocks’ verhalen goed vind omdat ze helemaal niet “voyeuristisch” zijn. De harde scènes zijn werkelijk nodig om aspecten van de atmosfeer over te brengen. Er is immers een held en de auteur slaagt er zelfs in om in die onwaarschijnlijke situatie ook een heldin min of meer geloofwaardig op te voeren, en als we niet een beetje het gevoel hebben dat het leven in die gevangenis, en op dat moment, geen wandeling is – wat blijft er dan nog over van heel dat verhaal?
Een deel van het plezier is zeker de stijl waarin de auteur het vertelt. Die past als een handschoen bij het vaak rauwe thema, en ik zat geregeld te blazen van “sterk spul”. Maar ook dat draagt juist bij tot de manier waarop het allemaal heel erg tot leven komt; het verschil tussen een hoop woordenkramerij en een goed verhaal.
Kortom, voor wie er tegen kan – en als ik het kan vraagt dat echt niet zo heel veel aan sterke magen – is het zeer beslist een aanrader, als ontspanningslectuur voor na een zware dagtaak, of in een ligzetel ergens op vakantie. Natuurlijk, als je van je lectuur ook nog verwacht dat je er toch een beetje geschiedenis of filosofie gaat bijleren, dan valt het alsnog wat licht uit.
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/tim-willocks-religion.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/bloederig-of-realistisch.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/van-dromen-en-wanen.html
Het is het verhaal van een opstand in een gevangenis, en critici vinden alweer dat het veel te bloederig, te goor, te gedetailleerd en te wreed is. Nu, ik spreek als iemand die altijd met de grootst mogelijke boog om alles wat op horror lijkt heen loopt (2), maar ik had er geen last van. Zeker, er worden armen en benen afgesneden, de onedele kunst van de sodomie wordt er beoefend alsof ze een hemelse bestraffing willen uitlokken, en je komt daar een hoop dingen over te weten die je niet strikt nodig had om verder te kunnen leven, maar toch. In mijn ogen gebeurt het allemaal op de manier die (naar ik aanneem) “functioneel” heet. Als ik scènes met een gevangenis wil, en alles moet er zacht en lief aan toe gaan, dan zal ik eens bladeren door de Sprookjes van Grimm.
Als ik aanneem dat het tegendeel van “functioneel” misschien “voyeuristisch” is, dan denk ik dat ik Willocks’ verhalen goed vind omdat ze helemaal niet “voyeuristisch” zijn. De harde scènes zijn werkelijk nodig om aspecten van de atmosfeer over te brengen. Er is immers een held en de auteur slaagt er zelfs in om in die onwaarschijnlijke situatie ook een heldin min of meer geloofwaardig op te voeren, en als we niet een beetje het gevoel hebben dat het leven in die gevangenis, en op dat moment, geen wandeling is – wat blijft er dan nog over van heel dat verhaal?
Een deel van het plezier is zeker de stijl waarin de auteur het vertelt. Die past als een handschoen bij het vaak rauwe thema, en ik zat geregeld te blazen van “sterk spul”. Maar ook dat draagt juist bij tot de manier waarop het allemaal heel erg tot leven komt; het verschil tussen een hoop woordenkramerij en een goed verhaal.
Kortom, voor wie er tegen kan – en als ik het kan vraagt dat echt niet zo heel veel aan sterke magen – is het zeer beslist een aanrader, als ontspanningslectuur voor na een zware dagtaak, of in een ligzetel ergens op vakantie. Natuurlijk, als je van je lectuur ook nog verwacht dat je er toch een beetje geschiedenis of filosofie gaat bijleren, dan valt het alsnog wat licht uit.
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/tim-willocks-religion.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/bloederig-of-realistisch.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/van-dromen-en-wanen.html
maandag 25 februari 2008
Ons Bijenproject: Een eerste potje honing!
Het is alweer een hele tijd geleden dat ik nog schreef over ons vriendenclubje dat een VZW (“Apas”, of “Ape Assistance”) heeft opgericht (1), met de bedoeling een heel klein steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van Afrika. Het begon destijds met de Afrikaanse regenwouden, die net zoals de Zuid Amerikaanse bedreigd zijn. Wie me al langer kent bedenkt op dit punt dat die regenwouden ook het habitat van de bonobo’s zijn, en de puzzelstukjes vallen op hun plaats.
Zoals de biologen ons van bij het begin vertelden, je kan geen lokale ecologie beschermen als de mensen er lopen te sterven van de honger. Mensen die leven aan de rand van de hongersnood vallen al snel terug op de oude levenswijze van jager-verzamelaars – wat weer bijdraagt aan de bedreiging van de regenwouden, en de dieren die er leven. En dus, in zekere zin, vertaalt de bescherming van dieren als de bonobo’s zich in het helpen van de ontwikkeling van de landbouw, als alternatief voor de jacht, in de crisisgebieden!
Dat was het begin van “ons” bijenproject. De burgeroorlog in Kongo had de biologen naar Kameroen gejaagd, en daar begonnen ze van voor af aan, aan de rand van een reservaat, en dus in een streek waar de mensen van ellende vaak jagen. In Afrika oogsten de mensen evenwel ook honing en was van wilde bijen (“jager-verzamelaars”), wat in vergelijking met het georganizeerde houden van bijen (“landbouw”) een inefficiënte manier van werken is. Dus verzamelden enkele amateurs als ikzelf, samen met de biologen die er zelf aan het werk gaan (2), de verhoudingswijs bescheiden fondsen van enkele duizenden euro’s... en vanaf vorige lente verschenen er 120 bijenkasten, verdeeld over enkele tientallen imkers, die eerst verschillende cursussen hadden gevolgd over de vele dingen die bij de productie van honing komen kijken.
Het is gemakkelijk om dat allemaal op een blog te schrijven, maar het is veel moeilijker om dat ook werkelijk in de Afrikaanse regenwouden voor elkaar te krijgen. Intussen zijn we zo ver dat er in 15 van de 120 korven ook een bijenzwerm zit en gisteren kregen we op een bijeenkomst van ons clubje een eerste potje honing te zien!
Natuurlijk, het overwinnen van enkele problemen zet alleen maar de problemen van de volgende fase in de verf. Om te beginnen is 15 van de 120 korven nog niet zeer veel – maar dat is in deze fase nog normaal. Daarnaast is er nu wel honing, maar dat is nog lang geen product dat je op de markten van steden in Kameroen (laat staan Europa) verkocht krijgt. Er is nog een hoop behandeling nodig voor het zo ver is – op zichzelf goed nieuws, want het betekent nieuwe werkgelegenheid. En dan begint het pas echt! De mensen hebben nu een hoop tijd en moeite geïnvesteerd, en er is een hoop materiaal ingezet, en dus bekostigd – en nu moeten daar resultaten uit voortvoeien. De honing moet nu verkocht worden, en de opbrengsten daarvan moeten hoger zijn dan het totaal van alle gemaakte kosten. Stukken hoger, zelfs, want hoe zullen de mensen er anders hun levensonderhoud mee voorzien, en onderwijs voor hun kinderen, en de vervanging van versleten materiaal, en al dat soort dingen?
Alleen, zo mogelijk nog veel moeilijker dan de investeringen, de opleidingen, het eigenlijke imkerwerk en het verwerken van het resultaat tot een verkoopbaar product, is het overwinnen van de obstakels die de mensen vervolgens zichzelf opleggen. Jij dacht waarschijnlijk ook dat “bananenlanden” er geen probleem van maken dat je op een ezel naar de stad rijdt en er je honing op de markt verkoopt? Dat is in elke geval wat ik dacht. Verbureaucratizeerde landen als de Europese staten, dacht ik, die maken het leven moeilijk met reglementen en paperassen, maar in Afrika zijn de mensen nog vrij om te ondernemen...
Wel, zet het maar uit je hoofd. Ik bespaar je de obstakels die ze allemaal kunnen verzinnen, maar in vergelijking daarmee zou je soms denken dat onze administraties koorknapen zijn. En dus moeten “we” nu overschakelen van de opleiding en de productie op zich, naar het voorbereiden van een markt waarop “we” “onze” honing zullen kwijtkunnen. Eenmaal alle obstakels overwonnen moeten de markten van de steden wel degelijk lucratieve mogelijkheden bieden – maar wie is dààr verbaasd over, dat is toch precies hoe het in de Europese geschiedenis van de Middeleeuwen en de Renaissance ook is gegaan?
Wel, ik wens ze heel veel geluk, daar in Kameroen. Mensen van jagen doen overschakelen op verhoudingsgewijs gesofisticeerde landbouw is iets dat in heel veel stadia kan misgaan, en op maar één enkele manier kan goed gaan. Alle stadia moeten lukken. En de neo-liberaal in mij zit vol spanning af te wachten, of het vinden en bewerken van markten alsnog het obstakel wordt waarover heel het project struikelt, of dat we het integendeel met een groot succes zien eindigen. Maar zeg nu zelf, een jaar of twee nadat ons zo bescheiden VZW’tje met dit project is gestart een potje honing mee naar huis krijgen – dat doet een mens toch iets?
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/bij-de-barbecue.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-bijen-van-kameroen.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/ons-bijenproject-einde-van-fase-n.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/ontwikkeling-maar-dan-concreet.html
Zoals de biologen ons van bij het begin vertelden, je kan geen lokale ecologie beschermen als de mensen er lopen te sterven van de honger. Mensen die leven aan de rand van de hongersnood vallen al snel terug op de oude levenswijze van jager-verzamelaars – wat weer bijdraagt aan de bedreiging van de regenwouden, en de dieren die er leven. En dus, in zekere zin, vertaalt de bescherming van dieren als de bonobo’s zich in het helpen van de ontwikkeling van de landbouw, als alternatief voor de jacht, in de crisisgebieden!
Dat was het begin van “ons” bijenproject. De burgeroorlog in Kongo had de biologen naar Kameroen gejaagd, en daar begonnen ze van voor af aan, aan de rand van een reservaat, en dus in een streek waar de mensen van ellende vaak jagen. In Afrika oogsten de mensen evenwel ook honing en was van wilde bijen (“jager-verzamelaars”), wat in vergelijking met het georganizeerde houden van bijen (“landbouw”) een inefficiënte manier van werken is. Dus verzamelden enkele amateurs als ikzelf, samen met de biologen die er zelf aan het werk gaan (2), de verhoudingswijs bescheiden fondsen van enkele duizenden euro’s... en vanaf vorige lente verschenen er 120 bijenkasten, verdeeld over enkele tientallen imkers, die eerst verschillende cursussen hadden gevolgd over de vele dingen die bij de productie van honing komen kijken.
Het is gemakkelijk om dat allemaal op een blog te schrijven, maar het is veel moeilijker om dat ook werkelijk in de Afrikaanse regenwouden voor elkaar te krijgen. Intussen zijn we zo ver dat er in 15 van de 120 korven ook een bijenzwerm zit en gisteren kregen we op een bijeenkomst van ons clubje een eerste potje honing te zien!
Natuurlijk, het overwinnen van enkele problemen zet alleen maar de problemen van de volgende fase in de verf. Om te beginnen is 15 van de 120 korven nog niet zeer veel – maar dat is in deze fase nog normaal. Daarnaast is er nu wel honing, maar dat is nog lang geen product dat je op de markten van steden in Kameroen (laat staan Europa) verkocht krijgt. Er is nog een hoop behandeling nodig voor het zo ver is – op zichzelf goed nieuws, want het betekent nieuwe werkgelegenheid. En dan begint het pas echt! De mensen hebben nu een hoop tijd en moeite geïnvesteerd, en er is een hoop materiaal ingezet, en dus bekostigd – en nu moeten daar resultaten uit voortvoeien. De honing moet nu verkocht worden, en de opbrengsten daarvan moeten hoger zijn dan het totaal van alle gemaakte kosten. Stukken hoger, zelfs, want hoe zullen de mensen er anders hun levensonderhoud mee voorzien, en onderwijs voor hun kinderen, en de vervanging van versleten materiaal, en al dat soort dingen?
Alleen, zo mogelijk nog veel moeilijker dan de investeringen, de opleidingen, het eigenlijke imkerwerk en het verwerken van het resultaat tot een verkoopbaar product, is het overwinnen van de obstakels die de mensen vervolgens zichzelf opleggen. Jij dacht waarschijnlijk ook dat “bananenlanden” er geen probleem van maken dat je op een ezel naar de stad rijdt en er je honing op de markt verkoopt? Dat is in elke geval wat ik dacht. Verbureaucratizeerde landen als de Europese staten, dacht ik, die maken het leven moeilijk met reglementen en paperassen, maar in Afrika zijn de mensen nog vrij om te ondernemen...
Wel, zet het maar uit je hoofd. Ik bespaar je de obstakels die ze allemaal kunnen verzinnen, maar in vergelijking daarmee zou je soms denken dat onze administraties koorknapen zijn. En dus moeten “we” nu overschakelen van de opleiding en de productie op zich, naar het voorbereiden van een markt waarop “we” “onze” honing zullen kwijtkunnen. Eenmaal alle obstakels overwonnen moeten de markten van de steden wel degelijk lucratieve mogelijkheden bieden – maar wie is dààr verbaasd over, dat is toch precies hoe het in de Europese geschiedenis van de Middeleeuwen en de Renaissance ook is gegaan?
Wel, ik wens ze heel veel geluk, daar in Kameroen. Mensen van jagen doen overschakelen op verhoudingsgewijs gesofisticeerde landbouw is iets dat in heel veel stadia kan misgaan, en op maar één enkele manier kan goed gaan. Alle stadia moeten lukken. En de neo-liberaal in mij zit vol spanning af te wachten, of het vinden en bewerken van markten alsnog het obstakel wordt waarover heel het project struikelt, of dat we het integendeel met een groot succes zien eindigen. Maar zeg nu zelf, een jaar of twee nadat ons zo bescheiden VZW’tje met dit project is gestart een potje honing mee naar huis krijgen – dat doet een mens toch iets?
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/bij-de-barbecue.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-bijen-van-kameroen.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/ons-bijenproject-einde-van-fase-n.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/ontwikkeling-maar-dan-concreet.html
zaterdag 23 februari 2008
Kom, ik vraag het nog eens ("Het Ontstaan van het Leven")
Geregeld vang ik tekenen op dat het (toegegeven: in aantallen bescheiden) publiek hier wel één en ander meebrengt aan inhoud. Bovendien, zeggen de tekenen, nemen die bescheiden aantallen, hoe bescheiden ook, toch voortdurend toe. Daarom doe ik een stoutmoedige poging om opnieuw te beginnen over mijn “ideeën” over het Ontstaan van het Leven (1). Vroeger verschenen daarover opmerkingen die me zwaar aan het denken zetten, en aangezien dat voor een deel de reden is waarom ik blog...
Mijn ideeën vertrekken van de analogie tussen de vraag naar het ontstaan van het leven, en de vraag naar de geschiedenis van het leven (toen er eenmaal leven was). Het tweede onderwerp is bekend onder de naam “evolutie”, het eerste is minder bekend en heet “abiogenese”. Nu vind ik dat die analogie een overeenkomst en een verschil laten zien, die mij hoogst significant lijken, maar waar ik tegelijk geen stap vooruit mee raak.
Het Groot Verschil is dat een krachtige fysische theorie ons vertelt hoe de geschiedenis van het leven - waaronder (voor mijn onderwerp cruciaal) het feit dat sommige levensvormen erg complex zijn geworden – in zijn werk is gegaan: “natuurlijke selectie” (2). Maar voor het ontstaan van het leven hebben we een dergelijke theorie niet – en dus zijn “we” (de mensheid anno 2,008 AD) naarstig op zoek; het is één van de Onopgeloste Raadsels van de Wetenschap.
De Grote Overeenkomst, in mijn ogen, is dat er parallel met de fysische theorie (die we dus hebben in het ene geval, en zoeken in het andere) een mathematische “beschrijving” van de processen bestaat die, steeds in mijn ogen, wel analoog is. (Ik vind dat die analogie - dus tussen “evolutie” en “het ontstaan van het leven” - zo vanzelfsprekend lijkt dat er zelfs verwarring tussen bestaat, omdat deze mathematische overeenkomst bestaat. Maar soit, dit is puur als beschrijving van die opinie bedoeld.)
De “mathematische beschrijving” van evolutie haal ik uit Stephen Gould, Life’s Grandeur, 1996 - dus dat zal er wel niet te ver naast zitten. De basis van de ontwikkeling van het leven begint wanneer er al leven bestaat op het meest eenvoudige niveau. Laten we dat simpelste niveau de “bacterie” noemen. Uit “natuurlijke selectie” volgt dat die met het verstrijken van de generaties copieën van zichzelf in omloop brengt, die nooit helemaal identiek zijn. Onder andere zullen sommige complexer zijn, en andere zullen minder complex zijn. Maar omdat “minder complexe” copieën van organismen “op het simpelste niveau” niet levensvatbaar zijn, en dus geen nakomelingen krijgen, zijn er maar twee richtingen (en geen drie) waarin organismen zich doorheen de geschiedenis van het leven kunnen bewegen: “even complex” en “complexer” - maar niet “minder complex”.
Daarmee krijgen we een toestand die mathematisch beschreven wordt door de “random walk”, met een “grens”. Die beschrijving zegt dat als gevolg van de “grens” (de minimaal mogelijke complexiteit) de gemiddelde (!) afstand van het beginpunt zal toenemen. Immers, zeg dat we beginnen met organismen van niveau “1”, waarbij niveau “0” automatisch de lijn doet stoppen. Als willekeurige wijzigingen van nul of één eenheden kunnen optreden, maar niet meer, zien de (drie) mogelijke lijnen na één generatie er als volgt uit:
(1): 1 => 2
(2): 1 => 1
(3): 1 => 0
Waarna lijn (3) geëlimineerd wordt. Een generatie later vertrekken we dus met een één en een twee, en met dezelfde variatie zien de (zes) mogelijkheden er als volgt uit (tussen haakjes herneem ik mogelijkheden uit generatie 1):
(1): (1 => 2) => 3
(2): (1 => 2) => 2
(3): (1 => 2) => 1
(4): (1 => 1) => 2
(5): (1 => 1) => 1
(6): (1 => 1) => 0
Waarna lijn (6) geëlimineerd wordt - enzovoort. Met het klimmen van de generaties zullen veel organismen op het laagste, of zeer lage niveau’s blijven, maar er zullen enkele lijnen naar steeds hogere cijfers evolueren – en zelfs als daar eens eentje door een komeetinslag wordt weggeblazen blijft het proces daarna gewoon zijn gang gaan (3): de gemiddelde complexiteit stijgt met de tijd.
En dat geeft een uitstekende beschrijving van de toestand van het leven op de planeet! De overgrote meerderheid van de organismen zitten nog altijd op het niveau 1: dat zijn de bacterieën. Relatief grote delen bevinden zich op alle niveau’s tussenin (ééncelligen, platwormen...), en een verhoudingsgewijs zeer kleine fractie (zeg: de zoogdieren waaronder wijzelf) zit helemaal bovenaan. Dus zelfs als we geen fysische theorie van de evolutie van het leven hadden, hebben we wel een mathematische theorie, die voor zover ik dit allemaal goed begrijp ook zegt dat sommige (verhoudingsgewijs zeer weinig) groepen organismen met de tijd complexer moeten worden.
De analogie waar ik het nu de hele tijd over heb zegt dat dat precies de toestand is in het onderzoek naar het ontstaan van het leven. Let wel, op mijn niveau is dat allemaal science fiction. Ik moet gewoon maar aannemen dat je “complexiteit” kan definiëren, en bovendien dat je het als eigenschap kan toekennen aan materie. Immers, zoals de bouwsteen van evoluerend leven de simpelste levensvorm is, zo is de input voor het ontstaan van leven de simpelste materie. We weten van de chemie dat (en hoe) daaruit complexere moleculen kunnen ontstaan. Indien we konden extrapoleren dat daar geen maximum op staat, dan zouden we per simpele analogie een mathematische beschrijving hebben die zegt dat sommige (“een verhoudingsgewijs heel klein deel van de”) moleculen almaar complexer zal worden; dat de gemiddelde complexiteit van de materie stijgt met de tijd.
In dat geval hebben we voor dit onderwerp inderdaad nog geen beschrijving van het fysisch proces waarbij leven ontstond; als het ware “moest” ontstaan om het proces toe te laten. Maar terwijl we fysisch nog niet weten hoe het gebeurd is, kan een mathematisch inzicht ons al vertellen dat het gebeurd is. En even aannemend dat dat waar is, zou ons dat echt geen stap vooruit helpen?
---------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/het-ontstaan-van-het-leven.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/het-ontstaan-van-het-leven-vervolg.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/nogmaals-natuurlijke-selectie.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/een-concept-dat-zo-sterk-is-dat.html
Mijn ideeën vertrekken van de analogie tussen de vraag naar het ontstaan van het leven, en de vraag naar de geschiedenis van het leven (toen er eenmaal leven was). Het tweede onderwerp is bekend onder de naam “evolutie”, het eerste is minder bekend en heet “abiogenese”. Nu vind ik dat die analogie een overeenkomst en een verschil laten zien, die mij hoogst significant lijken, maar waar ik tegelijk geen stap vooruit mee raak.
Het Groot Verschil is dat een krachtige fysische theorie ons vertelt hoe de geschiedenis van het leven - waaronder (voor mijn onderwerp cruciaal) het feit dat sommige levensvormen erg complex zijn geworden – in zijn werk is gegaan: “natuurlijke selectie” (2). Maar voor het ontstaan van het leven hebben we een dergelijke theorie niet – en dus zijn “we” (de mensheid anno 2,008 AD) naarstig op zoek; het is één van de Onopgeloste Raadsels van de Wetenschap.
De Grote Overeenkomst, in mijn ogen, is dat er parallel met de fysische theorie (die we dus hebben in het ene geval, en zoeken in het andere) een mathematische “beschrijving” van de processen bestaat die, steeds in mijn ogen, wel analoog is. (Ik vind dat die analogie - dus tussen “evolutie” en “het ontstaan van het leven” - zo vanzelfsprekend lijkt dat er zelfs verwarring tussen bestaat, omdat deze mathematische overeenkomst bestaat. Maar soit, dit is puur als beschrijving van die opinie bedoeld.)
De “mathematische beschrijving” van evolutie haal ik uit Stephen Gould, Life’s Grandeur, 1996 - dus dat zal er wel niet te ver naast zitten. De basis van de ontwikkeling van het leven begint wanneer er al leven bestaat op het meest eenvoudige niveau. Laten we dat simpelste niveau de “bacterie” noemen. Uit “natuurlijke selectie” volgt dat die met het verstrijken van de generaties copieën van zichzelf in omloop brengt, die nooit helemaal identiek zijn. Onder andere zullen sommige complexer zijn, en andere zullen minder complex zijn. Maar omdat “minder complexe” copieën van organismen “op het simpelste niveau” niet levensvatbaar zijn, en dus geen nakomelingen krijgen, zijn er maar twee richtingen (en geen drie) waarin organismen zich doorheen de geschiedenis van het leven kunnen bewegen: “even complex” en “complexer” - maar niet “minder complex”.
Daarmee krijgen we een toestand die mathematisch beschreven wordt door de “random walk”, met een “grens”. Die beschrijving zegt dat als gevolg van de “grens” (de minimaal mogelijke complexiteit) de gemiddelde (!) afstand van het beginpunt zal toenemen. Immers, zeg dat we beginnen met organismen van niveau “1”, waarbij niveau “0” automatisch de lijn doet stoppen. Als willekeurige wijzigingen van nul of één eenheden kunnen optreden, maar niet meer, zien de (drie) mogelijke lijnen na één generatie er als volgt uit:
(1): 1 => 2
(2): 1 => 1
(3): 1 => 0
Waarna lijn (3) geëlimineerd wordt. Een generatie later vertrekken we dus met een één en een twee, en met dezelfde variatie zien de (zes) mogelijkheden er als volgt uit (tussen haakjes herneem ik mogelijkheden uit generatie 1):
(1): (1 => 2) => 3
(2): (1 => 2) => 2
(3): (1 => 2) => 1
(4): (1 => 1) => 2
(5): (1 => 1) => 1
(6): (1 => 1) => 0
Waarna lijn (6) geëlimineerd wordt - enzovoort. Met het klimmen van de generaties zullen veel organismen op het laagste, of zeer lage niveau’s blijven, maar er zullen enkele lijnen naar steeds hogere cijfers evolueren – en zelfs als daar eens eentje door een komeetinslag wordt weggeblazen blijft het proces daarna gewoon zijn gang gaan (3): de gemiddelde complexiteit stijgt met de tijd.
En dat geeft een uitstekende beschrijving van de toestand van het leven op de planeet! De overgrote meerderheid van de organismen zitten nog altijd op het niveau 1: dat zijn de bacterieën. Relatief grote delen bevinden zich op alle niveau’s tussenin (ééncelligen, platwormen...), en een verhoudingsgewijs zeer kleine fractie (zeg: de zoogdieren waaronder wijzelf) zit helemaal bovenaan. Dus zelfs als we geen fysische theorie van de evolutie van het leven hadden, hebben we wel een mathematische theorie, die voor zover ik dit allemaal goed begrijp ook zegt dat sommige (verhoudingsgewijs zeer weinig) groepen organismen met de tijd complexer moeten worden.
De analogie waar ik het nu de hele tijd over heb zegt dat dat precies de toestand is in het onderzoek naar het ontstaan van het leven. Let wel, op mijn niveau is dat allemaal science fiction. Ik moet gewoon maar aannemen dat je “complexiteit” kan definiëren, en bovendien dat je het als eigenschap kan toekennen aan materie. Immers, zoals de bouwsteen van evoluerend leven de simpelste levensvorm is, zo is de input voor het ontstaan van leven de simpelste materie. We weten van de chemie dat (en hoe) daaruit complexere moleculen kunnen ontstaan. Indien we konden extrapoleren dat daar geen maximum op staat, dan zouden we per simpele analogie een mathematische beschrijving hebben die zegt dat sommige (“een verhoudingsgewijs heel klein deel van de”) moleculen almaar complexer zal worden; dat de gemiddelde complexiteit van de materie stijgt met de tijd.
In dat geval hebben we voor dit onderwerp inderdaad nog geen beschrijving van het fysisch proces waarbij leven ontstond; als het ware “moest” ontstaan om het proces toe te laten. Maar terwijl we fysisch nog niet weten hoe het gebeurd is, kan een mathematisch inzicht ons al vertellen dat het gebeurd is. En even aannemend dat dat waar is, zou ons dat echt geen stap vooruit helpen?
---------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/het-ontstaan-van-het-leven.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/het-ontstaan-van-het-leven-vervolg.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/nogmaals-natuurlijke-selectie.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/een-concept-dat-zo-sterk-is-dat.html
vrijdag 22 februari 2008
De Wet van Parkinson, Hoofdstuk 7 (Hoe word ik rijk?)
Hoofdstuk 7 van De Wet van Parkinson (1) behandelt nogal verschillende onderwerpen door elkaar, maar omdat het langste deel mij ook het belangrijkste lijkt haal ik dat er hier maar uit.
Parkinson herinnert ons aan de hand van een Chinese koelie aan een belangrijke economische wijsheid. De koelie leidt met zijn dagtaak als koelie een bijzonder armoedig leventje. Zijn geheim is nu dat leventje nog armoediger te maken dan strikt genomen moet. Nog harder werken en nog minder uitgeven dan hij zou kunnen: zijn dak bestaat uit bladeren en zijn eten is een kom rijst per dag. Zo kan hij zichzelf opwerken en Parkinson laat hem achtereenvolgens venter van apennoten en van dubieuze onderdelen worden. Maar in elk van die stadia bestaat zijn dak uit palmbladeren en zijn eten is een kom rijst per dag.
“Het gevolg is dat hij geld te beleggen heeft” luidt het absoluut cruciale zinnetje dat wij allemaal, bij wijze van spreken, boven ons bed zouden moeten hangen. Ook de volgende zin “negen van de tien koelies in deze situatie verliezen hun geld door onverstandig speculeren” zouden we moeten van buiten leren in alle talen die we machtig zijn, plus het Grieks, het Latijn en het Sanskriet. Want Parkinson schrijft in 1,950 en praat over een koelie, maar hij heeft het heus ook over LHSP! Maar de tiende is slimmer of “heeft geluk”: nog meer wijze woorden.
Maar hoe het ook zit, wie begint met zijn geld weg te geven aan allerlei illusies zal ook nooit geluk hebben. Onze koelie die geld te beleggen had heeft evenwel nog altijd een dak van bladeren en een kom rijst per dag. In feite herinnert Parkinsons verhaal niet alleen aan een oude wijsheid, maar ook een ander bekende thema. De oude wijdheis is het recept van grootmoeders tijd: spaarzaamheid. Maar er is ook het verschijnsel van “samengestelde interest” (2). De combinatie doet me denken aan die verbaasde kennis van me, die tien of twintig jaar geleden aandelen had gekocht en die enkele crisissen lang vergeten was, en vandaag fronsend ontdekt dat ze hem een jaarlijks dividend van 10% betalen (3). Niks rijden met een dikke auto (die krijgt de koelie van het verhaal pas wanneer hij buiten het bereik van de mafia en de belasting, niet noodzakelijk in die volgorde, is) en niks kopen en verkopen wanneer je enkele percenten winst hebt, maar gewoon: wachten. Heel, heel veel wachten. Geduld. En op één of andere manier weerstaan aan alle verleidingen zoals toch maar met een dikke auto gaan rijden, bijvoorbeeld, door zo hard te werken dat je voor die verleidingen toch geen tijd hebt.
Op het einde van het verhaal is de koelie een miljonair geworden waarvan de buren verwonderd zeggen: en te denken dat die begonnen is als koelie. En wij, die de voorbeelden van dezelfde mirakels maar uit de tabellen af te lezen hebben (vanaf het begin van je professioneel leven zoveel sparen per maand en de interesten kapitalizeren aan een bescheiden percentage en enkele decennia volhouden, en je gelooft je ogen niet), staan er even verbaasd op te kijken..
Maar omdat we nu eenmaal het geduld niet hebben om te wachten, zelfs al staan de cijfers voor onze neus op het internet, doen we het niet, en blijven we heel ons leven dromen van het wonderlijk verhaal van de koelie. En het staat nochtans al een halve eeuw gewoon uitgelegd in De Wet van Parkinson.
---------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/12/de-wet-van-parkinson-hoofdstuk-6.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/dividend.html
Parkinson herinnert ons aan de hand van een Chinese koelie aan een belangrijke economische wijsheid. De koelie leidt met zijn dagtaak als koelie een bijzonder armoedig leventje. Zijn geheim is nu dat leventje nog armoediger te maken dan strikt genomen moet. Nog harder werken en nog minder uitgeven dan hij zou kunnen: zijn dak bestaat uit bladeren en zijn eten is een kom rijst per dag. Zo kan hij zichzelf opwerken en Parkinson laat hem achtereenvolgens venter van apennoten en van dubieuze onderdelen worden. Maar in elk van die stadia bestaat zijn dak uit palmbladeren en zijn eten is een kom rijst per dag.
“Het gevolg is dat hij geld te beleggen heeft” luidt het absoluut cruciale zinnetje dat wij allemaal, bij wijze van spreken, boven ons bed zouden moeten hangen. Ook de volgende zin “negen van de tien koelies in deze situatie verliezen hun geld door onverstandig speculeren” zouden we moeten van buiten leren in alle talen die we machtig zijn, plus het Grieks, het Latijn en het Sanskriet. Want Parkinson schrijft in 1,950 en praat over een koelie, maar hij heeft het heus ook over LHSP! Maar de tiende is slimmer of “heeft geluk”: nog meer wijze woorden.
Maar hoe het ook zit, wie begint met zijn geld weg te geven aan allerlei illusies zal ook nooit geluk hebben. Onze koelie die geld te beleggen had heeft evenwel nog altijd een dak van bladeren en een kom rijst per dag. In feite herinnert Parkinsons verhaal niet alleen aan een oude wijsheid, maar ook een ander bekende thema. De oude wijdheis is het recept van grootmoeders tijd: spaarzaamheid. Maar er is ook het verschijnsel van “samengestelde interest” (2). De combinatie doet me denken aan die verbaasde kennis van me, die tien of twintig jaar geleden aandelen had gekocht en die enkele crisissen lang vergeten was, en vandaag fronsend ontdekt dat ze hem een jaarlijks dividend van 10% betalen (3). Niks rijden met een dikke auto (die krijgt de koelie van het verhaal pas wanneer hij buiten het bereik van de mafia en de belasting, niet noodzakelijk in die volgorde, is) en niks kopen en verkopen wanneer je enkele percenten winst hebt, maar gewoon: wachten. Heel, heel veel wachten. Geduld. En op één of andere manier weerstaan aan alle verleidingen zoals toch maar met een dikke auto gaan rijden, bijvoorbeeld, door zo hard te werken dat je voor die verleidingen toch geen tijd hebt.
Op het einde van het verhaal is de koelie een miljonair geworden waarvan de buren verwonderd zeggen: en te denken dat die begonnen is als koelie. En wij, die de voorbeelden van dezelfde mirakels maar uit de tabellen af te lezen hebben (vanaf het begin van je professioneel leven zoveel sparen per maand en de interesten kapitalizeren aan een bescheiden percentage en enkele decennia volhouden, en je gelooft je ogen niet), staan er even verbaasd op te kijken..
Maar omdat we nu eenmaal het geduld niet hebben om te wachten, zelfs al staan de cijfers voor onze neus op het internet, doen we het niet, en blijven we heel ons leven dromen van het wonderlijk verhaal van de koelie. En het staat nochtans al een halve eeuw gewoon uitgelegd in De Wet van Parkinson.
---------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/12/de-wet-van-parkinson-hoofdstuk-6.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/dividend.html
donderdag 21 februari 2008
Mama, kijk!
Heb je ooit ook al verwonderd zitten kijken naar mensen die proberen zich te laten filmen door tv camera's, als die op een drukke plaats staan te filmen? Ze staan te drummen en te duwen om vol enthousiasme ook een secondje naar de lens te zwaaien, meteen afgelost door de volgende. En wat ik me afvraag, als ik zoveel energie zie besteed worden aan zo weinig resultaat: wat bezielt ze?
De eerste keer dat ik over het verschijnsel nadacht was toen ik 18 jaar was. Eerstejaars student rechten, en ik bracht bijna dagelijks tijd in de bibliotheek door. Niet omdat ik zo'n studax was. Ik had gewoon vriendschap gesloten met de bibliothecaris, een minzame dertiger, een vriendelijke anarchist met een oog voor menselijk gedrag en interesse voor boeken - en na zijn uren schuimden wij wel eens verschillende Antwerpse café's af.
Zoals dat gaat met universiteiten organizeerde de faculteit elk jaar een opendeurdag voor laatstejaars scholieren. Die bezochten als onderdeel van het programma ook de bibliotheek. Dus schoven daar voortdurend lange rijen zeer jonge maar geslachtsrijpe exemplaren van de soort Homo sapiens voorbij, waarvan gemakkelijk de helft vrouwtjes.
En uitgerekend die dag zat de bibliotheek ook vol, veel voller dan anders, met eerstejaarsstudenten die met serieuze gezichten over boeken gebogen zaten, en af en toe achteloos op en rond keken, om zich al snel weer aan hun zware werkzaamheden te wijden!
Al die energie - voor zeer weinig resultaat. Wat ze willen, natuurlijk, is gezien worden. Maar door wie? Door een lange rij pubermeisjes die elk apart ook niet meer dan een blik langs het mannetje achter zijn tafel laat glijden, afgelost door de volgende met even weinig belangstelling.
Maar toch vonden ze het belangrijk genoeg om er voor naar de bibliotheek te gaan, te doen alsof ze veel werk hadden en een hele comedie met serieuze gezichten op te voeren. En wie zou durven beweren dat hij zelf nooit varianten op dit thema heeft uitgevoerd?
Net zoals de mensen die naar de camera's staan te wuiven willen ze gezien worden. Maar het probleem een naam geven ("willen gezien worden") is niet er een verklaring aan geven. Waarom willen ze gezien worden?
Op dat punt denk ik terug aan een opmerking van amateur (maar vaak heel aardig) anthropoloog Elaine Morgan. De meest gehoorde kreet op een speelplein van heel kleine kinderen is niet "ik heb honger" of "wanneer gaan we weg?" of wat dan ook, maar wel "mama, kijk!". In het centrum van de aandacht willen staan is duidelijk een zeer diep ingebakken soort gedrag. De volgende stap is dat we terugdenken aan het boek Chimpanzee Politics van Frans De Waal (1). Bij onze naaste neven de chimpansees is "in de aandacht willen staan", via de omweg "hoog in de hiërarchie staan" een duidelijk Darwinistische strategie.
Het lijkt er op dat wij, in het bijzonder de mannetjes van de soort, de nakomelingen zijn van individuen die in hun genen de instructie hadden "probeer op elk moment zoveel mogelijk gezien te worden". Individuen die deze instructie meer opvolgden hadden in het soort sociale organizatie dat we nu nog bij verwante apen waarnemen meer nakomelingen dan de anderen. En aangezien het (blijkbaar) ook erfelijk gedrag was, hebben na voldoende generaties heel veel mannetjes die instructie ook in hun genen (2).
En dus zitten de universiteitsbibliotheken op opendeurdagen vol met mannetjes die je er anders nooit te zien krijgt, en staan mensen te duwen om een seconde op tv te komen. Bovendien krijgt dit amusante verhaal nog een maatschappelijk relevant slot. Als we het gedrag niet waarnemen bij peuters, en ook niet bij pubers, maar wel bij volwassen mensen, dan legt het boek van Frans De Waal meteen weer de link. Ook volwassen mannetjes hebben vaak de genetische instructies om in het centrum van de aandacht te willen staan, en ook zij hebben de neiging om enorm veel energie in dat doel te investeren, vaak zonder veel noemenswaardig resultaat - op het gezien worden na, natuurlijk. En dus...
Chimpansee politics! Volwassen mannetjes die aan dat gedrag toegeven zijn typisch de politiekers! Enorm veel geblaat, zo mogelijk nog minder wol dan het spreekwoord al suggereert - maar intussen laten wij er ons wel door de wet voorschrijven. Maar ach, dat is alweer een ander verhaal. Een andere tragedie, om precies te zijn.
------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/chimpanzee-politics-en-evolutietheorie.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/de-evolutionaire-calculus.html
De eerste keer dat ik over het verschijnsel nadacht was toen ik 18 jaar was. Eerstejaars student rechten, en ik bracht bijna dagelijks tijd in de bibliotheek door. Niet omdat ik zo'n studax was. Ik had gewoon vriendschap gesloten met de bibliothecaris, een minzame dertiger, een vriendelijke anarchist met een oog voor menselijk gedrag en interesse voor boeken - en na zijn uren schuimden wij wel eens verschillende Antwerpse café's af.
Zoals dat gaat met universiteiten organizeerde de faculteit elk jaar een opendeurdag voor laatstejaars scholieren. Die bezochten als onderdeel van het programma ook de bibliotheek. Dus schoven daar voortdurend lange rijen zeer jonge maar geslachtsrijpe exemplaren van de soort Homo sapiens voorbij, waarvan gemakkelijk de helft vrouwtjes.
En uitgerekend die dag zat de bibliotheek ook vol, veel voller dan anders, met eerstejaarsstudenten die met serieuze gezichten over boeken gebogen zaten, en af en toe achteloos op en rond keken, om zich al snel weer aan hun zware werkzaamheden te wijden!
Al die energie - voor zeer weinig resultaat. Wat ze willen, natuurlijk, is gezien worden. Maar door wie? Door een lange rij pubermeisjes die elk apart ook niet meer dan een blik langs het mannetje achter zijn tafel laat glijden, afgelost door de volgende met even weinig belangstelling.
Maar toch vonden ze het belangrijk genoeg om er voor naar de bibliotheek te gaan, te doen alsof ze veel werk hadden en een hele comedie met serieuze gezichten op te voeren. En wie zou durven beweren dat hij zelf nooit varianten op dit thema heeft uitgevoerd?
Net zoals de mensen die naar de camera's staan te wuiven willen ze gezien worden. Maar het probleem een naam geven ("willen gezien worden") is niet er een verklaring aan geven. Waarom willen ze gezien worden?
Op dat punt denk ik terug aan een opmerking van amateur (maar vaak heel aardig) anthropoloog Elaine Morgan. De meest gehoorde kreet op een speelplein van heel kleine kinderen is niet "ik heb honger" of "wanneer gaan we weg?" of wat dan ook, maar wel "mama, kijk!". In het centrum van de aandacht willen staan is duidelijk een zeer diep ingebakken soort gedrag. De volgende stap is dat we terugdenken aan het boek Chimpanzee Politics van Frans De Waal (1). Bij onze naaste neven de chimpansees is "in de aandacht willen staan", via de omweg "hoog in de hiërarchie staan" een duidelijk Darwinistische strategie.
Het lijkt er op dat wij, in het bijzonder de mannetjes van de soort, de nakomelingen zijn van individuen die in hun genen de instructie hadden "probeer op elk moment zoveel mogelijk gezien te worden". Individuen die deze instructie meer opvolgden hadden in het soort sociale organizatie dat we nu nog bij verwante apen waarnemen meer nakomelingen dan de anderen. En aangezien het (blijkbaar) ook erfelijk gedrag was, hebben na voldoende generaties heel veel mannetjes die instructie ook in hun genen (2).
En dus zitten de universiteitsbibliotheken op opendeurdagen vol met mannetjes die je er anders nooit te zien krijgt, en staan mensen te duwen om een seconde op tv te komen. Bovendien krijgt dit amusante verhaal nog een maatschappelijk relevant slot. Als we het gedrag niet waarnemen bij peuters, en ook niet bij pubers, maar wel bij volwassen mensen, dan legt het boek van Frans De Waal meteen weer de link. Ook volwassen mannetjes hebben vaak de genetische instructies om in het centrum van de aandacht te willen staan, en ook zij hebben de neiging om enorm veel energie in dat doel te investeren, vaak zonder veel noemenswaardig resultaat - op het gezien worden na, natuurlijk. En dus...
Chimpansee politics! Volwassen mannetjes die aan dat gedrag toegeven zijn typisch de politiekers! Enorm veel geblaat, zo mogelijk nog minder wol dan het spreekwoord al suggereert - maar intussen laten wij er ons wel door de wet voorschrijven. Maar ach, dat is alweer een ander verhaal. Een andere tragedie, om precies te zijn.
------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/chimpanzee-politics-en-evolutietheorie.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/de-evolutionaire-calculus.html
woensdag 20 februari 2008
De "Subprime Crisis" en het Monster van Frankenstein
Na de post over hoe de boekhouding van elke onderneming zegt waar het geld vandaan komt, èn wat er mee gebeurt (1), zijn we in een positie om opnieuw naar de huidige financiële crisis te kijken. Beeld je in, je bent een bank. Je krijgt geld binnen via spaarboekjes. Je schrijft dus aan de rechterkant ("waar komt het geld vandaan?") op je blad uit die post: "spaarboekjes: 100". Met dat geld geef je mensen leningen om een huis te kopen (of hoe dacht je dat de bank interest kan betalen op je spaarboekje?). Je schrijft aan de linkerkant: "hypothecaire leningen: 100". En de twee kolommen zijn in evenwicht! Als je een spaarbank bent is dat niet eens een compleet idiote voorstelling van hoe de balans er zeer ruw uitziet.
Nu doen we aan financiële innovatie van de jaren 80. Je geeft een obligatie uit. Dat wil zeggen: je vindt nieuwe spaarders die intekenen op een stuk papier met een hogere rente dan het spaarboekje. Dus in eerste instantie schrijf je op je balans aan de rechterkant "obligatie: 100" en aan de linkerkant: "cash: 100". Om die dure obligatierente te betalen gebruik je het inkomen dat je ontvangt uit al die hypothecaire leningen. Dat kan als de rente die je op de hypotheekleningen ontvangt voeldoende hoger is dan de rente die je op de spaarboekjes moet betalen. Je kan dan best wat meer betalen, en dat is dan ook precies wat je doet met die obligatie.
Het gevolg is dat je tegenover al die spaarboekjes opnieuw een hoop cash op je balans hebt! Om op die spaarboekjes rente te betalen moet je wel opnieuw met dat geld iets doen. Bijvoorbeeld: je geeft mensen hypothecaire leningen om een huis te kopen! Nu verdien je geld op de hypotheken die je met de obligatie gefinancierd hebt, èn je verdient geld op de hypotheken die je met de spaarboekjes financiert.
En dus doen we opnieuw aan financiële innovatie van de jaren 80. We geven wéér een obligatie uit, en die gaan we wéér vergoeden met de rente op de nieuwe reeks hypothecaire leningen, zodat we wéér een hoop cash op onze rekening hebben, waarmee we wéér hypothecaire leningen financieren...
En in de wereld zonder "eigen vermogen" die ik hierboven heb geschetst (je leningen worden voor 100% gefefinancierd door je spaarboekjes, wat in werkelijkheid niet kan) is er niets dat je tegenhoudt om dat tot in het oneindige vol te houden. En zelfs in een wereld waar er wel "eigen vermogen" nodig is kan je dit een hele tijd volhouden. En dus heb je dankzij de financiële innovatie van de jaren 80 heel veel meer geld "gecreëerd" dan je zonder die innovatie zou gehad hebben. In plaats van "spaarboekjes 100" om te zetten in "leningen 100" heb je ze omgezet in, bijvoorbeeld, "leningen 1,000".
Op dit punt moet je, om met je posts een beetje succes te hebben, op gemelijke toon beginnen jammeren over bankiers die met hun cowboypraktijken de markten verzieken, en de hebzucht van hier en de roekeloosheid van daar, en de overheid zou moeten optreden... Want zolang het allemaal de schuld van de laatste variant van het Monster van Frankenstein is, heb je gegarandeerd succes. Het is de schuld van de financiële derivaten! En dus van het kapitalisme! Wat wil een mens nog meer!
Welnu, in de mate dat er ook financiële innovatie van de jaren 2,000 in het spel is, is daar zelfs heel wat van waar. Maar sta me toe eraan te herinneren dat er ook iets heel erg fout is gegaan op het niveau van wat iedereen sinds decennia (als het niet meer is) als heel gewoon, braaf, klassiek bankieren beschouwt.
Namelijk, als de financiële innovatie van de jaren 80 veel meer geld ter beschikking stelt dan je had verwacht, en jij voelt je verplicht om dat maar te blijven beleggen in hypothecaire leningen, dan komt het moment dat alle potentiële ontleners die ook nog kredietwaardig zijn een lening hebben. De enige manier om dan geld te blijven pompen in de hypotheekmarkt is ofwel mensen die al geleend hebben teveel te doen lenen, en/of mensen die de afbetalingen vermoedelijk niet aankunnen toch leningen verstrekken.
En dat is precies wat er de laatste jaren gebeurd is.
Met andere woorden, als alle financiële instellingen die hypothecaire leningen verstrekten - en wat is er nu braver, conservatiever en klassieker dan hypothecaire leningen? - dat waren blijven doen met de criteria die ze de eeuw daarvoor hebben toegepast, dan was er tot vandaag niets aan de hand geweest. Terwijl ze nu ineens met een hoop onbetaalde rekeningen geconfronteerd raakten, en dus werden huizen verplicht verkocht, waardoor de waarde van huizen begon te dalen, wat tot nieuwe onbetaalde rekeningen leidde...
Enzovoort.
150 miljard dollar afschrijvingen, en nog steeds lopend.
Natuurlijk hadden ze dan voor een wijd openstaande geldkraan gestaan en moeten zeggen "nu is het genoeg geweest". En dat is zeer moeilijk wanneer doorgaan er zo lucratief uitziet. Maar desondanks is dat wat ze volgens hun eigen klassieke modellen altijd hebben gedaan. Wat ik wil zeggen is: het is heus niet alleen bij de onbekende, onbeminde, onbegrepen (want "niet transparante") derivaten misgegaan. Wie dat gelooft zit in een zuiver "Monster van Frankenstein" denken: "als ik het niet nog ken van uit mijn jeugd, dan is het slecht en gevaarlijk".
Al die dingen zijn sterk versimpeld. Maar ik denk wel dat ze een kern van wat er gebeurd is raken. En uit die kern blijkt dat je heus geen derivaten nodig hebt om de boel in de soep te draaien.
Als ik binnen enkele dagen nog altijd het gevoel heb dat deze post iets verduidelijkt heeft over de "crisis van de CDO markten" en de "subprime crisis" (en meer van die dure woorden), dan waag ik me wel eens aan een post over hoe de financiële innovatie van de jaren 2,000 de ellende wel degelijk ook sterk in de kaart heeft gespeeld. Maar laat je vooral niet wijsmaken dat het met het bankieren "zoals we dat altijd hebben gekend" niet kon gebeuren. Integendeel, de geschiedenis zit vol met dat soort crisissen. Allemaal met het bankieren uit grootmoeders tijd.
------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/goed-nieuws-voor-de-linkse-critici.html
Nu doen we aan financiële innovatie van de jaren 80. Je geeft een obligatie uit. Dat wil zeggen: je vindt nieuwe spaarders die intekenen op een stuk papier met een hogere rente dan het spaarboekje. Dus in eerste instantie schrijf je op je balans aan de rechterkant "obligatie: 100" en aan de linkerkant: "cash: 100". Om die dure obligatierente te betalen gebruik je het inkomen dat je ontvangt uit al die hypothecaire leningen. Dat kan als de rente die je op de hypotheekleningen ontvangt voeldoende hoger is dan de rente die je op de spaarboekjes moet betalen. Je kan dan best wat meer betalen, en dat is dan ook precies wat je doet met die obligatie.
Het gevolg is dat je tegenover al die spaarboekjes opnieuw een hoop cash op je balans hebt! Om op die spaarboekjes rente te betalen moet je wel opnieuw met dat geld iets doen. Bijvoorbeeld: je geeft mensen hypothecaire leningen om een huis te kopen! Nu verdien je geld op de hypotheken die je met de obligatie gefinancierd hebt, èn je verdient geld op de hypotheken die je met de spaarboekjes financiert.
En dus doen we opnieuw aan financiële innovatie van de jaren 80. We geven wéér een obligatie uit, en die gaan we wéér vergoeden met de rente op de nieuwe reeks hypothecaire leningen, zodat we wéér een hoop cash op onze rekening hebben, waarmee we wéér hypothecaire leningen financieren...
En in de wereld zonder "eigen vermogen" die ik hierboven heb geschetst (je leningen worden voor 100% gefefinancierd door je spaarboekjes, wat in werkelijkheid niet kan) is er niets dat je tegenhoudt om dat tot in het oneindige vol te houden. En zelfs in een wereld waar er wel "eigen vermogen" nodig is kan je dit een hele tijd volhouden. En dus heb je dankzij de financiële innovatie van de jaren 80 heel veel meer geld "gecreëerd" dan je zonder die innovatie zou gehad hebben. In plaats van "spaarboekjes 100" om te zetten in "leningen 100" heb je ze omgezet in, bijvoorbeeld, "leningen 1,000".
Op dit punt moet je, om met je posts een beetje succes te hebben, op gemelijke toon beginnen jammeren over bankiers die met hun cowboypraktijken de markten verzieken, en de hebzucht van hier en de roekeloosheid van daar, en de overheid zou moeten optreden... Want zolang het allemaal de schuld van de laatste variant van het Monster van Frankenstein is, heb je gegarandeerd succes. Het is de schuld van de financiële derivaten! En dus van het kapitalisme! Wat wil een mens nog meer!
Welnu, in de mate dat er ook financiële innovatie van de jaren 2,000 in het spel is, is daar zelfs heel wat van waar. Maar sta me toe eraan te herinneren dat er ook iets heel erg fout is gegaan op het niveau van wat iedereen sinds decennia (als het niet meer is) als heel gewoon, braaf, klassiek bankieren beschouwt.
Namelijk, als de financiële innovatie van de jaren 80 veel meer geld ter beschikking stelt dan je had verwacht, en jij voelt je verplicht om dat maar te blijven beleggen in hypothecaire leningen, dan komt het moment dat alle potentiële ontleners die ook nog kredietwaardig zijn een lening hebben. De enige manier om dan geld te blijven pompen in de hypotheekmarkt is ofwel mensen die al geleend hebben teveel te doen lenen, en/of mensen die de afbetalingen vermoedelijk niet aankunnen toch leningen verstrekken.
En dat is precies wat er de laatste jaren gebeurd is.
Met andere woorden, als alle financiële instellingen die hypothecaire leningen verstrekten - en wat is er nu braver, conservatiever en klassieker dan hypothecaire leningen? - dat waren blijven doen met de criteria die ze de eeuw daarvoor hebben toegepast, dan was er tot vandaag niets aan de hand geweest. Terwijl ze nu ineens met een hoop onbetaalde rekeningen geconfronteerd raakten, en dus werden huizen verplicht verkocht, waardoor de waarde van huizen begon te dalen, wat tot nieuwe onbetaalde rekeningen leidde...
Enzovoort.
150 miljard dollar afschrijvingen, en nog steeds lopend.
Natuurlijk hadden ze dan voor een wijd openstaande geldkraan gestaan en moeten zeggen "nu is het genoeg geweest". En dat is zeer moeilijk wanneer doorgaan er zo lucratief uitziet. Maar desondanks is dat wat ze volgens hun eigen klassieke modellen altijd hebben gedaan. Wat ik wil zeggen is: het is heus niet alleen bij de onbekende, onbeminde, onbegrepen (want "niet transparante") derivaten misgegaan. Wie dat gelooft zit in een zuiver "Monster van Frankenstein" denken: "als ik het niet nog ken van uit mijn jeugd, dan is het slecht en gevaarlijk".
Al die dingen zijn sterk versimpeld. Maar ik denk wel dat ze een kern van wat er gebeurd is raken. En uit die kern blijkt dat je heus geen derivaten nodig hebt om de boel in de soep te draaien.
Als ik binnen enkele dagen nog altijd het gevoel heb dat deze post iets verduidelijkt heeft over de "crisis van de CDO markten" en de "subprime crisis" (en meer van die dure woorden), dan waag ik me wel eens aan een post over hoe de financiële innovatie van de jaren 2,000 de ellende wel degelijk ook sterk in de kaart heeft gespeeld. Maar laat je vooral niet wijsmaken dat het met het bankieren "zoals we dat altijd hebben gekend" niet kon gebeuren. Integendeel, de geschiedenis zit vol met dat soort crisissen. Allemaal met het bankieren uit grootmoeders tijd.
------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/goed-nieuws-voor-de-linkse-critici.html
dinsdag 19 februari 2008
Meer vragen bij "eerlijke handel"
De post over "eerlijke handel" (1) lokte commentaren uit van lezers Axxyanus en Tonny. Er zit een belangrijke gemeenschappelijke factor in. Misschien gaat het niet zozeer over de prijs die wij consumenten betalen, maar wel over bepaalde praktijken waardoor bepaalde producenten extra winstmarges opstrijken.
En dat zou best kunnen: het is een klacht die Oxfam inderdaad min of meer in zoveel woorden formuleerde in een rapport over de wereldhandel, dat ik uit het blote hoofd in 2,001 zou situeren.
Axxyanus ziet in bepaalde vormen van Westers protectionisme een belangrijke oorzaak van het probleem, en daar heb ik gewoon niets aan toe te voegen. Tonny vraagt zich eerder af in welke mate monopolievorming in het spel is. Als er maar één opkoper van de producten is, dan kan die de prijzen bepalen, en zo de marges hoog houden.
Dat is natuurlijk ook waar, maar laten we Tonny's eigen kanttekening van nabij bekijken. Als de oorzaak daarvan één of andere vorm van onderdrukking is, dan is zowat de hele wereld het eens dat we met criminele praktijken te maken hebben. Maar dat is dan ook precies waarom "liberalen" de markten willen "liberalizeren". Als de problemen tot stand komen door "onderdrukking", dan kunnen we niet langer zeggen dat het komt omdat de markten "vrij" zijn, nietwaar?
Terwijl omgekeerd, wat zal er gebeuren als de markten wel vrij zijn, en er toch maar één vrager is? Nu zijn er twee mogelijkheden. Het simpele feit dat er maar één vrager is suggereert dat er niet veel aan te verdienen valt. Immers - de andere mogelijkheid - als er wel veel aan te verdienen viel, dan zouden alle andere kapitalisten van de wereld zich toch haasten om ook aan die grote marges grondstoffen te kopen? Tenminste, als de markt ook werkelijk vrij was? Of sturen al die kapitalisten ineens niet langer de kapitalen naar de plaats waar ze het meeste opbrengsten halen?
Dat zijn dus allemaal uitstekende kwesties. Maar ik blijf toch ook een beetje op mijn honger zitten over mijn eigen vraag. Hoe vermijden we het probleem dat producenten in een "eerlijke handel" programma terecht komen, zonder dat dat ipso facto andere producenten uit de boot doet vallen?
-------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/mijn-vragen-bij-eerlijke-handel.html
En dat zou best kunnen: het is een klacht die Oxfam inderdaad min of meer in zoveel woorden formuleerde in een rapport over de wereldhandel, dat ik uit het blote hoofd in 2,001 zou situeren.
Axxyanus ziet in bepaalde vormen van Westers protectionisme een belangrijke oorzaak van het probleem, en daar heb ik gewoon niets aan toe te voegen. Tonny vraagt zich eerder af in welke mate monopolievorming in het spel is. Als er maar één opkoper van de producten is, dan kan die de prijzen bepalen, en zo de marges hoog houden.
Dat is natuurlijk ook waar, maar laten we Tonny's eigen kanttekening van nabij bekijken. Als de oorzaak daarvan één of andere vorm van onderdrukking is, dan is zowat de hele wereld het eens dat we met criminele praktijken te maken hebben. Maar dat is dan ook precies waarom "liberalen" de markten willen "liberalizeren". Als de problemen tot stand komen door "onderdrukking", dan kunnen we niet langer zeggen dat het komt omdat de markten "vrij" zijn, nietwaar?
Terwijl omgekeerd, wat zal er gebeuren als de markten wel vrij zijn, en er toch maar één vrager is? Nu zijn er twee mogelijkheden. Het simpele feit dat er maar één vrager is suggereert dat er niet veel aan te verdienen valt. Immers - de andere mogelijkheid - als er wel veel aan te verdienen viel, dan zouden alle andere kapitalisten van de wereld zich toch haasten om ook aan die grote marges grondstoffen te kopen? Tenminste, als de markt ook werkelijk vrij was? Of sturen al die kapitalisten ineens niet langer de kapitalen naar de plaats waar ze het meeste opbrengsten halen?
Dat zijn dus allemaal uitstekende kwesties. Maar ik blijf toch ook een beetje op mijn honger zitten over mijn eigen vraag. Hoe vermijden we het probleem dat producenten in een "eerlijke handel" programma terecht komen, zonder dat dat ipso facto andere producenten uit de boot doet vallen?
-------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/mijn-vragen-bij-eerlijke-handel.html
zondag 17 februari 2008
Mijn vragen bij "Eerlijke Handel"
Surfend op de website van Oxfam stoot ik op de definite van "Eerlijke Handel" (1). Het idee is dat de producent een prijs ontvangt die een "menswaardig inkomen" genereert, "rekening houdt met het geleverde werk", en bovenop productiekosten ook "voedsel, kleding, onderdak, onderwijs en medische zorgen kan bekostigen".
Ik geef even mee dat een ander woord voor wat van de verkoopprijs overblijft nadat de "productiekosten" gedekt zijn, "winst" is. De voorstanders van "Eerlijke Handel" streven dus na dat de producenten van bepaalde goederen winstgevend zijn. Wat zou neo-liberaal cynisme dààr in vredesnaam kunnen tegen hebben?
Wel, neem even aan, zuiver als gedachtenexperiment, dat de prijs van een gegeven product laag is omdat er meer van wordt geproduceerd dan geconsumeerd. Gewoon per wet van "vraag en aanbod". Als teveel producenten op zoek gaan naar te weinig consumenten, dan moeten ze wel verkopen, desnoods voor lage inkomsten, omdat ze anders helemaal niet verkopen: en dan zijn er geen inkomsten. Zolang er een overschot aan productie bestaat zal een deel van de verkopers inderdaad niet (genoeg) verkopen, en is er honger. Zij die wel kopers vonden hebben alleen maar lage inkomens, en daar is er armoede. Het is niet eens de schuld van "iemand" (bijvoorbeeld, zeg, uimmm... van... van... Ha! Het is de schuld van het kapitalisme!) omdat het het ijzeren gevolg is van overproductie. Vreselijk schrijnend allemaal, en dus doet het pijn aan de ogen.
Alle sympathie dus voor onze "eerlijke handelaars" die aan die armoede iets willen doen. Ze vinden een hoop kopers die zomaar uit menslievendheid bereid zijn meer te betalen dan ze strikt genomen moeten betalen, en de producent heeft zijn "menswaardig inkomen". Alleen moet je nu wel naar het volledige plaatje durven kijken. Alle hoeraverhalen kunnen niet beletten dat de kopers nog altijd niet meer dan een deel van de totale productie kopen, zelfs als ze dat aan "eerlijke" prijzen doen. Het totale plaatje vraagt zich evenwel af wat er met de andere verkopers gebeurt: de verkopers die voor hun productie geen kopers hebben gevonden.
Dat is simpel. De wet van vraag en aanbod is niet opgeheven omdat iemand een verhaal vol goede bedoelingen heeft gerealizeerd. Het deel van de verkopers dat met het overschot blijft zitten heeft nog steeds hetzelfde: namelijk helemaal niets. Om maar te illustreren hoe dat er concreet zou uitzien: als een Braziliaan zijn koffie kwijt kan tegen een fatsoenlijke prijs, dan betekent dat dat er een Vietnamees met zijn koffie blijft zitten. Hoe zullen de "eerlijke handelaars" aan de Vietnamees uitleggen dat hij niet langer in de "armoede" zit, omdat hij nu omkomt van "honger"? Op basis waarvan beslissen ze dat het de Braziliaan is die in hun programma zit, en niet de Vietnamees?
Dat zijn vragen die ik niet kan beantwoorden, maar als de vragen stellen helpt om antwoorden te vinden is het mij al lang goed. Intussen zijn er vragen waarop ik in theorie het antwoord weet. De manier waarop de Vietnamees in het voorbeeld aan de armoede/honger val kan ontsnappen is dat hij "iets anders" gaat doen - voor zover hij niet al verhongerd is, maar laten we dat aan de antwoorden op de eerdere vragen overlaten. We vernemen echter van de "eerlijke handelaars" dat we hogere prijzen "moeten" betalen, omdat veel mensen niet iets anders kunnen doen. Het klimaat zit tegen, of whatever. Alleen, dat geldt niet alleen voor de producenten die in het programma zitten, maar ook voor de producenten die niet in het programma zitten. Natuurlijk, marktpartijen die niet verdwijnen omdat ze "iets anders" beginnen verdwijnen ook als ze van honger omkomen - maar ik neem aan dat dat niet de bedoeling was van de "eerlijke handelaars".
En dus zou ik wel eens willen weten hoe die mensen reageren op dit totale plaatje, waarin ze niet alleen tevreden kijken naar de producenten met een "menswaardig inkomen", maar ook rekening houden met de mensen die nu helemaal geen inkomen hebben. Ik kan wel vertellen hoe neo-liberalen met plaatje omgaan. De prijzen dalen, dus, en overal is er "armoede", maar nu zijn er (minstens) minder partijen die helemaal uit de boot vallen en verhongeren. De dalende prijzen geven verder een sterk signaal om "iets anders" te zoeken. Zij die het minst hard vastzitten aan omstandigheden die dat moeilijk maken zullen dat ook het eerst doen, en de wet van vraag en aanbod maakt dat de prijzen terug stijgen: er zijn immers minder aanbieders.
Het klinkt nog steeds alsof het allemaal geen vetpot is. Nog veel beter zou zijn, vanzelfsprekend, dat hordes multinatonals in de landen in kwestie neerstrijken en er één of andere winstgevende activiteit ontplooien. Van die activiteiten betalen ze namelijk salarissen, en die liggen typisch hoger (vaak stukken hoger) dan de inkomsten van mensen in landen waar geen multinationals zijn. Maar soit, dat is een ander verhaal. Mijn punt hier was dat ik me afvraag of de "eerlijke handelaars" naar het totale plaatje kijken. Als dat zo is wil ik daar echt graag van horen.
------------------------------------------------------------------------
(1) http://www.oww.be/pageview.aspx?pv_mid=4901
Ik geef even mee dat een ander woord voor wat van de verkoopprijs overblijft nadat de "productiekosten" gedekt zijn, "winst" is. De voorstanders van "Eerlijke Handel" streven dus na dat de producenten van bepaalde goederen winstgevend zijn. Wat zou neo-liberaal cynisme dààr in vredesnaam kunnen tegen hebben?
Wel, neem even aan, zuiver als gedachtenexperiment, dat de prijs van een gegeven product laag is omdat er meer van wordt geproduceerd dan geconsumeerd. Gewoon per wet van "vraag en aanbod". Als teveel producenten op zoek gaan naar te weinig consumenten, dan moeten ze wel verkopen, desnoods voor lage inkomsten, omdat ze anders helemaal niet verkopen: en dan zijn er geen inkomsten. Zolang er een overschot aan productie bestaat zal een deel van de verkopers inderdaad niet (genoeg) verkopen, en is er honger. Zij die wel kopers vonden hebben alleen maar lage inkomens, en daar is er armoede. Het is niet eens de schuld van "iemand" (bijvoorbeeld, zeg, uimmm... van... van... Ha! Het is de schuld van het kapitalisme!) omdat het het ijzeren gevolg is van overproductie. Vreselijk schrijnend allemaal, en dus doet het pijn aan de ogen.
Alle sympathie dus voor onze "eerlijke handelaars" die aan die armoede iets willen doen. Ze vinden een hoop kopers die zomaar uit menslievendheid bereid zijn meer te betalen dan ze strikt genomen moeten betalen, en de producent heeft zijn "menswaardig inkomen". Alleen moet je nu wel naar het volledige plaatje durven kijken. Alle hoeraverhalen kunnen niet beletten dat de kopers nog altijd niet meer dan een deel van de totale productie kopen, zelfs als ze dat aan "eerlijke" prijzen doen. Het totale plaatje vraagt zich evenwel af wat er met de andere verkopers gebeurt: de verkopers die voor hun productie geen kopers hebben gevonden.
Dat is simpel. De wet van vraag en aanbod is niet opgeheven omdat iemand een verhaal vol goede bedoelingen heeft gerealizeerd. Het deel van de verkopers dat met het overschot blijft zitten heeft nog steeds hetzelfde: namelijk helemaal niets. Om maar te illustreren hoe dat er concreet zou uitzien: als een Braziliaan zijn koffie kwijt kan tegen een fatsoenlijke prijs, dan betekent dat dat er een Vietnamees met zijn koffie blijft zitten. Hoe zullen de "eerlijke handelaars" aan de Vietnamees uitleggen dat hij niet langer in de "armoede" zit, omdat hij nu omkomt van "honger"? Op basis waarvan beslissen ze dat het de Braziliaan is die in hun programma zit, en niet de Vietnamees?
Dat zijn vragen die ik niet kan beantwoorden, maar als de vragen stellen helpt om antwoorden te vinden is het mij al lang goed. Intussen zijn er vragen waarop ik in theorie het antwoord weet. De manier waarop de Vietnamees in het voorbeeld aan de armoede/honger val kan ontsnappen is dat hij "iets anders" gaat doen - voor zover hij niet al verhongerd is, maar laten we dat aan de antwoorden op de eerdere vragen overlaten. We vernemen echter van de "eerlijke handelaars" dat we hogere prijzen "moeten" betalen, omdat veel mensen niet iets anders kunnen doen. Het klimaat zit tegen, of whatever. Alleen, dat geldt niet alleen voor de producenten die in het programma zitten, maar ook voor de producenten die niet in het programma zitten. Natuurlijk, marktpartijen die niet verdwijnen omdat ze "iets anders" beginnen verdwijnen ook als ze van honger omkomen - maar ik neem aan dat dat niet de bedoeling was van de "eerlijke handelaars".
En dus zou ik wel eens willen weten hoe die mensen reageren op dit totale plaatje, waarin ze niet alleen tevreden kijken naar de producenten met een "menswaardig inkomen", maar ook rekening houden met de mensen die nu helemaal geen inkomen hebben. Ik kan wel vertellen hoe neo-liberalen met plaatje omgaan. De prijzen dalen, dus, en overal is er "armoede", maar nu zijn er (minstens) minder partijen die helemaal uit de boot vallen en verhongeren. De dalende prijzen geven verder een sterk signaal om "iets anders" te zoeken. Zij die het minst hard vastzitten aan omstandigheden die dat moeilijk maken zullen dat ook het eerst doen, en de wet van vraag en aanbod maakt dat de prijzen terug stijgen: er zijn immers minder aanbieders.
Het klinkt nog steeds alsof het allemaal geen vetpot is. Nog veel beter zou zijn, vanzelfsprekend, dat hordes multinatonals in de landen in kwestie neerstrijken en er één of andere winstgevende activiteit ontplooien. Van die activiteiten betalen ze namelijk salarissen, en die liggen typisch hoger (vaak stukken hoger) dan de inkomsten van mensen in landen waar geen multinationals zijn. Maar soit, dat is een ander verhaal. Mijn punt hier was dat ik me afvraag of de "eerlijke handelaars" naar het totale plaatje kijken. Als dat zo is wil ik daar echt graag van horen.
------------------------------------------------------------------------
(1) http://www.oww.be/pageview.aspx?pv_mid=4901
donderdag 14 februari 2008
Bush, de neo-liberale... "conservatief"???
Ivan Janssens vraagt zich af "hoe conservatief Bush is" (1). En die vraag, zo specifiëert hij verder, komt voor hem neer op de vraag in hoeverre Bush een economische neo-liberaal is.
En ik verslik me in mijn koffie! Ten eerste, ik beschouw mezelf als een economische neo-liberaal. Maar misschien heb ik het mis, en is die term van toepassing op... Bush? In dat geval neem ik subiet ontslag uit de club can de neo-liberalen, en bied ik al mijn excuses aan voor elke keer dat ik de indruk heb gewekt er bij te horen, laat staan er bij te willen horen.
Maar zo ver zijn we nog niet! Het is, zoals al meteen blijkt, minstens een definitiekwestie (2). Daarbij ben ik van plan me te houden aan de definities van de termen "liberaal" en "conservatief" zoals we die aantreffen bij Friedrich Hayek (3). In de post daarover citeerde ik Why I am not a conservative (1,960), waarin hij over "zijn" liberalisme zegt dat het evenveel van het "ware conservatisme" verschilt als van het socialisme. Je ziet, ik zit me niet alleen in mijn koffie te verslikken, Hayek doet dapper mee.
Natuurlijk, de vraag is om te beginnen waarom we Bush bij de "conservatieven" zouden indelen. Volgens welke definitie? Het antwoord is, als je ze zelf bezig ziet over hun "neo-conservatisme" en als je Hayek bezig ziet over "conservatisme", dan is de conclusie dat Bush naar beide maatstaven een conservatief is. Remember het stukje dat ik in die vorige post had geciteerd? Hier is het nog eens opnieuw:
"In general, it can probably be said that the conservative does not object to coercion or arbitrary power so long as it is used for whatever he regards as the right purposes."
En deze!
"like the socialist, he regards himself as entitled to force the value he holds on other people."
Profetische woorden, toch, als je bedenkt dat ze dateren van het jaar 1,960 - en wel gemaakt lijken te zijn om het buitenlands "beleid" van Bush te omschrijven? Wat gingen we ook weer in Irak doen? Ik heb het even niet over de reeks platte leugens die Bush op heel weinig tijd zelf niet meer kon volhouden, en schakel meteen over naar de schamele restanten daarvan. "Regime change"! Als het Midden Oosten niet langer zou gevangen zitten, etcetera etcetera... dat herinneren we ons toch nog? En kijk toch eens aan, ik had daarover al eens geciteerd uit 1,960:
"(...) the more a person dislikes the strange and thinks his own ways superior, the more he tends to regard it as his mission to "civilize" others - not by the voluntary and unhampered intercourse with the liberal favors, but by bringing them the blessings of efficient government. It is significant that here again we frequently find the conservatives joining hand in hand with the socialists against the liberals."
Het punt is: volgens de in mijn ogen uiterst redelijke ideeën van Friedrich Hayek, is de vraag of Bush wel "conservatief" in de zin van "neo-liberaal" is ongeveer hetzelfde als de vraag of sneeuw wel werkelijk "wit" is, als we aan dat laatste woord de term "zwart" geven. En volgens die uiterst redelijke definities, ook, is de laatste, werkelijk bijna de allerlaatste die ik aan mijn kant in een debat over politieke idealen wil zien is wel Bush. (OK, niet helemaal de allerlaatste: behalve clowns op het niveau van Bin Laden, natuurlijk.)
Maar Bush in ons kamp? Hier hebben we dus de president die gefinancierd met begrotingstekorten de ongebreidelde macht van de overheid inzet om op basis van grote verhalen de maakbaarheid van de samenleving te gaan doordrukken...
... en een halve eeuw nadat Friedrich Hayek teksto, letterlijk met zoveel woorden, en herhaalde maken gezegd heeft dat dat soort praktijken heel veel dichter bij het socialisme staan dan bij het liberalisme, vragen onberispelijke liberalen zich af of ze wel samenvallen met het liberalisme.
Voor mij is dit een bevestiging van het punt dat ik in die post (3) al probeerde te maken. Ik trek geen moment in twijfel dat we het over "onberispelijke liberalen" gaat. Maar ik betreur heel erg het enorme succes van de moderne Westerse fundamentalisten om die liberalen ervan te overtuigen dat ze samen in één bondgenootschap horen.
-----------------------------------
(1) http://www.ivanjanssens.be/dutch/artikel.asp?link=696
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/zin-en-onzin-van-definities.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/friedrich-hayek-zooo-actueel.html
En ik verslik me in mijn koffie! Ten eerste, ik beschouw mezelf als een economische neo-liberaal. Maar misschien heb ik het mis, en is die term van toepassing op... Bush? In dat geval neem ik subiet ontslag uit de club can de neo-liberalen, en bied ik al mijn excuses aan voor elke keer dat ik de indruk heb gewekt er bij te horen, laat staan er bij te willen horen.
Maar zo ver zijn we nog niet! Het is, zoals al meteen blijkt, minstens een definitiekwestie (2). Daarbij ben ik van plan me te houden aan de definities van de termen "liberaal" en "conservatief" zoals we die aantreffen bij Friedrich Hayek (3). In de post daarover citeerde ik Why I am not a conservative (1,960), waarin hij over "zijn" liberalisme zegt dat het evenveel van het "ware conservatisme" verschilt als van het socialisme. Je ziet, ik zit me niet alleen in mijn koffie te verslikken, Hayek doet dapper mee.
Natuurlijk, de vraag is om te beginnen waarom we Bush bij de "conservatieven" zouden indelen. Volgens welke definitie? Het antwoord is, als je ze zelf bezig ziet over hun "neo-conservatisme" en als je Hayek bezig ziet over "conservatisme", dan is de conclusie dat Bush naar beide maatstaven een conservatief is. Remember het stukje dat ik in die vorige post had geciteerd? Hier is het nog eens opnieuw:
"In general, it can probably be said that the conservative does not object to coercion or arbitrary power so long as it is used for whatever he regards as the right purposes."
En deze!
"like the socialist, he regards himself as entitled to force the value he holds on other people."
Profetische woorden, toch, als je bedenkt dat ze dateren van het jaar 1,960 - en wel gemaakt lijken te zijn om het buitenlands "beleid" van Bush te omschrijven? Wat gingen we ook weer in Irak doen? Ik heb het even niet over de reeks platte leugens die Bush op heel weinig tijd zelf niet meer kon volhouden, en schakel meteen over naar de schamele restanten daarvan. "Regime change"! Als het Midden Oosten niet langer zou gevangen zitten, etcetera etcetera... dat herinneren we ons toch nog? En kijk toch eens aan, ik had daarover al eens geciteerd uit 1,960:
"(...) the more a person dislikes the strange and thinks his own ways superior, the more he tends to regard it as his mission to "civilize" others - not by the voluntary and unhampered intercourse with the liberal favors, but by bringing them the blessings of efficient government. It is significant that here again we frequently find the conservatives joining hand in hand with the socialists against the liberals."
Het punt is: volgens de in mijn ogen uiterst redelijke ideeën van Friedrich Hayek, is de vraag of Bush wel "conservatief" in de zin van "neo-liberaal" is ongeveer hetzelfde als de vraag of sneeuw wel werkelijk "wit" is, als we aan dat laatste woord de term "zwart" geven. En volgens die uiterst redelijke definities, ook, is de laatste, werkelijk bijna de allerlaatste die ik aan mijn kant in een debat over politieke idealen wil zien is wel Bush. (OK, niet helemaal de allerlaatste: behalve clowns op het niveau van Bin Laden, natuurlijk.)
Maar Bush in ons kamp? Hier hebben we dus de president die gefinancierd met begrotingstekorten de ongebreidelde macht van de overheid inzet om op basis van grote verhalen de maakbaarheid van de samenleving te gaan doordrukken...
... en een halve eeuw nadat Friedrich Hayek teksto, letterlijk met zoveel woorden, en herhaalde maken gezegd heeft dat dat soort praktijken heel veel dichter bij het socialisme staan dan bij het liberalisme, vragen onberispelijke liberalen zich af of ze wel samenvallen met het liberalisme.
Voor mij is dit een bevestiging van het punt dat ik in die post (3) al probeerde te maken. Ik trek geen moment in twijfel dat we het over "onberispelijke liberalen" gaat. Maar ik betreur heel erg het enorme succes van de moderne Westerse fundamentalisten om die liberalen ervan te overtuigen dat ze samen in één bondgenootschap horen.
-----------------------------------
(1) http://www.ivanjanssens.be/dutch/artikel.asp?link=696
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/zin-en-onzin-van-definities.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/friedrich-hayek-zooo-actueel.html
woensdag 13 februari 2008
Obama draait de rollen om
Enkele weken, toen de eerste voorverkiezingen gingen beginnen was de toestand als volgt: Hillary Clinton was de favoriet, en de concurrenten moesten een aantal duidelijke overwinningen tonen, of ze zouden er heel snel uitliggen (1). Bijvoorbeeld: Edwards
Maar Obama haalde een paar van die overwinningen, en hoewel Clinton (inderdaad) nog lang niet was uitgespeeld werd het een echte ra ce. Daarna deed Clinton het op "Supertuesday" niet slecht, maar dat was niet genoeg om Obama er uit te gooien. Sindsdien haalde Obama een hele reeks "kleinere" overwinningen, en nu ligt hij zowaar op kop in aantal kiesmannen, èn in "momentum" - die magische kwaliteit die maakt dat almaar meer kiezers en sponsors jouw kant beginnen op te kijken.
En zo is de toestand nu precies omgekeerd. Op 4 maart stemmen een aantal belangrijke staten als Texas en Ohio, en als Clinton daar geen duidelijke overwinning boekt kan ze stilaan de boeken sluiten.
We moeten ons goed realizeren dat we nog altijd in een zeer vroeg stadium zitten. Binnen zes maand, midden augustus, zijn (in principe) de twee kandidaten bekend, en dan hebben we al een hoop "echte" campagne achter de rug, met nog drie maand te gaan... En dan zullen al die perikelen rond de voorverkiezingen er als antieke geschiedenis uitzien.
Bij de Republiekeinen is intussen McCain zo goed als zeker van de nominatie. Dat betekent dat we een kandidaat krijgen die vindt dat het aanvallen van een land dat niemand had aangevallen en niemand had bedreigd, en dat nu al vijf jaar militair bezet wordt, een goed idee was. En dat maakt, vanzelfsprekend, dat ik de kandidatuur steun van de Democratische kandidaat, om het even welke, zoals ik die zou steunen van een quasi willekeurige Belgische politicus (niet Flahaut) als die daar op magische wijze werd gecatapulteerd.
En dat is géén compliment.
Er zijn nu eenmaal een paar dingen die in mijn eerlijke mening zo van verdwazing getuigen, dat het voeren van een naar "vrije markt" maatstaven "linkse" politiek in verhouding een zeer klein detail is; iets waar je berustend je schouders over ophaalt en wacht tot het overgaat.
------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/11/de-voorverkiezingen-komen-er-aan.html
Maar Obama haalde een paar van die overwinningen, en hoewel Clinton (inderdaad) nog lang niet was uitgespeeld werd het een echte ra ce. Daarna deed Clinton het op "Supertuesday" niet slecht, maar dat was niet genoeg om Obama er uit te gooien. Sindsdien haalde Obama een hele reeks "kleinere" overwinningen, en nu ligt hij zowaar op kop in aantal kiesmannen, èn in "momentum" - die magische kwaliteit die maakt dat almaar meer kiezers en sponsors jouw kant beginnen op te kijken.
En zo is de toestand nu precies omgekeerd. Op 4 maart stemmen een aantal belangrijke staten als Texas en Ohio, en als Clinton daar geen duidelijke overwinning boekt kan ze stilaan de boeken sluiten.
We moeten ons goed realizeren dat we nog altijd in een zeer vroeg stadium zitten. Binnen zes maand, midden augustus, zijn (in principe) de twee kandidaten bekend, en dan hebben we al een hoop "echte" campagne achter de rug, met nog drie maand te gaan... En dan zullen al die perikelen rond de voorverkiezingen er als antieke geschiedenis uitzien.
Bij de Republiekeinen is intussen McCain zo goed als zeker van de nominatie. Dat betekent dat we een kandidaat krijgen die vindt dat het aanvallen van een land dat niemand had aangevallen en niemand had bedreigd, en dat nu al vijf jaar militair bezet wordt, een goed idee was. En dat maakt, vanzelfsprekend, dat ik de kandidatuur steun van de Democratische kandidaat, om het even welke, zoals ik die zou steunen van een quasi willekeurige Belgische politicus (niet Flahaut) als die daar op magische wijze werd gecatapulteerd.
En dat is géén compliment.
Er zijn nu eenmaal een paar dingen die in mijn eerlijke mening zo van verdwazing getuigen, dat het voeren van een naar "vrije markt" maatstaven "linkse" politiek in verhouding een zeer klein detail is; iets waar je berustend je schouders over ophaalt en wacht tot het overgaat.
------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/11/de-voorverkiezingen-komen-er-aan.html
dinsdag 12 februari 2008
Financiële voorlichting
Heel lang geleden, toen ik nog veel op usenet schreef, kwam er een zoveelste geval van fraude met spaarcenten van eenvoudige beleggers aan het licht. Dat bezorgde mij een gevoel van wanhoop gemengd met verontwaardiging, die me deed bevallen van een tekst over het onderwerp. En nu ik er zo toevallig op stuit denk ik dat de "emo" hier en daar iets minder hevig had gekund, maar dat het voor de rest nog altijd de moeite waard is . En daarom... copy and paste... Enzovoort.
--------------------------------------
Het liedje is altijd hetzelfde. "Natuurlijk kan ik u veel betere rendementen bezorgen dan de markt". "Ik" ben immers een financiëel genie!"Ik" rijd immers rond met een dikke wagen! Dus bezorg uw spaarcenten aan mij, en u zal ze terugkrijgen met superwinst! En telkens weer blijkt dat er mensen te vinden zijn, in wie de vraag niet is opgekomen, of er een verband bestaat tussen het feit dat wij ons geld aan Charlowie moeten afgeven, en het feit dat dikke wagens, jawel, geld kosten.
Dus ze geven hun geld af, ze dromen een tijdje van superwinsten, en het volgende dat ze er van horen is dat het genie in de cel zit. Of zoals de krant het zegt, de geïnterviewde merkt zuchtend op "hoe het nu verder moet weten we niet".
Ik weet het wel. De geïnterviewde is zijn geld kwijt. K - W - I - J - T. Weg, foetsie, verdwenen, gone with the wind, goodbye. Het genie heeft er immers dikke wagens mee gekocht, je hebt er hem met je eigen ogen mee zien rijden. En hoewel ik dat voor de gedupeerden zeer erg vind moet me van het hart dat ze toch niet heel erg snugger overkomen. Het is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt, het is ook niet de tweede keer, het is zelfs niet de miljoenste keer, en toch is het ook nog altijd niet de laatste keer.
En de vraag is: hoe komt dat? Is het denkbaar dat het komt omdat moderne mensen die rond hun twaalfde een gedetailleerde voorlichting krijgen over hoe "het" moet, misschien totaal geen voorlichting krijgen over financiën? In dat geval, ziehier mijn poging om te komen tot financiële voorlichting.
Les 1. Wanneer iemand, om het even wie, om het even hoe, om het even waar, om het even waarom, kortom: ER ZIJN GEEN UITZONDERINGEN, vertelt dat hij u een rendement "beter dan de markt kan garanderen", dan is er maar één (1) juiste reactie. Niet "oh ja?", niet "welwelwel", niet "tiens, hou zou hij dat doen?", maar wel, heel simpel DAT - KAN - NIET. Nog eens? DAT - KAN - NIET. OK? Gesnopen? Les 1: HET - KAN - NIET.
Waarom kan het niet? Les 2.
Les 2. Niemand betaalt meer dan nodig is. Daarom kan het niet. Simpel, nietwaar? Kijk, geld beleggen is nog altijd niets anders dan het volgende. Iemand heeft kapitaal nodig om met één of andere onderneming winst te maken. Of het nu direct is of indirect, via aandelen, obligaties, leningen, kredieten, kasbons of spaarboekjes, de belegger stelt kapitaal beschikbaar aan de ondernemer, en krijgt in ruil zijn deel van de koek. En dat "deel van de koek", dat is het rendement dat de belegger krijgt.
Maar les 2 zegt: "Niemand betaalt meer dan nodig is." Dus: Ook die ondernemer betaalt niet meer dan nodig is. Waarom zou hij u de helft van de winst geven wanneer iemand anders hem wil kapitaal geven voor een kwart van de winst? Waarom zou hij u 8% geven als iemand hem geld wil lenen aan 4%? Is hij soms Sinterklaas? Waarom wil hij met alle geweld geld uitdelen? Waarom zou hij uitgerekend aan u geld willen geven? Niks daarvan, natuurlijk. De ondernemer wil zo weinig mogelijk betalen. En"de markt" is niets anders dan het minimum niveau dat ondernemers moetenbetalen en waar ze toch nog beleggers kunnen vinden.
Dus hier staat ons financiëel genie en hij vertelt u dat hij u beter kan bezorgen dan "de markt". En de vraag is: waarom? Waarom zou hij uitgerekend bij u terecht komen om geld te vinden dat hij op "de markt" goedkoper kan krijgen - u zal immers juist beter dan de markt krijgen? Enig idee? Het is zeer simpel, natuurlijk. Omdat "de markt" het hem niet wil geven, tiens. En dus is de vraag waarom de markt hem geen geld wil geven? Vertrouwen ze hem niet? Vinden ze het risico van zijn onderneming te groot? Vrezen ze dat er helemaal geen onderneming is, en dat hij er dikke wagens mee zal kopen?
En waarom vertellen ze u al die dingen niet? Zijn het soms geen goede vragen? Gelooft u in Sinterklaas? Nee? Waarom zou u dan wel iemand geloven die u vertelt dat hij u meer zal betalen dan het niveau dat hij normaal zou moeten betalen? Dus les één en twee tesamen, het kan niet dat iemand u een beter rendement dan de markt kan garanderen, omdat niemand bereid is meer te betalen dan hij normaal moet betalen. En omgekeerd, als iemand u wel meer wil betalen dan hij normaal zou moeten betalen, tja, dan is er iets niet "normaal", hé? En de vraag is, wat zou dat dan zoal kunnen zijn?
Dus om te besluiten, als u ergens geld heeft belegd aan rendementen die "gegarandeerd beter zijn dan de markt", dan UIRRP! UIRRP! UIRRP! UIRRP!UIRRP! Rood alarm! Sterk verhoogde kans op geld kwijt! Ga nu naar uw tegenpartij en vraag nu uw geld terug. Hopelijk is "nu" nog voor alles helemaal weg is. De kans is niet gering dat uw verzoek stuit op manoeuvres, uitvluchten, dreigementen ("kosten", "minder rendement",...) en dergelijke meer. Dat maakt het pas echt verdacht. Dreig met de politie, de krant, de Verenigde naties, Bin Laden, Test Aankoop, Saddam of Bush, maar laat u in ieder geval niet afschepen. Want het liedje is altijd hetzelfde. En het eindigt ook altijd hetzelfde. Met een diepe put.
---------------------------------------------
Enkele jaren later heb ik ook eens een tekst over het onderwerp op dit blog gezet:
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/socratische-dialoog.html
Maar die ene die aan het wegzinken was in de vergeetputten van usenet, die wou ik toch ook nog eens recycleren...
--------------------------------------
Het liedje is altijd hetzelfde. "Natuurlijk kan ik u veel betere rendementen bezorgen dan de markt". "Ik" ben immers een financiëel genie!"Ik" rijd immers rond met een dikke wagen! Dus bezorg uw spaarcenten aan mij, en u zal ze terugkrijgen met superwinst! En telkens weer blijkt dat er mensen te vinden zijn, in wie de vraag niet is opgekomen, of er een verband bestaat tussen het feit dat wij ons geld aan Charlowie moeten afgeven, en het feit dat dikke wagens, jawel, geld kosten.
Dus ze geven hun geld af, ze dromen een tijdje van superwinsten, en het volgende dat ze er van horen is dat het genie in de cel zit. Of zoals de krant het zegt, de geïnterviewde merkt zuchtend op "hoe het nu verder moet weten we niet".
Ik weet het wel. De geïnterviewde is zijn geld kwijt. K - W - I - J - T. Weg, foetsie, verdwenen, gone with the wind, goodbye. Het genie heeft er immers dikke wagens mee gekocht, je hebt er hem met je eigen ogen mee zien rijden. En hoewel ik dat voor de gedupeerden zeer erg vind moet me van het hart dat ze toch niet heel erg snugger overkomen. Het is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt, het is ook niet de tweede keer, het is zelfs niet de miljoenste keer, en toch is het ook nog altijd niet de laatste keer.
En de vraag is: hoe komt dat? Is het denkbaar dat het komt omdat moderne mensen die rond hun twaalfde een gedetailleerde voorlichting krijgen over hoe "het" moet, misschien totaal geen voorlichting krijgen over financiën? In dat geval, ziehier mijn poging om te komen tot financiële voorlichting.
Les 1. Wanneer iemand, om het even wie, om het even hoe, om het even waar, om het even waarom, kortom: ER ZIJN GEEN UITZONDERINGEN, vertelt dat hij u een rendement "beter dan de markt kan garanderen", dan is er maar één (1) juiste reactie. Niet "oh ja?", niet "welwelwel", niet "tiens, hou zou hij dat doen?", maar wel, heel simpel DAT - KAN - NIET. Nog eens? DAT - KAN - NIET. OK? Gesnopen? Les 1: HET - KAN - NIET.
Waarom kan het niet? Les 2.
Les 2. Niemand betaalt meer dan nodig is. Daarom kan het niet. Simpel, nietwaar? Kijk, geld beleggen is nog altijd niets anders dan het volgende. Iemand heeft kapitaal nodig om met één of andere onderneming winst te maken. Of het nu direct is of indirect, via aandelen, obligaties, leningen, kredieten, kasbons of spaarboekjes, de belegger stelt kapitaal beschikbaar aan de ondernemer, en krijgt in ruil zijn deel van de koek. En dat "deel van de koek", dat is het rendement dat de belegger krijgt.
Maar les 2 zegt: "Niemand betaalt meer dan nodig is." Dus: Ook die ondernemer betaalt niet meer dan nodig is. Waarom zou hij u de helft van de winst geven wanneer iemand anders hem wil kapitaal geven voor een kwart van de winst? Waarom zou hij u 8% geven als iemand hem geld wil lenen aan 4%? Is hij soms Sinterklaas? Waarom wil hij met alle geweld geld uitdelen? Waarom zou hij uitgerekend aan u geld willen geven? Niks daarvan, natuurlijk. De ondernemer wil zo weinig mogelijk betalen. En"de markt" is niets anders dan het minimum niveau dat ondernemers moetenbetalen en waar ze toch nog beleggers kunnen vinden.
Dus hier staat ons financiëel genie en hij vertelt u dat hij u beter kan bezorgen dan "de markt". En de vraag is: waarom? Waarom zou hij uitgerekend bij u terecht komen om geld te vinden dat hij op "de markt" goedkoper kan krijgen - u zal immers juist beter dan de markt krijgen? Enig idee? Het is zeer simpel, natuurlijk. Omdat "de markt" het hem niet wil geven, tiens. En dus is de vraag waarom de markt hem geen geld wil geven? Vertrouwen ze hem niet? Vinden ze het risico van zijn onderneming te groot? Vrezen ze dat er helemaal geen onderneming is, en dat hij er dikke wagens mee zal kopen?
En waarom vertellen ze u al die dingen niet? Zijn het soms geen goede vragen? Gelooft u in Sinterklaas? Nee? Waarom zou u dan wel iemand geloven die u vertelt dat hij u meer zal betalen dan het niveau dat hij normaal zou moeten betalen? Dus les één en twee tesamen, het kan niet dat iemand u een beter rendement dan de markt kan garanderen, omdat niemand bereid is meer te betalen dan hij normaal moet betalen. En omgekeerd, als iemand u wel meer wil betalen dan hij normaal zou moeten betalen, tja, dan is er iets niet "normaal", hé? En de vraag is, wat zou dat dan zoal kunnen zijn?
Dus om te besluiten, als u ergens geld heeft belegd aan rendementen die "gegarandeerd beter zijn dan de markt", dan UIRRP! UIRRP! UIRRP! UIRRP!UIRRP! Rood alarm! Sterk verhoogde kans op geld kwijt! Ga nu naar uw tegenpartij en vraag nu uw geld terug. Hopelijk is "nu" nog voor alles helemaal weg is. De kans is niet gering dat uw verzoek stuit op manoeuvres, uitvluchten, dreigementen ("kosten", "minder rendement",...) en dergelijke meer. Dat maakt het pas echt verdacht. Dreig met de politie, de krant, de Verenigde naties, Bin Laden, Test Aankoop, Saddam of Bush, maar laat u in ieder geval niet afschepen. Want het liedje is altijd hetzelfde. En het eindigt ook altijd hetzelfde. Met een diepe put.
---------------------------------------------
Enkele jaren later heb ik ook eens een tekst over het onderwerp op dit blog gezet:
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/socratische-dialoog.html
Maar die ene die aan het wegzinken was in de vergeetputten van usenet, die wou ik toch ook nog eens recycleren...
maandag 11 februari 2008
Peuter Sarah is merkelijk beter
... maar papa voelt zich de uitputting nabij. Hoe dan ook, voor wie zich ongerust maakte: peuter Sarah eet nog niet helemaal perfect, maar ze loopt rond, ze speelt terug met haar keukentje en ze lacht naar baby Thomas. En ze drinkt melk, veel melk.
Een hele opluchting. Papa gaat nu languit in een zetel liggen en hoopt zo snel mogelijk terug fit te zijn om de bloggerij te beginnen. Voor vandaag is het gesloten wegens dicht.
Een hele opluchting. Papa gaat nu languit in een zetel liggen en hoopt zo snel mogelijk terug fit te zijn om de bloggerij te beginnen. Voor vandaag is het gesloten wegens dicht.
zondag 10 februari 2008
Koen Vervloesem steunt Johan Braeckman...
... En eerlijk gezegd, daar ben ik blij om. Even situeren, De Gentse Universiteit heeft een project lopen om de evolutietheorie te popularizeren (1), en professor Johan Braeckman heeft daar de leiding van. En tot mijn verbazing kwamen daarop niet alleen een aantal goede vragen (waarover wil hij het precies hebben; en hoe, en zovoort, allemaal dingen waarnaar ikzelf ook uitkijk), maar ook een hoop kritieken. Het leek wel alsof sommige mensen liever niet zagen dat de bevolking zou weten wat de evolutietheorie eigenlijk zegt? Niet dat dat laatste me op zich verwondert, want als ikzelf met bepaalde teksten naar buiten kwam (2) kon ik gewoon zien dat "sommige mensen" dat liever niet zien - hetgeen dan weer leidde tot nieuwe teksten met als titel "de weigering te weten" (3), maar soit. Creationisten zien dat inderdaad liever niet, maarreh... "what else is new?".
Interessanter wordt het wanneer mensen die beweren geen creationisten te zijn ook vinden dat ze er niet alleen problemen mee hebben, maar dat ook luidkeels aan de wereld moeten duidelijk maken. En mijn vraag is: wat bezielt ze? Lezen ze dan nooit enig voorbeeld van teksten over onderwerpen die hun eigen vakgebied niet zijn, zodat ze het gevoel hebben een interessante bewustzijnsverruiming te ondergaan? Zijn ze tegen inspanningen om allerlei inzichten uit de menselijke kennis gepopularizeerd te zien? Of is het gewoon een vorm van intellectueel snobisme, iets van "ik kan me interessanter maken als ik een hoop tegenargumenten bij elkaar draai, dus hier gaan we"?
Hoe dan ook, intussen verscheen een voorbeeld van een hoop bij elkaar gedraaide "tegenargumenten", en wel van de hand van de bekende (in Vlaanderen, dan) hoogleraar Rik Torfs (4). Nu moet je weten dat ikzelf vind dat Rik Torfs vaak slachtoffer is van vaak zeer flauwe aanvallen, die vaak weinig meer om het lijf hebben dan "ik maak mezelf interessanter wanneer ik tegen Torfs ben, dus hier gaan we." Alleen, wat bezielde Torfs in Godsnaam (jaja, in zijn geval met hoofdletter!) om zich aan te sluiten bij de critici van het project van Johan Braeckman?
Die vraag stelde Koen "de filosofische ingenieur" Vervloesem zich ook, en hij kreeg een briljant idee. Om te weten wat Torfs bezielde lezen we de tekst waarin hij ons dat (naar alle redelijke verwachtingen) zal meedelen! Maar lo and behold, dat viel dik tegen. En omdat ik zijn daarop volgende tegenaanval als oefening in het ontmoedigen van dat soort gratuïete kritieken op mensen als Johan Braeckman zeer geslaagd vind, zet ik maar meteen de url bij (5).
Want eerlijk gezegd, er kwamen stilaan zoveel "critici" dat ik begon te vrezen dat niemand zich er nog zou durven voor durven uitspreken. Niet, dus. En gelukkig maar.
--------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/de-evolutieleer.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/nogmaals-natuurlijke-selectie.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/de-weigering-te-weten.html
(4) http://multiblog.vrt.be/riktorfs/2008/02/08/de-waarheid-kost-geld/
(5) http://koan.filosofie.be/index.php?/archives/998-Gezocht-argument-in-tekst-van-Rik-Torfs.html
Interessanter wordt het wanneer mensen die beweren geen creationisten te zijn ook vinden dat ze er niet alleen problemen mee hebben, maar dat ook luidkeels aan de wereld moeten duidelijk maken. En mijn vraag is: wat bezielt ze? Lezen ze dan nooit enig voorbeeld van teksten over onderwerpen die hun eigen vakgebied niet zijn, zodat ze het gevoel hebben een interessante bewustzijnsverruiming te ondergaan? Zijn ze tegen inspanningen om allerlei inzichten uit de menselijke kennis gepopularizeerd te zien? Of is het gewoon een vorm van intellectueel snobisme, iets van "ik kan me interessanter maken als ik een hoop tegenargumenten bij elkaar draai, dus hier gaan we"?
Hoe dan ook, intussen verscheen een voorbeeld van een hoop bij elkaar gedraaide "tegenargumenten", en wel van de hand van de bekende (in Vlaanderen, dan) hoogleraar Rik Torfs (4). Nu moet je weten dat ikzelf vind dat Rik Torfs vaak slachtoffer is van vaak zeer flauwe aanvallen, die vaak weinig meer om het lijf hebben dan "ik maak mezelf interessanter wanneer ik tegen Torfs ben, dus hier gaan we." Alleen, wat bezielde Torfs in Godsnaam (jaja, in zijn geval met hoofdletter!) om zich aan te sluiten bij de critici van het project van Johan Braeckman?
Die vraag stelde Koen "de filosofische ingenieur" Vervloesem zich ook, en hij kreeg een briljant idee. Om te weten wat Torfs bezielde lezen we de tekst waarin hij ons dat (naar alle redelijke verwachtingen) zal meedelen! Maar lo and behold, dat viel dik tegen. En omdat ik zijn daarop volgende tegenaanval als oefening in het ontmoedigen van dat soort gratuïete kritieken op mensen als Johan Braeckman zeer geslaagd vind, zet ik maar meteen de url bij (5).
Want eerlijk gezegd, er kwamen stilaan zoveel "critici" dat ik begon te vrezen dat niemand zich er nog zou durven voor durven uitspreken. Niet, dus. En gelukkig maar.
--------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/de-evolutieleer.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/nogmaals-natuurlijke-selectie.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/de-weigering-te-weten.html
(4) http://multiblog.vrt.be/riktorfs/2008/02/08/de-waarheid-kost-geld/
(5) http://koan.filosofie.be/index.php?/archives/998-Gezocht-argument-in-tekst-van-Rik-Torfs.html
Peuter Sarah heeft het erg te pakken
Sinds drie dagen kunnen we volop nadenken over de voor- en nadelen van een kindje dat weken aan een stuk een beetje ziek is, maar nooit erg, zodat hij 's nachts wakker wordt en af en toe een beetje overgeeft, en je kent dat... Versus een kindje dat geen hap eten en zelfs geen slok water naar binnen kan krijgen zonder dat het er weer uitkomt. De nacht van donderdag op vrijdag was de mooiste: peuter Sarah ontwaakt, geeft over en heeft de volledige behandeling nodig om 12.00 en om 02.00 uur, en baby Thomas doorloopt zijn ritueel van 04.30 uur, en vanaf dan elk half uur.
Maar baby Thomas lijkt er door te zijn! Twee volle nachten slaapt hij aan één stuk door, en nu hij zich duidelijk beter voelt, nu zien we pas echt wat een lachbaby hij eigenlijk is.
Maar peuter Sarah... Eén brokje ellende is ze. "Buikje pijn" zegt ze klagelijk, en ook "kusje geven", en soms lijkt het nogal stekend en dan begint ze hartverscheurend te huilen. Tot nu toe gaat het altijd weer over en dan speelt ze en kan ze zelfs een beetje lachen... Maar nu het de derde dag is begint ze zienderogen lustelozer te worden.
Ik begin te vrezen dat het niet vanzelf gaat goed komen. het zou kunnen dat het hier wat rustiger wordt, of dat peuter Sarah de inhoud van de posts zal domineren. En de papa van peuter Sarah... Hij doet zijn groot lawaai dicht en voelt zijn klein hartje opengaan, en hij kijkt al even sip en mistroostig als peuter Sarah zelf.
---------------------------------------------
UPDATE 17.00 uur
Wel, we zijn net terug van de dokter. Standaard alarmsignalen: zo goed als geen. Is ze nog vinnig, wil de dokter weten, blijft ze actief?
Wees daar maar gerust van! Haar conversatie gaat ongeveer als volgt:
Peuter Sarah: "mama mag melkske halen voo' Saa'tje"
Mama (vermanende toon): "Hoe vraagt Saartje dat beleefd?"
Peuter Sarah (vermanende toon): "Allez, mama, melkske halen!"
Mama (op de toon waarmee je iets voordoet): "Mag ik een beetje melkske hebben alstublieft?"
Peuter Sarah: "Jàààààààà!"
Het is duidelijk dat onvoorwaardelijke overgave de beste politiek is. Die melk komt er dan wel terug uit, en dat is toen we naar de dokter gingen. Maar goed, het lijkt niets ernstigs en met enkele zeer simpele voorschriftjes gaan we terug naar huis. Veel proberen te laten drinken, een beetje aangevuld met wat fruitsap, kwestie van vocht en suikers binnen te krijgen in de periode waarin ze niet kan eten. Duimen, maar...
Maar baby Thomas lijkt er door te zijn! Twee volle nachten slaapt hij aan één stuk door, en nu hij zich duidelijk beter voelt, nu zien we pas echt wat een lachbaby hij eigenlijk is.
Maar peuter Sarah... Eén brokje ellende is ze. "Buikje pijn" zegt ze klagelijk, en ook "kusje geven", en soms lijkt het nogal stekend en dan begint ze hartverscheurend te huilen. Tot nu toe gaat het altijd weer over en dan speelt ze en kan ze zelfs een beetje lachen... Maar nu het de derde dag is begint ze zienderogen lustelozer te worden.
Ik begin te vrezen dat het niet vanzelf gaat goed komen. het zou kunnen dat het hier wat rustiger wordt, of dat peuter Sarah de inhoud van de posts zal domineren. En de papa van peuter Sarah... Hij doet zijn groot lawaai dicht en voelt zijn klein hartje opengaan, en hij kijkt al even sip en mistroostig als peuter Sarah zelf.
---------------------------------------------
UPDATE 17.00 uur
Wel, we zijn net terug van de dokter. Standaard alarmsignalen: zo goed als geen. Is ze nog vinnig, wil de dokter weten, blijft ze actief?
Wees daar maar gerust van! Haar conversatie gaat ongeveer als volgt:
Peuter Sarah: "mama mag melkske halen voo' Saa'tje"
Mama (vermanende toon): "Hoe vraagt Saartje dat beleefd?"
Peuter Sarah (vermanende toon): "Allez, mama, melkske halen!"
Mama (op de toon waarmee je iets voordoet): "Mag ik een beetje melkske hebben alstublieft?"
Peuter Sarah: "Jàààààààà!"
Het is duidelijk dat onvoorwaardelijke overgave de beste politiek is. Die melk komt er dan wel terug uit, en dat is toen we naar de dokter gingen. Maar goed, het lijkt niets ernstigs en met enkele zeer simpele voorschriftjes gaan we terug naar huis. Veel proberen te laten drinken, een beetje aangevuld met wat fruitsap, kwestie van vocht en suikers binnen te krijgen in de periode waarin ze niet kan eten. Duimen, maar...
Obama op het voorplan
De reeks verkiezingen van gisteren ging niet over zeer grote staten, en de soort formule kwam eerder Obama goed uit, maar toch. De cijfers zijn ongeveer 66 - 33 in Obama's voordeel. Het lijkt niet te geloven, maar intussen is het wel degelijk zo: Obama komt geleidelijk in eerste positie te liggen, en dat niet ergens een half jaar voor de eerste verkiezing, maar in een serie na "Supertuesday". Hij begint te lijken op die kandidaturen waar op voorhand ook zo schamper over werd gedaan, van kansloze figuurtjes als "Jimmy Carter" of "Bill Clinton". Dat is wat die dingen spannend maakt...
Iemand vertelde me dat hij het een vorm van maturiteit zou vinden, als de VS zichzelf er zou kunnen toe brengen een zwarte president te kiezen. Nu, ik zie het punt (maar geldt dat niet even goed voor een vrouw als president?), met de kleine nuance die ik eerder heb gemaakt (1). Het zou me ook wel een vorm van maturiteit lijken als we niet iedereen die niet "blank" (wijzelf) is, maar meteen "zwart" noemen. Het lijkt me denigrerend tegenover werkelijk iedereen dat we "zwart" gebruiken als een vuilbakcategorie. Als je dan toch wil verwijzen naar huidskleur, doe het dan op een realistische manier. Als één blanke ouder en één zwarte ouder genoeg is om over "zwart" te spreken, dan kan je hem volgens precies dezelfde logica ook "blank" noemen. En een logica waaronder je wit en zwart niet kan onderscheiden - ik weet het niet, hoor...
Ondertussen steekt hij toch maar de blanke establishment kandidaat voorbij. Echt geslaagd, als spektakel, en je hoeft er niet eens voor te betalen.
------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/barack-obama-zwart.html
Iemand vertelde me dat hij het een vorm van maturiteit zou vinden, als de VS zichzelf er zou kunnen toe brengen een zwarte president te kiezen. Nu, ik zie het punt (maar geldt dat niet even goed voor een vrouw als president?), met de kleine nuance die ik eerder heb gemaakt (1). Het zou me ook wel een vorm van maturiteit lijken als we niet iedereen die niet "blank" (wijzelf) is, maar meteen "zwart" noemen. Het lijkt me denigrerend tegenover werkelijk iedereen dat we "zwart" gebruiken als een vuilbakcategorie. Als je dan toch wil verwijzen naar huidskleur, doe het dan op een realistische manier. Als één blanke ouder en één zwarte ouder genoeg is om over "zwart" te spreken, dan kan je hem volgens precies dezelfde logica ook "blank" noemen. En een logica waaronder je wit en zwart niet kan onderscheiden - ik weet het niet, hoor...
Ondertussen steekt hij toch maar de blanke establishment kandidaat voorbij. Echt geslaagd, als spektakel, en je hoeft er niet eens voor te betalen.
------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/barack-obama-zwart.html
zaterdag 9 februari 2008
Een zalig lenteweertje
Ik vind juist de post terug waarin ik bijna een jaar geleden verwonderd was over hoe ik "nog in de winter" in hemdsmouwen in de tuin een boekje zat te lezen: een post van 11 maart:
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/daar-is-de-lente-daar-is-de-zon.html
De lezer raadt het al. Ik zit hier om 17.00 uur te bloggen omdat ik net een hoop tijd heb doorgebracht, zittend in de tuin, met een boekje. Het is niet begin maart, maar wel februari en het was vandaag niet in hemdsmouwen, maar met een wollen trui. De sierpruimelaar staat nog niet in bloei, maar de knopjes zijn al duidelijk zichtbaar. Peuter Sarah is het stadium waarin ze voorwerpen aanwijst en (bijvoorbeeld) "auto" zegt al lang gepasseerd. Er komen heelder zinnen uit, zoals "ik ga ondertussen boekje lezen" en "dat is hetzelfde" en "wil je nog een beetje slapen?" (het is tenslotte zaterdag) en "kijk, het is niet goed" (het kussen van haar poppenbedje is tussen de spijlen geraakt). En dat ze nog niet kon stappen zal wel niet waar geweest zijn: ze stapt alsof ze nooit iets anders heeft gedaan.
Maar het punt is: het is 11 februari, en je zit in de hof een boekje te lezen. Hoe zat het ook weer met die opwarming van de Aarde? Als ik het goed heb zijn we het punt gepasseerd waar we ontkennen dat de Aarde opwarmt, en zijn we ook het punt gepasseerd dat we beweren dat het aan de zon ligt? Ik geef toe: ik volg het allemaal niet zo erg. Genieten van het lenteweertje, dat wel, natuurlijk.
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/daar-is-de-lente-daar-is-de-zon.html
De lezer raadt het al. Ik zit hier om 17.00 uur te bloggen omdat ik net een hoop tijd heb doorgebracht, zittend in de tuin, met een boekje. Het is niet begin maart, maar wel februari en het was vandaag niet in hemdsmouwen, maar met een wollen trui. De sierpruimelaar staat nog niet in bloei, maar de knopjes zijn al duidelijk zichtbaar. Peuter Sarah is het stadium waarin ze voorwerpen aanwijst en (bijvoorbeeld) "auto" zegt al lang gepasseerd. Er komen heelder zinnen uit, zoals "ik ga ondertussen boekje lezen" en "dat is hetzelfde" en "wil je nog een beetje slapen?" (het is tenslotte zaterdag) en "kijk, het is niet goed" (het kussen van haar poppenbedje is tussen de spijlen geraakt). En dat ze nog niet kon stappen zal wel niet waar geweest zijn: ze stapt alsof ze nooit iets anders heeft gedaan.
Maar het punt is: het is 11 februari, en je zit in de hof een boekje te lezen. Hoe zat het ook weer met die opwarming van de Aarde? Als ik het goed heb zijn we het punt gepasseerd waar we ontkennen dat de Aarde opwarmt, en zijn we ook het punt gepasseerd dat we beweren dat het aan de zon ligt? Ik geef toe: ik volg het allemaal niet zo erg. Genieten van het lenteweertje, dat wel, natuurlijk.
Labels:
mijmering,
Nageslacht,
Peuter Sarah en Baby Thomas
vrijdag 8 februari 2008
Waaruit bestaan de spiraalarmen van de Melkweg?
Enkele maanden na mijn klacht dat het niet gemakkelijk was een beeld te krijgen van de structuur van de Melkweg (1) probeer ik nog eens opnieuw. De kunst is zoals steeds fatsoenlijke trefwoorden te vinden, en ineens krijg ik een idee. In een SF boek van (als ik me goed herinner) Keith Laumer (dat zal dan Space Odyssee geweest zijn) legt de held de hand op een ruimteschip, en reist samen met een kornuit "alle havens van de Arm" af. De "Arm", dat is dan één van de spiraalarmen van de melkweg, een gigantische verzameling sterren en gaswolken, uitgespreid over duizenden lichtjaren, en toch nog steeds alleen maar één onderdeel van de Melkweg zelf.
De spiraalarm waarin onze zon zich bevindt heet de "Orion Arm" en dus besloot ik met Google de helden van Laumer te volgen en te zien wat ik over de Orion Arm te weten kon komen. En na wat gepuzzel op die term kwam ik terecht op de volgende alleraardigste site voor mensen op mijn niveau:
http://users.skynet.be/sky03361/index.html
Ik veronderstel dat je er als professional niet veel zal leren, maar iemand met een gezonde belangstelling en te veel andere dingen aan zijn hoofd kan er een heel redelijk overzicht krijgen van enkele "dingen die iedereen zou moeten weten". In een collectie van vier "reizen" neemt de auteur je mee, weg van onze planeet, door ons zonnestelsel , vervolgens door een deel van de Melkweg, en tenslotte weg van de Melkweg naar de intergalactische ruimte.
En ik vond het werkelijk knap gedaan! Zoiets boeit me. Wie maakt nu zoiets? Als ik aanneem dat iemand die dat voor mekaar krijgt nog veel meer weet dan ze (de auteur blijkt Annemie Maertens te heten) neerschrijft, dan moet het iemand zijn die niet alleen maar een boekje of twee heeft gelezen. Is dat gewoon voor de lol gedaan, of op aanvraag van iemand? Of misschien gewoon in de hoop dat iemand als ik langskomt en er veel plezier aan beleeft? Ik zou het werkelijk niet weten, maar het charmeert me. Het zou meer moeten gebeuren - of misschien gebeurt het al en moet het gewoon nog gemakkelijker worden om het ook te vinden?
De site herinnert me aan een vraag waar ik al een tijd mee zit. Die spiraalarmen... Op het eerste zicht denk je dat de sterren in een soort draaiende beweging rond het centrum van een melkweg slingeren, en dat de donkere regio's de plaatsen zijn waar er minder sterren zitten. Maar ergens (Smolin?) heb ik gelezen dat de sterren zelf misschien wel gewoon evenredig verdeeld zitten. De reden waarom je in dat geval oplichtende spiraalarmen en donkere regio's hebt, is dat de spiraalarmen de plaatsen zijn waar niet zozeer veel sterren zitten (want die zaten immers evenredig verdeeld) als wel de plaatsen waar veel gaswolken zitten.
De sterren zelf staan enorm ver uit elkaar. Ze zijn niet zelf de bron van de oplichtende armen, maar ze zijn wel de bron van het licht dat op die gaswolken weerkaatst. En die weerkaatsing van de gaswolken is wat maakt dat sommige delen van de Melkweg oplichten: namelijk de delen waar er gaswolken zijn. Terwijl de andere regio's, ondanks de aanwezigheid van ruwweg evenveel sterren, relatief donker zijn: er is niet veel materie om het sterrenlicht te weerkaatsen.
Op het eerste zicht zijn dat twee verschillende theorieën over de structuur van de Melkweg. Ik heb geen flauw idee welke van de twee correct is. Ik heb ook geen flauw idee of de mensheid zelf dat wel weet. Mocht iemand er meer van weten: zoals gewoonlijk...
---------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/08/de-anatomie-van-de-melkweg.html
De spiraalarm waarin onze zon zich bevindt heet de "Orion Arm" en dus besloot ik met Google de helden van Laumer te volgen en te zien wat ik over de Orion Arm te weten kon komen. En na wat gepuzzel op die term kwam ik terecht op de volgende alleraardigste site voor mensen op mijn niveau:
http://users.skynet.be/sky03361/index.html
Ik veronderstel dat je er als professional niet veel zal leren, maar iemand met een gezonde belangstelling en te veel andere dingen aan zijn hoofd kan er een heel redelijk overzicht krijgen van enkele "dingen die iedereen zou moeten weten". In een collectie van vier "reizen" neemt de auteur je mee, weg van onze planeet, door ons zonnestelsel , vervolgens door een deel van de Melkweg, en tenslotte weg van de Melkweg naar de intergalactische ruimte.
En ik vond het werkelijk knap gedaan! Zoiets boeit me. Wie maakt nu zoiets? Als ik aanneem dat iemand die dat voor mekaar krijgt nog veel meer weet dan ze (de auteur blijkt Annemie Maertens te heten) neerschrijft, dan moet het iemand zijn die niet alleen maar een boekje of twee heeft gelezen. Is dat gewoon voor de lol gedaan, of op aanvraag van iemand? Of misschien gewoon in de hoop dat iemand als ik langskomt en er veel plezier aan beleeft? Ik zou het werkelijk niet weten, maar het charmeert me. Het zou meer moeten gebeuren - of misschien gebeurt het al en moet het gewoon nog gemakkelijker worden om het ook te vinden?
De site herinnert me aan een vraag waar ik al een tijd mee zit. Die spiraalarmen... Op het eerste zicht denk je dat de sterren in een soort draaiende beweging rond het centrum van een melkweg slingeren, en dat de donkere regio's de plaatsen zijn waar er minder sterren zitten. Maar ergens (Smolin?) heb ik gelezen dat de sterren zelf misschien wel gewoon evenredig verdeeld zitten. De reden waarom je in dat geval oplichtende spiraalarmen en donkere regio's hebt, is dat de spiraalarmen de plaatsen zijn waar niet zozeer veel sterren zitten (want die zaten immers evenredig verdeeld) als wel de plaatsen waar veel gaswolken zitten.
De sterren zelf staan enorm ver uit elkaar. Ze zijn niet zelf de bron van de oplichtende armen, maar ze zijn wel de bron van het licht dat op die gaswolken weerkaatst. En die weerkaatsing van de gaswolken is wat maakt dat sommige delen van de Melkweg oplichten: namelijk de delen waar er gaswolken zijn. Terwijl de andere regio's, ondanks de aanwezigheid van ruwweg evenveel sterren, relatief donker zijn: er is niet veel materie om het sterrenlicht te weerkaatsen.
Op het eerste zicht zijn dat twee verschillende theorieën over de structuur van de Melkweg. Ik heb geen flauw idee welke van de twee correct is. Ik heb ook geen flauw idee of de mensheid zelf dat wel weet. Mocht iemand er meer van weten: zoals gewoonlijk...
---------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/08/de-anatomie-van-de-melkweg.html
donderdag 7 februari 2008
Nog over "links" en "rechts"
In de commentaren bij de post Was Hitler Links (1) toont Luc Van Braekel (van één van de meest succesrijke blogs (2) van België) zich ontevreden over de gang van zaken. Ik mocht (onder andere) niet het etiket "pathetisch" uitdelen als ik niet zelf de moeite deed om termen als "links" (en de rest) in te vullen. Dat maakte het allemaal "superarrogant", het deed Luc "aardig walgen", het maakte mij "Mister Perfect" en de post "much ado about nothing", en trouwens, de post "stonk" en zelfs "heel erg".
In ieder geval kunnen we niet zeggen dat het niet iets geraakt heeft! Als ik bedenk hoe het allemaal komt van iemand die al jaren een forum geeft aan ideeën als (om nu maar één voorbeeld uit een zéér lange rij te noemen) "wie niet voor Bush is staat achter de terroristen" (als ik op een dag een manier vind om dat soort arrogantie te evenaren laat ik het direct weten) zal ik het allemaal maar niet te letterlijk nemen. Er staat ook iets reëels tussen, dat samen met een IRL reactie nu al voor de derde keer opduikt. Je hebt alleen bewezen, zei mijn real life gesprekspartner, dat je uit Hayeks gebruik van het woord collectivisme niet kan afleiden dat Hitler links was. Maar dat betekent niet eens dat Hitler niet links was!
Kijk toch eens aan, een fraai doelpunt en er was niet één scheldwoord voor nodig.
Ik schreef ook al hoe moeilijk je het krijgt als je in deze discussie probeert opheldering te brengen door definities in te voeren (3). Op basis van de argumenten daar denk ik dat het helemaal niet zo'n slechte eerste benadering is om de begrippen "links" en "rechts" te behandelen zoals de spreektaal ze behandelt. Zij zijn als het ware ons meest absolute kader, waarbinnen al de rest moet vallen. En merk op dat je alleen in een zeer bepaalde omgeving pogingen zal zien om het voor "spreektaal" te doen doorgaan alsof Hitler links was - maar soit.
Volgens mijn huidige pogingen om toch een beetje verder te komen dan die "eerste benadering" kunnen we de tegenstelling "links- rechts" dan preciseren door er een verzamelnaam van concretere tegenstellingen van te maken. De vraag is dan voor welke tegenstellingen de dichotomie "links vs rechts" representatief is. Hier zijn een paar vlugge kandidaten:
progressief - conservatief
gelijkheid - ongelijkheid
anarchistisch - autoritair
internationalistisch - nationalistisch
globalistisch - parochialistisch
universalistisch - xenofoob
individuele vrijheid - collectivisme
Als je het gevoel krijgt dat niet alle pogingen geloofwaardig onder de links-rechts tegenstelling te vangen zijn: dat was ook een beetje de bedoeling. Criticus Luc zelf heeft op zijn eigen blog dan ook wel eens gespeeld met een meerdimensioneel beeld. In plaats van één enkele richting krijg je dan (bijvoorbeeld) een economische dimensie en een culturele dimensie, als een X-as en een Y-as. Met twee dimensies kan je iemand die collectivistisch is in zijn economie zowel in een nationalistische als in een internationalistische hoek plaatsen in de (noem het) culturele dimensie.
Eén van de dingen die ik wil laten zien met de lange rij tegenstellingen die in de "links-rechts" dimensie moeten (of kunnen) terechtkomen, is dat je er ook met twee of drie dimensies niet komt. Een tweede probleem is dat je alleen maar woorden kan gebruiken als "universalistisch" en "xenofoob" om er vaak veel genuanceerdere realiteiten mee aan te duiden. Wéér dat probleem van definities: wat betekenen die woorden precies? Kan je die realiteiten niet beter anders vatten? Gebruik ik beter "racistisch" dan "xenofoob", of is dat zo geladen als woord dat mensen de indruk krijgen dat die kant meteen scheldend is afgewimpeld? Nog een probleem is dat je niet noodzakelijk met deze sterke tegenstellingen moet werken. Als iemand zichzelf "links" plaatst omdat hij van gelijkheid een prioriteit maakt, en ik als liberaal daar géén prioriteit in zie - dan moet ik me daarom toch niet iemand die voor ongelijkheid is laten noemen? (Zie je het verband met "wie niet voor Bush is, is voor de terroristen"?)
Al die dingen leiden tot de conclusie dat "Hitler was links" uiteindelijk een betekenisloze slogan is. Dat is min of meer wat lezer Ivan Janssens zegt, en nog consequenter lezer VH: als het "eigenlijk" betekenisloos is, dan is degene die het toch wil beweren "eigenlijk" propaganda aan het maken.
Op een nogal minimalistisch niveau zou ik daarmee wel tevreden zijn. Ik vind die pogingen om dat soort propaganda te maken nogal "dom" en "pathetisch" en als iemand dat op zijn beurt "superarrogant" vindt - wel, we mogen ons allemaal beroepen op de slogan "vrij denken, vrij spreken", nietwaar? En daarmee is mijn punt gemaakt: laten we de slogan niet meer gebruiken, in het beste geval betekent hij niets.
En tegelijk blijf ik wat spelen met de vraag of we niet beter kunnen. Maar zoals ik nu hoop te hebben getoond: dat is een behoorlijk moeilijk probleem. Welke van de hogergenoemde dichotomieën zijn bruikbaar? Welke niet? Welke ontbreken? Hoe ga je om met al die dimensies? Sommige mensen zeggen "bweurk" als je daar niet onmiddellijk een antwoord op hebt - sta me toe dat ik er zelf nog even blijf op zoeken.
Oh, en alle suggesties welkom, natuurlijk.
---------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/was-hitler-links.html
(2) http://lvb.net/nederlands.php
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/zin-en-onzin-van-definities.html
In ieder geval kunnen we niet zeggen dat het niet iets geraakt heeft! Als ik bedenk hoe het allemaal komt van iemand die al jaren een forum geeft aan ideeën als (om nu maar één voorbeeld uit een zéér lange rij te noemen) "wie niet voor Bush is staat achter de terroristen" (als ik op een dag een manier vind om dat soort arrogantie te evenaren laat ik het direct weten) zal ik het allemaal maar niet te letterlijk nemen. Er staat ook iets reëels tussen, dat samen met een IRL reactie nu al voor de derde keer opduikt. Je hebt alleen bewezen, zei mijn real life gesprekspartner, dat je uit Hayeks gebruik van het woord collectivisme niet kan afleiden dat Hitler links was. Maar dat betekent niet eens dat Hitler niet links was!
Kijk toch eens aan, een fraai doelpunt en er was niet één scheldwoord voor nodig.
Ik schreef ook al hoe moeilijk je het krijgt als je in deze discussie probeert opheldering te brengen door definities in te voeren (3). Op basis van de argumenten daar denk ik dat het helemaal niet zo'n slechte eerste benadering is om de begrippen "links" en "rechts" te behandelen zoals de spreektaal ze behandelt. Zij zijn als het ware ons meest absolute kader, waarbinnen al de rest moet vallen. En merk op dat je alleen in een zeer bepaalde omgeving pogingen zal zien om het voor "spreektaal" te doen doorgaan alsof Hitler links was - maar soit.
Volgens mijn huidige pogingen om toch een beetje verder te komen dan die "eerste benadering" kunnen we de tegenstelling "links- rechts" dan preciseren door er een verzamelnaam van concretere tegenstellingen van te maken. De vraag is dan voor welke tegenstellingen de dichotomie "links vs rechts" representatief is. Hier zijn een paar vlugge kandidaten:
progressief - conservatief
gelijkheid - ongelijkheid
anarchistisch - autoritair
internationalistisch - nationalistisch
globalistisch - parochialistisch
universalistisch - xenofoob
individuele vrijheid - collectivisme
Als je het gevoel krijgt dat niet alle pogingen geloofwaardig onder de links-rechts tegenstelling te vangen zijn: dat was ook een beetje de bedoeling. Criticus Luc zelf heeft op zijn eigen blog dan ook wel eens gespeeld met een meerdimensioneel beeld. In plaats van één enkele richting krijg je dan (bijvoorbeeld) een economische dimensie en een culturele dimensie, als een X-as en een Y-as. Met twee dimensies kan je iemand die collectivistisch is in zijn economie zowel in een nationalistische als in een internationalistische hoek plaatsen in de (noem het) culturele dimensie.
Eén van de dingen die ik wil laten zien met de lange rij tegenstellingen die in de "links-rechts" dimensie moeten (of kunnen) terechtkomen, is dat je er ook met twee of drie dimensies niet komt. Een tweede probleem is dat je alleen maar woorden kan gebruiken als "universalistisch" en "xenofoob" om er vaak veel genuanceerdere realiteiten mee aan te duiden. Wéér dat probleem van definities: wat betekenen die woorden precies? Kan je die realiteiten niet beter anders vatten? Gebruik ik beter "racistisch" dan "xenofoob", of is dat zo geladen als woord dat mensen de indruk krijgen dat die kant meteen scheldend is afgewimpeld? Nog een probleem is dat je niet noodzakelijk met deze sterke tegenstellingen moet werken. Als iemand zichzelf "links" plaatst omdat hij van gelijkheid een prioriteit maakt, en ik als liberaal daar géén prioriteit in zie - dan moet ik me daarom toch niet iemand die voor ongelijkheid is laten noemen? (Zie je het verband met "wie niet voor Bush is, is voor de terroristen"?)
Al die dingen leiden tot de conclusie dat "Hitler was links" uiteindelijk een betekenisloze slogan is. Dat is min of meer wat lezer Ivan Janssens zegt, en nog consequenter lezer VH: als het "eigenlijk" betekenisloos is, dan is degene die het toch wil beweren "eigenlijk" propaganda aan het maken.
Op een nogal minimalistisch niveau zou ik daarmee wel tevreden zijn. Ik vind die pogingen om dat soort propaganda te maken nogal "dom" en "pathetisch" en als iemand dat op zijn beurt "superarrogant" vindt - wel, we mogen ons allemaal beroepen op de slogan "vrij denken, vrij spreken", nietwaar? En daarmee is mijn punt gemaakt: laten we de slogan niet meer gebruiken, in het beste geval betekent hij niets.
En tegelijk blijf ik wat spelen met de vraag of we niet beter kunnen. Maar zoals ik nu hoop te hebben getoond: dat is een behoorlijk moeilijk probleem. Welke van de hogergenoemde dichotomieën zijn bruikbaar? Welke niet? Welke ontbreken? Hoe ga je om met al die dimensies? Sommige mensen zeggen "bweurk" als je daar niet onmiddellijk een antwoord op hebt - sta me toe dat ik er zelf nog even blijf op zoeken.
Oh, en alle suggesties welkom, natuurlijk.
---------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/was-hitler-links.html
(2) http://lvb.net/nederlands.php
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/zin-en-onzin-van-definities.html
woensdag 6 februari 2008
Niet zo goed voor de Democraten?
Na Supertuesday kan ik met de beste wil van de wereld niet meer volhouden dat mijn voorspellingen over Obama correct waren. Oh, ik blijf proberen, hoor, van "ik zei toch dat hij ons ging verrassen?". Maar laten we eerlijk zijn. Hij ging ons verrassen in de zin dat "nu pas" ging duidelijk zijn dat Clinton de nominee van de Democraten werd, en dat hij formeel nog altijd in de running ging zijn, terwijl iedereen hem tegen nu al ging afgeschreven hebben.
Niet, dus. De Democraten hebben nog altijd twee volwaardige kandidaten, en ik zou eerlijk gezegd geen geld meer durven verwedden op meer dan 50% kans voor Clinton. En daarmee slinger ik terug naar mijn "beware what you wish for" van enkele dagen geleden. ik vond (en vind) het wel goed dat er een echte race is. Maar nu begint het er naar uit te zien dat de aanslepende rivaliteit de partij zal verdelen - en dat helpt werkelijk niemand vooruit. Ik weet niet hoe het kan gebeuren, maar eigenlijk zouden de Democraten nu stilaan zo snel mogelijk een doorbraak moeten afdwingen.
Bij de Republiekeinen lijkt het er op dat McCain de nominatie binnensleept. Daarmee komt een nog groter gat in mijn inzicht aan het licht. Ik had wel altijd ingezien dat ik slachtoffer van het "dwergfenomeen" was: je hecht er weinig belang aan, niet omdat ze onbelangrijk zijn, maar omdat ze in je perceptie onbelangrijk zijn. En zo "ontdek" ik (sinds enkele weken geleden) dat sommige conservatieven verklaren dat ze nog liever op de Democraten zouden stemmen dan op McCain! Jaja, hij is voor de Irakoorlog, maar in andere opzichten is hij blijkbaar niet fundamentalistisch genoeg. Wel, dat is dus nieuw voor me - het werpt toch een heel ander licht op de zaak.
In ieder geval, de Republiekeinen hebben nu een fatsoenlijke (niet in de zin dat ik er op zou stemmen, weliswaar), geloofwaardige kandidaat, en dat is een goede zaak voor iedereen: ze kunnen hem kiezen, maar ze moeten dat niet doen. Democratie kan mooi zijn. Maar de Democraten zouden wel eens verzwakt kunnen worden door de aanslepende strijd. Ik zou zeker tevreden zijn als anti-oorlog Obama pro-oorlog McCain verslaat. Ik zal me er sportief bij neerleggen als het omgekeerd wordt. Maar ik zou het jammer vinden als de Democraten zichzelf zouden verslaan met een te lang aanslepende voorverkiezing.
Niet, dus. De Democraten hebben nog altijd twee volwaardige kandidaten, en ik zou eerlijk gezegd geen geld meer durven verwedden op meer dan 50% kans voor Clinton. En daarmee slinger ik terug naar mijn "beware what you wish for" van enkele dagen geleden. ik vond (en vind) het wel goed dat er een echte race is. Maar nu begint het er naar uit te zien dat de aanslepende rivaliteit de partij zal verdelen - en dat helpt werkelijk niemand vooruit. Ik weet niet hoe het kan gebeuren, maar eigenlijk zouden de Democraten nu stilaan zo snel mogelijk een doorbraak moeten afdwingen.
Bij de Republiekeinen lijkt het er op dat McCain de nominatie binnensleept. Daarmee komt een nog groter gat in mijn inzicht aan het licht. Ik had wel altijd ingezien dat ik slachtoffer van het "dwergfenomeen" was: je hecht er weinig belang aan, niet omdat ze onbelangrijk zijn, maar omdat ze in je perceptie onbelangrijk zijn. En zo "ontdek" ik (sinds enkele weken geleden) dat sommige conservatieven verklaren dat ze nog liever op de Democraten zouden stemmen dan op McCain! Jaja, hij is voor de Irakoorlog, maar in andere opzichten is hij blijkbaar niet fundamentalistisch genoeg. Wel, dat is dus nieuw voor me - het werpt toch een heel ander licht op de zaak.
In ieder geval, de Republiekeinen hebben nu een fatsoenlijke (niet in de zin dat ik er op zou stemmen, weliswaar), geloofwaardige kandidaat, en dat is een goede zaak voor iedereen: ze kunnen hem kiezen, maar ze moeten dat niet doen. Democratie kan mooi zijn. Maar de Democraten zouden wel eens verzwakt kunnen worden door de aanslepende strijd. Ik zou zeker tevreden zijn als anti-oorlog Obama pro-oorlog McCain verslaat. Ik zal me er sportief bij neerleggen als het omgekeerd wordt. Maar ik zou het jammer vinden als de Democraten zichzelf zouden verslaan met een te lang aanslepende voorverkiezing.
dinsdag 5 februari 2008
Intercontinental, Warschau
Het Intercontinental Hotel in Warschau is een toren van meer dan 40 verdiepingen. Als je op de 34ste zit, en 's nachts blaast er een forse wind, dan kan het gebeuren dat het gebouw zo begint te schommelen dat de kasten er van gaan rammelen.
Nu, zolang je er niet voor moet opstaan om er een fles melk aan te geven valt het nog mee, natuurlijk.
Tot mijn verbazing bleek de airco er te werken. Het is zoals in alle zakenhotels van Europa te warm in de kamer, maar anders dan in de andere zakenhotels in Europa daalt de temperatuur er aanzienlijk als je de thermostaat van 23 naar 19 schuift. En tot mijn grote verbazing is de koffie er niet het zurige brouwsel dat alle andere zakenhotels in Europa voorschotelen, maar eigenlijk best wel te drinken.
Kijk, kijk, het kan dus toch.
OK, de lezer heeft het al door, net terug van twee vermoeiende dagen, niet alles dat fout kon gaan is ook werkelijk fout gegaan, maar ik ben echt te moe om veel te bloggen.
Nu, zolang je er niet voor moet opstaan om er een fles melk aan te geven valt het nog mee, natuurlijk.
Tot mijn verbazing bleek de airco er te werken. Het is zoals in alle zakenhotels van Europa te warm in de kamer, maar anders dan in de andere zakenhotels in Europa daalt de temperatuur er aanzienlijk als je de thermostaat van 23 naar 19 schuift. En tot mijn grote verbazing is de koffie er niet het zurige brouwsel dat alle andere zakenhotels in Europa voorschotelen, maar eigenlijk best wel te drinken.
Kijk, kijk, het kan dus toch.
OK, de lezer heeft het al door, net terug van twee vermoeiende dagen, niet alles dat fout kon gaan is ook werkelijk fout gegaan, maar ik ben echt te moe om veel te bloggen.
zondag 3 februari 2008
Goed nieuws voor de "linkse critici"!
Een bedachtzame geest merkte op dat de huidige financiële crisis ook de crisis van de nieuwe boekhoudregels is. Dat klinkt even interessant als het telefoonboek: altijd een goede gelegenheid om te proberen het verschil te maken!
De "boekhouding" is een systeem om van elke economische operatie twee dingen op te volgen. Het eerste is waar het geld vandaan komt. Het tweede is wat er mee gebeurt. Bijvoorbeeld, zeg dat je een huis koopt dat 100,000 euro kost. Je neemt een stuk papier en je schrijft op "huis: 100,000 euro".
Daarmee weet je wat er met geld gebeurd is. Maar je weet nog niet waar het vandaan komt. Dat schrijven we in een tweede kolom. Stel dat het je eigen spaargeld was. Je schrijft in de tweede kolom iets als "eigen middelen: 100,000 euro". We merken terzijde op dat het totaal van de twee kolommen gelijk is.
En als je maar 20,000 spaargeld had en de rest had geleend? Dan schrijf je in je tweede kolom bij "eigen middelen" het getal 20,000 en je schrijft op een nieuwe lijn "lening bank: 80,000". Het totaal van de twee kolommen is alweer gelijk en... we zijn vertrokken! Misschien krijg je nog eens een lening van je broer om het huis op te knappen, dus in de twee kolom maak je weer een nieuwe lijn met daarop "lening broer: 10,000". Om het gemakkelijk te maken zeggen we dat de waarde van je huis ook met 10,000 steeg, zodat je nu in je eerste kolom naast "huis" 110,000 kan schrijven.
Nu kan het zijn dat je geld (van jezelf of de bank of iemand anders: het zal in de tweede kolom staan) investeert, maar dat het de waarde van wat er in je eerste kolom staat niet verhoogt. "Kosten". Als we een extra 10,000 in de rechterkant moesten schrijven terwijl de linkerkant gelijk blijft, dan zijn de twee totalen niet meer in evenwicht. Maar je voelt intuïtief dat we niet aan het knoeien (wel integendeel!) zijn als we ze in evenwicht houden. We maken weer een lijn bij in de twee kolom, we noemen die "verlies", en we zetten daar een negatief cijfer van 10,000. En de twee kolommen zijn weer in evenwicht!
Zo werkt de boekhouding. Het is een systeem dat toelaat op te volgen waar geld vandaan komt, wat ermee gebeurt, en hoe het in de tijd evolueert in termen van "winst" en "verlies". Eenvoudig maar simpel.
Hoe kan dan nu de huidige crisis te maken hebben met de boekhouding? Wel, als je een huis koopt om er in te wonen, dan heb je waarschijnlijk geen interesse voor de schommelingen van de waarde ervan, pakweg, elke drie maand of elk jaar. Dus waarom zou je je met die kolommetjes gaan bezig houden? Of als je een obligatie had gekocht met je spaargeld (links: "obligatie 5%: 10,000" en rechts "spaargeld: 10,000") en je houdt die bij tot je op vervaldag heel het pak met rente terug krijgt, dan heb je ook geen zin om vandaag wegens de gestegen rentes een verlies op je obligatie te boeken. Zeker, je zou meer verdienen als je vandaag een obligatie kocht in plaats van twee jaar geleden, en zeker, jouw obligatie is geen 10,000 meer waard, maar wel 9,000 - maar who cares? Je wacht toch gewoon tot de vervaldag, en je hebt je geld terug?
Daar is iets voor te zeggen als particulier, maar om allerlei goede redenen is dat niet hoe het werkt als je een financiële instelling bent. Gebaseerd op een (begrijpelijk en terecht) verlangen naar transparantie, in combinatie met onberispelijke neo-liberale theorie, bestaat er een tendens om almaar meer activa van financiële instellingen in de boeken te waarderen aan de prijs waaraan je ze op dat moment in de markt kan verkopen - en dus niet aan de prijs die je later denkt te krijgen, of de prijs waaraan je ze destijds gekocht hebt. De vrije markt, zo vinden wij neo-liberalen, is de beste manier om te weten wat de waarde van iets is!
Alleen, vandaag zit er een heuse paniek in de markten. En dat duurt nu al meerdere maanden. Misschien staan alleen de huizen in de VS onder druk, maar mogelijk is er een financiële besmetting naar andere activa toe. Met andere woorden, er is onzekerheid, en wegens die onzekerheid wil niemand allerlei financiële activa kopen, zelfs al zijn ze misschien perfect gezond. Die "misschien" zegt alles: als ze "misschien" gezond zijn, dan zijn ze "misschien" ook niet gezond.
Maar als niemand die activa wil kopen, dan zijn er geen prijzen, of alleen zeer lage prijzen, ook al zijn ze (misschien) gezond. Terwijl als wij neoliberalen volgens onze eigen filosofie onze activa willen waarderen aan "marktprijs", de linkerkanten van onze boekhoudingen plotseling het zweefvermogen van een baksteen krijgen, zonder dat er aan de rechterkanten (hoeveel is er geïnvesteerd) iets is veranderd. En dus moeten we weer "verlies" boeken. Veel verlies. Tegenwoordig zelfs heel, heel veel verlies - we zitten boven de 100 mlijard dollar, en het kan gemakkelijk nog oplopen. En dat maakt dat het "vertrouwen" zoek is, wat op beurt gemakkelijk de crisis nog kan verergeren.
Toch kunnen die verliezen, of grote delen van die verliezen, puur papieren verliezen zijn. Maar hoe harder wij, neo-liberalen vasthouden aan onze eigen filosofie, hoe minder we ons daarop kunnen beroepen! Terwijl, hoe harder we proberen op te merken dat de crisis in zekere mate artificiëel is (laat me duidelijk zijn: ik denk dat de crisis in een grote mate ook reëel is, en dat er een hoop mensen een hoop echt geld kwijt zijn. Tja, dat is "risico", hé, als het niet mogelijk was om er aan te verliezen heet het geen "risico" maar wel "een machientje om geld te drukken"), hoe harder we de facto in vraag stellen dat de markten de beste manier zijn om activa te waarderen.
Ik beschouw mezelf zeker niet als één van de "linkse critici". Maar ik beschouw mezelf ook niet als iemand die zijn opinies over "welvaart", "kapitalisme" en "vrije markten" om politieke redenen heeft gevormd. Ik denk werkelijk dat er tussen die dingen een sterk verband bestaat, en ik denk tegelijk dat we daar geen dogma van moeten maken. En dus denk ik dat de kritisch-rationalisten, hetzij van "links" of van "rechts", hier een heel goed onderwerp om over na te denken hebben.
De "boekhouding" is een systeem om van elke economische operatie twee dingen op te volgen. Het eerste is waar het geld vandaan komt. Het tweede is wat er mee gebeurt. Bijvoorbeeld, zeg dat je een huis koopt dat 100,000 euro kost. Je neemt een stuk papier en je schrijft op "huis: 100,000 euro".
Daarmee weet je wat er met geld gebeurd is. Maar je weet nog niet waar het vandaan komt. Dat schrijven we in een tweede kolom. Stel dat het je eigen spaargeld was. Je schrijft in de tweede kolom iets als "eigen middelen: 100,000 euro". We merken terzijde op dat het totaal van de twee kolommen gelijk is.
En als je maar 20,000 spaargeld had en de rest had geleend? Dan schrijf je in je tweede kolom bij "eigen middelen" het getal 20,000 en je schrijft op een nieuwe lijn "lening bank: 80,000". Het totaal van de twee kolommen is alweer gelijk en... we zijn vertrokken! Misschien krijg je nog eens een lening van je broer om het huis op te knappen, dus in de twee kolom maak je weer een nieuwe lijn met daarop "lening broer: 10,000". Om het gemakkelijk te maken zeggen we dat de waarde van je huis ook met 10,000 steeg, zodat je nu in je eerste kolom naast "huis" 110,000 kan schrijven.
Nu kan het zijn dat je geld (van jezelf of de bank of iemand anders: het zal in de tweede kolom staan) investeert, maar dat het de waarde van wat er in je eerste kolom staat niet verhoogt. "Kosten". Als we een extra 10,000 in de rechterkant moesten schrijven terwijl de linkerkant gelijk blijft, dan zijn de twee totalen niet meer in evenwicht. Maar je voelt intuïtief dat we niet aan het knoeien (wel integendeel!) zijn als we ze in evenwicht houden. We maken weer een lijn bij in de twee kolom, we noemen die "verlies", en we zetten daar een negatief cijfer van 10,000. En de twee kolommen zijn weer in evenwicht!
Zo werkt de boekhouding. Het is een systeem dat toelaat op te volgen waar geld vandaan komt, wat ermee gebeurt, en hoe het in de tijd evolueert in termen van "winst" en "verlies". Eenvoudig maar simpel.
Hoe kan dan nu de huidige crisis te maken hebben met de boekhouding? Wel, als je een huis koopt om er in te wonen, dan heb je waarschijnlijk geen interesse voor de schommelingen van de waarde ervan, pakweg, elke drie maand of elk jaar. Dus waarom zou je je met die kolommetjes gaan bezig houden? Of als je een obligatie had gekocht met je spaargeld (links: "obligatie 5%: 10,000" en rechts "spaargeld: 10,000") en je houdt die bij tot je op vervaldag heel het pak met rente terug krijgt, dan heb je ook geen zin om vandaag wegens de gestegen rentes een verlies op je obligatie te boeken. Zeker, je zou meer verdienen als je vandaag een obligatie kocht in plaats van twee jaar geleden, en zeker, jouw obligatie is geen 10,000 meer waard, maar wel 9,000 - maar who cares? Je wacht toch gewoon tot de vervaldag, en je hebt je geld terug?
Daar is iets voor te zeggen als particulier, maar om allerlei goede redenen is dat niet hoe het werkt als je een financiële instelling bent. Gebaseerd op een (begrijpelijk en terecht) verlangen naar transparantie, in combinatie met onberispelijke neo-liberale theorie, bestaat er een tendens om almaar meer activa van financiële instellingen in de boeken te waarderen aan de prijs waaraan je ze op dat moment in de markt kan verkopen - en dus niet aan de prijs die je later denkt te krijgen, of de prijs waaraan je ze destijds gekocht hebt. De vrije markt, zo vinden wij neo-liberalen, is de beste manier om te weten wat de waarde van iets is!
Alleen, vandaag zit er een heuse paniek in de markten. En dat duurt nu al meerdere maanden. Misschien staan alleen de huizen in de VS onder druk, maar mogelijk is er een financiële besmetting naar andere activa toe. Met andere woorden, er is onzekerheid, en wegens die onzekerheid wil niemand allerlei financiële activa kopen, zelfs al zijn ze misschien perfect gezond. Die "misschien" zegt alles: als ze "misschien" gezond zijn, dan zijn ze "misschien" ook niet gezond.
Maar als niemand die activa wil kopen, dan zijn er geen prijzen, of alleen zeer lage prijzen, ook al zijn ze (misschien) gezond. Terwijl als wij neoliberalen volgens onze eigen filosofie onze activa willen waarderen aan "marktprijs", de linkerkanten van onze boekhoudingen plotseling het zweefvermogen van een baksteen krijgen, zonder dat er aan de rechterkanten (hoeveel is er geïnvesteerd) iets is veranderd. En dus moeten we weer "verlies" boeken. Veel verlies. Tegenwoordig zelfs heel, heel veel verlies - we zitten boven de 100 mlijard dollar, en het kan gemakkelijk nog oplopen. En dat maakt dat het "vertrouwen" zoek is, wat op beurt gemakkelijk de crisis nog kan verergeren.
Toch kunnen die verliezen, of grote delen van die verliezen, puur papieren verliezen zijn. Maar hoe harder wij, neo-liberalen vasthouden aan onze eigen filosofie, hoe minder we ons daarop kunnen beroepen! Terwijl, hoe harder we proberen op te merken dat de crisis in zekere mate artificiëel is (laat me duidelijk zijn: ik denk dat de crisis in een grote mate ook reëel is, en dat er een hoop mensen een hoop echt geld kwijt zijn. Tja, dat is "risico", hé, als het niet mogelijk was om er aan te verliezen heet het geen "risico" maar wel "een machientje om geld te drukken"), hoe harder we de facto in vraag stellen dat de markten de beste manier zijn om activa te waarderen.
Ik beschouw mezelf zeker niet als één van de "linkse critici". Maar ik beschouw mezelf ook niet als iemand die zijn opinies over "welvaart", "kapitalisme" en "vrije markten" om politieke redenen heeft gevormd. Ik denk werkelijk dat er tussen die dingen een sterk verband bestaat, en ik denk tegelijk dat we daar geen dogma van moeten maken. En dus denk ik dat de kritisch-rationalisten, hetzij van "links" of van "rechts", hier een heel goed onderwerp om over na te denken hebben.
zaterdag 2 februari 2008
Zin en Onzin van Definities
Enkele reacties - zowel "in real life" als bij de post zelf - wezen me er op dat je bij vragen als "was Hitler links (of juist rechts)?" (1) eerst moet weten wat die termen betekenen. De real life commentator vond dat de post een goed punt maakte, maar vond ook "zo weet ik wel nog altijd niet of Hitler links of rechts was".
Er zijn twee dingen. Ik erken (vanzelfsprekend) het punt. Het is dan ook een zeer moeilijk punt, en ik verwacht wel dat ik er de komende weken nog op terugkom. Tegelijk wil ik de kwestie ook relativeren. In zijn The Open Society and its Enemies (als ik me dat goed herinner, ik zou gaan zoeken in de eerste hoofdstukken van deel II) merkt Karl Popper op dat het verlangen om de termen te definiëren per definitie beperkt moet zijn. Immers, als je een term definiëert, dan moet je vermijden dat je dezelfde term in je omschrijving terug laat komen: anders zit je met een cirkelredenering. Maar in dat geval zal je nieuwe termen moeten gebruiken. En van die nieuwe termen kan je je dan ook weer afvragen wat ze betekenen, enzovoort tot in de eeuwen der eeuwen, amen. Dus mijn eerste reactie: ik erken het punt, maar je moet er geen fetish van maken.
Daarnaast merk ik op dat deze reacties mijn oorspronkelijk punt ook ondersteunen. Immers, zeggen ze, we weten nu nog niet of Hitler "links" was, dan wel "rechts", of voor mijn part nog iets anders. Precies. Absoluut. Helemaal. Maar als we het niet weten, hoe kunnen we dan met zoveel aplomb beweren, en herhalen, dat Hitler "links" was? Hoe harder ik het met mijn commentatoren eens ben, des te harder ook wordt dat een heel gratuïete bewering. En dan hebben we het nog met geen woord gehad over de problemen die ik had aangehaald - het bijzonder oppervlakkig beroep op Friedrich Hayek en het verschuiven van betekenissen van woorden, kennelijk in de hoop dat niemand iets opmerkt.
Natuurlijk, uiteindelijk moeten we een evenwicht zoeken tussen (enerzijds) de toestand waar we de termen op een heel willekeurige basis gebruiken zoals ze ons goed uitkomen, en (anderzijds) waar we onszelf zo hard gaan verliezen in de labyrinthen van definitiekwesties, dat we er nooit meer uitkomen. Ik geef meteen toe dat ik aan dat zoeken nog niets heb gedaan. Ik wou er alleen op wijzen dat de "Hitler was links" slogan dat ook niet gedaan heeft, terwijl dat ze niet belet om luidkeels met hun credo naar buiten te komen.
--------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/was-hitler-links.html
Er zijn twee dingen. Ik erken (vanzelfsprekend) het punt. Het is dan ook een zeer moeilijk punt, en ik verwacht wel dat ik er de komende weken nog op terugkom. Tegelijk wil ik de kwestie ook relativeren. In zijn The Open Society and its Enemies (als ik me dat goed herinner, ik zou gaan zoeken in de eerste hoofdstukken van deel II) merkt Karl Popper op dat het verlangen om de termen te definiëren per definitie beperkt moet zijn. Immers, als je een term definiëert, dan moet je vermijden dat je dezelfde term in je omschrijving terug laat komen: anders zit je met een cirkelredenering. Maar in dat geval zal je nieuwe termen moeten gebruiken. En van die nieuwe termen kan je je dan ook weer afvragen wat ze betekenen, enzovoort tot in de eeuwen der eeuwen, amen. Dus mijn eerste reactie: ik erken het punt, maar je moet er geen fetish van maken.
Daarnaast merk ik op dat deze reacties mijn oorspronkelijk punt ook ondersteunen. Immers, zeggen ze, we weten nu nog niet of Hitler "links" was, dan wel "rechts", of voor mijn part nog iets anders. Precies. Absoluut. Helemaal. Maar als we het niet weten, hoe kunnen we dan met zoveel aplomb beweren, en herhalen, dat Hitler "links" was? Hoe harder ik het met mijn commentatoren eens ben, des te harder ook wordt dat een heel gratuïete bewering. En dan hebben we het nog met geen woord gehad over de problemen die ik had aangehaald - het bijzonder oppervlakkig beroep op Friedrich Hayek en het verschuiven van betekenissen van woorden, kennelijk in de hoop dat niemand iets opmerkt.
Natuurlijk, uiteindelijk moeten we een evenwicht zoeken tussen (enerzijds) de toestand waar we de termen op een heel willekeurige basis gebruiken zoals ze ons goed uitkomen, en (anderzijds) waar we onszelf zo hard gaan verliezen in de labyrinthen van definitiekwesties, dat we er nooit meer uitkomen. Ik geef meteen toe dat ik aan dat zoeken nog niets heb gedaan. Ik wou er alleen op wijzen dat de "Hitler was links" slogan dat ook niet gedaan heeft, terwijl dat ze niet belet om luidkeels met hun credo naar buiten te komen.
--------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/was-hitler-links.html
Abonneren op:
Posts (Atom)